Waarom we nu eindelijk massaal beter woonbeleid eisen

Op zondag 12 september heeft de nieuwe woonbeweging zich op de kaart gezet. Tijdens het Woonprotest in Amsterdam spraken 15.000 demonstranten zich uit voor beter woonbeleid. Zij spraken zich uit tegen de wooncrisis met te hoge woningprijzen, te hoge huren en te veel onzekerheid voor huurders en kopers. De problemen stapelen zich al jaren op en steeds meer mensen lijden eronder. Het was dan ook wachten op een massaal protest. Een veel gestelde vraag is daarom: waarom werd er niet eerder massaal geprotesteerd tegen de wooncrisis? Nina de Haan legt het uit. Een immense wooncrisis Ondanks dat er de laatste tijd veel over de wooncrisis gesproken en geschreven wordt, is er nog geen algemeen gedeeld begrip van hoe de crisis precies is ontstaan, hoe deze stand houdt en hoe we het moeten oplossen. Dat is wel begrijpelijk, want de wooncrisis is een gigantisch en complex probleem waarbij vele verschillende belangen een rol spelen. Het treft niet alleen alle mensen die lijden onder hoge woonlasten of precair wonen in de huursector en alle mensen die grote moeite hebben een huis te kopen vanwege hoge woningprijzen. Het treft zeer diverse belangen van grote groepen mensen en instanties We hebben het dan over alle eigenwoningbezitters, hun banken, alle woningbeleggers (inclusief onze pensioenfondsen), alle eigenaren van dure (bouw)grond zoals gemeenten, en groepen als woningcorporaties, projectontwikkelaars en bouwers. Deze gevestigde belangen maken het geen makkelijk probleem om te bespreken, laat staan op te lossen. Het probleem van de wooncrisis wordt ook zelden goed uitgelegd. In plaats daarvan worden we om de tuin geleid, bijvoorbeeld door politici die beterschap beloven door een miljoen woningen te bouwen. Ze zeggen er niet bij dat een fysiek woningtekort niet het voornaamste probleem is en woningen bouwen niet de oplossing. Ook kennen we de bekende uitleg dat migranten het probleem zouden zijn omdat zij te veel woningen in zouden nemen. Maar ook immigratie verklaart het gigantische woningprobleem niet. De wooncrisis is een resultaat van beleid, zo betoogt Hans de Geus in zijn boek ‘Hoe ik toch huisjesmelker werd - over woonarmoede en ongelijkheid' (2021)’. Maar daarover zwijgen onze beleidsmakers. Het is moeilijk tegen de wooncrisis te protesteren als je het probleem niet goed begrijpt. Want welke eisen kies je dan? Lagere huren, minder tijdelijke huurcontracten en lagere woningprijzen? Dan benoem je slechts de symptomen van een structureel probleem. Plus, hoe je het ook wendt of keert, ook die eisen zijn voor veel gevestigde belangen een nachtmerrie. Daarom verandert er ook weinig tot niets. Vertrouwen Voor de gewone burger is het moeilijk om oplossingen aan te dragen. Dus laten we het maar aan de experts om het probleem op te lossen. Zij zouden moeten weten hoe het zit en hoe je het oplost, nietwaar? En zo niet, dan hebben ze de middelen om het uit te zoeken. Dus enerzijds speelt daar een vertrouwen in de politiek en alle experts om het probleem kundig op te lossen. Tegelijkertijd speelt er een gebrek aan vertrouwen. De huizenprijzen stijgen zo overduidelijk en dit is zo overduidelijk problematisch dat de politiek dat natuurlijk allang weet. Als het probleem bekend is, en er blijkbaar te weinig wordt gedaan om het te verbeteren, waarom zou protesteren dan een verschil maken? Er is toch geen protest nodig om te bewijzen dat er inderdaad mensen gebukt gaan onder de huidige situatie en dat ze dat graag anders willen? Excuses Ook vertellen we elkaar allerlei verhalen over de woningprijzen en doen we zo alsof het wel oké is. We zeggen dat woningen kwalitatief beter en bovendien groter zijn geworden en dat dat vast de prijsstijging verklaart. We zeggen dat we massaal in steden willen wonen en dat dat de prijzen zo opdrijft (volgens agglomeratie-effecten). We denken dat de prijs gewoon wordt bepaald door vraag en aanbod, zoals dat altijd zou zijn bij een vrije markteconomie. Dus het zal wel kloppen zo. Wie wil wonen, betaalt daar gewoon een prijs voor. Als we minder willen betalen, moeten we onze eisen maar bijstellen. Bovenal denken we dat we het individueel moeten oplossen, door harder en slimmer te werken en zo te winnen van de competitie (op de huizenmarkt). Dat is het gedachtegoed van individualisatie en meritocratie. We vertrouwen ook hier op het functioneren van de