Nationaal Historische Soap
De hippe ‘fortysomething’ directeuren van het toekomstige Nationaal Historisch zien er uit als yuppen, praten als yuppen, ontvangen een yuppiewaardig salaris, maar willen liever geen yuppen worden genoemd. Ze willen beoordeeld worden op de inhoud. Goed, de inhoud. Deze yuppie lookalikes lappen alle Haagse instructies aan hun laarsjes. Zoals ze zelf aangeven: ‘de Kamer gaat over het wát, maar wij, de museumprofessionals, gaan over het hóe’. Aan zelfvertrouwen geen gebrek. De toegewezen locatie beviel hen niet, dus die hebben ze veranderd. De historische canon als leidraad gebruiken? Ben je gek, veel te oubollig! Tenslotte moet het museum een 2.0 website krijgen en ‘kunnen ze niet wachten’ tot een groep van 15-, 16-, 17-jarigen hen gaat vertellen wat er allemaal ‘boring’ is aan het museum. Wie haalt deze heren terug naar realiteit 1.0? Of, beter nog, wanneer vervangt Plasterk deze 2 museumprofessionals door 1 museumprofessional?
Naam gemaakt
De heren Schilp en Byvanck hebben naam gemaakt als museumdirecteuren. Lekker hip, lekker gek en lekker anders, zwaaiden ze de scepter over respectievelijk het Zuiderzeemuseum en het Zeeuws Museum. Het Historisch Nieuwsblad ging bij beide musea langs en gaf een 4,5 en een 4,0 als rapportcijfer. Ai! Chronologie, samenhang en inhoud van beide collecties waren volstrekt onvoldoende. In het Zeeuws museum ging de tijdelijke tentoonstelling, over de worsteling van een Surinamer met zijn dubbele identiteit. De relatie met Zeeland en haar geschiedenis was ver te zoeken. Zo was er weliswaar moderne kledij te zien geïnspireerd op klederdracht, maar geen spoor van de authentieke klederdracht zélf.