De ‘war on crime’ in Nederland

Hoe ziet misdaad in Nederland eruit en hoe bestrijd je het? Drie wetenschappers duiken de onderwereld in. De 'war on terror', 'war on drugs' en 'war on crime': als je kijkt naar de manier waarop we in Nederland over misdaad praten, lijkt het alsof we in een onveilig land wonen. Toch is het in Nederland nog nooit zo veilig geweest als nu. “Hoe veiliger het wordt, hoe hysterischer we omgaan met het laatste beetje misdaad”, stelt filosoof en jurist dr. mr. Marc Schuilenburg (VU). Samen met criminologen prof. dr. mr. Miranda Boone (UL) en dr. Damián Zaitch (UU) ging hij tijdens het Science Café in gesprek over de Nederlandse misdaad. Sancties en re-integratie Het aantal gevangenen in Nederland is de laatste decennia flink gedaald. "In vergelijking met het buitenland zijn er in Nederland zelfs erg weinig gedetineerden", licht Boone toe. Toch betekent dat niet direct dat er minder criminaliteit is. "We brengen steeds minder delicten voor de rechter. En bovendien worden er vaker maatregelen getroffen om mensen uit de gevangenis en in de samenleving te houden, zoals met een taakstraf."

Foto: Guilhem Soulas (cc)

Politie-video’s als propaganda

OPINIE - Sinds een paar jaar plaatst de Rotterdamse politie korte video’s op YouTube. Slick gemonteerd, maar ze hebben weinig te maken met wat de politie werkelijk doet, aldus Sander Zwaard.

Wekelijks verschijnen er nieuwe filmpjes op het PRO247-kanaal. De filmpjes zijn populair op andere social media zoals Dumpert en Reddit, omdat er altijd wel wat in gebeurt – een achtervolging, een vechtpartij. Ze zijn ‘slick’ gemonteerd, inclusief een suspense-voice-over en opzwepende muziek. Het grote probleem met die filmpjes: ze geven een vertekend beeld van wat de politie doet en kan, en dat gaat geheid problemen geven doordat mensen totaal overspannen verwachtingen hebben van de politie zal doen als hun iets overkomt.

De mythe van keihard ingrijpen

In zo’n filmpje wordt bijvoorbeeld een inbreker op heterdaad betrapt en na een spannende achtervolging aangehouden. Iedereen die weleens melding heeft gedaan van een inbraak ‘op heterdaad’ weet dat de praktijk heel anders is. De politie komt – buiten hun schuld – vaak te laat, want zelfs al is het politiebureau een kilometer verderop, agenten moeten maar net ‘in de buurt’ en beschikbaar zijn. Dan moeten ze op basis van een onduidelijk signalement (‘een man in een spijkerbroek met een petje op’ – ja, daar zijn er honderden van in een grote stad) iemand zien te vinden die ondertussen al lang en breed vier straten verderop is. Het is niet voor niets dat het oplossingspercentage van inbraken maar zo’n 8% is.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Opsporing en vervolging via sociale media

Stel: je wordt verdacht van een ernstig misdrijf en opsporingsambtenaren leggen een link tussen daad en dader door gebruik te maken van sociale media. Mag dat, vraagt gastauteur Sebastiaan van der Lubben zich af?

In Amerika is een debat ontstaan over deze zoekmethode. Een verdachte van ontvoering en moord werd herkent door gebruik te maken van profielen die hij aanmaakte op datingsites. Daarop veel foto’s vanuit verschillende hoeken van de dader. Slimme gezichtsherkenning (denk CSI) deed de rest. Dus kopte (het uitstekende NextGov): Feds turn to dating websites and facial recognition tools to catch crooks. Logisch: de zoekmethode gaat een stuk sneller dan het opsporen en overtuigen van (onwillige) getuigen om mee te werken aan het proces. De techniek doet de rest.

Gezichtsherkenning gaat sneller en beter dan vijf, zes jaar geleden. De technologie wordt goedkoper en het aantal foto’s op internet explodeert. Zoeken in online bestanden naar boefjes is een fluitje van een cent. En precies daartegen maken rechtsgeleerden, de Federal Trade Commission en het Congres grote bezwaren. De overheid krijgt zo wel heel veel macht om naast verdachten ook een referentiecheck te maken van iedereen in de (directe) omgeving. Law enforcement goes 2.0 zou je kunnen zeggen, met alle juridische vraagstukken van dien.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Opslaan vingerafdrukken zelf is hoe dan ook een slecht idee

Een gastbijdrage van Jaap-Henk Hoepman, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en TNO. Het stuk is ook op zijn blog te lezen.

Begin februari bleek dat een meerderheid van de Tweede Kamer tegen de centrale opslag van vingerafdrukken uit het nieuwe paspoort is. Maar daarmee is het onderwerp nog niet van de politieke agenda. Morgen belegt de parlementaire commissie Binnenlandse Zaken een rondetafelgesprek over biometrische data in paspoorten. Het is daarom goed nog eens stil te staan bij de argumenten tegen centrale opslag van onze vingerafdrukken.

