Onbreekbare menselijkheid in de diepste duisternis
In deze barre tijden is het van belang om ons niet uit het veld te laten slaan door het succes van de populistische en zelfs fascistoïde onderstroom die nu in zijn leugenachtige, perfide, tirannieke gedaante de kop opsteekt; van de tirannie in Trumpistisch Amerika tot terreurdemonstraties tegen AZC’s, van de agressie en sabotage van Putin tot in Den Haag, waar een partij met een dictatoriale structuur zonder interne democratie, maar wel met NSB-speldjes op jasjes, nog steeds wordt gedoogd.
Tegenmacht zal er altijd zijn, maar om die te behouden zijn wel veerkracht en ook inspiratie nodig. Die liggen niet zomaar voor het oprapen en dus moeten wij die zoeken.
Dan komen we snel uit bij getuigenissen van mensen die het vreselijkste hebben moeten doorstaan: het ondenkbaar wrede sadisme van de vernietigingskampen onder het naziregime. Bij stemmen die in staat zijn gebleken om in de ontmenselijking juist hun menselijke waardigheid en de hoop overeind te houden: schrijver Elie Wiesel en psychiater Viktor Frankl.
Mensen raken op diverse manieren medeplichtig aan de wreedheden: uit machtswellust, eigenbelang, ijdelheid, angst, pure hebzucht of de eigen geestelijke gestoordheid. Wat ook de drijfveren en oorzaken voor de vernietigingsdrang en aantrekkingskracht van het fascisme zijn, als het gaat om antwoorden daarop, komt Elie Wiesel uit bij ons gedrag, bij onze houding, bij wat wij doen of nalaten. Zwijgen over wat is gebeurd (en daarmee ook wat zich nu voltrekt) stelt hij gelijk aan medeplichtigheid. Het niet bespreken en het vergeten van de wreedheden en massamoord kwalificeert hij als een gevaarlijke vorm van verraad.
