COLUMN - Dat zorgpersoneel vorige week in 64 ziekenhuizen actie voerden, heeft niet alleen met loon te maken. Verpleegkundigen worden ondergewaardeerd. Een gastbijdrage van Nick Ottens.

Ziekenhuizen bieden 5 procent loonstijging op de korte termijn, nog eens 5 procent in de loop van het jaar en 3 procent meer salaris in 2024. De vakbonden willen onmiddellijk 10 procent extra plus een hogere toeslag voor verpleegkundigen die ‘s nachts en in het weekend werken.

Daar zou uit te komen moeten zijn – als er meer vertrouwen was. Verpleegkundigen weten echter dat ze niet voor vol worden aangezien. Zij vragen al jaren om meer zeggenschap over hun roosters en werktijden. Bestuurders trekken zich er weinig van aan. De maat is vol. Op donderdag werd gewerkt alsof het een zondag was: alleen spoedeisende hulp ging door.

Oud-vakbondsman Doekle Terpstra deed tussen 2018 en 2021 onderzoek naar de personeelstekorten in de zorg. Hij was verbijsterd ‘hoe weinig autonomie en ontwikkelingsmogelijkheden zorgmedewerkers vaak hebben [en] hoezeer vanuit het rooster wordt gedacht in plaats vanuit de werknemer.’

‘Ik proef soms nog iets van de oude sfeer van heel vroeger, van werken in de zorg als roeping voor heilige Martha’s,’ zei Terpstra.

De Sociaal-Economische Raad, de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en werkgeversbond VNO-NCW hadden het eerder gezegd.

En natuurlijk de verpleegkundigen zelf. De groep Nurse Minded vat het bondig samen: ‘Ons wordt nooit iets gevraagd.’

Gevolg: 40 procent van de pas opgeleide verpleegkundigen verlaat binnen twee jaar de zorg. Na vijf jaar zijn twee op de drie medewerkers vertrokken. In geen sector is de uitstroom zo hoog. Eén op de tien verpleegkundigen zit ziek thuis, dikwijls met burnout. Vorig jaar hadden zorg- en welzijnsinstellingen 67.000 vacatures.

Een deel van de uitstromers keert terug als zzp’er. Die verdienen meer, gaan over hun eigen werktijden en hoeven minder papierwerk bij te houden. Volgens het CBS nam het aantal zelfstandigen in de zorg vorig jaar met 23 procent toe. Keerzijde is dat verpleegkundigen in vaste dienst nog minder flexibiliteit overhouden – de roosters moeten toch worden gevuld – en nog meer formulieren moeten invullen.

Wat doen ziekenhuizen? Die vliegen verpleegkundigen uit de Filippijnen in. Of weigeren nog zzp’ers in dienst te nemen. (Dat de helft van de medisch specialisten als zzp’er werkt, is blijkbaar geen probleem.)

Solopartners, de branchevereniging voor zzp’ers in de zorg, stelt terecht dat bestuurders zich eens af moeten vragen waarom zo weinig verpleegkundigen nog in vaste dienst willen. ‘Ze zijn uit hun vaste baan weggevlucht, vanwege gebrek aan regie en flexibiliteit.’

Kleine contracten, van minder dan 24 uur per week, zijn de norm. Tegelijkertijd worden op de operatiekamers niet zelden werkweken van 60 uur gemaakt. Daartegenover staat een, zeker voor beginnende verpleegkundigen, matig salaris.

Roosters worden dikwijls van bovenaf opgelegd en zijn lastig te combineren met de zorg voor jonge kinderen. Vind maar eens een crèche die om 6 uur ‘s ochtends open gaat. Of met mantelzorg. Eén op de vier verpleegkundigen zorgt naast het werk voor een zieke of gehandicapte partner, moeder of vader.

Voor bijna iedere handeling bij de patiënt moet de verpleegkundige toestemming vragen aan een arts. En bijna iedere handeling moet op de computer worden bijgehouden. Dat is geen blijk van vertrouwen.

Er is weinig loopbaanperspectief. Verpleegkundigen kunnen wel ‘verticaal’ carrière maken. Bijvoorbeeld hoofdverpleegkundige worden, maar dat is nog meer papierwerk en nog minder zorg verlenen. Veel liever ontwikkelen ze zich ‘horizontaal’: meer leren binnen hun beroep. Weinig werkgevers doen de moeite om dat mogelijk te maken.

Er zijn voorbeelden van hoe het beter kan. Zo is de intensive care in Utrecht op verzoek van verpleegkundigen overgestapt op 12-uursdiensten. In het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda werken onder het mom van ‘nurses know better’ artsen en verpleegkundigen echt met en naast elkaar. Het Nij Smellinghe Ziekenhuis in Drachten betaalt de HBO-opleiding van MBO-verpleegkundigen die door willen leren. Bij deRotterdamseZorg kunnen medewerkers tijdelijk op een andere afdeling meelopen. Het Tergooi MC, met locaties in Blaricum en Hilversum, biedt loopbaanpaden die patiëntenzorg combineren met onderzoek en het geven van les aan collega’s. Het OLVG in Amsterdam heeft een Verpleegkundig Stafbestuur opgericht dat op gelijke hoogte staat met het bestuur van medische specialisten.

Veel andere zorginstellingen rekenen er op dat verpleegkundigen uit de goedheid van hun hart maar ja blijven zeggen tegen steeds onredelijkere werkomstandigheden. Het houdt een keer op.

Nick Ottens is journalist en schrijft voor Atlantic Sentinel.

Reacties (2)

#1 Co Stuifbergen

Wat doen ziekenhuizen? Die vliegen verpleegkundigen uit de Filippijnen in. Of weigeren nog zzp’ers in dienst te nemen.
Op zich is het natuurlijk beter het vaste personeel te belonen, dan zzp’ers de krenten uit de pap te laten vissen.

Voor mij is de vraag hoe zo’n ziekenhuis dan zorgt dat het vaste personeel de gaten vult.
Of zijn daarvoor de Filippijnsen nodig?

  • Volgende discussie
#2 Bolke

Ziekenhuizen bieden 5 procent loonstijging op de korte termijn, nog eens 5 procent in de loop van het jaar en 3 procent meer salaris in 2024. De vakbonden willen onmiddellijk 10 procent extra plus een hogere toeslag voor verpleegkundigen die ‘s nachts en in het weekend werken.

Vervolgens gaat de zorgpremie weer omhoog want de zorg wordt daardoor duurder, de rest van Nederland wil er dan ook geld bij waardoor alle andere dingen ook weer duurder worden en hopla, de loonsverhoging in de zorg is weer te niet gedaan.

  • Vorige discussie