COLUMN - In 2006 liet ik de veiligheid van de elektronische patiëntendossiers van twee ziekenhuizen testen. Bij een ziekenhuis waren de hackers binnen een paar uur binnen, zonder ingewikkelde strapatsen. De hackers gebruikten een alom bekende kwetsbaarheid, konden daarna overal bij en verhuisden op mijn verzoek grote hoeveelheden gegevens heen en weer, om te kijken of het ziekenhuissysteem dan tenminste doorhad dat er ineens wel erg veel data werd rondgesleurd. Nee hoor, niks.
Ik kon lijstjes oproepen van alle patiënten met ziekte X, of geboren in een specifiek jaar, of in behandeling bij dokter Y, of wonend in postcodegebied Z. Alle patiëntendossiers kon ik vrijelijk inzien, kopiëren, wissen, ja zelfs veranderen. Het ziekenhuis merkte niets.
Toen ik de directie belde met het schokkende nieuws en een afspraak tussen hen en de hackers arrangeerde om de oorzaken van hun gapende gat te bespreken, stuurden ze de systeembeheerder. De directie noch de Raad van Bestuur lieten zich zien. Niet hun pakkie-an, vonden ze.
Maandag werd bekend dat vier Nederlandse ziekenhuizen betrokken waren bij twee nieuwe medisch datalekken.
Twee ziekenhuizen hadden via een tussenpersoon de papieren dossiers van hun patiënten aan Belgische gevangenen verstrekt; de gevangenen moesten de dossiers gereedmaken om te scannen, opdat de dossiers gedigitaliseerd konden worden. Papier ordenen, nietjes eruit, dat werk. De dossiers van je patiënten aan veroordeelde criminelen geven – wie bedenkt er in hemelsnaam zoiets? Medische dossiers mogen uitsluitend worden verwerkt door mensen die een strenge geheimhoudingsplicht hebben.