Op campagne
We zijn met het team de wijk ingegaan en we ontmoetten aanvankelijk wat haarden van verzet. Die haarden hebben wij vanzelfsprekend kaltgestellt, kleine schermutselingen waren van ons vreedzame optreden het logische gevolg, maar hoe verder wij de wijk introkken, hoe kalmer men onze aanwezigheid aanvaardde. Op het Marktplein parkeerden wij onze motoren, die wij lieten bewaken door enkele mensen van ons team. Alles indachtig de woorden van onze voorzitter: ‘Wie aan onze motoren komt, komt aan ons.’ De rest van het team ging op zoek naar een etablissement waar men zich kon verpozen, en ik meen dat daarop is gedoeld in de verschillende perspublicaties. Welnu, wij hebben de verschillende dag- en weekbladen een week de gelegenheid gegeven zich publiekelijk te verontschuldigen voor hun treurige gekwijlebabbel, en wij kennen de woonadressen van de heren hoofdredacteuren.
Er is in café Het Hoekje, dat wij uiteindelijk kozen als bestemming, niets voorgevallen. Wij accepteerden de gratis glazen bier en whiskey en ook de noten werden gretig rondgestrooid. Ik moge ook wijzen op de vriendelijkheid waarmee de barkeeper en eigenaar van de gelegenheid ons team ontving. Wij zongen gezamenlijk ons campagnelied: ‘Motor Partij! Motor Partij! Motor Motor Motor Partij!’ Vervolgens nam onze beoogd fractievoorzitter, de heer L. (Lenio) de Waard, het woord. Hij zei onder meer dat het noodzakelijk was dat de Motor Partij in de Tweede Kamer terecht zou komen, en als dat eenmaal was gebeurd, dan zou de Motor Partij de boel eens grondig komen verbouwen. Want hoe trekken we Nederland uit de crisis?, besloot hij zijn toespraak. Waarop het gehele publiek riep: ‘Met de motor!’