Het nieuwe paspoort bevat de vingerafdrukken van de eigenaar om look-alike fraude te voorkomen. Bij deze vorm van fraude misbruikt een persoon die lijkt op de werkelijke eigenaar een gestolen of verloren paspoort. Door bij controle aan de grens, bijvoorbeeld op Schiphol, de vingerafruk van de passagier te vergelijken met de vingerafdruk die in het paspoort staat opgeslagen, wordt dergelijk misbruik gedetecteerd. De vingerafdruk op het paspoort dient dus ter verificatie van de identiteit van de houder.

Anders dan in het verleden door de toenmalige minister is betoogd, is centrale opslag van vingerafdrukken niet noodzakelijk voor verificatie. Zo’n centrale database dient een ander doel, namelijk het bepalen van de nog onbekende identiteit die hoort bij een gevonden vingerafdruk. Bijvoorbeeld als de politie een persoon zonder identiteitsbewijs staande houdt die weigert zijn naam te noemen, of als een vingerafdruk wordt gevonden op de plaats van een misdrijf. Centrale opslag van vingerafdrukken dient dus ter identificatie van vooralsnog onbekende personen. Dit is dus een ander doel dan waar de vingerafdruk in het paspoort oorspronkelijk voor bedoeld is, en daarmee dus in tegenspraak met de doelbindingsvereiste in de Wet bescherming persoonsgegevens. Centrale opslag schiet haar doel voorbij.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bewaarplicht levert niets op

Een gastbijdrage van Bits of Freedom die aandacht vraagt voor een belangrijke zaak.

De verplichte opslag van telecomgegevens levert niets op, maar schendt op grote schaal de privacy van vijfhonderd miljoen Europeanen. Dit blijkt uit het evaluatierapport van de EU-richtlijn bewaarplicht telecomgegevens van de Europese Commissie, dat vandaag openbaar wordt. Digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom en haar Europese koepelorganisatie European Digital Rights wisten het rapport al eerder in handen te krijgen en bekritiseren de analyse van de Europese Commissie in hun parallelle ‘schaduw rapport’, dat vandaag gepubliceerd is. Daarin roepen zij de Europese Commissie op een einde te maken aan de bewaarplicht telecomgegevens in Europa.Geen voordelen

De bewaarplicht verplicht telecombedrijven om privé-gegevens over het verkeer en de locatie van iedere klant op te slaan gedurende twaalf maanden. De Europese Commissie slaagt er niet in om te bewijzen dat dit een noodzakelijke maatregel is om ernstige criminaliteit te bestrijden. Uit haar rapport blijkt namelijk dat ernstige strafbare feiten ook opgelost worden zonder deze verplichte opslag. Tegelijkertijd laten statistieken niet zien dat er sprake is van een stijging van criminaliteit of een daling van aantal opgeloste zaken in de Europese landen zonder een bewaarplicht. In landen als Duitsland en Roemenië hebben nationale rechters de bewaarplicht ongrondwettig verklaard, terwijl in landen als Oostenrijk en Zweden de nationale parlementen de bewaarplicht niet willen implementeren vanwege privacybezwaren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bevragingen CIOT door opsporingsdiensten stabiel

Voor het eerst sinds het bestaan van het CIOT is het aantal bevragingen gedaald. In 2009 werden er door de 36 opsporings- en inlichtingendiensten nog meer dan 2,9 miljoen keer gegevens opgevraagd bij het CIOT. De 2010 is dat licht afgenomen tot 2,6 miljoen vragen over klanten van telecom- en internetproviders.

Ondanks dat er 12% minder vragen aan het CIOT Informatie Systeem (CIS) werden gesteld, is het aantal antwoorden op die bevragingen met 14% toegenomen. Behalve dat het aantal vragen is afgenomen, is ook het aantal vragen met en zonder antwoord kleiner geworden. De daling ervan is respectievelijk 11% en 14%. Dat zou verklaard kunnen worden doordat het aantal antwoorden per vraag, dat wel een antwoord kent, is toegenomen.
Dat het aantal antwoorden hoger is dan het aantal vragen komt doordat het systeem soms op een enkele vraag meerdere antwoorden kent. De meeste mensen hebben naast een abonnement immers ook een internetaansluiting thuis. Een opsporingsambtenaar die de gegevens die van iemand in het systeem bekend zijn opvraagt, krijgt in zo’n situatie minimaal twee antwoorden.

Opmerkelijk zijn de grote verschillen tussen de politiekorpsen onderling en het verschil met 2009. Toen spande de Politie Midden-West Brabant met bijna een half miljoen bevragingen de kroon van alle opsporings- en inlichtingendiensten. Afgelopen jaar had dezelfde regio genoeg aan 68.000 bevragingen, een daling van 86 procent. Ook de nummer 2 van 2009 heeft in 2010 veel minder bevragingen gedaan. Het aantal bevragingen van de Politie Hollands-Midden daalde met 58 procent. De politie in de regio Amsterdam-Amstelland, in 2009 goed voor de derde plaats, deed in 2010 meer dan 40 procent extra bevragingen en voert de lijst nu aan. Het aantal bevragingen van de AIVD en MIVD blijven geheim.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.