Verarmd uranium: tijd voor verantwoordelijkheid
Hieronder een gastbijdrage van Wim Zwijnenburg (beleidsadviseur inhumane wapens bij de vredesorganisatie IKV Pax Christi). Een verkorte versie van dit stuk verscheen vandaag in Trouw.
In de afgelopen decennia zijn tienduizenden burgers in Irak (1991, 2003) en Kosovo (1999) blootgesteld aan verarmd uranium munitie, ondanks dat het gebruik hiervan mogelijk verband houdt met geboorteafwijkingen en een verhoogd aantal gevallen van kanker. Burgers in Irak en Kosovo hebben recht op duidelijkheid over de effecten van deze wapens, maar de landen die ze gebruiken ontlopen hun verantwoordelijkheid.
Afgelopen weekend publiceerde de Britste wetenschapper dr. Chris Busby een onderzoek waaruit bleek dat in Fallluja, Irak, er een relatief groot aantal geboorteafwijkingen en kankergevallen is geconstateerd na de aanval van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië op deze stad in 2004. Hoewel Busby geen oorzaak aanwijst voor deze uitkomsten, wijst hij erop dat er, gezien de aard van de gezondheidsproblemen, mogelijk een verband bestaat met het gebruik van verarmd uranium in munitie.
Verarmd uranium is een licht radioactief en zwaar metaal dat gebruikt wordt in anti-tank munitie omdat het door zijn hoge dichtheid effectief door pantser heendringt. Bij inslag verspreidt zich een dichte wolk van verarmd uranium die de getroffen objecten en de omgeving besmet en die mensen binnen kunnen krijgen door inhalering en aanraking. Veel kapotgeschoten en besmette tanks staan op schrootplekken in woonwijken, waar vooral kinderen en zwangere vrouwen een groter risico lopen. Gemiste projectielen corroderen in de grond en kunnen daarmee het grondwater besmetten.