Empirische onderbouwing genegeerd in neoliberale wetgeving

De neoliberale wetgeving van de afgelopen decennia bevoordeelt vooral sterke, onafhankelijke burgers, ten koste van de kwetsbaren. Dat concludeert hoogleraar Marijke Malsch bij nadere beschouwing van de empirische onderbouwing van diverse wetten en beleid. Bij sommige wetten is het probleem waarop zij gericht zijn duidelijk en ligt ook de oplossing voor de hand. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het rookverbod in cafés en de dodehoekspiegels bij vrachtwagens. Doelen en beoogde effecten van deze wetten zijn behoorlijk helder en zijn via empirisch onderzoek relatief eenvoudig vast te stellen. Maar er zijn ook wetten die veel gecompliceerder zijn en waarbij ook normatieve en rechtspolitieke vraagstukken een rol spelen. Wetten maak je niet zomaar. Een wet is een ingrijpend middel. In de Aanwijzingen voor de regelgeving staat dat eerst andere maatregelen moeten worden geprobeerd.[1] En het Integraal toetsingskader beleid en regelgeving stelt dat een goede onderbouwing van wetsvoorstellen nodig is.[2] Als er empirisch onderzoek beschikbaar is dat relevant is voor een nieuwe wet, dan zou dat dus in een wetgevingstraject moeten worden betrokken.[3] De kans is dan groter dat de wet ‘werkt’ en geen of minder ongewenste neveneffecten heeft. In dit artikel analyseer ik achtereenvolgens wetgeving en beleid over mensenhandel en prostitutie, over het spreekrecht voor slachtoffers en over het afbouwen van de ‘instituutszorg’.[4] Gedwongen prostitutie In het jaar 2000 is het bordeelverbod opgeheven. Prostituees zouden voortaan zelfstandig werken en goed toezicht zou mensenhandelpraktijken doen verdwijnen. De praktijk laat echter zien dat gedwongen prostitutie nog steeds voorkomt. Vooral buitenlandse prostituees worden uitgebuit. Zij werken vaak niet zelfstandig, en extreem geweld tegen hen en hun familie is geen uitzondering (Van der Zee 2013). Als ze aangifte doen, worden ze soms bedreigd of mishandeld. Buitenlandse slachtoffers weten bovendien vaak niet de weg te vinden naar de politie. Een belangrijk deel van de uitbuiting blijft zo onzichtbaar. De wetgeving van 2000 was dus te optimistisch. Ook een recente wet die klanten van uitgebuite prostituees strafbaar maakt, is waarschijnlijk onvoldoende om het uitbuitingsprobleem aan te pakken. Een klant die weet of redelijkerwijze vermoedt dat de prostituee wordt uitgebuit, kan worden vervolgd. Maar er bestaat grote twijfel of de wet wel tot veroordelingen zal leiden. Het voorkómen van uitbuiting is moeilijk, maar heeft op de lange duur waarschijnlijk meer effect. Zelfstandig werkende prostituees weten vaak goed voor zichzelf op te komen en de aandacht te vragen voor hun problemen. Die grotere aandacht voor de zelfstandige groep kan ten koste gaan van de uitgebuite groep die wordt vergeten of van wier ellende gewoon wordt weggekeken. Slachtoffers en spreekrecht Sinds 2005 heeft een slachtoffer spreekrecht op de strafzitting. Tegenwoordig mag het slachtoffer ook iets zeggen over of de verdachte schuldig is en over de straf die hij zou moeten krijgen. Sinds kort is er een wet die de verdachte verplicht op de zitting aanwezig te zijn. Het hoofdmotief voor het spreekrecht was een therapeutisch effect voor het slachtoffer; het slachtoffer zou zich beter gaan voelen door op de zitting te spreken. Empirisch onderzoek laat echter zien dat een dergelijk effect er niet aantoonbaar is (Kunst 2015). Veel slachtoffers hebben bovendien geen behoefte aan een mondeling spreekrecht, en ook niet om iets te zeggen over schuld en straf (Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010). Ze vinden het indienen van een schriftelijke slachtofferverklaring voldoende, die leest de rechter dan tijdens de zitting op. Een belangrijk deel van de slachtoffers wil bovendien niet in contact komen met de verdachte en gaat daarom niet naar de zitting (Malsch, Dijkman & Akkermans 2015). Als het slachtoffer een verdachte op de zitting aanwijst als de dader, kan de onschuldpresumptie, een belangrijk recht van de verdachte, in het gedrang komen. Hadden deze empirische feiten invloed op het parlementaire debat? De slachtoffers die willen en kunnen spreken op de zitting lijken centraal te zijn gesteld om nieuwe wetgeving te onderbouwen en erdoorheen te krijgen (Doornbos e.a. 