De toxische fusie van het marktfundamentalisme en etno-nationalisme

door Bram van Gendt Op dit moment vindt er een betreurenswaardig versmelting plaats van enerzijds het neoliberalisme en anderzijds populistisch etno-nationalisme. In dit stuk zal ik kort uitleggen wat beide politieke beleidsfilosofieën inhouden, inclusief hun historische achtergrond. Vervolgens zal ik expliciteren op welke manier deze fusie van beide ideologieën tot uitdrukking komt en hoe beide ideologieën elkaar complementeren. Tot slot zal ik, op basis van mijn persoonlijke opvattingen, laten zien hoe de samenleving wél ingericht moet worden en aantonen dat er ook gematigde versies van beide ideologieën bestaan die goed te combineren zijn met een pluriforme, multiculturele postmoderne samenleving. De Homo Economicus en de wonderen van de marktwerking Het neoliberalisme is een politieke beleidsfilosofie die sinds de jaren ’70 is opgekomen. De kern is dat de overheid kleiner en slagvaardiger diende te zijn. De kerntaken van de overheid zouden zich beperken tot het fungeren als markmeester en toezichthouder. Delen van de publieke sector moesten zodoende vermarkt worden. Daarnaast zouden delen van de sector op afstand moeten komen te staan, zodat ze niet meer onderdeel uitmaakten van het bureaucratische, centrale overheidsapparaat. De overheid zou daardoor eveneens dichter bij de burger komen te staan. Naast deregulering en decentralisatie van de overheid is er een evident mensbeeld te ontwaren dat is geworteld in macro-economische marktprincipes afkomstig uit de school van de achttiende-eeuwse econoom Adam Smith. Dit mensbeeld houdt in dat de mens een Homo Economicus is die volledig rationeel handelt om zijn eigen belangen en de bijbehorende (financiële) middelen te maximaliseren. De consequentie daarvan is dat de mens in een permanente concurrentiestrijd verkeert en dat de overheid deze strijd zoveel mogelijk moet faciliteren. Het mensbeeld is dus zeer individualistisch van aard; deze trend van individualisering is de afgelopen decennia verder tot wasdom gekomen door technologische en sociaal-economische ontwikkelingen, zoals digitalisering en een relatief hoge bestaanszekerheid, waardoor het idee is ontstaan dat de mens meer op eigen benen kan staan: zelfredzaamheid. De overheid heeft dus vooral een toezichthoudende en beheersende rol om de concurrentie tussen individuen te bespoedigen en om de economie flink te kunnen prikkelen. Daarnaast moeten de belastingen fiks verlaagd worden, vooral voor de hogere inkomens, om het zogenaamde trickle down-effect te krijgen: het idee dat belastingverlagingen voor hogere inkomens leiden tot additionele bestedingen en investeringen, wat een positief effect heeft op de economie, waardoor de samenleving als geheel erop vooruitgaat. Het komt erop neer dat neoliberalen een heilig vertrouwen hebben in de werking van de markt, en als je marktprincipes toepast op andere aspecten van de samenleving, dan zullen er vanzelf wonderen geschieden (de “invisible hand”). Het populistisch etno-nationalisme: anti-elitairisme en scherpe grenzen van de nationale gemeenschap Het etno-nationalistische populisme heeft zijn definitieve doorbraak gehad sinds de opkomst van Fortuyn. Na de moord op Fortuyn zijn er allerlei figuren op het politieke toneel verschenen die het kunstje van Fortuyn wilden overdoen: Verdonk, Wilders, Baudet, Eerdmans, Van Haga, en in mindere mate ook Van der Plas. Vanzelfsprekend is Wilders de meest succesvolle etno-nationalistische populist. Hoewel ik van mening ben dat we Baudet niet moeten onderschatten, omdat hij een succesvolle TikTok-campagne uitrolt die aanslaat bij de jongere generatie en bovendien een aanzienlijk aantal zetels kan heroveren van de strategische radicaal-rechtse stemmer die nu uitermate ontevreden is over het onderhandelingsresultaat (pro-Oekraïne, voortzetting energietransitie, enzovoorts), zal ik me desondanks beperken tot het etno-nationalistische populisme van de PVV. Dit populisme kenmerkt zich door een mythische, monolithische zienswijze op de Nederlandse bevolking. De PVV komt op voor dé Nederlander, maar wat dat Nederlanderschap exact behelst, wordt slechts op impliciete wijze duidelijk. De Nederlandse nationale gemeenschap heeft sterk gedefinieerde grenzen. In feite staat Wilders voor een nationale gemeenschap van vóór de komst van islamitische gastarbeiders. Deze mensen maken ‘pas’ een halve eeuw deel uit van de Nederlandse bevolking en worden beschouwd als een wezensvreemd element. Deze on-Nederlandse bevolkingsgroep wordt zoveel mogelijk geproblematiseerd, en er wordt een evident vijandbeeld geschetst. De religie van deze nieuwkomers wordt gebrandmerkt als een totalitaire ideologie die haaks staat op alle historisch gegroeide waarden die ons land Nederlands maken: de zogenoemde joods-christelijk-humanistische waarden. Om het nationale cultuureigen te beschermen tegen deze vijfde colonne, moet de islamitische religie en haar instituten onwettig verklaard