Is Jeanette Jane?

Ik moest dus op zoek naar een vrouw die door Erik Greveling Jane werd genoemd. Ik moest maar aannemen dat het een alleenstaande dame was. Daarvan bevatte het telefoonboek er acht: twee Ineke’s, een Jeanette, een Toosje, een Antoinette, een Marja, een Marijke en een Clara. Wie van die acht zou het kunnen zijn. Ik dacht natuurlijk, Eriks liefde voor de Angelsaksische literatuur kennende, eerstens aan Jeanette. Jeanette – Jane, dat leek me vrij logisch. Jeanette Verschuren, Julianastraat 26, las ik in het telefoonboek. Wat zou ik doen? Een briefje schrijven, een telefoontje plegen of ’s avonds naar haar huis gaan om het haar persoonlijk te vragen? Ik besloot dat het laatste het beste was.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: copyright ok. Gecheckt 26-10-2022

Erik schrijft mij

Ik ging nog eens terug naar het huisje van Erik Greveling, want ik was ervan overtuigd dat er nog ergens manuscripten moesten liggen. Een mens schrijft in zijn leven niet één verhaal, en daarna nooit meer iets. Mijn broer en ik hadden samen het huisje opgeruimd, alles was weg. Hadden we iets over het hoofd gezien? Ik zocht in de huiskamer, in de slaapkamer, in de keuken, in het rommelhok: niets te vinden. Maar in het toilet vond ik, op de plaats waar in sommige Nederlandse toiletten de verjaardagskalender hangt, een envelop. Die envelop was tegen de muur geplakt, met Pritt of iets dergelijks. Ik pakte de sleutel van het huisje en scheurde de envelop daarmee open. Erin zat deze brief:

‘Egmond aan Zee, 2 juni 2012.

Goedendag Ben,

Ik ben er niet meer, maar ik wil graag nog een spelletje met je spelen. Je hebt me verschillende keren gevraagd of ik nog meer verhalen had geschreven. Dat heb ik inderdaad gedaan. Waar zijn de manuscripten van die verhalen dan? Niet in dit huis.

Die manuscripten (52 stuks, de rest vond ik niet goed genoeg en heb ik weggegeven met de vuilniswagen) bevinden zich in Egmond aan Zee, bij een mevrouw op de looproute die ik had als postbode. Haar adres vind je tussen de stapels poststukken in mijn slaapkamer. Haar voornaam is de eerste voornaam die voorkomt in het verhaal ‘Descent of man’ van T.C. Boyle. Zo heet ze in het echt niet, natuurlijk. Verstuur het poststuk dat aan haar is gericht, zet op de achterkant van de envelop jouw adres, en zij komt je de manuscripten ter hand stellen. Zorg dat het vóór 1 september 2012 gedaan is, anders mag zij met de manuscripten doen wat ze wil.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Mail van een psychotherapeut

Geachte Heer Hoogeboom,

Zoals u misschien weet, werd in 1966 Psychotherapeutisch Centrum De Oosthoek geopend, dat tussen Heiloo en Limmen inlag, aan de kalme Oosterzijweg. Het was onderdeel van Psychiatrisch Centrum St. Willibrordus te Heiloo. In De Oosthoek werkte ik ook, als jong en net afgestudeerd psychotherapeut, vanaf 1967. Het was de bedoeling dat we een stuk of 30 jongeren met problemen zouden opvangen en na een jaartje weer naar huis zouden sturen. Hun problemen mochten niet te erg zijn, ze moesten bijvoorbeeld geen psychotisch gedrag vertonen, schizofreen zijn etc., maar een depressie, dat mocht wel. Die jongeren kwamen uit heel het land, en er was genoeg vraag, vooral in die jaren zestig en zeventig. De leeftijden van de jongeren varieerden van 17 tot 25 jaar. Als je jonger dan 17 was, dan ging je – dat weet ik eigenlijk niet. Naar je dichtstbijzijnde ziekenhuis? Was je ouder dan 25, dan kwam je terecht in St. Willibrordus, in Endegeest etc., en daar kwam je ook terecht als je ernstig malende was.