2020). Slachtofferrechten zijn politiek gezien interessanter dan rechten van de verdachte. De groep slachtoffers die liever op de achtergrond blijft, werd min of meer vergeten. Maatregelen om hun anonimiteit en bescherming te geven tijdens het strafproces, kregen veel minder aandacht. Instellingszorg Vanaf het eind van de vorige eeuw wordt ‘instituutszorg’ aan psychiatrische patiënten en verstandelijk gehandicapten afgebouwd. De bewoners zouden zelfstandig in de maatschappij gaan wonen. De assumptie bij dit beleid is dat zelfstandig wonen kán en dat de bewoners dit zelf ook wensen (Malsch 2022). Maar is die veronderstelling op empirische kennis gebaseerd? Onderzoek (zie onder meer Haak & Dokter 2017; Neuvel & De Pater 2018; Malsch 2022) laat zien dat de verhuizingen naar de maatschappij leiden tot vereenzaming, isolatie en achteruitgang in de kwaliteit van leven. Van integratie is meestal geen sprake. In woonwijken is soms overlast waartegen de buren protesteren. Bovendien willen gehandicapten meestal niet verhuizen, maar worden ze ertoe gedwongen. Voor de leeggemaakte terreinen zijn grootschalige vastgoedplannen gemaakt. Die leidden tot (bijna-)faillissementen of grote financiële problemen. Pas sinds kort wordt de instellingszorg aan verstandelijk gehandicapten weer enigszins ‘aangekleed’. Men komt dus terug op het eerder ingezette beleid, zij het veel te laat. Ook in dit wetgevings- en beleidstraject is een vorm van ‘uitruil’ tussen groepen te zien. De (kleine) groep die zelfstandig kan wonen in de maatschappij kreeg veel aandacht en stimulans; de groep die dit niet kan, werd grotendeels genegeerd (Malsch 2022). Neoliberale regelgeving Bij deze drie wetgevingstrajecten is op onevenwichtige wijze gebruikgemaakt van empirisch onderzoek. Vooral de zelfstandige groepen kregen aandacht en ondersteuning. Sommige groepen bleven deels onzichtbaar tijdens de wetgevingstrajecten. Zij hebben grote moeite om hun situatie voor het voetlicht te brengen; uitgebuite prostituees van veelal buitenlandse afkomst en kwetsbare gebruikers van de langdurige zorg. De beschreven wetgevingstrajecten zijn deels te duiden binnen het neoliberale discours: marktwerking binnen segmenten die vroeger door de overheid werden georganiseerd een overheid die wegkijkt bij de uitvoering veel aandacht voor personen die zich op eigen kracht kunnen redden het nemen van initiatief minder aandacht voor kwetsbaren Onevenwichtige gebruikmaking van empirisch onderzoek is het duidelijkst te zien bij de afbouw van instellingszorg, die duizenden tot tienduizenden psychiatrische patiënten en verstandelijk gehandicapten aantoonbaar heeft geraakt. Toegeven dat het fout is gegaan, gebeurt echter nog steeds niet.[5] Empirisch onderzoek is hetzij selectief toegepast, hetzij genegeerd. Wets- en beleidsregels die de bewoners een vorm van inspraak gaven, zijn niet toegepast. Vastgoedontwikkelaars hebben hiervan geprofiteerd, naast goedbetaalde bestuurders en managers. Dit proces werd niet gehinderd door toezichthouders of het ministerie; sterker nog, deze gang van zaken is actief gestimuleerd (Malsch 2022). Als het empirisch onderzoek van de aanvang af serieus was genomen, hadden de grootschalige, gedwongen verhuizingen naar woonwijken van veel verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten nooit doorgevoerd kunnen worden. Door de onfatsoenlijke omgang met empirisch onderzoek en regelgeving heeft deze trein echter decennialang vrijwel ongestoord kunnen doorrijden, ten koste van zwakkere burgers. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Marijke Malsch is hoogleraar Empirical Legal Studies bij de Open Universiteit en senior onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Zij schreef Hoe gehandicapten hun thuis verloren. De gevolgen van een falend beleid (2022). Noten [1] Kenniscentrum voor beleid en regelgeving -Aanwijzingen voor de regelgeving [2] Kenniscentrum voor beleid en regelgeving - Ex ante evaluatie [3] Inzicht in kwaliteit | Rapport | Algemene Rekenkamer [4] Dit essay vormt een uitwerking van Malsch, M. (2022). Evenwicht in wetgeving? In: Ommeren, F. van, D. Roovers, P. de Jong & B. Costers, Wetenschap en overheidsbeleid: een spanningsvolle relatie (p. 149-162). Boom, ROB [5] Volkskrant opinie: "Community care heeft niet gewerkt voor verstandelijk gehandicapten, erken die beleidsfout".

Foto: Marcel Oosterwijk (cc)

Wetsvoorstel: geen voorrang voor vergunninghouders, deel 2

Aanstaande woensdag hervat de Tweede Kamer het debat over het wetsvoorstel van Alexander Kops (PVV), dat een verbod beoogt op het toewijzen van sociale huurwoningen aan vergunninghouders (asielzoekers met een verblijfvergunning).

Het wetsvoorstel loopt achter de feiten aan en zou dus eigenlijk van de agenda gehaald kunnen worden. Het eerste deel van het debat maakt twee dingen duidelijk:

Er is geen meerderheid in de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel. Alleen JA21, Groep van Haga, FvD en BBB zijn voorstanders, samen met de PVV goed voor 29 stemmen. Zelfs met de VVD (34 stemmen) kan er geen meerderheid worden behaald.

De PVV verdedigt het wetsvoorstel met voorbeelden waaruit geen enkel sjoege blijkt van kennis van zaken. Een exemplarisch voorbeeld:

PVV-Kamerlid Machiel de Graaf opende het debat met een betoog dat de complexe huisvestingsproblematiek van vergunninghouders tot enkele, bijna cartooneske schetsen terugbracht. Op dezelfde wijze pareerde De Graaf vragen uit de Kamer.

Zo wilde CDA-Kamerlid Geurts van hem weten hoe gemeenten de halfjaarlijkse taakstelling voor vergunninghouders voor elkaar moeten krijgen? Dat probleem zou er volgens De Graaf helemaal niet zijn als andere landen meer vluchtelingen opvangen.

Als voorbeeld schudt De Graaf Kazachstan uit zijn mouw: “(…) ongeveer 80 keer zo veel landoppervlak als Nederland. Het heeft 1 miljoen inwoners minder. Het is rijk aan gas en olie. Ze hebben twee ziekenhuisbedden per 1.000 inwoners meer dan Nederland. Joepie, gezondheidszorg! Dat is een welvarend land waar het vrij goed gaat en waar heel veel ruimte is om heel veel asielzoekersdorpen te bouwen.”

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Marcel Oosterwijk (cc)

Wetsvoorstel: geen voorrang voor vergunninghouders

Morgen wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over een initiatief wetsvoorstel van Alexander Kops (PVV).  De PVV wil de Huisvestingswet 2014 wijzigen zodat vergunninghouders (asielzoekers met verblijfsvergunning) geen voorrang krijgen bij het toewijzen van sociale huurwoningen.

Mosterd na de maaltijd

Het wetsvoorstel is vorig jaar september ingediend. Beetje vreemd, want vier jaar eerder (juli 2017) trad al een wijziging van de Huisvestingswet in werking en werd de verplichte voorrangspositie voor vergunninghouders geschrapt.

Als gemeenten een urgentieregeling in hun huisvestingsverordening opnemen, zijn ze verplicht twee  categorieën urgente woningzoekenden op te nemen. Dat betreft (Huisvestingswet 2014, artikel 12):

Woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen, die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten en woningzoekenden die mantelzorg als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verlenen of ontvangen

Verder staat het de gemeenten vrij ook andere categorieën toe te voegen., Bijvoorbeeld vergunninghouders. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Het Rapport Evaluatie Huisvestingswet (12 mei 2020) meldt dat er in 2020 166 Nederlandse gemeenten een urgentieregeling in hun huisvestingsverordening hebben opgenomen. Slechts vijftien gemeenten hadden vergunninghouders niet in de urgentieregeling opgenomen. (i)

Foto: Kancelaria Premiera (cc)

Poolse regering in de problemen

Verwarring in het Poolse parlement. Nadat een besluit over een omstreden mediawet aanvankelijk was uitgesteld tot september vroeg de parlementsvoorzitter een nieuwe stemming aan omdat er geen datum was genoemd. In tweede instantie bleek er een nipte meerderheid tegen uitstel en vòòr de nieuwe wet die een Amerikaans TV-station mogelijk de licentie gaat kosten. De populaire nieuwszender TVN24, via een Nederlandse holding onderdeel van het Amerikaanse Discovery,  is al jaren een doorn in het oog van de PiS-regering vanwege zijn kritische berichtgeving. De nieuwe wet beperkt de uitgifte van licenties tot Europese bedrijven. Het wetsvoorstel “is rechtstreeks gericht op TVN en is een ongekende aanval op de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media”, zei het management van TVN in een verklaring na de stemming, eraan toevoegend dat het 30 jaar Pools-Amerikaanse betrekkingen dreigt te ondermijnen. Duizenden Polen hadden dinsdag al in verschillende steden tegen de wet gedemonstreerd.

Het is opmerkelijk dat de PiS-regering het risico heeft genomen van een verkoeling van de betrekkingen met de VS. Die zijn sinds de omwenteling altijd gekoesterd door achtereenvolgende Poolse regeringen als garantie voor bescherming tegen mogelijke Russische agressie. De reactie van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken op de mediawet moet Kaczynksi c.s. toch aan het denken zetten.  Blinken toonde zich ‘zeer verontrust’ over de wet die volgens hem is gericht ’tegen het meest bekeken onafhankelijke nieuwsstation, dat ook een van de grootste Amerikaanse investeringen in het land is.’ Hij kan nog hoop putten uit de Senaat, waar PiS geen meerderheid heeft en die volgens voorzitter Tomasz Grodzki de wet nooit zal goedkeuren. Maar dan is het kwaad van het geschokte vertrouwen tussen de VS en Polen al geschied. Met alle risico’s voor een afname van Amerikaanse investeringen. Er gaan zelfs al geruchten dat de VS troepen wil verplaatsen naar Roemenië.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Prachatai (cc)

Regering-Bennett lijdt nederlaag bij stemming over rechts stokpaardje

NIEUWS - Israel heeft in de nacht van maandag op dinsdag een tamelijk komische stemming beleefd. Het nieuwe kabinet Bennett leed een nederlaag bij de stemming over de verlenging van een amendement op de burgerschaps- en inreiswet, die verbiedt dat Palestijnen die trouwen met een Israeli daarna in Israël mogen komen wonen. In theorie geldt de wet voor alle Israëlische burgers, maar in de praktijk zijn het natuurlijk vooral Palestijnen die met Palestijnen uit de gebieden trouwen. De wet pakt daarom in de praktijk uiterst discriminerend uit voor Palestijnse Israeli’s.

De uitslag van de stemming – na een lang nachtelijk debat – was 59 voor en 59 tegen. Premier Bennett had aan de stemming ook de vertrouwenskwestie verbonden. Daarna voorkwam alleen het feit dat de stemmen staakten dat het kabinet ook moest aftreden. De uitslag gaf duidelijk aan wat een onding deze coalitie van uiterst rechts tot en met links en zelfs een Arabische partij (de islamitische Verenigde Arabische Lijst Ra’am) in feite is. Zij is dan ook vooral tot stand is gekomen om eindelijk eens van de vorige premier Netanyahu af te kunnen komen.

Het amendement dat de familiehereniging met Palestijnen uit de gebieden onmogelijk maakt, werd in 2003 voor het eerst voor een jaar aangenomen. Daarna is het steeds jaarlijks opnieuw verlengd. Dat gebeurde met de stemmen van rechts, dat het argument hanteerde dat de wet nodig was uit ”veiligheidsoverwegingen”. Het linkse Meretz en de Palestijnse partijen wezen het amendement steeds af omdat het domweg discriminerend en racistisch is.

Foto: risastla (cc)

De Kamer laat te veel onbesproken

COLUMN - Op 17 december is de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden in de Tweede Kamer aangenomen. De WGS moet het instanties nog makkelijker maken om gegevens uit te wisselen over burgers om fraude op te sporen. Er is amper maatschappelijk debat over de WGS geweest: we waren te druk met corona.

Het wetsontwerp werd, na fikse kritiek van de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens, tegen hun adviezen in niet ingeperkt maar juist uitgebreid. Voorts zijn belangrijke onderdelen niet in de wet geregeld; die worden later ingevuld door de minister van Justitie en Veiligheid.

In de WGS vallen onder de ‘gegevens’ die bedrijven en overheden met elkaar mogen delen, ook signalen, vermoedens en zwarte lijsten. Op grond daarvan mogen de deelnemende partijen ‘interventies’ met elkaar afstemmen en ‘handhavend optreden’ tegen burgers die zo in het vizier komen.

De toeslagenaffaire is er niets bij. Het collectief dat eerder SyRI – het ‘Systeem Risico Indicatoren’, ook al zo’n groots opgetuigd systeem – bij de rechter verboden wist te krijgen, noemt de WGS niet voor niets ‘super SyRI’. (SyRI heeft veel burgers verdacht gemaakt, doch geen enkele fraudeur opgespoord; de basis voor de verdenkingen bleek te mager).

Er was amper debat in de Kamer over de WGS. Er zijn bovendien amper mensen in de Kamer die de WGS inhoudelijk doorgronden. Twee van hen – Kees Verhoeven van D66 en Kathalijne Buitenweg van GroenLinks – vertrekken eind deze maand uit de Kamer.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Ritzo ten Cate (cc)

Virus blokkeert bestuurlijke voortgang

Het moge duidelijk zijn dat de coronacrisis veel zaken heeft stilgelegd en/of op achterstand hebben gezet. Niet in het minst bij het kabinet, dat de handen vol heeft aan zowel de gezondheids- als economische aspecten van de coronacrisis.

Wie een blik werpt op de wetgevingskalender, ziet al snel dat er van de ambities van Rutte III weinig terecht is gekomen. Met nog negen maanden te gaan naar de volgende verkiezingen, heeft het kabinet erg weinig ruimte nog een inhaalslag te realiseren. Zeker nu veel tijd en energie door de coronacrisis wordt opgeslokt.

Van de 305 wetten die op de wetgevingskalender staan (per 16 juni 2020) is 20% gerealiseerd. Zo’n 38% is nog in behandeling bij Tweede en Eerste Kamer (respectievelijk 21 en 16%) en 42% zit nog in een voortraject, d.w.z. in voorbereiding bij de ministeries of ligt nog bij de Raad van State.

Dit is de stand van zaken bij de ministeries (geen wetten bij Algemene Zaken en Defensie):

© Sargasso Voortgang wetten per 16 juni 2020 Bron Wetgevingskalender Overheid

Het lage aantal gerealiseerde wetten is natuurlijk niet alleen op conto van het kabinet te schrijven. Het hangt ook af van hoe snel Raad van State en parlement over de behandeling van wetsvoorstellen doen. Met het nodige cynisme kunnen we nu al wel stellen dat kabinet Rutte III er in is geslaagd het aantal wetten terug te dringen.

Foto: Dave H (cc)

Staatswiettelers gezocht

Juist in deze moeilijke tijden biedt de overheid u gelegenheid op experimentele basis een verandering van beroep te verkennen. De toekomstbestendigheid is niet helemaal zeker, want het gaat om een vier jaar durend experiment, waarvan de uitkomsten nog ongewis zijn.

Gisteren werden Eerste en Tweede Kamer per brief ingelicht over de inwerkingtreding van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen, ofwel het ‘wietexperiment’.  Het wetsvoorstel is in 2019 door beide Kamers aangenomen (tegen waren alleen PVV, SGP en DENK) en na verdere voorbereidingen kan de wet per 1 juli aanstaande inwerking treden.

Vanaf die datum kan iedereen die de ambitie heeft teler van staatswiet te worden zich aanmelden. De overheid zoekt slecht tien telers, die moeten gaan leveren aan alle 79 coffeeshops in tien geselecteerde gemeenten.

Opvallend: bij die tien gemeenten (Arnhem, Almere, Breda, Groningen, Heerlen, Hellevoetsluis, Maastricht, Nijmegen, Tilburg en Zaanstad) is geen van de vier grote steden present. Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag konden zich niet vinden in de opzet van het experiment, onder andere omdat ze het oneens waren met de eis dat alle coffeeshops in de gemeente moeten deelnemen (bron: RTLNieuws).

Nu door de coronacrisis de baanzekerheid in sommige sectoren onder druk staat, zou het interessant kunnen zijn een carrièreswitch naar staatswietteler te maken. U herinnert zich vast de beelden nog van de rijen klanten bij de coffeeshops toen 16 maart de lockdown voor de horeca werd afgekondigd. Het bewijst dat er in ieder geval klandizie is.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: nyghtowl (cc)

Een tijdelijke wet coronamaatregelen, is dat een goed idee?

ANALYSE - van dhr. Jan-Peter Loof.

Sinds 1 mei weten we dat het kabinet bezig is met de voorbereiding van ‘tijdelijke wetgeving maatregelen COVID-19’, zoals het officieel heet. Is dat een goed idee? Als rechtgeaard jurist zeg je dan natuurlijk: ‘dat hangt er van af’. En in dit geval is dat denk ik ook precies het juiste antwoord.

Er is in de afgelopen weken door diverse staatsrechtjuristen en mensenrechtenexperts betoogd dat een aantal van de vrijheidsbeperkende maatregelen die de overheid heeft uitgevaardigd om de verspreiding van het virus in te dammen een steviger wettelijke basis behoeft. Na wat inleidende beschietingen door RUG-hoogleraar Jan Brouwer in het Dagblad van het Noorden, volgde een iets verder uitgewerkte opinie van dezelfde Brouwer, samen met Adriaan Wierenga (RUG) en Jon Schilder (VU) in het Nederlands Juristenblad: ‘Aanpak coronacrisis niet houdbaar’.

Manon Julicher en Stefan Philipsen (beiden UU) betoogden op de website ‘Nederland rechtsstaat’ dat de aanpak niet getuigde van een volwassen rechtsstaat. En zelfs in de buitenlandse constitutionele media – het Duitse Verfassungsblog (onmisbaar voor de constitutionele liefhebbers) – werden, dit keer door de hoogleraren Antoine Buyse (UU) en Roel de Lange (EUR) grondrechtelijke gaten geschoten in de juridische constructies waarop de Nederlandse coronamaatregelen leunen: ‘the Dutch authorities take a quasi-legal, quasi-rhetorical approach to shape their intelligent lockdown and try to tame the pandemic beast, with questionable constitutional practices as a result’. Ook het College voor de Rechten van de Mens kwam, in zijn webdossier ‘Coronavirus en mensenrechten’, tot de conclusie dat de wettelijke basis van sommige maatregelen steviger moet.

Foto: ydant (cc)

Het burgeramendement: baat het niet dan schaadt het niet?

COLUMN - van Maarten Stremler

Hebben burgers in Nederland voldoende invloed op wetgeving? Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de burgers tevreden is met de parlementaire democratie zoals we die in Nederland kennen. Tegelijk blijkt ook dat sommige burgers graag meer betrokken worden bij beleid en politiek.

Het voornaamste instrument om – indirect – mee te beslissen over wetgeving zijn verkiezingen. Verkiezingen voor de Tweede Kamer vinden in de regel evenwel slechts om de vier jaar plaats. Mondige burgers zouden wel vaker gehoord willen horen.
Uiteraard staat het hen vrij om op informele wijze contact te zoeken met volksvertegenwoordigers. Menig Kamerlid wordt dagelijks bestookt met e-mails waarin burgers hun mening kenbaar maken.

Daarnaast maken groepen burgers regelmatig gebruik van hun grondwettelijke petitierecht, bijvoorbeeld door een verzoekschrift in te dienen bij de Tweede Kamer. Bovendien kunnen burgers via internetconsultatie commentaar geven op wetsvoorstellen – een mogelijkheid waar zij overigens nog maar mondjesmaat gebruik van maken.

Burgerinitiatief en correctief referendum

Sinds 2006 bestaat tevens het burgerinitiatief, een instrument waarmee burgers een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer kunnen plaatsen. Daarvoor zijn ten minste 40.000 handtekeningen nodig, terwijl het onderwerp niet al in de afgelopen twee jaar door de Kamer behandeld mag zijn. Tot nog toe zijn er nog maar acht burgerinitiatieven behandeld in de Tweede Kamer. De meeste burgerinitiatieven sneuvelen omdat het onderwerp recent nog door de Tweede Kamer is besproken.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Volgende