worden. Daarnaast moet de overheid deze wezensvreemde ingezetenen zoveel mogelijk monitoren, en als leden van de Mohammedaanse gemeenschap criminele feiten begaan, dan moeten deze handelingen geprojecteerd worden op de gehele gemeenschap: het criminaliseren van de moslimgemeenschap. De veiligheidsdiensten moeten er alles aan doen om deze (gecriminaliseerde) gemeenschap onder de duim te houden; discriminatie van overheidswege is daarbij gelegitimeerd. Naast het criminaliseren van recentelijk toegetreden ‘leden’ van onze nationale gemeenschap wordt er ook een allesomvattende zondeboktheorie vervaardigd over deze bevolkingsgroep: zij zijn de schuldigen voor alle beleidsmatige fouten uit het verleden en/of huidige maatschappelijke uitdagingen (woningnood, tekorten in de zorg, etc.). Hierdoor heeft de etno-populist nimmer diepgaande oplossingen geponeerd voor complexe maatschappelijke problematiek. Dit raakt aan een volgend aspect van het etno-nationalistische populisme: de grootspraak en het idee dat deze magistrale politici met simplistische oneliners het land zullen redden van de ondergang. Deze ondergang zou door de huidige en voorgaande politieke elite zijn veroorzaakt, die gelooft in links-liberale onzin zoals klimaatverandering. Terwijl Wilders fel gekant is tegen de politieke elite, zegt hij te staan voor dat mythische Nederlandse volk. Hij vertolkt vanaf het spreekgestoelte de wil van het volk en hij weet feilloos wat de gevoelens zijn van het volk. Terwijl hij exact weet wat de stemming in het land is, is die verfoeide elite totaal vervreemd geraakt van het volk. Uitwerking van het neoliberalisme en populistisch etno-nationalisme in de 21e eeuw Het neoliberalisme is niet per definitie afkeurenswaardig. Het principe dat de overheid efficiënt en niet al te spilzuchtig te werk moet gaan, valt niets op aan te merken. Het is echter te ver doorgeschoten. De woningnood in Nederland is grotendeels te wijten aan deze doorgeschoten implementatie van het neoliberalisme: de overheid heeft simpelweg verzuimd om voldoende woningen te bouwen. Minister Blok beschouwde de woningmarkt als voltooid, waarbij (buitenlandse) beleggers vooral een gewichtige rol moesten gaan spelen. Woningcorporaties werden sinds de jaren ’90 verder op afstand gezet; ze moesten meer conform de wetmatigheden van de markt acteren en hun takenpakket werd ingeperkt. Als het gaat om andere onderdelen van de publieke sector, blijkt de privatisering van nutsvoorzieningen of staatsbedrijven niet per definitie (in sommige gevallen overigens wel) tot meer concurrentie of betere diensten en producten te leiden. Het leidt wel tot een beperkte toegankelijkheid van bepaalde voorzieningen. In dunbevolkte gebieden van Nederland is het openbaar vervoer bijvoorbeeld verschraald, omdat de buslijnen daar gewoonweg niet rendabel genoeg bleken te zijn. Daarnaast zorgt het ook voor hevige frustratie onder de bevolking en politici, omdat de politiek zeer weinig regie kan nemen. Ministers zijn daardoor meer systeembeheerders geworden; ze zijn slechts verantwoordelijk voor het feit dat het gedecentraliseerde, gedereguleerde systeem naar behoren functioneert. Zoals ik in de bovenstaande alinea heb duidelijk gemaakt, vind ik het basisbeginsel dat de overheid efficiënter moet werken niet noodzakelijkerwijs een slecht idee. Dat bestuurders en hoge ambtenaren daarvoor hun blik hebben geworpen op de private sector, is ook niet direct vreemd. Om inspiratie op te doen en verbeteringen aan te brengen, kan een kijkje in de andere keuken tot verfrissende, nieuwe inzichten leiden. Echter, de afgelopen bestuurlijke generaties hadden het mensbeeld — voortkomend uit het fundamentalistische marktdenken — nooit moeten overnemen: de notie dat mensen rationeel handelende wezens zijn die concurrenten van elkaar zijn en door de overheid beschouwd moeten worden als consumenten. Dit mensbeeld leidt ertoe dat de overheid de burger is gaan wantrouwen. Denk bijvoorbeeld aan het idee dat mensen maximaal zullen profiteren en misbruik zullen maken van het sociale stelsel. Deze kerngedachte heeft geleid tot het racistische toeslagenschandaal. Bovendien heeft het geleid tot meer concurrentie tussen burgers onderling. De flexibilisering van de arbeidsmarkt en de bijbehorende opkomst van de zzp’er heeft ertoe geleid dat mensen elkaar zijn gaan zien als rivalen, in plaats van dat de medemens iets gegund wordt en dat mensen onderling elkaar tot nieuwe hoogtes voorstuwen. Dit competitieve individualisme leidt tot veel stress en andere gezondheidsrisico’s. Die zero-sum mentaliteit moeten we dus weer helemaal achter ons laten, want het leidt, zoals ik heb getracht te schetsen, tot een negatief mensbeeld waarin weinig plaats is voor het collectieve belang. Het populistische etno-nationalisme heeft tot op de dag van vandaag (nog) geen wezenlijke beleidsmatige veranderingen teweeggebracht. Daarvoor is het simpelweg niet vaak genoeg aan de macht geweest. Wel heeft het geleid tot het verval van