Betere bezetting woningvoorraad: goed voor jong en oud

Veel van de discussie over de woningmarkt gaat over meer bouwen. Maar er is volgens hoogleraar Marcel Canoy een betere manier om de markt te verbeteren: gebruik de bestaande voorraad efficiënter. Veel ingewikkelde beleidsdossiers kennen complexe afruilen. In de zorg: hoe combineren we toegankelijkheid met betaalbaarheid en kwaliteit? Bij migratie: hoe zorgen we voor een balans tussen humaan beleid en nationaal draagvlak? Bij klimaat: hoe kunnen we als klein land een zinvolle en betaalbare bijdrage leveren aan een mondiaal probleem? In de woningbouw is (praktisch) een win-win beschikbaar, eentje die heel veel kan opleveren Bij al die dossiers leidt het kiezen van het een of het ander tot pijn ergens in de samenleving. Er zijn maar weinig complexe dossiers waar de magische win-win bereikbaar is: we gaan er als land op vooruit zonder dat iemand wezenlijk moet inleveren. Beter benutten Ook de woningmarkt kent vele dilemma’s. Wie geef ik voorrang bij het toewijzen van corporatiewoningen? Waar bouw ik wat eerst? Hoe ga ik om met de afruil tussen de behoefte aan grond voor woningbouw en natuur of recreatie? Hoe zorg ik dat nieuwe woningen gebouwd worden met inachtneming van stikstofregels? Allemaal verre van win-win. Toch ga ik hier bepleiten dat er in de woningbouw (praktisch) een win-win beschikbaar is en wel een die heel erg veel kan opleveren. Niet alleen in termen van geld, maar ook in termen van andere vormen van welvaart zoals het rechtvaardigheidsgevoel van jongeren, het welbevinden van ouderen en intergenerationele solidariteit. Dat gaat met meer bouwen niet lukken, maar wel met de bestaande voorraad beter benutten. Vier gelijktijdige problemen We hebben hier te maken met vier problemen tegelijk. Als eerste schaarste op de woningmarkt. Die wordt onder meer gecreëerd door sterk stijgende bouwkosten, strenge milieueisen (vooral stikstof), complexe en vertragende regelgeving en een dunne private huurmarkt (EIB 2023). Als tweede het probleem van de dubbele vergrijzing. Daardoor kan ons systeem voor ouderenzorg naar de toekomst niet zonder maatregelen duurzaam georganiseerd worden (IBO 2023; Canoy, Smelik & Ham 2023). Als derde een geringe verhuisbehoefte bij ouderen (Rigo 2022). Als vierde het klimaatprobleem waar vooral de jongere generaties een prijs voor gaan betalen. [kader] Tip van de redactie: jaarboek Ouderen als oplossing In Ouderen als oplossing, het nieuwe jaarboek van Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, onderzoeken veertig experts hoe de samenleving welkomer kan worden voor actieve ouderen. Weg met het seniorisme en het manisch positivisme. Dit artikel van Marcel Canoy is ook opgenomen in het jaarboek. [/kader] Het gevolg van deze problemencombinatie is dat starters moeilijk een betaalbare woning vinden, veel ouderen in huizen blijven wonen die groot zijn, en dat veel mensen in diverse stadia van hun leven niet in het huis kunnen wonen waar ze het liefst zouden wonen gegeven hun inkomen. Het leidt tot frustraties omdat er veel gepraat wordt over het bouwen van nieuwe woningen, maar het niet van de grond wil komen. Demissionair minister De Jonge moet keer op keer beloftes intrekken of uitstellen.  Dreiging van een gerontocratie Deze combinatie van problemen leidt ook tot een groeiende kloof tussen generaties. Dit omdat de jongere generatie relatief hoge kosten (gaan) maken voor problemen waarvoor de oplossing in eerdere tijden almaar vooruitgeschoven is (zorginfarct, klimaat). Een evidente oplossing is er niet en het is weinig aannemelijk dat dit binnenkort al anders wordt gezien de dreiging van een gerontocratie, dat wil zeggen een ‘dictatuur’ van een grote electorale macht van ouderen (Canoy, Krabbe & Koolman 2022). Door de vergrijzing ontstaat een steeds groter wordende electorale disbalans Wij beredeneren dat ouderen een machtig en groeiend electoraat zijn (Canoy e.a. 2022; zie ook Bovenberg 2008). Ouderen bezitten een enorm (op de huizenmark verkregen) vermogen en doen beroep op vele voorzieningen. Jongeren hebben dat vermogen niet, velen hebben al jong schulden opgelopen en krijgen de rekening van klimaatverandering gepresenteerd. Deze onbalans lijkt van alle tijden, met dien verstande dat er door de vergrijzing een steeds groter wordende electorale disbalans ontstaat en voorgaande generaties bovendien de klimaatproblemen hebben veroorzaakt. Dat is niet goed voor het gevoel van rechtvaardigheid en kan polarisatie in de hand werken. Het is te begrijpen en aanwijsbaar dat vooral jongeren last krijgen van gevoelens van onmacht, van uitzichtloosheid en cynisme. De vraag is hoe ook binnen een gerontocratie een versnelde en duurzame oplossing voor de woonopgave en de gerelateerde opgaven gecreëerd kan worden. Bouwen, bouwen, bouwen Om de problemen op de huizenmarkt op te vangen is het devies van veel politieke partijen ‘bouwen, bouwen, bouwen’. De VVD: ‘Wij willen honderdduizenden nieuwe huizen bouwen, zodat fijn en betaalbaar wonen weer voor iedereen bereikbaar wordt.’ PvdA-GroenLinks: ‘De overheid neemt de regie en zorgt voor grote aantallen betaalbare woningen.’ Het is wensdenken en bovendien is bouwen geen win-win. Ten eerste, alle grond waar we op bouwen kan niet meer besteed worden aan andere doelen zoals natuur. Ten tweede duurt bouwen nogal lang, zeker in het licht van regelgeving en milieu. Zolang de doorstroming naar kleinere woningen vrijwillig gaat, gaat iedereen erop vooruit Ook het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) komt tot die conclusie. In de Nationale Woon- en Bouwagenda, een onderzoek naar de haalbaarheid van honderdduizend nieuwe woningen per jaar, concludeert het EIB dat die doelstellig eenvoudigweg onhaalbaar is. Het EIB ziet meer in de transformatie van utiliteitsgebouwen (vooral kantoren) naar woningen (Minbzk 2022). Ook in 2024 gaat dit probleem echt niet zomaar verholpen worden (Lucas 2023). Doorstroming lijkt makkelijker dan het is Op zich is het transformatieplan van het EIB een goed idee. Ook in de ouderenzorg is het vaak sneller om iets om te bouwen dan iets bij te bouwen. Maar ook ombouwen is niet gratis. Op de tekentafel is de oplossing kinderlijk eenvoudig: zorg ervoor dat ouderen die thans in een ‘te groot’ huis wonen doorstromen naar kleinere woningen en je lost veel problemen tegelijk op. De woningmarkt functioneert beter, starters vinden gemakkelijk een huis en de ouderenzorg kan efficiënter georganiseerd worden. Zolang de doorstroming vrijwillig gaat, gaat iedereen erop vooruit. En het is daadwerkelijk een probleem dat in de praktijk door gemeenten ervaren wordt (Binnenlands Bestuur 2021). Ouderen zorgen voor gebrekkige doorstroming, maar er zijn niet voldoende alternatieven. De vraag is hoe je ouderen kunt bewegen te verhuizen In de praktijk is het natuurlijk niet zo simpel als op de tekentafel. Want de vraag is hoe je ouderen kunt bewegen te verhuizen. Uit onderzoek blijkt dat ouderen veelal heel tevreden zijn in hun huidige woning en in de buurt waar zij thuis zijn (Nul20 2022). Ook als hun huizen statistisch gezien ruim zijn. Verder zitten zij veelal op relatief lage woonlasten. Bovendien zit ruimte bij voldoende vitaliteit helemaal niet in de weg. Ouderen gaan daarom vaak pas verhuizen als het echt niet anders kan. Gemeenten die verhuisvergoedingen betalen, moeten flink in de buidel tasten: geen win-win (EIB 2021). Hoe goed het idee van doorstroming op papier ook is, het is ingewikkeld en tijdrovend om het daadwerkelijk te realiseren. Andere oplossingen dan nieuwbouw De exacte baten van doorstroom op de woningmarkt zijn heel moeilijk te kwantificeren. De behoefte ligt vooral bij jongeren en mensen met een migratieachtergrond. Het EIB becijfert dat er tussen 2020 en 2030 ongeveer 1,5 miljoen woningen voor dit segment nodig zijn (EIB 2023). Het moge duidelijk zijn dat elke woning die een oudere achterlaat tot flinke baten voor deze groep leidt. Dat is niet altijd in euro’s te meten. Geestelijk leed van onnodig op wachtlijsten staan, tegen de zin bij de ouders wonen of niet in een passende woning wonen: we weten het niet precies, maar het bestaat wel. Als mensen in groot huis of op ruim kavel wonen, kun je splitsen, aanbouwen of bijbouwen Door kostenstijgingen en gebrek aan ambtenaren lopen nu de mogelijkheden voor het bouwen van extra woningen enorm terug. Dat maakt ook het verleiden van ouderen ingewikkelder dan gehoopt. Wat kunnen we dan nog verzinnen? Best veel. Zo kunnen we samen huren gemakkelijker maken, financiële beloningen bedenken voor mensen die hun ouder in huis nemen, en allerlei andere contraproductieve drempels voor inwonen en groepswonen verlagen. Corporaties kunnen voorkeur geven aan huurders die een huis achterlaten die de doorstroom bevordert (Stadszaken 2022). Alle maatregelen om de doorstroom te bevorderen hebben zo hun voor- en nadelen. Zo is een aanpassing van het toewijzingsbeleid van corporaties niet gratis. Je bevordert de doorstroom er wel mee, maar het kan ook oneerlijk zijn voor mensen die pech hebben geen geschikt huis achter te laten. Woning splitsen of kavel delen Er is echter één maatregel die vooral heel veel voordelen heeft en eigenlijk nauwelijks nadelen. Als mensen in een groot huis of op een ruim kavel wonen, kun je splitsen, aanbouwen of bijbouwen. In het koopsegment betekent dat voor ouderen die in (te) grote woningen wonen dat ze kunnen blijven wonen in de woning waar ze niet graag uit willen verhuizen. Met behulp van overwaarde, eigen vermogen en subsidies kunnen prima aanpassingen aan het huis gedaan worden om dat levensloopbestendig te maken en te verduurzamen. Procedures om doorstroming te bevorderen zijn soms nodeloos complex of duren lang Tevens kan met de verbouwing een extra woning ontstaan zonder dat daar een ingewikkeld verhaal over stikstof, nieuwe bouwlocaties of andere vergunningenellende aan te pas komt. De nieuwe woning gaat ook niet ten koste van andere bestemmingen van grond. De extra woning kan verkocht of verhuurd worden aan familie of vrienden. Of er kan een B&B komen. Veel is mogelijk, zoals te zien is op de website Ik ga splitsen. Het idee van splitsen is niet alleen relevant voor ouderen die niet willen verhuizen en in een groot huis wonen of op een grote kavel. Woningcorporaties hebben vaak veel eengezinswoningen, terwijl de behoefte aan woningen voor alleenstaanden groot is (Sietsma, Dirks & Dorenbos 2023). Ook daar is de winst evident: er hoeft niets bijgebouwd te worden en huizen komen erbij als ware het een magische vermenigvuldiging van broden en vissen. En als we dan toch bezig zijn: ook leegstaande kantoorgebouwen en kerken kunnen gesplitst worden met dezelfde type voordelen (al zullen de verbouwingskosten daar hoger liggen). Beleid herzien Er is best veel beleid dat een goede benutting van de bestaande voorraad hindert. Zo is de huurdersbescherming in Nederland zodanig groot dat het mensen ontmoedigt om (een deel van) hun woning te verhuren. Probeer maar eens een huurder uit je woning te krijgen. Ook zijn er gemeenten met een zogeheten 40-40-20-regeling. De gemeente Amsterdam wil een groter aandeel woningen voor middeninkomens bouwen. Er zal 40 procent sociale woningbouw, 40 procent middenbouw en 20 procent voor het dure segment beschikbaar komen. Het EIB becijfert echter dat de effectiviteit van dat beleid gering is, terwijl de vereiste subsidies omvangrijk zijn (EIB 2018). Procedures om doorstroming te bevorderen zijn soms nodeloos complex of duren lang. Het is daarom zaak om los van andere maatregelen het beleid te herzien dat de doorstroom bemoeilijkt.  Wat levert het op Stel een oudere woont in een huis van een miljoen. Het huis wordt gesplitst in twee delen. De oudere blijft in de helft van het huis wonen en verhuurt de andere helft aan een jong gezin. Doorgaans is de waarde van de twee huizen meer dan het dubbele van het oude huis, maar er zijn ook verbouwingskosten (denk aan nieuwe keuken en badkamer). Laten we voor het gemak ervan uitgaan dat die tegen elkaar wegvallen. Bedenk even wat de problemen waren zoals boven beschreven: traag nieuw aanbod, geringe verhuisbehoefte van ouderen, spanningen bij de ouderenzorg en gerontocratie. Splitsen kent baten op al deze domeinen: de ouderen kunnen in hun eigen huis en omgeving blijven wonen eventueel met aanpassingen; de ouderen kunnen in staat worden gesteld mantelzorgers of familie in het pand te laten wonen; er ontstaat ‘gratis’ een extra woning; een gesplitste woning draagt ook bij aan zorgzame buurten (Canoy e.a. 2023). Woningen splitsen en delen zet dus ook in op doorstromen. Doorstromen door verdichten en 'verhuizen' door de senior in de eigen woning. In het nieuwe halve huis komt dat jonge gezin. Die laten een woning achter voor een starter. Die huurde nog in een corporatiewoning. Die corporatiewoning komt vrij voor een jongere die tegen haar zin bij haar ouders woonde. Zo gaan er ook vijf bewoners op vooruit! Maar wel sneller en met veel directer en betaalbaar resultaat voor belangrijke doelgroepen. En het voorbeeld is niet vergezocht. Er zijn ook grotere huizen of langere ketens te bedenken. Woning splitsen en delen door ouderen is daarom goed voor ouderen en ouderenzorg, maar vooral goed voor intergenerationele solidariteit en een belangrijk teken van wederzijdse zorgzaamheid. En het kost niets. Alle reden dus voor een nieuw kabinet om hier vol in te vliegen en splitsen zo gemakkelijk mogelijk maken. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU. Hij is daarnaast adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Met dank aan Jan van der Veer van de website Ik ga splitsen voor waardevol commentaar. Referenties Binnenlands Bestuur (2021, 30 december). Woningmarkt vast door geringe doorstroming ouderen. www.binnenlandsbestuur.nl. Bovenberg, A. L. (2008). Grey new world: Europe on the road to gerontocracy? CESifo Economic Studies, 54(1), 55-72. Canoy, M., Smelik, J. & Ham, M. (2023). Zorgzame buurten trotseren het systeem. Vilans, Movisie, NLZVE. Canoy, Krabbe & Koolman (2022, 22 februari). Laat ouderen zelf ouderenzorg houdbaar maken. www.esb.nl. EIB (2018). Woningmarktbeleid in AmsterdamMiddeninkomens en de effecten van het 40-40-20-beleid. Economisch Instituut voor de Bouw. EIB (2021). Verkiezingsprogramma’s tegen het licht: de woningmarkt. Economisch Instituut voor de Bouw. EIB (2023). Middellange termijn scenario’s voor de bouw. Economisch Instituut voor de Bouw. Minbzk (2022). Nationale Woon- en Bouwagenda. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. IBO (2023). Niets doen is geen optie – IBO Ouderenzorg. Rijksoverheid. Lucas, J. (2023, 24 mei). Hoe Hugo de Jonge maar geen grip op de woningmarkt krijgt. www.bnr.nl. Nul20 (2022, 14 december). Wanneer gaan ouderen nu eindelijk eens uit die grote woningen? www.nul20.nl. Sietsma, M., Dirks, F. & Dorenbos, R. (2023). Woningsplitsing door woningcorporaties in de praktijk. Platform31. Rigo (2022). Eindmonitor en evaluatie doorstroommaatregelen. Gemeente Amersfoort. Rigo Research en Advies Woon-, werk- en leefomgeving. Stadszaken (2022, 18 januari). Doorstroming: Een ten onrechte vergeten beleidsinstrument. www.stadszaken.nl.

Door: Foto: cottonbro studio via Pexels.com.

Ruimtelijke ordeningsverkiezingen 2023

OPINIE - De afgelopen 13 jaar was visie de olifant die het zicht belemmerde. Waar het eerste kabinet Rutte zo’n 10 jaar geleden verklaarde dat Nederland af is kondigde het laatste Kabinet Rutte de ‘grootste verbouwing van Nederland’ aan. Hoewel veel mensen dan denken aan het energiesysteem, gaat de verbouwing op veel meer terreinen spelen en veel meer aspecten van de leefomgeving raken. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceerde vier scenario’s voor de inrichting van Nederland in 2050.

In deze vier scenario’s schetst het PBL wat de effecten zijn van verschillende keuzes voor de inrichting van Nederland. Het PBL heeft een scenario ontwikkeld waarin grote bedrijven de lead hebben, een scenario met nog verdere digitalisering waardoor afstanden verdwijnen, een scenario met veel ruimte voor de natuur en een scenario waarin burgers het initiatief nemen in hun eigen leefomgeving. De uitkomsten van de scenario’s laten zien dat er wat te kiezen valt en laat dat nou net zijn wat in november 2023 mag doen: kiezen.

Het belang van visie

Investeringen die nu gedaan worden in nieuwe woonwijken, (energie)infrastructuur of waterhuishouding gaan zeker 50 jaar mee. Het is daarom van belang om vooruit te kijken naar het land waar we over 30 tot 50 jaar in willen wonen. Hoe ziet het er uit? Hoe en waar verdienen we er ons brood? Hoe en waar wonen we? Hoe ziet onze energievoorziening er uit? Waar bufferen we water voor droge tijden? Hoe ziet onze zorg er uit? Hoe verplaatsen we ons binnen de stad, maar misschien juist wel in de gebieden buiten de stad? Zetten we landelijk nog steeds in op de auto, terwijl steden die stapsgewijs weg lijken te plaatsen?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Blok past regels aan: Nationale Hypotheekgarantie mag toch meeverhuizen

NIEUWS - Afgelopen weekeinde meldde Nationale Hypotheekgarantie dat vanaf volgend jaar de NHG-hypotheek alleen nog mee te nemen was naar een volgende woning als hij voortaan annuïtair en volledig wordt afgelost. Minister Blok van Wonen meldde vandaag dat hij de regels wil laten aanpassen. Daardoor kunnen bestaande gevallen hun NHG toch meenemen naar een volgend huis, zonder dat wordt geëist dat de lening annuïtair wordt afgelost.

Antwoord op Kamervragen

Foto: Cyril Wermers (cc)

€ 100 huurverhoging per maand in tijden van dalende koopkracht (deel 2)

LONGREAD - Hoe de ‘scheefhuurder’ steeds meer in het verdomhoekje komt te zitten. Dit jaar resulterend in een extreme versie van de inkomensafhankelijke huurverhoging. En dat in een tijd van slinkende koopkracht. Voor slechts een enkeling lonkt een uitweg. De inkomensafhankelijke huurverhoging zou alsnog van tafel moeten. Evenals de reguliere huurverhoging. Deel 2 van de gastbijdrage van Jan Kok. Deel 1 leest u hier.

‘Vrijesectorhuren’ voor gereguleerde huurwoningen

Een jarenlange reeks inkomensafhankelijke huurverhogingen heeft ervoor gezorgd dat er tal van huishoudens zijn die in een gereguleerde huurwoning wonen, maar een huur betalen die is uitgekomen boven de liberalisatiegrens (per 1 juli 2021 € 752,33; per 1 juli 2022 € 763,47).

Dit schept bij velen verwarring. Als je een huur betaalt boven de liberalisatiegrens, dan woon je toch in een vrijesectorhuurwoning? Nee, niet altijd dus. Inmiddels zijn er al ruim 51.000 huishoudens die in een sociale huurwoning wonen en een huur betalen boven de sociale huurgrens.

Dat die huren van gereguleerde huurwoningen tot (ver) boven de liberalisatiegrens kunnen oplopen, heeft te maken met het volgende. De maximale huurprijs van een gereguleerde huurwoning is gekoppeld aan haar puntenaantal binnen het Woningwaarderingsstelsel. Op een gegeven moment kwam de politiek op het idee de WOZ-waarde een rol te laten spelen in het bepalen van dit huurplafond.

Foto: Cyril Wermers (cc)

€ 100 huurverhoging per maand in tijden van dalende koopkracht

LONGREAD - Hoe de ‘scheefhuurder’ steeds meer in het verdomhoekje komt te zitten. Dit jaar resulterend in een extreme versie van de inkomensafhankelijke huurverhoging. En dat in een tijd van slinkende koopkracht. Voor slechts een enkeling lonkt een uitweg. De inkomensafhankelijke huurverhoging zou alsnog van tafel moeten. Evenals de reguliere huurverhoging. Een  gastbijdrage van Jan Kok.

Kees is AOW’er, heeft een redelijk pensioen; zijn vrouw Mila werkt en verdient het minimumloon. In 2020 had hij daarnaast nog een lijfrente-uitkering, omdat hij altijd braaf had meegedaan aan de spaarloonregeling. Gezamenlijk huishoudinkomen van Kees en Mila: € 56.000, bruto welteverstaan. Een middeninkomen dus.

Zij wonen in een gereguleerde huurwoning van een particuliere verhuurder. Honderd jaar oud, energielabel G, enkel glas, moederhaard CV hapert en altijd gedoe over onderhoud. € 705,66 huur betalen ze hiervoor; daar komen de servicekosten nog bij. Voorwaar geen kattenpis.

Onlangs kregen ze van hun huisbaas de huurverhogingsbrief in de bus: € 50 huurverhoging! De verhuurder had het huurverhogingspercentage tot twee decimalen achter de komma voorgerekend: 7,09%. Of ze vanaf 1 juli 2022 maar even € 755,66 kale huur willen betalen.

Een buurvrouw, die ook in een gereguleerde huurwoning van een particuliere verhuurder woont, die al jarenlang het onderhoud achterwege laat, blijkt een huurverhoging van € 100 voor haar kiezen te hebben gekregen. Haar kale huur zou omhoog gaan met ongeveer 20%!

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Foto lechenie-narkomanii op Pixabay

Waar staan we in de aanpak van dakloosheid in Nederland?

ESSAY - door Max Huber, Lia van Doorn, Maarten Davelaar

De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet op het gebied van dakloosheid, qua kwaliteit van de opvang en begeleiding. Tegelijkertijd is er nog steeds te weinig aandacht voor de structurele oorzaken, met voorop de bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare woningen. Dit essay beschrijft de uitdagingen om te komen tot een betere aanpak. Opvallend: er is een gebrek aan eenduidigheid over wat dakloosheid is. Dat heeft gevolgen voor de politieke keuze hoeveel geld er beschikbaar is voor daklozen.

In vrijwel alle landen van de Europese Unie tekent zich een sterke stijging af van het aantal dak- en thuislozen. In een poging om het tij te keren, heeft de Europese Commissie op 21 juni 2021 een verklaring ondertekend. Daarin beloven de lidstaten dakloosheid te beëindigen. In deze verklaring – de ‘Lisbon declaration to combat homelessness’ – staat dat:

  • niemand buiten hoeft te slapen door gebrek aan goede opvang;
  • niemand langer dan nodig in de opvang hoeft te verblijven;
  • niemand de gevangenis of het ziekenhuis verlaat zonder adequate huisvesting;
  • zo min mogelijk mensen uit hun huis gezet worden en niemand uit huis gezet wordt zonder ondersteuning naar een passende huisvesting;
Foto: bertknot (cc)

Twintig jaar Rotterdamwet heeft leefbaarheid niet vergroot

ANALYSE - door André Ouwehand en Wenda Doff

Bijna twee decennia lang probeert Rotterdam in bepaalde wijken de instroom van woningenzoekenden met een uitkering wettelijk in te dammen om de leefbaarheid te vergroten. Tevergeefs. Vanaf volgend jaar is artikel 8 van de Rotterdamwet niet langer van toepassing in Rotterdam. Een grote groep woningzoekenden heeft daar echter weinig baat bij.

Twintig jaar geleden pleitte Pim Fortuyn voor ingrijpende maatregelen om de bevolkingssamenstelling van Rotterdam te wijzigen, omdat volgens hem de meerderheid zou bestaan uit mensen van vreemde herkomst. ‘Dat is te veel. De stad hoort in evenwicht te zijn.’ Zijn pleidooi vond vrij massaal gehoor, ook in de politiek.

Van experiment tot wet

Naar aanleiding van de bevolkingsprognose uit 2003, waarin een groei van het aandeel bewoners met een migratieachtergrond werd voorspeld, vond de toenmalige Rotterdamse deelgemeente-portefeuillehouder in Charlois Dominic Schrijer dat er ingegrepen moest worden in de instroom van bepaalde groepen in bepaalde delen van de stad. In de toen en later afgekondigde maatregelen is afkomst of etniciteit nooit expliciet het criterium geweest, indirect wel.

Een van de maatregelen was het invoeren van een selectief vestigingsbeleid door in sommige gebieden het criterium ‘inkomen uit werk’ in te voeren. Daarvoor moest de Huisvestingswet gewijzigd worden. In 2004 erkende het Kabinet de ‘buitenmaatsheid’ van de problemen in Rotterdam en stond het de gemeente Rotterdam toe te experimenteren met selectieve toewijzing. Ondertussen werkte het Rijk aan de opstelling van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) beter bekend als de Rotterdamwet. Deze werd op 1 januari 2006 van kracht.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: CorporatieNL (cc)

De bezem door alle woonsubsidies: Meer woningbouw en eerlijke woonlasten voor iedereen

ANALYSE - Het plan van de PvdA voor de sociale woningbouw is een typisch staaltje ‘too little too late’. Dit plan kan zoveel beter. Een analyse van de problemen op de Nederlandse huizenmarkt, en wat hieraan te doen.  

Woonakkoord

De verkiezingen komen er weer aan, en afgelopen week kwam de PvdA met een plan om de kiezer te paaien als de partij die out of the blue het hele huurwoningenstelsel wil veranderen.

Ik waardeer de poging, maar enig cynisme is hier wel op zijn plaats. Door het drie jaar terug gesloten woonakkoord tussen PvdA, VVD, D66, ChristenUnie en SGP werd immers de situatie op de markt voor sociale huurwoningen ernstig verslechterd. Woningcorperaties werden gedwongen hun woningen te verkopen, te bezuinigen op het bouwen van woningen, of de huur te verhogen – en dat laatste mocht dan alleen op zo’n manier dat de toch al zo geringe doorstroming op de markt van sociale huurwoningen verder geblokkeerd werd.

Het plan van de PvdA

Maar we laten we dit cynisme voor de goede orde eens varen, om het plan op zich te kunnen bekijken. Op het eerste gezicht lijkt het sympathiek: de PvdA wil de huursubsidie afschaffen, en in plaats daarvan alle huren inkomensafhankelijk maken: een huur mag maximaal een bepaald percentage van het inkomen van mensen bedragen. Verder willen ze subsidie voor de armere woningbouwverenigingen om te bouwen, en de verplichting voor gemeenten om dit bouwen af te dwingen.

Foto: Cyril Wermers (cc)

Sociale woningbouw en kleinschaligheid

Er zijn twee manieren om private eigendom te schenden: de eerste is de manier waarop de armen de rijken plunderen: onverhoeds en gewelddadig. De tweede is de wijze waarop de rijken de armen plunderen: traag en legaal.

Het verlies aan zekerheden en veiligheid voor de “kleine inkomens” is geen natuurverschijnsel. De ongelijkheid groeit. Het doet zich ook voor op de woningmarkt, die ik hier wat nader bekijk. Het is een resultaat van decennia van politiek handelen. Het had ook anders gekund. De sociale en egalitaire krachten zijn in het defensief.

Het begrip stille klassenstrijd past. In 2.4 miljoen corporatiewoningen wonen ongeveer 4.5 miljoen stemgerechtigden. Zij worden geraakt door het huurbeleid, door de verhuurdersheffing, maar ook door  veranderingen in het huurrecht (tijdelijke contracten).

De bedoelingen zijn die van het marktgeloof: meer opbrengst voor de eigenaar, minder bescherming voor de huurder, meer markt en minder overheidsinterventies. Waarom heerst het geloof in de vrije markt zo onverkort? Is de simplistische marktvisie van Minister Blok bepalend voor ons denken over wonen en huisvesting?

Kapitalisme voor velen?

Inspirerend is Robert Reich, “Saving Capitalism, for the many, not the few”. Hij was minister van arbeid onder Bill Clinton en fileert het marktdenken. Ook mijn openingszinnen komen uit dit boek. Hij biedt verweer tegen de mythe van de vrije markt, die niets in de weg moet worden gelegd. Bouwstenen van het kapitalisme zijn:

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Alix Guillard (cc)

Nederlanders hebben vaker hypotheek dan andere Europeanen

DATA - Bijna zes op de tien Nederlanders wonen in een woning waar een hypotheek op loopt. Een derde woont in een huurhuis via de vrije markt. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat, de databank van de Europese Unie.

In bijna geen enkel Europees land woont zo’n groot percentage mensen in een woning met een hypotheek; alleen in IJsland, Noorwegen en Zweden ligt het percentage hoger. Tegelijk woont maar 8 procent van de Nederlanders in een woning die geheel van hun is en waar dus geen lening op staat. Ter vergelijking: in Roemenië is dat liefst 97 procent van de bevolking.

Volgens professor Peter Schotman, hoogleraar Empirical Finance aan de Universiteit van Maastricht, is het niet verwonderlijk dat er zoveel mensen in een huis met een hypotheek wonen. ‘Op bijna alle huizen die de afgelopen dertig jaar zijn gekocht, is een hypotheek afgesloten in verband met de hypotheekrenteaftrek. Zelfs al heb je het geld, dan is het belastingvoordeel toch vaak zo aantrekkelijk dat mensen een hypotheek afsluiten.’

In de meeste Europese landen is de hypotheekrenteaftrek juist afgeschaft, al benadrukt Schotman dat hij niet van alle landen de gedetailleerde regels kent en daar dus ook niet diep op in kan gaan. Het verbaast hem echter niet dat zeker in West-Europa Nederland eruit springt.

Volgende