Niet vasthouden aan voorspellingen

Nederlanders zijn controlfreaks. We willen zoveel mogelijk vastleggen en vertrouwen daarbij op instituties om de toekomst voor ons te voorspellen. Zodat we vast een plan kunnen maken voor de nabije toekomst. In de categorie 'merkwaardig nieuws van de dag' las ik zojuist op de website van NRC het volgende bericht: 'Weerbureaus willen benadrukken dat verwachting niet altijd klopt.' Blijkbaar loopt het leven van half Nederland in de soep als de weersvoorspelling niet helemaal blijkt te kloppen. Horecabazen geven aan inkomsten mis te lopen als er slecht weer voorspeld is en het plotseling toch een zonnige dag wordt. Je zou zeggen: Gooi dat terras gewoon open en bel een van je serveersters of ze een paar uurtjes kan bijspringen en klaar is Kees. Maar nee, als je plant om het terras dicht te houden vanwege de voorspelde regen, dan blijft dat terras ook dicht. Had het weerbureau maar een betere voorspelling moeten geven.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

NRC doet abonnementscijfers fraaier lijken dan ze zijn

JournalismLab zet meest relevante stukken op een rijtje. Uit een diepte-analyse van de aard van de verschillende abonnementen, blijkt dat mensen het NRC wel willen lezen, maar niet willen betalen.

Conclusie: elke drie minuten verliest het NRC een volwaardig abonnee.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Besnijdenis moet kunnen

Recente initiatieven beperken de bewegingsvrijheid van gelovigen. Nu pleit Herman Vuijsje ook nog eens voor een verbod op jongensbesnijdenis. Een oplossing voor een niet bestaand probleem, betoogt Bart Voorzanger.

In NRC’s Opinie en Debat van 8 september 2012 pleit Herman Vuijsje voor een verbod op de besnijdenis van jongens. Daarmee houdt hij een moreel pleidooi, en over moraal valt niet te twisten. Je kunt hoogstens wijzen op ándere situaties waarin een bepaald besluit algemeen aanvaard wordt en dan betogen dat déze situatie voldoende op die andere lijkt om hier datzelfde besluit te nemen – een analogieredenering, altijd een hachelijke onderneming. En je kunt de argumenten voor de door jou bestreden keus ondergraven door te laten zien dat de feitelijke elementen daarin niet kloppen. Vuijsje doet beide, en dat met even weinig resultaat. Zijn analogieën zijn kreupel en zijn feiten deugen niet.

Analogieën

Vuijsje begint z’n verhaal met een uitstapje naar Malawi waar de tienjarige meisjes van sommige stammen door een van opperhoofdswege aangestelde jongeman worden verkracht om ze tot vrouw te maken. Hij doet verder weinig met dit voorbeeld, maar de toon is er aardig mee gezet. Ik zal het hier verder negeren.

Vuijsje vergelijkt jongensbesnijdenis vooral met de weigering door sommige orthodoxe calvinisten hun kinderen te laten vaccineren. Die weigering wordt in ons land nog altijd getolereerd, terwijl hij soms tot stevige gezondheidsrisico’s leidt. Vuijsje meent (op grond van uitspraken van enkele spijtoptanten uit de betrokken gemeenschap – ik hoop dat hij zijn doordeweekse werk grondiger aanpakt) dat het hier gaat om een weigering die voortkomt uit sociale druk, uit angst voor de dominee en de buren, en concludeert dan dat “een consequent afgedwongen vaccinatieplicht door veel orthodox-gereformeerde ouders met een stille zucht zou worden verwelkomd”. Afgezien van dat “veel”, volgt die conclusie inderdaad uit zijn premissen, maar dat “veel” is wel cruciaal. De conclusie hangt dus nog even in de lucht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Waarom Tulleken, Koelewijn en Vandermeersch in de fout gingen

De NRC hield zich niet aan het principe van hoor en wederhoor en aan de gouden journalistieke regel ‘één bron is geen bron’ in haar berichtgeving over het skiongeluk van prins Friso. Dat zijn de voornaamste conclusies van Thom Meens die in opdracht van de krant onderzocht wat er misging in de verslaggeving. Hoe opmerkelijk is het dat een krant als NRC die staat voor betrouwbare, zorgvuldige journalistiek zich niet hield aan haar eigen regels en met een verhaal kwam dat in de tabloids niet zou misstaan? Het is opmerkelijk maar wel verklaarbaar als je vanuit psychologische invalshoek analyseert waarom neurochirurg Kees Tulleken, zijn vrouw NRC-verslaggever Jannetje Koelewijn en hoofdredacteur Peter Vandermeersch in de fout gingen.