fatsoensnormen in de Kamer én in de samenleving. In de Kamer worden de meest vulgaire teksten uitgebraakt over ‘de ander’. Omdat politici fungeren als maatschappelijke rolmodellen, worden zulke gedragingen ook meer en meer de norm in de samenleving. Burgers vinden in groten getale dat de asielmigratie geremd moet worden, en negatieve vooroordelen over moslims en vluchtelingen zijn aan de orde van de dag. In 2018 (ruimschoots voor Wilders’ verkiezingsoverwinning) vond al ruim een kwart van Nederland dat vluchtelingen een directe bedreiging vormen voor de binnenlandse veiligheid. Sterker nog: als de NOS of een andere nieuwsomroep iets publiceert over een dodelijk incident waarbij vluchtelingen en/of statushouders betrokken zijn, wordt dit tegenwoordig door hele volksstammen gevierd als een overwinning: ‘Eindelijk zijn we van die uitvreters af.’ Mensen die van mening zijn dat er tegengeluid geboden moet worden tegen de xenofobe uitlatingen van radicaalrechts, worden geframed als ‘deugers’ of ‘vervelende moraliserende types’. Het etno-nationalistische populisme heeft dus met name het discours weten te beïnvloeden, en dat leidt ertoe dat de gedragingen ten aanzien van kwetsbare groepen (LHBTI-gemeenschap en niet-westerse mensen) wreder en onfatsoenlijker worden. Versmelting etnonationalisme en neoliberalisme De afgelopen tijd versterken het populistische etnonationalisme en neoliberalisme elkaar. Het neoliberalisme heeft bijvoorbeeld de woningnood veroorzaakt doordat de overheid verzuimd heeft om afdoende (sociale) woningbouw op te leveren. Vervolgens heeft het populisme deze weeffouten van het neoliberalisme misbruikt om hun welbekende zondeboktheorie af te stoffen: de vluchteling heeft de woningnood veroorzaakt. De PVV heeft er dus op een kwalijke manier voor gezorgd dat er na decennia van gevoerd neoliberalisme niet de juiste probleemanalyse wordt gemaakt: de marktprincipes zijn te veel toegepast op onze publieke sector. Na de totstandkoming van kabinet Schoof is er zowaar een fusie te constateren tussen het neoliberalisme en het populisme. Daar is het Regeerprogramma het product van. Dit kabinet heeft tot doel zoveel mogelijk levensbedreigende asielzoekers buiten te deur te houden, en voor de PVV is het dan met name belangrijk dat onze nationale gemeenschap niet al te veel islamiseert. Daarnaast moeten deze asielzoekers en Nederlandse moslims zoveel mogelijk in de gaten worden gehouden. De telefoons van asielzoekers dienen preventief uitgelezen te worden met behulp van kunstmatige intelligentie. Er moet strenger toezicht gehouden worden op ‘informeel onderwijs’; oftewel islamitische informele onderwijsinstellingen zullen strikt in de gaten worden gehouden. Door dit kabinet is er dus een discutabel beeld gecreëerd van de ander, namelijk dat de ander niet te vertrouwen is en een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. De minister van Financiën, Eelco Heinen (VVD), zorgt er vervolgens voor dat het neoliberale beleid niet drastisch herzien wordt, maar dat dit zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Ik moet er namelijk bij opmerken dat de neoliberalisering van de Rijksoverheid gedeeltelijk wordt teruggedraaid, maar dat is sinds Rutte IV ingezet. Tijdens Rutte IV werd het ministerie voor Volkshuisvesting namelijk opnieuw opgericht om vanuit de overheid meer regie te nemen. Mona Keijzer zal dit tijdens het huidige kabinet min of meer voortzetten. Daar staat tegenover dat ‘begrotingshavik’ Eelco Heinen er alles aan zal doen om de overheid zoveel mogelijk conform marktprincipes in te richten. In De Volkskrant was ook de volgende quote te lezen: ‘Wij lijken het geloof in de markteconomie te verliezen. Ik geloof er heilig in dat als we loslaten, er hele mooie dingen kunnen ontstaan.’ Daarom besluit hij ook om de overheid aanzienlijk te laten slinken: het aantal ambtelijk personeelsleden moet krimpen, subsidies moeten verkleind of verminderd worden, en Heinen kiest voor bezuinigingen in plaats van dat de hogere inkomens kunnen rekenen op lastenverzwaringen. Heinen kiest er dus voor om publieke voorzieningen zoals het onderwijs te versoberen en de overheid kleiner te maken, zodat de economie niet afgeremd wordt door lastenverzwaringen, vanuit het principe dat dit de samenleving ten goede zal komen. Onnodige overheidsinterventies in de samenleving zullen uiteindelijk dat competitieve individualisme schaden. Daarnaast worden de hogere inkomens hoofdzakelijk bevoordeeld door het nieuwe koopkrachtbeleid, terwijl de minima en uitkeringsgerechtigden er door toedoen van het nieuwe Schoof-beleid in relatieve zin minder op vooruit gaan. Initieel zouden de lagere inkomens 4% erop vooruitgaan, en dat is deze zomer geschrapt door het kabinet Schoof. Het idee is namelijk dat ‘hard werken moet lonen’, wat impliceert dat minima en lagere inkomens niet hard zouden werken en dat uitkeringsgerechtigden sowieso door ongekende luiheid maar thuis op de bank zitten te hangen. Ook dit principe hoort