vrije markt waarbij beloningen optimaal en eerlijk worden verdeeld. We denken dat het systeem wel eerlijk zal zijn en geven onszelf de schuld als we aan het kortste eind trekken. Want volgens deze logica hebben we niet alleen onze successen zelf verdiend, maar ook onze ellende. We vertellen onszelf dat we het zo goed hebben in ons welvarende Nederland. Nederland is een gaaf land, dus wat zeuren we nu eigenlijk over hoge huren of huizenprijzen? We gaan er toch allemaal jaarlijks op vooruit (als er geen crisis is)? In andere landen is het vast slechter. Zo maken we excuses voor de wooncrisis en proberen we er individueel het beste van te maken. Dit soort gedragingen is er allemaal ingeslopen met het neoliberale denken, zo betoogt financieel geograaf Ewald Engelen in zijn recente boek ‘Ontwaak! Kom uit uw neoliberale sluimer’ (2021). In zijn Brainwash Talks ‘Hoe hoogopgeleiden de dienst uitmaken in Nederland’ bespreekt Engelen dat er een kloof is ontstaan tussen theoretisch en praktisch geschoolden in Nederland, hoe dit in stand blijft en beleid beïnvloedt. Machteloosheid Onder de groepen die het meeste last hebben van de crisis zijn jongeren en andere nieuwkomers die net komen kijken op de woningmarkt. Dat heeft belangrijke implicaties, zoals dat zij simpelweg niet beter weten. Zij hebben niet meegemaakt dat woningen voorheen relatief (veel!) goedkoper waren. Zij weten ook veelal niet hoe de woningmarkt werkt, want als kind en jongere heb je daar nu eenmaal weinig mee te maken. Deze crisis is één van de vele gigantische en complexe crises waar we, vooral jongeren, mee te maken hebben of krijgen. Denk aan de klimaatcrisis waar veel jongeren zich al voor inzetten. Er wordt in de afgelopen tien jaar ongeveer net zoveel gedemonstreerd als in de jaren 60. Dat er nu pas tegen de wooncrisis wordt gedemonstreerd, kan komen doordat we al druk genoeg waren met andere problemen en dat we gebukt gaan onder te hoge woonlasten en allerlei andere maatschappelijke trends als individualisatie en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Dit lastige parket van millennials, de huidige starters, is treffend beschreven door Kelli van der Waals in De millennial jaagt een droom na die allang uiteen is gespat, waarin ze aangeeft dat deze generatie niet voor niets al tot burn-out generatie is gedoopt. De burn-out lijkt voor jongeren al een logisch onderdeel van hun carrièrepad te zijn. Dan is er nog een gevoel van machteloosheid. Als ‘de woningmarkt’ nu eenmaal zo is in Nederland, als de markt, de politiek en de woningbezitters deze situatie zo hebben gecreëerd, dan is het makkelijk om te denken dat je daar als individu of als groep individuen niks aan kan doen. Bovendien is het voor velen al moeilijk zat om genoeg geld bij elkaar te schrapen om hun woonlasten te betalen. Mogelijk hebben zij niet genoeg energie om daarnaast ook de wooncrisis op te lossen. Woningmarkt We beseffen te weinig dat bij de woningmarkt geen sprake is van een ‘normale’ vrije markt. Hier is sprake van een schaars goed, namelijk een vaste hoeveelheid grond, en een eerste levensbehoefte, namelijk onderdak. Er is sprake van een eindig aanbod en een zowaar (bijna) oneindige vraag (want mooier en groter wonen wil bijna iedereen wel!). Als prijzen niet worden gereguleerd, wordt de prijs bepaald door de hoeveelheid geld die we tot onze beschikking hebben, en dus met name door de mogelijkheid tot het verkrijgen van een hypotheek oftewel de financialisering van woningen. Als we hoge hypothecaire leningen kunnen krijgen met een woning als onderpand dan doen we dat ook. Zo drijven we collectief de prijzen en ‘financiële waarde’ van woningen op, zonder dat er iets aan de fysieke woning verandert. Dit mechanisme werd eind 2018 al uitgebreid beschreven door Hans de Geus op Follow the Money. De prijs van woningen neemt niet vanzelf weer af als je de markt op zijn beloop laat. De huidige situatie is juist in de hand gewerkt door deregulatie van de woningmarkt en het afbreken van de sociale huursector, waarbij wonen steeds meer werd overgelaten aan de markt. Dat heeft tot de wooncrisis geleid en we kunnen er niet op vertrouwen dat diezelfde markt de wooncrisis gaat oplossen. We hebben woonbeleid nodig dat onder meer huurprijzen in de vrije sector reguleert en wonen en huren fiscaal gelijkwaardig belast. Want ook ons fiscale stelsel is van grote invloed en dat werkt al