Tulleken nam zelf het initiatief om zich te melden bij de kliniek waar prins Friso was opgenomen en zijn diensten aan te bieden. Je kunt dit beschouwen als een onbaatzuchtig gebaar, maar het is wel een gebaar van een zelfverzekerde man die er van overtuigd is dat zijn expertise iets toe kan voegen aan de kennis van de lokale, gekwalificeerde neurochirurgen die dagelijks met lawineongevallen te maken hebben. Tulleken noemt zichzelf een pathologische optimist. Het siert hem dat hij van zichzelf weet dat hij geneigd is te kijken naar wat mogelijk en niet naar wat onmogelijk is, maar het is jammer dat hij die kennis niet heeft gebruikt om zichzelf in toom te houden. Hierdoor bracht hij alleen het positieve nieuws –het is geen schedelbasisfractuur- naar buiten en hield hij het negatieve nieuws –er werd heel lang geanimeerd- achter. IJdelheid is echter een slechte raadgever. Die benam Tulleken het zicht op wat hij als arts had moeten doen. Met al zijn goede bedoelingen werd hij een leverancier van valse hoop.

NRC propageert mythe Gele Gevaar

Het NRC propageert de mythe van het Gele Gevaar, aldus hoogleraar Noord-Koreastudies Remco Breuker.

Auteur Frank van Kolfschooten herkauwt stereotypen die regelrecht lijken weggelopen uit Fu Manchu-romannetje

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nieuws is feit in een context

Nieuws is een feit in een context. Dat bewijst het laatste hoofdstuk in de casus NRC/Prins Friso maar weer eens. In Pauw & Witteman verklaarde Peter Vandermeersch vrijdag te hebben geweten dat Friso lang (45 minuten) was gereanimeerd. Na discussie op de redactie, overleg met specialisten in Nederland en Oostenrijk besloot hij echter om dit ‘feit’ niet te vermelden. Het zou alleen maar leiden tot speculaties. De redactie kreeg bij specialisten al niet helder of lang reanimeren nu schadelijke gevolgen zou hebben of niet. Meld maar niet, was de conclusie. Dus loog Jannetje Koelewijn – zij meldde dat ze niet wist hoe lang er was gereanimeerd.

Dus bleef het blote feit dat er lang was gereanimeerd, uit het artikel. Het blote feit dat er geen sprake was van een schedelbasisfractuur (wat rondbuzzde) kwam wel in de kolommen van de krant. De grond waarop Vandermeersch tot deze opvallende keuze kwam, ligt blijkbaar niet in de wens om zo feitelijk mogelijk verslag te doen van de gezondheidssituatie van Friso. Als dat namelijk het geval was, hadden beide ‘feiten’ in het artikel gestaan. Er is blijkbaar afgewogen – op basis van een context. De vraag is nu: welke?

Vandermeersch wil nieuws op een positieve manier brengen. Het gerucht ontkrachten dat Friso een schedelbasisfractuur had, draagt daaraan bij. Want, concludeerde de redactie blijkbaar: wie geen schedelbasisfractuur heeft, loopt minder risico op ernstig letsel dan slachtoffers die wel een schedelbasisfractuur hebben. De effecten van langdurig reanimatie zijn onduidelijker – onduidelijkheid leidt tot speculaties en die zijn zelden positief. Dat wil de krant niet. Dus maakt NRC er geen melding van. Een week na dato pakt die keuze diametraal verkeerd uit.