naadloos bij het neoliberale beleid: het idee dat succesvolle mensen financieel geprikkeld moeten worden en dat minder succesvolle of weinig productieve mensen in negatieve zin geprikkeld moeten worden om tot lucratief ondernemerschap te komen (of gewoon zelfontplooiing) of om überhaupt productief te worden. De begrotingshavik is dus gefixeerd op de ‘markt’; hierdoor zijn de functionerende overheid en de samenhangende (semi-)publieke sectoren van ondergeschikt belang. Bedrijven en welvarende burgers worden daarom zoveel mogelijk ontzien, en minima en lagere inkomens moeten geprikkeld worden om ‘succesvoller’ te worden, want ‘hard werken moet lonen’. Dit is verhullende retoriek om te zeggen dat werkende mensen met een hoog inkomen en vermogenden bevoordeeld worden, wat onder andere raakt aan het idee van een trickle down-effect. Of Eelco Heinen zijn financiële beleid ook heeft geconformeerd aan de trickle down-theorie is niet duidelijk, maar het strookt in ieder geval wel met deze neoliberale beleidsopvatting, omdat er vooral beleid wordt geformuleerd ten behoeve van de hogere middeninkomens en de hogere inkomens. Maar ook de ‘samenleving’ moet ontgelden; hoewel burgers en (grote) bedrijven dus profiteren van dit neoliberaal-populistische kabinet, kan het verenigingsleven rekenen op een fikse btw-verhoging, evenals culturele instellingen. Het is tijd voor een ander mens- en wereldbeeld Deze combinatie van neoliberalisme en etnonationalisme is een gevaarlijke cocktail die onze samenleving uiteindelijk zal doen verkruimelen. Dit mensbeeld mag dan ook niet door de politiek gepromoot of genormeerd worden. Als deze denkbeelden worden gecombineerd, ontstaat een samenleving waarin individuen elkaar beconcurreren om ‘succesvol’ te zijn. De medemens wordt gezien als een rivaal die met hard werken weggeconcurreerd moet worden. Naast de angst voor de medemens als economische concurrent, wordt de angst voor de ander via het PVV-gedachtegoed op een andere manier versterkt. Dit gebeurt namelijk via de etnische dimensie: de angst dat de ‘ander’ de nationale cultuur vernietigt. Beide denkbeelden delen hetzelfde fundament: de medemens wordt negatief geportretteerd, ofwel vanuit een etnische of vanuit een financieel-economische invalshoek. Binnen de nationale gemeenschap zijn we hevig aan het concurreren met elkaar. Aan de randen van die gemeenschap proberen we de vreemdeling zoveel mogelijk te wantrouwen en een vijandsbeeld te scheppen. De politiek zou juist wederzijds vertrouwen moeten bevorderen. We moeten werken aan een samenleving waarin mensen omzien naar elkaar en beseffen dat we elkaar nodig hebben om vooruit te komen. De grenzen van de nationale gemeenschap hoeven niet strikt afgebakend te zijn. Ze moeten flexibel genoeg zijn om mensen kansen te geven om volwaardig lid te worden van de Nederlandse samenleving. Wanneer dit wederzijdse vertrouwen wordt gestimuleerd, durven mensen ook vaker risico’s te nemen en verantwoordelijkheid te dragen. Ze weten dan dat falen niet keihard zal worden afgestraft. Dit zal de samenleving optimistischer maken en minder kwetsbaar voor angstprojecties over vluchtelingen. Er ontstaat een echte “we-can-do-it”-mentaliteit. Nationalisme en liberalisme zijn niet per definitie slechte stromingen. Nationalisme creëert een bepaalde solidariteit, die we hebben ingezet om de verzorgingsstaat op te bouwen. Dit gevoel van samenzijn motiveert mensen elke dag om bijvoorbeeld te waken over onze veiligheid, zoals onze mannen en vrouwen bij Defensie. Maar dit nationalisme moet gepaard gaan met een hoge mate van inclusiviteit. Nieuwkomers en minderheden moeten erop kunnen vertrouwen dat ze volwaardige Nederlandse burgers kunnen worden, mits ze van goede wil zijn. Ze moeten hun democratische waarden weten te verenigen met hun migratieachtergrond of religieuze overtuigingen. Liberalisme is ook een waardevolle politieke stroming. Ondernemerschap en het beste uit jezelf halen moeten we aanmoedigen. Maar dit moet gebeuren zonder het toxische idee van competitief individualisme, en meer vanuit het besef dat we elkaar nodig hebben om tot creatieve en baanbrekende oplossingen te komen. De overheid heeft de taak om solidariteit en gemeenschapszin te ondersteunen, zowel financieel als op andere manieren. Zo creëer je een voedingsbodem van vertrouwen en saamhorigheid. Dit wij-gevoel moet ook doorwerken in andere delen van de samenleving, zoals het bedrijfsleven. Daarnaast moet de politiek de regie weer terugnemen op beleidsterreinen waar ministers nu weinig invloed op hebben, zoals energie-infrastructuur en openbaar vervoer. Gelukkig zien we dat de overheid op het gebied van woningbouw weer haar rol oppakt. Samen met het bedrijfsleven wordt gewerkt aan een evenwichtige woningmarkt en het opleveren van voldoende woningen. Dit artikel is overgenomen van anti-populista. Stukken op dat blog worden geschreven als bijbaan, dus mocht je het stuk waarderen kun je dat ook financieel laten blijken via deze link.

