De afgelopen decennia hebben Nederlandse musea miljoenen gestoken in klimaatinstallaties. Deze hebben tot doel het binnenklimaat van musea zo constant mogelijk te houden, om zo de kunst te beschermen. Want wisselingen in het klimaat, dat is slecht voor kunst. Tenminste, volgens de wetenschap van enkele jaren geleden.
Wondere wetenschap
Inmiddels is de wetenschap een paar stappen verder. Marco Martens deed promotieonderzoek naar het binnenklimaat van musea, en wat bleek? Klimaatinstallaties blijken ook enorme nadelen te hebben. De energierekening gaat omhoog, soms lopen monumentale gebouwen schade op en soms ook de collectie zelf, waar het allemaal om begonnen was. De conclusie van Martens is dat het klimaat niet zo nauwkeurig geregeld hoeft te worden als tot dusver werd aangenomen.
Het is de droom van iedere wetenschapper: een item in RTL Nieuws en Kamervragen naar aanleiding van zijn of haar promotie. VVD-er Bart de Liefde sprong er bovenop: hoe moet het nu verder met de klimaatbeheersing in musea? Wat vindt de staatssecretaris van de conclusies van Martens, deelt hij de mening dat er minder uitgegeven kan worden aan klimaatbeheersing, en onderschrijft hij Martens’ aanbevelingen? Kan dit wellicht bijdragen aan de bezuinigingen op musea?
De meeste Kamervragen worden tegenwoordig gesteld naar aanleiding van krantenberichten, maar Bart de Liefde stelt ze naar aanleiding van harde wetenschap. Maakt dat zijn Kamervragen beter dan de andere? Het antwoord is nee, want de visie die achter zijn vragen schuilgaat is dezelfde als die van veel andere Kamerleden: de overheid moet alles doen en alles tot in de puntjes regelen. Ook als dat helemaal niet nodig is.