jarenlang vermogensongelijkheid en hoge huizenprijzen in de hand. Wonen zou geen markt moeten zijn; wonen is een recht. Er staat nota bene in onze Grondwet dat de overheid — en dus niet de markt — verantwoordelijk is, namelijk in artikel 22: 'Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid'. Onze overheid mag zich wel wat verantwoordelijker opstellen. Ongelijkheid De ogenschijnlijk sympathieke vraag waarom er niet massaal wordt geprotesteerd legt wel wat vingers op zere plekken. De mensen die lijden onder de wooncrisis zijn ook de mensen die een verlammende financiële druk voelen. Het zijn veel jongeren die door meerdere maatschappelijke trends onder druk staan, waarschijnlijk meer dan eerdere generaties. Daarnaast zijn het veel andere (armere) mensen die nog geen huis hebben kunnen kopen die last hebben van de wooncrisis. Zij zitten er ook minder warm bij dan mensen die wel op tijd een huis hebben gekocht. De mensen die deze vraag opwerpen, doen er goed aan deze ook voor zichzelf te beantwoorden. Een veel voorkomend antwoord zal zijn: ik heb er zelf niet direct last van, want ik zit er warmpjes bij in mijn eigen woning waarvan ik de financiële waarde zie stijgen. Dat is ook het antwoord van Michelle Provoost, architectuurhistoricus uit Rotterdam. Dat antwoord laat zien dat de wooncrisis niet iedereen even hard treft en die ongelijkheid is nou precies het belangrijkste kenmerk van het probleem en de reden dat het nog niet is opgelost. Blijven vragen waarom anderen niet protesteren is een manier om je eigen verantwoordelijkheid niet te nemen. Het impliceert namelijk dat anderen, degenen die het hardst lijden onder de crisis, het werk maar moeten doen. En dat terwijl er al steeds meer verantwoordelijkheid bij individuen is komen te liggen. Gaan we nu ook nog van deze mensen vragen om te demonstreren? Het is asociaal om op demonstraties te blijven wachten in plaats van zelf in actie te komen. Trouwens, als de coronapandemie er niet was geweest dan had de eerste landelijke demonstratie al plaatsgevonden in maart 2020. Deze demonstratie werd al voorbereid door Actiegroep Woonopstand maar moest vanwege de lockdown worden afgelast. De coronapandemie is dus ook een factor geweest in waarom we nu, en niet eerder, eindelijk massaal beter woonbeleid eisen. Van wie is deze crisis Inmiddels is de strijd voor het recht op wonen in volle gang. We weten nu dat de wooncrisis iedereen raakt en de samenleving bedreigt. We weten nu dat het geen individueel probleem is maar dat het systeem niet deugt. Het is niet onze schuld dat we geen huis kunnen betalen. We weten dat we van een ‘woningmarkt’ terug moeten naar volkshuisvesting. De overheid moet beter woonbeleid voeren om betaalbare en zekere huisvesting te garanderen. Onze overheid is verantwoordelijk voor de wooncrisis en voor het oplossen daarvan. We weten dat we solidair moeten zijn en woonzekerheid moeten eisen voor iedereen. We verenigen ons en eisen beter woonbeleid. We weten ook dat de wooncrisis niet op zichzelf staat. De wooncrisis is doordrenkt met belangen en bijbehorende machtsverhoudingen en het vergroot ongelijkheid. Dáár moeten we het over hebben zodat we tot structurele oplossingen kunnen komen, in plaats van met schijnoplossingen die het structurele probleem in stand houden. Met dat in gedachten richt de woonbeweging zich tot beleidsmakers in Den Haag. Dit is jullie wooncrisis. Waarom hebben jullie nog niet geprotesteerd? Deze crisis gaat iedereen aan. Het is ons woonrecht dat onder druk staat en onze samenleving die op het spel staat. Daarom is iedereen uitgenodigd om zich uit te spreken tegen de wooncrisis en om beter beleid te eisen door massaal te protesteren. Met een brede coalitie organiseren we dit najaar meerdere demonstraties op verschillende plekken in het land om onze stem te laten horen. Zolang er een wooncrisis is, vormen wij een woonbeweging die opkomt voor ons woonrecht. -- Nina de Haan is betrokken bij de organisatie van de tweede landelijke demonstratie Woonopstand op 17 oktober in Rotterdam. Er komen nog meer demonstraties aan, de eerste na 17 oktober is op 13 november: het Woonverzet in Den Haag. Kom op voor je woonrecht door te komen demonstreren en op jouw manier bij te dragen aan de woonbeweging! Als organisatie kan je tevens publiekelijk je steun betuigen aan de Woonopstand en het woonmanifest. Meer over de wooncrisis op Sargasso hier.