Door: Foto: Rijksoverheid, Ministerie van financiën, minister Eelco Heinen, foto Martijn Beekman
Foto: Marlies van Wijngaarden (cc)

Een volk dat proleten vereert

Is het u ook opgevallen, die overdreven haat die Frans Timmermans plotseling ten deel valt sinds hij voortrekker is voor de lijstcombinatie van PvdA en GroenLinks? Zo kreeg ik vanuit het niets een serie appjes van een tante: dat de voormalige Eurocommissaris een ramp voor het land zou betekenen, aangezien hij als ‘klimaatpaus’ zoveel kapot had gemaakt voor het bedrijfsleven.

“PvdA pluche socialisten! Stikstof en palletbrandstof waarvoor bomen gehakt moeten worden. Door zijn gedram komen veel bedrijven op de rand het het faillissement. Alles wordt in Nederland kapot gemaakt.” Ze eindigde haar tirade met “Walgelijk mens!!” Ik neem maar aan dat ze daarmee Timmermans en niet mij op het oog had.

Afkeer van fatsoen en intellect

Bovenstaande sentimenten zie ik geregeld weerspiegeld op social media. De laatste dagen gaat het over de enorme bedragen wachtgeld waar ‘ons Frenske’ tijdens de verkiezingscampagne aanspraak op maakt. Media nemen dit frame gretig over, met ‘scherpe’ vragen of Timmermans inderdaad multimiljonair is (geschat vermogen: €4,3 miljoen). Gek is dat, ik hoor die vraag nooit stellen aan de schijnbaar sobere premier Mark Rutte, die goed zou zijn voor een vermogen van twee miljoen euro.