In mei 1968 kwam in De Oosthoek de 21-jarige Erik Greveling wonen. Hij kwam uit Voorburg, studeerde in Leiden, maar kon het opeens niet meer, studeren. Wat te doen? Naar De Oosthoek. Tegenwoordig doen we dat niet meer, maar toen nog wel. We wisten nog niets af van depressies, verslavingen, schizofrenie etc., we raadden maar wat en dachten dat een rustig, goed gesprek al veel zou helpen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 17-03-2022

Er heeft zich een zoon gemeld

Erik Greveling zaliger (over wie deze stukjes gaan) blijkt een zoon te hebben: Dawid Brzinsky. Zijn moeder, Agnesz Brzinsky, is 55 jaar, ze woont in Amsterdam, ze werkt als bibliothecaresse aan de bibliotheek van de UvA. Aan dezelfde universiteit studeert de 21-jarige Dawid medicijnen. Hij wil huisarts worden. Ik had de twee wel gezien tijdens de crematie van Erik, maar had verder niet nagedacht over hun aanwezigheid.

Gisteren kwam Dawid op bezoek bij me. Zijn moeder had 22 jaar geleden een korte affaire gehad met Erik, ‘want ze wilde een kind, and here I am’ zoals Dawid me zei. Ten bewijze van een en ander liet hij me een stel foto’s uit 1990 zien van Agnesz en Erik, romantisch samen op een Amsterdamse kermis, lopend op het Damplein, elkaar kussend op het Rokin etc. Hoe hadden ze elkaar ontmoet? Er was nog geen internet, dus Agnesz had een advertentie gezet in de Volkskrant (‘Gezocht: man voor even’) en daarop had Erik haar geschreven. Dat ‘even’ heeft ruim twee maanden geduurd, in die twee maanden was Dawid verwekt en Agnesz zei bedankt en ga nu maar weg. Hij had haar nog wel geregeld brieven geschreven en zij hem ook, maar ontmoeten zouden ze elkaar niet meer.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Margriet vertelt

Ik ontmoette Margriet Stavenuiter-Verlaat (ze is nu al gestorven) twintig of eenentwintig jaar geleden. Ze was toen ongeveer 70 jaar. Ze was de vrouw geweest van Arend Stavenuiter, mijn leraar Natuurlijke Historie op de middelbare school. Ze woonde aan de Westerweg in Heiloo, gevaarlijk dichtbij de spoorlijn die Alkmaar verbindt met Haarlem en Amsterdam. Margriet was een kwiek en intelligent soort vrouw en je kon zien dat ze vroeger een schoonheid moest zijn geweest. Ze was lerares Frans geweest op het Murmellius Gymnasium te Alkmaar.

‘In 1952 hadden we allebei net een baan, we konden elkaar goed lijden en we dachten elkaar goed te kennen, dus we trouwden en kochten een huisje in Heiloo. Dit huisje. Kinderen hoefden we niet, want we dachten dat de wereld zo ook al vol genoeg was. Maar Arend werd steeds nerveuzer van de treinen die langsraasden, hij kon zich ook niet meer concentreren op zijn werk en zo. In 1957 besloten we dat hij in Egmond Binnen naar het Benedictijner klooster zou gaan en daar wat rust zou zoeken. Zo gezegd, zo gedaan. En daar is hij sindsdien blijven wonen. Hij is nog wel eens terug geweest hier, hoor, maar dan werd hij weer zo schrikachtig en zenuwachtig van die treinen… Ik ging twee keer per week bij hem op bezoek, om wat lekkers te brengen en om zijn wasgoed en kleren te verwisselen en zo. Dat deed ik eerst per fiets, maar in 1961 haalde ik mijn rijbewijs en kocht ik zo’n rood Simcaatje. Dat was een stuk gemakkelijker, want ik kon toen ook zijn boeken meenemen en terugnemen naar hier. Want zijn kamer was gewoon een slaapkamer, meer was het niet. Veel ruimte was er niet. In welk jaar had u les van Arend?’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Natuurlijke historie

