Goed volk | Het midzomermotief in de volkscultuur

Afgelopen 21 juni begon op een regenachtige dag de zomer. Preciezer uitgedrukt: het was de dag van de zomerzonnewende of midzomer (solstitium aestivum, zomersolstitium) op het noordelijk halfrond, waarbij binnen 24 uur het meeste zonlicht van het jaar schijnt: de 'langste dag'. Deze jaarlijkse zonnewende is de gebeurtenis waarbij de zon, gezien vanaf de aarde, haar noordelijkste of zuidelijkste positie bereikt, afhankelijk van het halfrond. De zon staat dan recht boven een van beide keerkringen: de Kreeftskeerkring in het noorden of de Steenbokskeerkring in het zuiden. Naarmate de zon schijnbaar in de richting van de Kreeftskeerkring beweegt (uiteraard is het de aarde die beweegt), worden de dagen op het noordelijk halfrond langer en op het zuidelijk halfrond juist korter. Wanneer de zon schijnbaar naar de Steenbokskeerkring beweegt, is dit andersom. Deze schijnbare beweging keert letterlijk om op het moment van de zonnewende.

Door: Foto: © Sargasso logo Goed volk
Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Het zomersolstitium en Sint-Jan

De volkeren uit de oertijd hadden uiteraard geen enkel weet van astrologie, meteorologie en fysische geografie in de wetenschappelijke zin des woords, maar ze kwamen er al gauw achter dat er regelmaat zat in de natuurverschijnselen. Zo viel het op dat het na wat wij 21 december noemen langer licht bleef en dat het na 21 juni met het zonlicht weer bergafwaarts ging.

Dat gebeurde elk jaar weer, al hield men een slag om de arm: om zeker te zijn dat de dagen echt weer gingen lengen, werden er offers aan de goden gebracht (lees: aan de gepersonifieerde krachten die deze schommelingen teweeg brachten), zoals vuuroffers.

21 december en 21 juni staan nu bekend als de winter- respectievelijk zomerzonnewende of -solstitium. Door astrologische en kalendertechnische mutaties schommelen de data tussen de 21e en de 24e van de maand.


De heidense offers, rituelen en midzomerfeesten bleven tot ver na de geboorte van Christus bestaan, vooral op plaatsen waar men erg afhankelijk was van ‘de terugkeer van de zon’. De oorsprong van deze feesten gaat uiteraard verloren in de diepten der geschiedenis, waardoor we weinig meer weten dan het betere maar onbevredigende giswerk, waardoor de nodige verzinsels zijn ontstaan.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.