Wanneer is iemand te rijk?

door Vincent Buskens en Ingrid Robeyns. Nederlanders zijn het er in grote lijnen over eens wanneer mensen simpelweg teveel geld hebben. Toch vinden ze overheidsmaatregelen die voorkomen dat mensen extreem rijk worden, zoals een bovengrens aan spaargeld en erfenissen, niet nodig. Extreme rijkdom belasten om de armoede van anderen te verlichten, vindt men wel een goed idee. Sinds het boek van Piketty ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’ (2014) is de discussie over sociale ongelijkheid weer opgelaaid en zeker ook over de wenselijkheid dat sommigen in onze samenleving extreem veel geld en kapitaal accumuleren. In de politiek zien we dan ook steeds meer voorstellen om bijvoorbeeld extreem rijken zwaarder te belasten. Filosofen hebben zich afgevraagd of er een ‘rijkdomsgrens’ bestaat als tegenhanger van de armoedegrens en of er in de samenleving consensus zou zijn over waar zo’n grens zou kunnen liggen tussen mensen die rijk zijn en mensen die extreem rijk zijn – gedefinieerd als dat ze veel meer luxe hebben dan nodig. Wij onderzochten dit aan de hand van twee vragen. Bestaat er consensus binnen een representatieve steekproef van Nederlanders over waar een rijkdomsgrens min of meer zou moeten liggen? En vinden mensen dat de overheid maatregelen moet nemen om te voorkomen dat mensen teveel kapitaal vergaren en te ver boven de rijkdomsgrens uitkomen? Tien fictieve families Om de rijkdomsgrens vast te stellen, legden we respondenten tien fictieve beschrijvingen van families voor in volgorde van toenemende rijkdom (zie tabel 1). De beschrijvingen bestonden uit de grootte van het huis (en de mate van luxe) van deze familie, of ze een tweede huis in Zuid-Frankrijk hadden, of ze een bescheiden of een dure auto hadden of zelfs twee dure auto’s, of ze twee, drie of vijf keer per jaar op vakantie gingen en hoeveel spaargeld ze achter de hand hadden. Tabel 1. Tien hypothetische families [caption id="" align="alignnone" width="756"] © Ingrid Robeyns, Vincent Buskens. Via Sociale Vraagstukken[/caption] Respondenten gaven voor elke familie op een schaal aan hoe rijk ze deze familie vonden. De schaal liep van 1 (deze familie heeft net voldoende om rond te komen) tot 5 (deze familie heeft veel meer dan nodig om een welvarend leven te leiden). Als respondenten een familie in deze laatste categorie plaatsten, interpreteren we dit als dat ze deze familie extreem rijk vonden en dat deze familie dus een hoeveelheid rijkdom had die boven een mogelijke rijkdomsgrens ligt. Is extreme rijkdom een probleem? Daarna legden we respondenten stellingen voor om te meten hoe problematisch ze extreme rijkdom vinden en of ze interventie van de overheid om deze rijkdom te beperken zouden steunen. Bijvoorbeeld abstractere stellingen zoals ‘Zolang mensen hun geld eerlijk volgens de regels verdiend hebben en niet aan belastingontduiking doen, is het geen probleem als ze extreem rijk worden’ en concretere stellingen als ‘Als de regering-Rutte III moet kiezen tussen het verlagen van de voorzieningen voor de meest kwetsbare medeburgers en het verhogen van de belastingen op de inkomens van de rijken en superrijken, dan moet ze voor belastingverhoging kiezen’. Grote overeenstemming over rijkdomsgrens Het eerste resultaat van onze studie is dat er grote overeenstemming is over waar de rijkdomsgrens ongeveer zou moeten liggen. Ongeveer 67 procent van onze respondenten legt de rijkdomsgrens ergens tussen een kapitaal van 1,2 en 2,7 miljoen euro. Daarnaast is bijna 83 procent het erover eens dat een familie met meer dan 2,7 miljoen aan kapitaal extreem rijk is. Er lijkt dus consensus te zijn dat mensen echt niet meer dan 3 miljoen euro aan totaal kapitaal nodig hebben om een zeer welvarend leven te leiden. Opvallend is dat waar mensen de rijkdomsgrens leggen nauwelijks afhangt van hun demografische kenmerken. Mensen met een hoger inkomen, een hogere opleiding en een hogere leeftijd leggen de rijkdomsgrens ietsje hoger en vrouwen ietsje lager, maar deze verschillen zijn echt klein. Mensen die meer geneigd zijn maatregelen om rijkdom tegen te gaan te ondersteunen, vinden dat de rijkdomsgrens wat lager zou moeten liggen dan andere respondenten aangegeven. Tot slot is meer dan twee derde van de mensen het niet eens met de stelling dat overheidsmaatregelen moeten voorkomen dat mensen extreem rijk kunnen worden, zoals een maximum stellen aan hoeveel spaargeld iemand heeft, of hoeveel iemand kan overerven. Als de overheid moet afwegen tussen de rijkeren meer belasten of de armeren ontzien, dan blijkt er wél een meerderheid te zijn voor het hoger belasten van de rijkeren. Rijkdom net als armoede bespreekbaar maken in politiek Er bestaat dus zoiets als een rijkdomsgrens die de rijken scheidt van de extreem rijken. Mensen zijn in staat zo’n grens aan te geven en er lijkt binnen de Nederlandse samenleving ook behoorlijke overeenstemming te zijn over waar die zou moeten liggen. Politici kunnen zo’n grens gebruiken om het niveau van rijkdom bespreekbaar te maken op een soortgelijke manier als de armoedegrens. De tweede interessante bevinding is dat mensen niet oordelen dat extreme rijkdom zonder meer bestreden moet worden door de overheid, maar er lijkt wel draagvlak om extreme rijkdom te belasten als dat ten goede kan komen aan het verlichten van de armoede van anderen. Dit artikel verscheen eerder op Sociale Vraagstukken. Vincent Buskens is hoogleraar Theoretische Sociologie bij de afdeling Sociologie, Universiteit Utrecht. Ingrid Robeyns is hoogleraar Ethiek van Instituties bij het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht. Dit artikel is gebaseerd op ‘How Rich is Too Rich? Measuring the Riches Line’ (2020), van Ingrid Robeyns, Vincent Buskens, Arnout van de Rijt, Nina Vergeldt en Tanja van der Lippe, gepubliceerd in Social Indicators Research. Voor details en referenties verwijzen we naar deze publicatie.

Foto: Henry Burrows (cc)

Maak extreme rijkdom onderdeel van het sociaal beleid

COLUMN - Het sociaal beleid gaat doorgaans over de armen en de kwetsbaren in de samenleving. Ingrid Robeyns pleit ervoor om de superrijken mee te nemen in de discussie over het sociaal beleid. Want, zo stelt zij, een andere houding tegenover extreme rijkdom zou het sociaal beleid kunnen versterken en rechtvaardiger maken.

Elke samenleving heeft impliciet een sociaal contract – de afspraken die wij met elkaar maken over hoe we samenleven. Dit gaat niet alleen over rechten en vrijheden zoals die in de grondwet staan, maar ook over hoe we de koek die we in een land met z’n allen produceren eerlijk verdelen. En precies daar laten empirische studies zien dat de ongelijkheid toeneemt (Piketty, 2016; Kremer et al., 2014). Het vermogen wordt steeds geconcentreerder en er ontstaat een groep mensen die extreem rijk is.

Vanuit maatschappelijk oogpunt is extreme rijkdom vanwege een aantal redenen problematisch (Robeyns, 2019). Een paar daarvan zijn zeer relevant voor het sociaal beleid.

Extreme rijkdom is een gevaar voor de democratie

Ten eerste is extreme rijkdom een gevaar voor de democratie: wie extreem rijk is, heeft meer mogelijkheden zijn stempel op de politiek te drukken, en kan daardoor zorgen voor beleid waardoor de extreem rijken nog rijker worden.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

https://www.youtube.com/watch?v=McmpkoHjJqU

Closing Time | Free money

Nee, dit is niet het gratis geld waar het vanmorgen over ging. Het is ook niet een oproep om geld te bevrijden uit de klauwen van hen die er anderen voor laten werken. Het is de ‘als-ik-toch-eens-rijk-was’-versie van Patti Smith.

‘Free Money’ kwam voor het eerst uit op het album Horses (1975). Patti Smith zingt hoe ze ‘gratis geld’ niet voor haarzelf wenst.

Every night before I go to sleep
Find a ticket, win a lottery
Scoop the pearls up from the sea
Cash them in and buy you all the things you need

Foto: © De Correspondent BV boekomslag Gratis geld voor iedereen 2014 copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Wat als we iedereen ‘gratis geld’ zouden geven?

VERSLAG - Seksisme. migratie, basisinkomen, democratie en referenda. In de serie “Tegen de stroom in” spreken wetenschappers, experts en opiniemakers over oude zorgen en nieuwe oplossingen. Wanneer zijn die succesvol? Welke rol speelt geld en neoliberaal denken daarin? En verliest elke stroming uiteindelijk aan kracht en relevantie? Vandaag het laatste artikel in deze serie: Waarom is dat basisinkomen er nog steeds niet?

Het basisinkomen is al járen onderwerp van gesprek. Toch is het er nog steeds niet. Volgens journalist Rutger Bregman moeten we gewoon durven. Filosoof en econoom Ingrid Robeyns heeft haar twijfels.

“Armoede is geen karaktergebrek, het is een geldgebrek. Waar los je dat mee op? Met geld,” zegt journalist Rutger Bregman (De Correspondent) stellig. Hij is groot pleitbezorger van het basisinkomen en zette met zijn boek Gratis geld voor iedereen – en vijf andere ideeën die de wereld kunnen veranderen (2014) het weer op de kaart. Tegen de stroom ingaan, begint vaak met baanbrekende ideeën en idealen. Waarom krijg je eigenlijk alleen geld als je werkt? Wat zou er gebeuren als we iedereen een maandelijkse toelage zouden geven, zonder voorwaarden?

Bregman: “Een basisinkomen gaat over vrijheid. Vrijheid van armoede, maar ook de vrijheid om de baan te kiezen die je leuk vindt, omdat je de zekerheid hebt dat je geld hebt wanneer je even zonder werk zit.” Hij pleit voor durven dromen en experimenteren. Econoom en filosoof prof. dr. Ingrid Robeyns (Universiteit Utrecht) is stellig: utopisch denken is niet de oplossing. Ze houdt zich al zo’n 20 jaar bezig met het basisinkomen. Hoewel ze er veel sympathie voor heeft, neemt ze tijdens de laatste lezing in de reeks ‘Tegen de stroom in’ de rol van criticaster aan. We moeten voorbij de dromen en kijken naar de praktische invulling. “Wie het basisinkomen als realistisch beleidsinstrument wil propageren moet met een concreet voorstel komen. Laten we eerst eens voor verschillende groepen doorrekenen wie wat wint en verliest.”

Foto: Tax Credits (cc)

Ongelijkheid in Nederland breder probleem

DATA - Pakkende kop in de Volkskrant vandaag: “Rijkste 1 procent bezit bijna een kwart van alle vermogen”. Maar de focus op alleen de rijkste 1% verhult de bredere trend.

Het is namelijk niet zo dat vooral de allerrijkste een steeds groter deel van de koek hebben. Nee, eigenlijk zit de breuk tussen de bovenste 30% en de rest. De bovenlaag wordt rijker, de rest armer. Hoewel in de middenklasse het effect wat minder sterk is.

Laten we dit illustreren aan de hand van het aandeel in het totale vermogen van Nederland (uitgezonderd pensioenen) van respectievelijk de rijkste 10% en rijkste 30%.
vermogen_2006_2012_475

Natuurlijk zorgt het weglaten van de pensioenpot voor een vertekend beeld. Die pot is namelijk net zo groot als de rest van het vermogen. Echter, een pensioen kan je niet vrij in direct besteedbaar geld omzetten. En een pensioen gaat niet mee in de erfenis naar de kinderen.

Het is dus wel degelijk van belang om te zien dat de trend voor de bovenkant van Nederland gunstiger is dan voor de rest.

De Volkskrant gaf in haar analyse aan dat een van de oorzaken ligt in de opbouw van het vermogen. Huizenprijzen daalden, daar heeft iedereen last van. Maar aandelen en andere beleggingen, welke vooral bij de rijken zitten, stijgen weer.

Maakt geld gemeen?

ONDERZOEK - Sociaal psycholoog Paul Piff doet onderzoek naar hoe mensen zich gedragen als ze zich rijk voelen. In een experiment met het spel Monopoly, kregen ‘rijke’ spelers 2x zo veel geld aan het begin, kregen 2x zo vel salaris bij het passeren van ‘start’ en mochten ze met twee dobbelstenen gooien in plaats van één.

Gevraagd naar hun ervaringen na afloop verklaarden de ‘rijke’ spelers hun succes vooral op basis van het eigen beslissingen. Daarbij vergaten ze dat ze in een sterk bevoorrechte positie aan het spel begonnen. Andere experimenten laten vergelijkbaar gedrag zien.

Het gedrag van bankiers die vinden dat ze niks verkeerds hebben gedaan, de afgunst ten opzichte van ontvangers van (bijstands)uitkeringen en de bereidheid om minder bedeelden te helpen kunnen met deze onderzoeksuitkomsten goed worden verklaard. Armoede is niet alleen een economisch, maar ook een sociaal probleem.

Wereldwijde welvaartsongelijkheid: 300 rijkste mensen hebben net zoveel als 3 miljard armste

De welvaart in de VS is dan ongelijk verdeeld, de welvaart in de wereld is nog veel ongelijker verdeeld. De rijkste 1% heeft net zoveel als de armste 47%.
Maar ook de ongelijkheid tussen landen is enorm en groeiende. Leerzaam filmpje.

Volgens Al Jazeera is de situatie nog erger. De rijkste 200 mensen hebben meer dan de armste 3,5 miljard. Niet te bevatten.

Via Tom van der Lee

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Volgende