Foto: copyright ok. Gecheckt 30-08-2022

Lezers vergeten

Hoe moet een oud nieuwsmedium berichten over nieuws dat volledig anders kan zijn op het moment dat het is gedrukt? Je zou zeggen dat een krant er dan moet voor zorgen dat die goede achtergrondverhalen levert. Artikelen die niet online te vinden zijn. Verhalen waar een nieuwsconsument met liefde voor wil betalen.

Ik heb dat soort artikelen dit weekend in de kranten niet gevonden. Er was geen strijd om het meest interessante nieuwsverhaal. Wat het wel was: een concurrentiestrijd tussen de kranten. En als deze werd beslecht door wie het meest over de tong (of toetsenbord) ging, dan won het NRC.

De krant die zich profileert als betrouwbaar, intellectueel, uitdagend en onmisbaar had een arts weten te strikken die zijn beroepsgeheim gaarne schond. Maar zorgde dat voor een verhaal dat de lezer wilde hebben? Ik betwijfel het. In feite werd het nieuws in een ander jasje gestoken. Namelijk in een hijgend kijk-ons-eens-iets-hebben-dat-lijkt-op-een-primeur-jasje. Wisten we na het artikel meer? Nee, de onzekerheid of prins Friso het haalt of niet, was nog steeds even groot.

Natuurlijk, het is mooi als een journalist zo’n bron weet te vinden. Toch was het naar mijn mening ‘à la NRC’ geweest als er niet zo’n enorm egoverhaal van was gemaakt. Daarbij had het het NRC gesierd als de redactie zich had afgevraagd wat zijn lezer wérkelijk wil weten. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn? Simpelweg de vraag: wat gebeurt er met je als je twintig minuten geen zuurstof krijgt? Of: wat is een goede ski-uitrusting als je off piste gaat skiën? En daarmee hoort het klaar te zijn. Al die speculaties over de eventuele toestand van prins Friso schiet de lezer niets mee op. Bovendien, een beetje nieuwsconsument vindt zijn portie wel via andere bronnen als die daar behoefte aan heeft. Daarbij is het maar de vraag of de NRC-lezer wel echt zo overvoerd wil worden met zoveel (non-)info.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het selectieve geheugen van Bosma

Twee weken geleden schreef Folkert Jensma een bevlogen betoog over de rechtsstaat, waarin hij zijn oprechte zorgen uitte over de stilte rond de dagelijkse schending van rechtsstatelijke beginselen door de PVV.  Op basis van meer dan tien op zichzelf staande gebeurtenissen poneerde hij dat een ‘pluriforme, vrije samenleving, gebaseerd op de rule of law, gelijkheid, respect, vrijheid, debat en compromis’ door de PVV niet gewenst is.

Eén van de argumenten in zijn column was het bijhouden van lijstjes van politieke andersdenkenden, zoals -aldus Jensma- door PVV-Kamerlid Bosma gesuggereerd wordt in zijn boek Schijn-elite van de valsemunters. En laat nou juist dat laatste idee niet (rechtstreeks) uit de koker van Bosma komen. In een ingezonden brief verwijt Bosma zaterdag de oud-hoofdredacteur van NRC Handelsblad ‘puur populisme’ en fact free journalism te bedrijven. Maar vervolgens schiet hij weer zover uit de bocht dat de stelling van Jensma alleen maar meer aan waarde wint. Die ene onterechte toewijzing ten spijt.

Het boek van Bosma mag dan misschien niet zo expliciet tot de lijsten oproepen, maar de suggestie ervan ligt elders voor de hand. Zo verklaart hij op Artikel7.nu:  “Zwarte lijsten” klinkt een beetje eng. Ik houd niet zo van lijstjes. Maar ik denk dat het altijd gezond is in een democratie te kijken naar wat gekozen politici uitvoeren. Het is dan aan de kiezer om daar mee af te rekenen. Op veel internetsites worden politici zeer kritisch gevolgd. Een goede zaak (…).”  En zoals Jensma terecht opmerkt, wordt het initiatief van de lijstjes dan ook op diverse plekken enthousiast opgepakt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Populistisch meedeinen in de architectuurkritiek

Onlangs publiceerde het NRC een opmerkelijke architectuurkritiek. Interessant, niet om de spitsvondige opvattingen over architectuur, want het ging niet over architectuur. Evenmin wegens de goede kritiek, want daarvoor ontbrak het teveel aan intellectuele integriteit. Maar wel interessant, vanwege de constructie. Niet in beton, maar in taal. De feitenvrije taal van het populistische sentiment.

Het droeg de titel Fuck de Context? Fuck de Koolhaas! Het werd geschreven door rechtsgeleerde Bastiaan Rijpkema, die met zijn expertise in vrijheid van meningsuiting, deze blijkbaar graag eens wilde uitoefenen op een terrein waar hij niets van weet. Dat deed hij samen met Thierry Baudet. Een recent door het NRC aangestelde columnist. Tot het moment dat hij zich als zodanig bewezen heeft, misschien het best aan te duiden als de excuusjongere in het genre.

Een duik in het opiniestuk met de diepte van het papier waarop het werd gedrukt. In het kort beweren de auteurs dit:

De ziel van Rotterdam is verminkt en dat komt door het afval waar modernistische architecten het getroffen stadshart mee hebben volgezet. Dat bracht sociale ellende, culturele kaalslag en droefenis. De Nederlandse architect Rem Koolhaas heeft daar alles mee te maken. Hij is zo’n modernistische architect, die de loftrompet steekt over een modernistische hel als Brasilia, en iets tegen mensen heeft. Zo’n architect die als een amateurfilosoof z’n maaksels in ‘uitleg’ hult, omdat hun architectuur zo lelijk is dat zij niet kan worden gebillijkt zonder ’theoretisch kader’. Zo’n architect die beweert dat de traditionele stijlontwikkeling is uitgeput, dat Amsterdam schitterend is, maar dat nu zo bouwen kitsch is. Terwijl Warschau en Dresden na de oorlog met succes traditioneel herbouwd zijn en Leon Krier ook tegenwoordig nog zo bouwt. Aansluiten bij de traditie hoeft geen stilstand te zijn, nieuwe scheppingen moeten juist verbonden zijn ‘met den bodem’. Koolhaas stelt die koers met zijn drie modernistische Rotterdamse megaprojecten niet bij. Hij zegt Fuck de context, wij antwoorden hem: Fuck de Koolhaas!

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022

“Linkse kerk” maakte Geert Wilders groot

Niet de rechtse media, maar de linkse kranten en omroepen zijn degenen die Geert Wilders en de PVV groot maakten. Ze boden een spreekbuis, zegt freelance journalist en voormalig Volkskrant-journalist Frits van Veen

Dat er iets heel griezeligs in dit land aan de hand is, werd mij afgelopen dinsdag duidelijk toen ik naar het debatprogramma Pauw & Witteman keek. De twee topinterviewers hadden gehoord dat vier van de vijf Marokkanen en Turken “nog steeds” met andere Marokkanen respectievelijk Turken trouwen. Hoewel de tafelgasten hun best deden wat tegengas te geven (“Zou het bij autochtone Nederlanders niet veel anders zijn?”), waren de twee interviewers niet te stuiten. Het schuim stond hen bijna aan de mond. Dit kon toch niet? Dit duidde toch op een op een volstrekt gebrek aan integratie? 

Het ging dus niet om importhuwelijken, waarbij de bruid of bruidegom uit het land van herkomst wordt gehaald. Dat is tegenwoordig nog maar een miniem deel van de huwelijken in deze kringen.

Dat 20 procent van de Turken en Marokkanen met iemand uit een andere bevolkingsgroep trouwt, lijkt mij eerlijk gezegd een verrassend positieve wending in de integratie. Bij autochtone Nederlanders ligt dat percentage  aanmerkelijk lager. En dat terwijl van immigrantengemeenschappen, waar ook ter wereld en van welke origine ook, bekend is dat zij meestal zo dicht mogelijk tegen elkaar aan kruipen.

Vorige Volgende