Foto: Reichenberger 55 e.V. (cc)

Wat voor investering in huisvesting willen we?

Uiteindelijk gaat de strijd voor betaalbaar wonen niet over de miljarden die wel of niet naar woningcorporaties gaan, maar over de vraag hoe wij huisvesting zien: een basisbehoefte en daarom een grondrecht, of een investeringsproduct? Want het is duidelijk: het kan niet allebei.

In Berlijn stemde gisteren in een adviserend referendum een meerderheid (56,4%) voor onteigening van grote particuliere woningbedrijven. Berlijnse huisvestingsactivisten haalden met hun grassroots-campagne ‘Deutsche Wohnen & Co Enteignen’ in augustus voldoende handtekeningen op voor hun voorstel om woningbedrijven die minstens 3000 woningen bezitten weer in publieke handen te brengen. Alleen al Deutsche Wohnen & Co bezit meer dan 113.000 woningen. In totaal zouden door onteigening meer dan 240.000 woningen weer in de sociale huurcategorie komen.

In Nederland maakten we ons dit weekend druk over het Amerikaanse investeringsbedrijf Blackstone, dat niet alleen parasiteert op onze woningmarkt, maar ook via belastingontwijking aasgierengedrag vertoont. Blackstone koopt sinds 2019 woningen op in Nederland, vooral in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, en heeft er momenteel zo’n 1.700 woningen in bezit. In andere landen is Blackstone al bekend vanwege agressieve huurverhogingen en huisuitzettingen.

