Hoe stemmen de politieke partijen in de Tweede Kamer?
ANALYSE - door Tom Louwerse en Harmen van der Veer (verscheen eerder op Stuk Rood Vlees).
De huidige Tweede Kamer zit alweer meer dan drie jaar op z’n plek. In die tijd hebben de politieke partijen al ruim 10.400 keer gestemd over moties, amendementen en wetsvoorstellen. Hoe stemmen die Kamerleden eigenlijk? Welke patronen zijn er in hun stemgedrag te ontdekken?
Overeenkomstig stemgedrag
Een eenvoudige manier om te kijken naar partijpolitieke patronen is door te kijken naar overeenkomstig stemgedrag. Hoe vaak stemmen twee partijen hetzelfde? Dat percentage varieert in de Tweede Kamer van 44% (PvdD en VVD) tot 94% (CDA en ChristenUnie). Dat het percentage voor de PvdD en VVD niet lager uitvalt komt door unanieme stemmen over vaak weinig controversiële voorstellen (ongeveer 15% van het totaal) en voorstellen die juist zo controversieel zijn, dat VVD en PvdD ze beide verwerpen. (Klik voor groter beeld)
In het overzicht van gelijk stemgedrag zijn grofweg drie clusters van partijen de onderscheiden: de coalitie (met SGP en Van Haga), de oppositie ter rechterzijde van het kabinet (PVV en FvD) en de oppositie ter linkerzijde van het kabinet. De coalitiepartijen stemmen heel vaak gelijk (85% tot 94%); deels omdat ze wetten van het kabinet ‘moeten’ steunen, maar vooral ook om dat ze moties van de oppositie vaak gezamenlijk verwerpen. De SGP en Van Haga staan ook in deze groep; ze stemmen relatief vaak met de coalitie mee en behoren bovendien niet zo duidelijk tot één van de andere kampen. Van Haga stemde overigens in de laatste drie maanden juist wel vaak met FvD mee (83%) en minder met de VVD, wat natuurlijk past bij zijn recente ‘verloving’ met de FvD-fractie.