Theater van de verantwoording
COLUMN - door Prof.Dr. J.Th.J. (Joop) van den Berg
Een belangrijk probleem van de Nederlandse Tweede Kamer is haar gebrek aan ’theatraal bewustzijn’. Daarmee bedoel ik dat de Kamer niet alleen werkplaats is waar gewerkt wordt aan beleid en wetgeving, maar ook het centrale podium van de Nederlandse politiek. Dit podium is er om burgers duidelijk te maken dat het zijn belangrijkste zorgen en verlangens daadwerkelijk vertegenwoordigt. Het demonstreert ook dat het de strijd om die zorgen serieus neemt, onder andere door het conflict daarover te laten zien. Dit betekent dat parlementaire routines niet alleen moeten worden beoordeeld op hun effectiviteit (laat staan, efficiency) maar ook op hun verstaanbaarheid voor de belangstellende burgers.
Een paar voorbeelden.
Begin jaren negentig moest voor het eerst in decennia in de Tweede Kamer worden geoordeeld over de vraag of militairen naar Koeweit en Irak moesten worden gestuurd. De voortgaande discussie daarover vond, zoals altijd met internationale beleidskwesties, plaats in de vaste commissie. Terwijl men zou hebben verwacht dat over zulk een belangrijk besluit – deelname aan oorlog – minstens één keer in een plenaire vergadering zou worden gesproken.
Toen onlangs de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer werd besproken, waren leraren uit het hele land naar Den Haag gekomen voor hun grote demonstratie voor meer structurele middelen. Nog geheel afgezien van de inhoudelijke kwaliteit van het debat, het werd gehouden in een zaal waar alleen de woordvoerders en bewindslieden aanwezig waren.