‘Stevige’ huurbescherming?

Voormalig VN-Speciale Rapporteur Leilani Farha – die het bedrijf een aasgier noemde – trok hierover in 2019 aan de bel, wat leidde tot Kamervragen. Maar volgens minister Ollongren was er geen reden tot zorgen, zo schreef zij (met een veelzeggende verspreking):

Woon-actiegroepen publiceren woonmanifest

Tientallen actiegroepen en maatschappelijke organisaties die het Woonprotest en de Woonopstand organiseren of steunen slaan de handen ineen. De politiek heeft de wooncrisis volledig uit de hand laten lopen. Wij roepen met dit manifest de Tweede Kamer en formerende partijen op om onmiddellijk werk te maken van oplossingen voor de wooncrisis. Het is nu tijd voor een fundamenteel andere visie op huisvesting, die mens weer boven markt stelt.

Foto: Cyril Wermers (cc)

Morgen het #woonprotest, vandaag lezen, luisteren en kijken waarom

ACHTERGROND - De vruchten van jaren VVD-beleid worden door buitenlandse investeerders geplukt. Maar voor studenten, starters, sociale huurders, mensen zonder dak boven hun hoofd en nu ook de middeninkomens zijn ze zuur. Daarom vinden er verschillende landelijke demonstraties plaats, te beginnen morgen, zondag 12 september, in Amsterdam: het Woonprotest. Gevolgd door de Woonopstand op 17 oktober in Rotterdam. De Haagse Stadspartij heeft ook al een protest aangekondigd in Den Haag op 13 november en in enkele andere steden wordt nagedacht over een vervolg.

Wat je moet weten over wat er allemaal niet deugt aan het woonbeleid? Ten eerste dat het veelzeggend is dat beleidsmakers tegenwoordig vooral spreken over de ‘woningmarkt’ in plaats van over volkshuisvesting. Het is dan ook niet slechts symbolisch dat kabinet Rutte-I een einde maakte aan het ministerie van VROM en een minister van Wonen onder BZK werd onderbracht. Kabinet Rutte-III deed ook deze minister de das om, sinds 2017 doet de minister van BZK wonen er gewoon even ‘bij’.

Maar volkshuisvesting is terug, en hoe. Morgen worden tienduizend verwacht mensen bij het eerste landelijke protest in Amsterdam. De media raken er de afgelopen weken niet over uitgepraat. Overal verschijnen reportages over de ‘slachtoffers’ van de woningmarkt (in deze context wél het juist woord).

Foto: Steve Jurvetson (cc)

Het imagoprobleem van de vastgoedbelegger

OPINIE - Nina de Haan ziet problemen met vastgoedbeleggen. ‘De gevolgen zijn niet te overschatten.’

De vastgoedbelegger kampt sinds kort met een imagoprobleem. Nu de woonopstand goed op stoom komt, wordt beleggen in vastgoed aan alle kanten aangevallen én verdedigd.

Tot kort geleden was het beeld eenzijdiger. Toen werd ik online overspoeld door berichten van jonge mensen die me er zonder enige gêne van wilden overtuigen zo snel mogelijk te gaan beleggen in vastgoed. Want echt, het is niet moeilijk en met de juiste hulp (lees: die van hen) kan iedereen het! Wie slim is, belegt in vastgoed, zo luidt het credo.

Vastgoedbeleggen geeft je een stabiel ‘passief’ inkomen. Ik noem het zelf liever een onverdiend inkomen, omdat er wel degelijk iemand voor werkt. Namelijk de huurder die maandelijks klem zit door te hoge woonlasten of de koper die nog 30 jaar moet kromliggen voor een hypotheek.

Maar door dat buiten beschouwing te laten, wordt het beeld gecreëerd dat de rentenier slim is en de arbeider blijkbaar niet slim genoeg om zelf te gaan rentenieren. Het heeft echter weinig met slim zijn te maken, slechts met oud geld en beleid. Zij met vermogen kunnen beleggen in vastgoed, zij zonder vermogen zijn genoodzaakt te werken voor andermans rendement omdat ze nu eenmaal een huis nodig hebben. Op die manier vergroot beleggen de vermogensongelijkheid die er al was. Beleggen is geen hack om vermogen op te bouwen, want het fiscale systeem is bewust zo ingericht en het dient hen die al vermogen hebben.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Quote du Jour | Gepassioneerd verdediger van vrijheid, tolerantie en solidariteit

De jury noemt Ahmed Aboutaleb, sinds 2009 burgemeester van Rotterdam en bezig aan zijn derde termijn, een ‘gepassioneerd verdediger van vrijheid, tolerantie en solidariteit’. Van harte gefeliciteerd!

Een juigend bericht gisteren van de gemeente Rotterdam op LinkedIn over de uitverkiezing van Ahmed Aboutaleb tot beste burgemeester van de wereld. Ik ben benieuwd of de bewoners van de Tweebosbuurt het ook eens zijn met de kwalificatie ‘gepassioneerd verdediger van vrijheid, tolerantie en solidariteit’.

Foto: Cyril Wermers (cc)

De ramp van vijf jaar flexhuur: tijd voor woonzekerheid

Vijf jaar en een aantal onderzoeken verder is het overduidelijk: de invoering van reguliere tijdelijke huurcontracten heeft geleid tot normalisering van flexhuur met zeer negatieve gevolgen voor huurders. In plaats van te zoeken naar oplossingen voor ‘betere’ flexhuur, moet de invoering van tijdelijke huurcontracten worden teruggedraaid.

De Volkskrant schreef afgelopen weekend over tijdelijke huurcontracten, waarin het onder meer ging over de rampzalige gevolgen voor huurders, als volgt samengevat: “het leven van flexhuurders staat stil”. De Volkskrant deed zelf onderzoek op basis van een vragenlijst die door 352 tijdelijke huurders was ingevuld, aangevuld met een analyse van het aanbod van huurwoningen op Funda. Het resultaat: 14 procent van de aangeboden huurwoningen wordt aangeboden met een tijdelijk contract. In sommige gemeenten ligt het percentage veel hoger: Zaanstad gaat aan kop met 37 procent.

Voor wie dit alarmerend vindt: dit percentage is aanzienlijk lager dan in twee eerdere onderzoeken werd gevonden. Investico/Vers Beton en Companen (die laatste in opdracht van het ministerie van BZK) stellen in respectievelijk december 2020 en juli 2021 vast dat het aandeel tijdelijke huurcontracten van aangeboden huurwoningen op zo’n 50 procent ligt. Companen denkt dat particuliere verhuurders met meer dan tien woningen inmiddels ongeveer een derde van hun woningen verhuren met een tijdelijk contract. Afgaande op de onderzoeksmethoden van de drie onderzoeken, is de 14 procent die de Volkskrant noemt waarschijnlijk een onderschatting [zie eindnoot].

Foto: lO rEs (cc)

De wooncrisis is een mensenrechtencrisis

De kern van de wooncrisis is dat het woonbeleid niet uitgaat van huisvesting als basisbehoefte en een grondrecht dat door de overheid moet worden gegarandeerd, maar van huisvesting als verdienmodel.

Woningcorporaties verkochten tussen 2009 en 2020 ruim 236.000 woningen, eerst vooral aan de zittende huurders of starters, maar sinds 2015 steeds vaker aan beleggers. Het leidde in Amsterdam onlangs tot een nogal ongewoon voorstel van de gemeente, namelijk om zélf corporatiewoningen te kopen om te voorkomen dat deze in de vrije sector belanden.