Op de een of andere manier worden dit soort frames zorgvuldig bewaard voor politici en bestuurders van progressieve snit, die met twee woorden kunnen spreken en weten hoe je tafelservies behoort te gebruiken. Eerder al werd Sigrid Kaag gebombardeerd tot elitaire heks en Rob Jetten tot klimaatdrammer. Zoek eens op Twitter op ‘het Kaagmens’ en je treft zelf columnisten in een landelijke krant die deze verontmenselijkende term gebruiken.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Provincie Overijssel (cc)

Vechten voor democratie

RECENSIE - Jarenlang was Mein Kampf in Nederland verboden. Een vergissing, meent historicus Ewout Kieft. Want als je de democratie weerbaar wilt maken, schrijft hij in zijn boek Vechten voor democratie, moet je de zwakke plekken van dit politieke systeem kennen. Adolf Hitler kende ze maar al te goed. Lees zijn boek en wees gewaarschuwd, is de boodschap van Kieft.

Een van die zwakke plekken die Hitler meende te kunnen gebruiken voor zijn beweging was dat de grote massa van de bevolking compromispolitiek niet begrijpt. Je behaalt meer succes als je compromisloos vasthoudt aan je ideeën, nooit fouten toegeeft en onredelijk durft te zijn. ‘En als je aangesproken wordt op een onwaarheid, corrigeer die niet, maar doe er nog een schepje bovenop,’ aldus interpreteert Kieft de aanpak van de nazi’s. Daarmee brengt hij de vorige Amerikaanse president in beeld. De actualiteit van Mein Kampf voor de Nederlandse democratie vind ik moeilijker te bepalen. Hitler bouwde zijn politiek op het idee dat de grote massa niet rationeel is en alleen in beweging gebracht kan worden door op gevoelens te spelen. Om deze ‘simpele zielen’ achter je te krijgen was het van belang de strijd te concentreren op één vijand waarin al ‘het kwaad’ van de wereld werd geconcentreerd. Mythische beelden over de wederopstanding en wederopbloei zouden daarbij moeten helpen. Op de uiterst rechtse flanken van de Nederlandse politiek zijn misschien nog schimmen van deze politieke ideologie te vinden. Maar als het om zwakke plekken gaat moeten we denk ik toch naar andere kenmerken van de hedendaagse Nederlandse democratie kijken.

Foto: Foto door Wisconsin Center for Investigative Journalism (CC)

In Wisconsin hangt de democratie aan een zijden draadje

ANALYSE - “Als ik word verkozen als gouverneur”, belooft Tim Michels, “verliest de Republikeinse partij nooit meer een verkiezing in Wisconsin.” Michels, de Republikeinse gouverneurskandidaat in Wisconsin, steekt zijn plannen niet onder stoelen of banken: met de Republikeinen aan het roer gaat de democratie op de schop.

Vandaag is de laatste dag van de Amerikaanse verkiezingen. Om de twee jaar kiezen Amerikanen hun vertegenwoordigers voor het Huis van Afgevaardigden en één-derde van de Senaat. Daarnaast kiezen de Amerikanen ook hun lokale volksvertegenwoordigers en een groot deel van de gouverneurs in de zogeheten midterms.

Inflatie, abortus en zorgen over de economie staan in het middelpunt van de aandacht. Door de grote media-aandacht naar deze hot topics dreigt één onderwerp in de vergetelheid te geraken: de Republikeinse aanval op de democratie. En die dreiging merken ze in Wisconsin.

Een derde

De Republikeinse uitholling van de democratie is geen nieuw fenomeen in Wisconsin. Vier jaar terug gingen Democraten massaal naar de stembus. Trump en de ontevredenheid met het Republikeinse bewind waren de perfecte ingrediënten voor een Democratische overwinning. En jawel, 53 procent van de stemgerechtigden koos een Democraat voor het Lagerhuis van Wisconsin. Maar de verkiezingswinst bleef uit: Democraten wonnen een derde van het aantal zetels.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: EU2017EE Estonian Presidency (cc)

Populisme? Of Rutte-doctrine?

Gastbijdrage door Frank Huysmans

Moest het parlement nou echt zes uur lang debatteren met de minister-president over hoe en waarom hij sms’jes verwijderde van zijn oude Nokia? Het is oorlog in Europa. Gas, stroom en benzine zijn onbetaalbaar. Asielzoekers slapen op stoelen. Door stikstof ligt de bouw stil. En wat doet de oppositie in de Kamer? Die grijpt een bericht in de Volkskrant aan om populistisch op de premier in te hakken.