Op mijn twaalfde jaar ging ik naar het katholieke Petrus Canisius Lyceum te Alkmaar, dat inmiddels van naam is veranderd en nu het Petrus Canisius College heet. Omdat dat moderner is, ongetwijfeld. Ik had inmiddels een gezonde afkeer van het katholicisme ontwikkeld. De pastoor in onze parochie had namelijk de gewoonte om zijn preek zo te beginnen: hij legde zijn handen voorzichtig voor zich neer op de preekstoel, hij boog zijn hoofd, keek vervolgens alle mensen aan en zei dan: ‘Beminde gelovigen.’ Of: ‘Beminde parochianen.’ Op zo’n zangerig toontje, dat me steeds weer door de ziel sneed wegens de leugenachtigheid: van alle parochianen waren er misschien heel aardige, maar ook enkele zeer onaardige, zoals slager Snel, die jongens van Pauw, die altijd zo schreeuwden, of mevrouw Kuilman, die door geen mens ter wereld zou willen worden bemind. Toch zei die pastoor week in week uit: ‘Beminde parochianen.’ Huichelaar, dacht ik steeds.

Aan heel die enge wereld ontsnapte ik op mijn twaalfde jaar: ik ging naar de middelbare school in Alkmaar, die ook wel katholiek was, maar je kon er tenminste iets leren: Engels, Frans, Duits, Latijn, algebra, meetkunde, scheikunde, natuurkunde etc. Dingen dus die ik op de Lagere School (die tegenwoordig Basisschool wordt genoemd, ook omdat dat uiteraard moderner klinkt, net zoals een Kweekschool later Pedagogische Academie ging heten) nooit had gehad.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De muilezel

Erik Frederik Greveling (3 juni 1947-2 juni 2012) stierf door zelfmoord, in zee. Hij had al twintig jaar hartfalen, slikte daar wel trouw zijn medicijnen tegen, maar bleef ook gewoon roken en port drinken. Iedereen die hem kende, wist: hij zal wel snel naar de haaien gaan.

Ik heb Erik zo’n dertig jaar geleden leren kennen, in de kroeg. Hij kwam elke middag in Het Blauwe Huis, hier in Egmond aan Zee, om te biljarten. Wij speelden allebei ongeveer even slecht, met het cafégemiddelde van twee, dus ik werd al gauw zijn biljartmaat. Het bleek dat hij, afkomstig uit Voorburg, in Leiden biologie had gestudeerd, maar die studie door depressies niet had kunnen afmaken. Nu woonde hij, in zijn eentje, in een houten soort zomerhuisje in de duinen ten noorden van het dorp. Hij kon goed met iedereen omgaan, want hij had een zeer vriendelijke natuur.

Hij publiceerde in maart of april 1972 (hij was net naar de duinen van Egmond aan Zee verhuisd) in Maatstaf het korte verhaal Het sociale leven van de muilezel, een zes pagina’s lang stuk vol verdriet en eenzaamheid, dat eenvoudig zo begint: ‘Ook muilezels hebben helaas een sociaal leven.’ Het zou het enige stuk zijn dat hij ooit publiceerde. In de dertig jaar dat ik hem ken, heeft hij nooit willen zeggen wat hij verder schreef. Zijn familie, die ik voor het eerst ontmoette tijdens zijn crematie op Westerveld, kon ook niets zeggen. Hoe Erik zijn geld verdiende, wisten we wel: hij was bij de PTT postbode geworden in Egmond, ook in 1972, en dat was hij gebleven tot 2003. Toen ging hij de Ziektewet in en daarna kreeg hij WAO.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Gewoon NL

Met de oprichting van Gewoon NL is eindelijk het gat in het politieke centrum gedicht, dat is achtergelaten door het CDA, dat ging regeren met extremistische partijen zoals de PVV en de VVD. Eerder al ging het CDA in zee met de LPF en de VVD en u weet nog wel wat dat voor scènes heeft opgeleverd. Een en ander heeft het CDA een kleine dertig zetels in de Tweede Kamer gekost. Jos Kuintjes (39 jaar), de oprichter van Gewoon NL en lijsttrekker bij de komende verkiezingen: ‘Het zal u duidelijk zijn, we gaan voor 30 zetels op 12 september.’

Hoe staat u in het leven, Jos?

Kijk. Ik bedoel, luister. Als er een steentje in je schoen zit, dan haal je dat steentje uit je schoen. Probleem opgelost. Ik ben een probleemoplosser. Als ik ’s avonds in bed stap, zijn de problemen opgelost.

U slaapt dus goed.

Daar heb ik geen problemen mee.

Wat zijn nu de kernpunten van Gewoon NL?

‘Dat we een stevige volkspartij worden, dat is eén. Twee is: dat zullen we alleen kunnen bereiken wanneer we gewoon praten, ook in het parlement. Niet over elkaar, niet tegen elkaar, maar met elkaar. Drie: misdaad, crisis, ongelijkheid. Dat moet gewoon anders.’

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

De idealen

Het komt me voor dat er bij enigen onder u, dierbare lezers, lieve lezeressen, enkele misverstanden zijn blijven bestaan bij het lezen van het vorige stukje over de Motor Partij. Het stukje zou niet tra…, niet transp… – ik krijg het rotwoord bijna niet uit mijn bek – niet transparant genoeg zijn geweest over de idealen van de Motor Partij, zeiden mij enkele lezers. Maar daar ging het stukje ook helemaal niet over, het ging over een eenvoudige campagnemiddag, and that was all. Overigens hebben de diverse heren hoofdredacteuren, die in hun dag- of weekbladen lieten schrijven over onze campagnemiddag, inzonderheid over ons bezoek aan het afgebrande café, al enkele motorhelden op huisbezoek gehad, want wij gaan niet naar de rechter om smaadverklaringen los te krijgen. Wij lossen het zelf op, en u mag er wel van uitgaan dat er meer dan een taart in hun gezichten is gegooid.

Nog even deze verklaring: het gescandeer ‘Met de motor!’ geschiedt op de melodie van die ene monsterhit van The Village People, het nummer YMCA.

Onze idealen. Wij hebben geen idealen zoals die roeptoeters in Den Haag, wij hebben eisen. Onze eisen zijn: wij willen een eigen honk hebben in elke gemeente in Nederland. Duidelijk? Duidelijk. Een eigen honk waarin we kunnen doen wat we willen, want we zijn een besloten club. Er komen geen vreemden op bezoek, de plisie of de marechaussee komt niet controleren bij ons, want die trappen we van ons erf af, enzovoorts. Meer willen wij niet.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Dag van het Geluk

De Verenigde Naties hebben, op instigatie van Bhutan, dat gelukkige landje in Azië, een Dag van het Geluk ingesteld op 20 maart. Het wordt tijd dat er ook in Bhutan eens een bloedige revolutie komt, hoor ik u met me meedenken. Nederland scoort ook hoog, had ik vernomen (we hebben ook nog geen revolutie gehad), maar waarom dat zo is? Ik begrijp het niet.

Ik kan me voorstellen dat je zegt: Rusland, China, Noord-Korea, hoe heten die landen in Afrika, Japan met die tsunami en zo, die scoren laag. Maar ‘geluk’ lijkt me toch vooral een persoonlijk iets, niet iets nationaals. Niet iets waarmee de Verenigde Naties zich zouden moeten bemoeien. Het doet me een beetje denken aan de toestand in Rusland, rond 1930, toen een ‘arbeider’ (die had je toen nog) door de staat gefeliciteerd werd omdat hij een bepaalde moer juist had aangedraaid. Plaatje in de Pravda: ‘Zie hier Yuri Kravtsjov, die een moer zeer goed aandraait, waardoor de hele machinerie perfect werkt!’

Geluk en ongeluk zijn dingen die vallen buiten de competenties van de staat. Natuurlijk zijn er de minimumcompensaties: bijstand, WW, AOW etc., zonder welke we een barbaarse natie zouden worden. Het is zeer goed dat we dat in Nederland hebben. We hebben geen extreme armoede, godzijdank. Maar het geluk wordt door iets heel anders bepaald, volgens mij.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende