Goed volk | Het midzomermotief in de volkscultuur

Foto: © Sargasso logo Goed volk
Serie: ,

ACHTERGROND - Afgelopen 21 juni begon op een regenachtige dag de zomer. Preciezer uitgedrukt: het was de dag van de zomerzonnewende of midzomer (solstitium aestivum, zomersolstitium) op het noordelijk halfrond, waarbij binnen 24 uur het meeste zonlicht van het jaar schijnt: de ‘langste dag’. Deze jaarlijkse zonnewende is de gebeurtenis waarbij de zon, gezien vanaf de aarde, haar noordelijkste of zuidelijkste positie bereikt, afhankelijk van het halfrond. De zon staat dan recht boven een van beide keerkringen: de Kreeftskeerkring in het noorden of de Steenbokskeerkring in het zuiden.

Naarmate de zon schijnbaar in de richting van de Kreeftskeerkring beweegt (uiteraard is het de aarde die beweegt), worden de dagen op het noordelijk halfrond langer en op het zuidelijk halfrond juist korter. Wanneer de zon schijnbaar naar de Steenbokskeerkring beweegt, is dit andersom. Deze schijnbare beweging keert letterlijk om op het moment van de zonnewende.

Dat 21 juni de ‘langste dag’ is, was in de geschiedenis der mensheid al snel bekend. Het was een kwestie van observatie: elke dag komt de zon op een ander punt aan de horizon op en gaat zij op een ander punt onder. Ook de maximale hoogte die de zon bereikt aan de hemel is op elke dag anders. Als het zomer gaat worden, gaat de zon steeds noordelijker op- en onder en komt zij ook rond het middaguur steeds hoger aan de hemel staan. Na de zomerwende gaat ze weer terug. Al in de prehistorie konden mensen de dag van de zonnewende bepalen door het gebruik van voorwerpen en objecten zoals stenen, stokken of bouwwerken, die bijvoorbeeld door hun schaduw elk jaar opnieuw het tijdstip van de zonnewende aangaven.

Vreugdevuur tijdens de Kupala nacht in Belgorod-Oblast. (foto: public domain)

Feesten

Zowel het zomer- als het wintersolstitium, dat plaatsvindt rond kerstmis, waren belangrijke momenten aangezien ze deel uitmaken van de jaarcyclus die met name (heel) vroeger in direct verband werd gezien met het voortbestaan der mensheid. Zonder licht (lees: zon en warmte) geen leven: geen nieuwe gewassen, geen pasgeboren dieren en mensen. De vruchtbaarheidsriten vonden dan ook plaats in de ervoor liggende periode tussen de winter- (Yule) en zomerwende. De gevolgen van de vruchtbaarheidsriten werden vervolgens na de zonnewende verzilverd. Mogelijk vierde men in de prehistorie ook reeds feesten tijdens beide gebeurtenissen.

Alle landen in Europa en Aziatisch Rusland kennen het midzomerfeest, vanaf de prehistorie tot moderne invented traditions . Bovendien namen Europese emigranten het feest mee naar Noord-Amerika, net als feesten als het Keltische Halloween. Bijna in elk land, inclusief Nederland, bestonden en bestaat de gewoonte vreugdevuren te ontsteken. Deze dienden om zich te beschermen tegen duistere krachten waarvan werd geloofd dat ze vrij spel hadden vanaf het moment waarop het aantal uren daglicht opnieuw afnam.

De idee dat de grens tussen deze en gene wereld op dit soort nachten bijzonder dun of afwezig was, is eveneens algemeen, zoals de nacht van Halloween waarin de zielen van de overledenen volgens het volksgeloof terug kunnen keren op aarde. Ook ging deze nacht vergezeld van diverse vormen van bijgeloof, zoals de gedachte dat planten en kruiden geneeskrachtige of magische krachten hadden als ze in deze nacht werden geplukt. En wat te denken van het verschijnsel dat je in deze nacht je toekomstige echtgenoot of echtgenote zou kunnen zien? Zo kent de volkscultuur van de midzomernachtviering tal van sub-motieven die de diverse nationale tradities met elkaar delen.

Kerstening

In de zevende eeuw waarschuwde Sint-Eligius de inwoners van Vlaanderen, die nog maar net waren bekeerd tot het christelijke geloof, voor het heidense zonnewendefeest. Christenen mochten volgens hem niet deelnemen aan dit soort heidense rituelen en ruwe feestelijkheden.

Eligius was trouwens een fanatieke heiden-bestrijder. In de hagiografie die Audoënus rond 670 over hem schreef, staat verhaald dat Eligius alle door heidenen vereerde heiligdommen die hij bij Antwerpen aantrof, vernietigde. Later werd dit feest, net als de winterzonnewende op 24 december (Yule), formeel gekerstend.

Het midzomerfeest, dat oorspronkelijk gevierd werd op 24 juni, werd toegewezen aan Johannes de Doper wiens geboorte op 24 juni wordt gevierd. Over het algemeen wordt de sterfdag (lees: de geboorte in de hemel) van een heilige gevierd, maar Johannes de Doper vormt hierop een uitzondering. Dit hangt samen met de geboorte van Jezus van Nazareth die in de kerkelijke traditie op 24 december werd gesteld. Volgens de evangelist Lucas was Johannes’ moeder Elisabet verwant met Maria, de moeder van Jezus, en werd Johannes een half jaar vóór Jezus geboren, dus werd zijn geboortedag op 24 juni geplaatst.

De kerstening met Johannes van het midzomerfeest was niet onlogisch. Elisabet was onvruchtbaar en derhalve kinderloos, tot de aartsengel Gabriël aan haar man Zacharias de geboorte van hun zoon aankondigde. Zij waren beiden toen al op hoge leeftijd. De link met pagane vruchtbaarheidsriten en pas geboren leven is snel gemaakt. Echter, wat voor de natuur niet meer mogelijk is, is wel voor God mogelijk, waarbij het christendom het heidendom overstijgt. De naam voor het gekerstende midwinterfeest komt regelmatig terug in benamingen als Saint John’s Eve en Sankt Hans (Deens). Ik blogde er hier drie jaar geleden over.

Simon Kozhin (1979): Kupala Nachtm de divinatie van de bloemenkransen.

De Noc Kupała

De Slavische volkscultuur is met name interessant omdat hier binnen de gekerstende heidense feestdagen nog veel pagane elementen voorkomen, meer nog dan in de insulaire gebieden. Eén van de oorzaken is dat in deze gebieden de Oosters-Orthodoxe kerk dominant is, een kerk die an sich nog de nodige gekerstende pagane elementen bevat en waar het volksgeloof in de leer zit ingebakken, in tegenstelling tot de veel meer dogmatisch en juridisch ingestelde Rooms-Katholieke kerk. Het is dus gewoon een volkseigenschap.

Polen, een ‘roomsch’ land bij uitstek maar met een Slavische ziel, vormt hierop een uitzondering. Het midzomerfeest heet hier de ‘Noc Kupala‘, de Nacht van Kupala, zoals de andere midzomerfeesten gevierd in de nacht van 21 op 22 juni. Het feest is waarschijnlijk genoemd naar een Slavische vruchtbaarheidsgodin, hoewel er ook meningen zijn dat de naam verband houdt met het Indo-Europese woord kump dat ‘groep’ of ‘communiteit’ betekent. De nacht is gewijd aan de elementen water en vuur, de maan, de zon, liefde, huwelijk, vruchtbaarheid en voorspoed en uiteraard zingen en dansen, want het is tenslotte een feest.

De oorsprong van de vormgeving van de Nacht van Kupala gaat verloren in de schaduwen van het verleden, maar bekende sub-motieven hebben zich inmiddels ontwikkeld tot invented traditions. Uiteraard worden ook hier vreugdevuren of vuurtjes aangelegd die het kwade moeten verjagen, maar waarover men springt om zich geestelijk te reinigen en om zich te beschermen tegen kwaad en ongeluk.

Een bijzondere karakteristiek van de Noc Kupala is het fenomeen dat meisjes of jonge vrouwen in ondiepe sloten of vijvertjes afdalen om daar een bloemenkrans met brandende kaarsen te water te laten. Als een bepaalde krans na een poosje stroomafwaarts opgepikt wordt door een vrijgezel, betekent dat een op handen zijnd huwelijk met de maakster van de krans.

Jongens en meisjes duiken ook deze nacht samen het bos in om bepaalde varens (kwiat paproci) te zoeken die alleen op deze nacht zouden bloeien (nota bene: varens kunnen helemaal niet bloeien). Degenen die er een vinden zijn het komende jaar verzekerd van voorspoed en wijsheid. Het is allemaal puur bijgeloof dat in de laatste decennia een ludiek karakter heeft gekregen.

Het midzomernachtfeest wordt apart van de feestdag van Johannes de Doper gevierd die begint, net als de kerstnacht, op de avond voor de feestdag zelf (23 juni) en draagt de naam Noc Świętojańska. Op deze nacht speelt volksgeloof een rol. Johannes de Doper heeft zijn bijnaam te danken aan het feit dat hij volgens het evangelie Jezus van Nazareth gedoopt heeft. De gelovigen zijn in de veronderstelling dat Johannes zelf het wijwater zegent waardoor dit zou beschermen tegen het kwaad.

De Noc Świętojańska is overigens een gevolg van de kerstening van de Noc Kupala. Op het oorspronkelijke, heidense midzomerfeest ging het er niet zo braaf aan toe. Er werd niet alleen wild feest gevierd, maar de nodige promiscuïteit tussen jongens en meisje was eerder regel dan uitzondering. Als een meisje vervolgens zwanger raakte en na negen maanden beviel, werd dit gerechtvaardigd door te beweren dat ooievaars nieuwe baby’s in het dorp hadden afgeleverd. Ooievaars keren namelijk ongeveer negen maanden na de zonnewende terug uit Afrika naar Europa.

De kerk is altijd al allergisch geweest voor dergelijke wilde feesten en toen Polen in 966 werd gekerstend identificeerde de kerk Noc Kupala met de feestdag van Johannes. Het oorspronkelijke midzomerfeest bleek echter onuitroeibaar. Uiteindelijk sloot de kerk een compromis door een beschaafde versie van het midzomerfeest te accepteren.

Reacties zijn uitgeschakeld