Zo ziet althans De Correspondent-correspondent Jesse Frederik het. In een column die hij uitsprak bij Raad van State noemt hij het onderzoekspopulisme: “Appjes, sms’jes, notulen, nota’s, notities, conceptverslagen, brieven, faxen, telegrammen, rooksignalen – alles moet boven water.” Alleen al van dit spervuur aan informatieverzoeken gaat de suggestie uit dat de regering cruciale informatie achterhoudt. En dus gewantrouwd moet worden.

Boze Kamerleden en een geïrriteerde premier: gefundenes Fressen voor de nieuwsmedia. Juist daarom moeten zij zich niet in dit spelletje laten meeslepen, zegt Frederik. De echte schandalen liggen voor het oprapen in documenten die al openbaar zijn maar waarvoor niemand zich interesseert. Zie de toeslagenaffaire. Die had al veel eerder aan het licht kunnen komen. Indicaties waren er genoeg; die vielen alleen niemand op. Men had het te druk met ophef.

Foto: Patrick Rasenberg (cc)

De media en het rechts-populisme

OPINIE - Anet Bleich en Natascha van Weezel schreven een boek over de omgang van de media met rechts-populistische partijen: De Houdgreep. Bleich: „In de regel is dat tamelijk kritiekloos. Terwijl die partijen zelf voortdurend afgeven op journalisten. Het is bijna masochistisch van de journalistiek.” Toch blijven journalisten aan de PVV en het FvD trekken omdat ze hopen te kunnen scoren met ophef en vertier. Behalve een waarschuwing voor het ondemocratische gehalte van met name FvD is het boek een kritiek op de media die primair voor de spanning en sensatie achter Wilders en Baudet aanlopen.

Moet je dan geen aandacht besteden aan deze partijen? Op deze vraag geeft het boek helaas geen bevredigend antwoord. Bleich en van Weezel stellen wel het argument ter discussie ‘dat de rechtse populisten er bij horen en dat hun verhaal evenzeer moet worden gehoord als dat van alle anderen.’ Ze beschouwen het als een valkuil voor de media ‘dat je PVV en Forum afschildert als gewone, tamelijk onschuldige partijen’. Ze verwijzen naar Léonie de Jonge die onderzocht waarom rechts-populistische partijen in Wallonië zo weinig succes hadden. Dat had volgens haar vooral te maken met de manier waarop de media met extreemrechts omgingen. Ze behandelen extreemrechtse partijen als zodanig en niet als ‘gewoon’. Bleich en Van Weezel citeren een fundamentele vraag van De Jonge: ‘Ben je hoeder van de democratie of passief doorgeefluik?’.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Terence Faircloth (cc)

Moorddadige identiteiten

RECENSIE - Amin Maalouf is in 1949 geboren in Libanon. Sinds zijn ouders in 1976 vluchtten voor het religieus geweld in hun land woont hij in Frankrijk. Zoals zoveel immigranten kreeg hij vervolgens jarenlang de vraag voorgelegd met welk land hij zich het meest verbonden voelde. Maalouf verklaarde dan altijd zijn liefde voor beide landen als onderdeel van zijn identiteit.

‘Identiteit valt niet op te delen, noch in helften, noch in derden, noch in hokjes. Ik heb niet meerdere identiteiten, ik heb er slechts één, opgebouwd uit al die facetten die me hebben gevormd, volgens een unieke dosering die bij iedereen anders is.’

Dit schreef hij meer dan twintig jaar geleden aan het begin van zijn boek Moorddadige Identiteiten dat nu opnieuw is uitgebracht in de serie Davidsfonds Essays. Een terechte heruitgave van een nog steeds actueel betoog van een ervaringsdeskundige over de heilloze weg van identiteitspolitiek. Met een hartstochtelijk pleidooi voor diversiteit en humanisme. Maalouf schreef zijn verhaal in de nadagen van de burgeroorlog in Joegoslavië en van de genocide in Ruanda. Hij ziet mensen in reactie op de voortschrijdende mondialisering terugvallen op hun eigen gemeenschap of religie met alle risico’s op gewelddadige conflicten. Zoals in zijn geboorteland waar de maatschappij cultureel en institutioneel is opgedeeld in streng van elkaar gescheiden religieuze groepen. Dat ’tribalisme’ ziet hij in het westen groeien. En het zet hem aan het denken over de betekenis van identiteit en diversiteit.

Foto: Blink O'fanaye (cc)

On-Nederlands

COLUMN - van Alexander Beunder, economisch onderzoeker en journalist

Zou zoiets ook in Nederland kunnen gebeuren? De vraag zingt rond, na de Capitoolbestorming op woensdag 6 januari in Washington. Het wordt inmiddels door diverse Amerikaanse media beschouwd als een mislukte poging tot een staatsgreep, door president Donald Trump en zijn meest militante aanhang.

On-Nederlands wellicht, dat soort radicale sentimenten, in een land waar het woord “democratie” is opgenomen in de naam van menig politieke partij. Wel wordt er af en toe in kleine kring over gefilosofeerd, binnen marginale genootschappen of Whatsappgroepjes. En dan wordt – zo is het gevoel onder de beklaagden – vaak van een mug een olifant gemaakt.

Nederland tijdelijk onder militair bewind

Zo vond ook de 59-jarige ingenieur en ondernemer Eduard D. C. van Drenthem Soesman, toen hij in 1975 in opspraak kwam als voorzitter van het Noenmaalgezelschap – een conservatief herenlunchclubje van dertig tot veertig oud-militairen, juristen en ambtenaren, verbonden aan Sociëteit de Witte in Den Haag. De ingenieur maakte zich zorgen over de linkse wind die er waaide onder premier Den Uyl. Maar het enige dat hij in het clubblad Het Gezag had geschreven – waar zoveel ophef over ontstond in de media en bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst – was dat het beter zou zijn als Nederland tijdelijk onder een militair bewind kwam te staan. Tijdelijk slechts, in een ‘overgangstijd’ van ‘hoogstens 3 jaren’ waarin de regering even ‘zonder parlement werkt’.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Daniel Arrhakis (cc)

Is populisme bedreigender dan terrorisme?

COLUMN - van Henk Witte
De samenleving in de Verenigde Staten wankelt. Met dank aan de populist Donald Trump, die er in is geslaagd om grove leugens als waarheden er bij zijn achterban in te pompen. Donald Trump die doelbewust op verwarring, twijfel en chaos heeft aangestuurd en wiens politieke erfenis een ongekend verdeeld land is.  Het is de doorgeslagen populist die ons duidelijk heeft weten te maken waar ongebreidelde politieke avonturiers het land, een volk kunnen brengen. Het is een waarschuwing voor het populisme. Voor de politiek van mensen die niet het landsbelang voor ogen hebben, maar die zijn blind geslagen door politieke zelfbevrediging en zich laten leiden door een eigen gecreëerde werkelijkheid.

Er rust wellicht een zekere zegen voor ons op de ontwikkelingen in de VS. Als we beseffen dat het hier om het land gaat dat lange tijd model stond voor een democratische orde waaraan alle vrije staten zich maar al te graag spiegelden, een land dat door de Westerse landen bijna blindelings werd en wordt gevolgd, ook in zijn doorgeslagen kapitalistische structuren, dan zouden we ons er bewust van moeten worden dat een dergelijke instabiliteit zoals door Trump veroorzaakt, ook zo maar eens realiteit in die andere democratische staten zou kunnen worden. Waaronder de onze, ons Nederland.

Foto: GPA Photo Archive (cc)

De tirannie van verdienste

RECENSIE - De meritocratie moest een correctie zijn op de privileges van een rijke, aristocratische elite. Nu bedreigt een nieuwe, hoog opgeleide elite de democratische verhoudingen.

Eind jaren vijftig publiceerde de Britse socioloog Michael Young een boek onder de titel The rise of the Meritocracy. Hij reageerde op de onderwijspolitiek van de Britse Labourpartij die de klassenmaatschappij wilde doorbreken met een sociale ordening op basis van talent. Young schreef een dystopie over de gevolgen die dit streven zou hebben in jaren dertig van de 21e eeuw. Zijn verhaal loopt uit op een opstand van de onderklasse van ongediplomeerden tegen de hoog opgeleide elite. De waarschuwing, die in zijn als satire begrepen boek besloten lag, werd niet gehoord.

Met New Labour herhaalde Tony Blair rond de eeuwwisseling de boodschap uit de jaren vijftig: ‘Wij geloven dat mensen in staat moeten zijn om op te klimmen op grond van hun talenten en niet op basis van hun afkomst of privileges.’ In The Guardian reageerde de inmiddels 85-jarige Young met ontsteltenis. Het leek er op of zijn voorspelling ging uitkomen. ‘Ik verwachtte dat de armen en de achtergestelden de pineut zouden worden, en dat blijkt ook zo te zijn. (…) Het is nogal zwaar om in een samenleving die zozeer hecht aan de verdienste te worden weggezet als iemand die het daaraan ontbreekt. Nog nooit eerder werd een onderklasse in moreel opzicht zo radicaal moreel uitgekleed.’

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende