Stille tocht
COLUMN - Ik heb niets met stille tochten. Een keer heb ik meegelopen. Dat was volgens mij de eerste stille tocht die er werd georganiseerd in Nederland op zo’n grote schaal. Pim Fortuyn was net doodgeschoten en daar was ik behoorlijk van ondersteboven. Je schiet hier geen mensen neer als je het niet met ze eens bent, dan ga je praten. Of je besluit het oneens te zijn, je besluit dat een verschil van mening ook goed is. Maar iemand zomaar neerschieten, kom op zeg.
Dat meelopen in die tocht, daar had ik al heel snel spijt van. De sfeer was best agressief, de mensen waren boos, het voelde voor mij heel erg ongemakkelijk om er tussen te lopen. Eerlijk gezegd merkte ik dat ik daar niets te zoeken had. Ik was ondersteboven van het schietincident, maar ik had geen band met Fortuyn, kende de man niet persoonlijk en had niets met zijn ideeën en waar ik dacht in een stil protest tegen het lukraak omver knallen van mensen te lopen, liep ik tussen woedende Fortuyn-fans. De stille tocht blijkt niet mijn ding.
Daarna ging het hard met het hele fenomeen. Ging er iemand op een vervelende manier dood dan werd er direct een stille tocht georganiseerd. Het was standaard aan het worden, een nieuw ritueel leek geboren. Het voelt voor mij een beetje alsof je naar de begrafenis van iemand had gewild, maar er niet voor was uitgenodigd. Je kende het slachtoffer in kwestie en de nabestaanden helemaal niet, maar er moet toch duidelijk worden gemaakt dat het jou enorm raakt. Voor wie lopen mensen die tochten eigenlijk? Voor het slachtoffer, of voor zichzelf?