Vaak wijzen woningcorporaties naar de verhuurderheffing, de belasting op sociale huurwoningen, waardoor corporaties te weinig geld zouden overhouden voor nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming. De corporaties dringen aan op afschaffing van de heffing, maar de verkoop begon dus al veel eerder. Zowel het afstoten van corporatiebezit als de verhuurdersvergunning zijn onderdeel van een langer lopend overheidsbeleid, door Cody Hochstenbach een ‘ideologisch project’ genoemd, om huisvesting over te hevelen naar de vrije markt. Dat heeft geleid tot tal van negatieve effecten.

Eigenwoningbezit gesubsidieerd

Eigenwoningbezit wordt sinds de jaren negentig door de overheid gepromoot als het hoogste ideaal en gesubsidieerd door tal van belastingvoordelen. Met alle gevolgen van dien: maatregelen zoals de hypotheekrenteaftrek, de belastingvrije schenking en recent de eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting, bedoeld om starters te helpen, stuwen zowel de woningprijzen als de hypotheken verder omhoog. Wie een koophuis bezit wordt vanzelf rijker, maar voor starters is het bijna onmogelijk geworden om zonder eigen vermogen (lees: rijke ouders) een woning te kopen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sloop 2e Carnissestraat, Rotterdam. Foto van Gwen van Eijk, gebruik op Sargasso met toestemming

Een stukje Rotterdam claimen voor gelijkheid

Een groep Rotterdammers heeft vanochtend een pand gekraakt in Delfshaven om actie te voeren voor een betaalbare woningen en een hoger minimumloon.

Wij Rotterdammers hebben dit pand in bezit genomen, want we streven naar een betere voorziening van onze huizen. We strijden #Voor14 minimumloon en we willen een beter leven in plaats van overleven. Daarom doen wij mee aan deze actie”, zegt een van de actievoerders.

De actie wordt gesteund door Aktiegroep Oude Westen, Recht op de stad Rotterdam, Bond Precaire Woonvormen, Rotterdamse Sociale Alliantie, Stichting Huurders Rotterdam Vestia, FNV Lokaal Rotterdam, Rotterdam Voor 14, SP Rotterdam, ROOD Rotterdam, NIDA Rotterdam, Rotterdam BIJ1, Arbeiderspartij van Turkije – afdeling Nederland en Cultural Workers Unite.

In een statement zeggen zij:

De ongelijkheid in Rotterdam wordt steeds groter en zichtbaarder. Overal in de stad worden sociale huurwoningen slecht onderhouden en gesloopt om plaats te maken voor dure woningen. De huurprijzen blijven maar stijgen in onze stad en het inkomen van Rotterdammers met een minimumloon of een uitkering blijft achter. Ook is er steeds minder ruimte voor hun sociale activiteiten en initiatieven. Zij worden onze stad uit geduwd. Er lijkt geen plek meer voor hen te zijn.

Wij accepteren dit niet. Daarom steunen wij de Rotterdammers die zijn ingetrokken in het pand aan de Havenstraat in Delfshaven. Zij claimen een stukje Rotterdam terug om aandacht te vragen voor de strijd van vele Rotterdammers. Met hen willen wij dat de rijkdom en de ruimte in onze stad eerlijker worden verdeeld. Alleen dan kan iedere Rotterdammer meedoen en een plekje hebben. Dit kan door het minimumloon in 2022 naar 14 euro per uur te verhogen en door sociale huurwoningen goed te onderhouden en te renoveren.

Onze gemeenteraad wilde eerder niet luisteren. Nogmaals roepen wij hen op ervoor te zorgen dat iedere Rotterdammer betaalbaar kan wonen en een fatsoenlijk inkomen heeft. Wij roepen Gemeente Rotterdam op te kiezen voor ons.

Wij willen een bloeiende, kleurrijke stad waarin iedereen kan wonen en leven in plaats van overleven.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige