Populisme is van voorbijgaande aard
Voor echte problemen heeft het populisme geen oplossing. En het populisme zal ook niet echt van invloed zijn op het denken over de multiculturele samenleving, want daar denken Nederlanders al twintig jaar hetzelfde over. Fons van de Vijver verwacht dan ook dat de PVV niet meer dan een eendagsvlieg zal blijken te zijn.
Paul Taggart, een politieke wetenschapper uit Sussex, verklaarde onlangs in het NRC dat we ons niet veel zorgen hoeven te maken over het huidige populisme. Het komt wel vaker voor in parlementaire democratieën, en ervaring heeft geleerd dat het ook steeds weer verdwijnt. De basis voor populisme is volgens hem een verstoorde communicatie tussen publiek en politiek. Kiezers herkennen zich niet meer in politici, die als elitair en niet meer als vertegenwoordigers van de kiezers worden gezien.
Historisch gezien heeft Taggart het gelijk aan zijn zijde. Ik denk echter dat hij wat luchtigjes doet over de gevolgen van populisme en de verschuivingen in de politieke verhoudingen in Nederland. Want het recente populisme in Nederland zet de verhoudingen tussen groeperingen in Nederland verder op scherp.
Onderste groepen zijn doelwit van kritiek
Populisme heeft per definitie te maken met groepen die zich buitengesloten voelen en zich identificeren met anti-establishment politici. In mijn optiek is het populisme in Nederland een volgende stap in de manier waarop in het openbare discours in Nederland met multiculturalisme wordt omgegaan. Een belangrijke eigenschap van het Nederlandse populisme is dat het een stem wil geven aan een betrekkelijk klein deel van de bevolking dat zich eerder niet vertegenwoordigd voelde in de politiek, een groep die nogal eens wordt aangeduid met de term ‘onderklasse’. Deze onderklasse profileert zich door zich te distantiëren van de politieke elite die geassocieerd wordt met ‘eigen zakken vullen’ en ‘niet opkomen voor de gewone man’.