Afghanistan blijft ons achtervolgen
Afghanistan is weer voorpagina nieuws. Niet alleen in Nederland met de onhandige en slecht ge-time-de manoeuvres van Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, maar ook in de VS, waar president Obama wordt geconfronteerd met een verzoek van generaal McChrystel (commandant van de Amerikaanse strijdkrachten in Afghanistan en van ISAF), om nog eens 40.000 man/vrouw (bovenop de bijna 65.000) beschikbaar te stellen, en dat voor langere duur.
Verhagen heeft laten zien hoe je jezelf snel schaakmat kunt zetten: door een motie van PvdA en Christen Unie is hem de mond gesnoerd en lijkt terugtrekking van Nederland per 1 december 2010 nu een feit. Ook Obama wordt geconfronteerd met afkalvende steun voor de inzet van de VS in Afghanistan. Met name in zijn eigen partij bestaan twijfels over (nog) meer troepen. Voor Obama is lastig dat McChrystel ‘hand picked’ is door hemzelf, en McChrystel is gevraagd om een kritische ‘assessment’ van de situatie en vooruitzichten in Afghanistan. En die ‘assesment’ heeft hij gekregen.
Echter Obama pakt dit probleem anders aan dan Verhagen; enige creativiteit kan Obama daarbij niet worden ontzegd. In tegenstelling tot Verhagen, doet Obama het nodige denkwerk, het is geen soloactie en bouwt steun op voor een alternatieve aanpak. In maart sprak Obama nog van een ‘war of necessity’ voor de VS in Afghanistan, en benadrukte de nauwe relatie tussen de strijd en ontwikkelingen in Afghanistan en buurland Pakistan. Nu ziet de situatie er – klaarblijkelijk – wezenlijk anders uit.

Na wat frivole uitstapjes pakken we nu weer de draad op met alweer de vijftiende 
Sargasso plaatst regelmatig gastbijdragen. Vandaag een essay van schrijver / journalist Jerôme Inen dat op 23 september ook in de Volkskrant verscheen. Inen is docent Nederlands bij
Maar nu moeten we verder. Baran is zeer waarschijnlijk ontsnapt naar Turkije, een land waarmee Nederland geen uitleveringsverdrag heeft. Nu kan de Nederlandse overheid de omslachtige carrot & stick benadering richting Ankara inzetten: dreigen dat als Turkije niet meewerkt aan de opsporing het de EU-kanditatuur niet steunt. Maar dat zal een hopeloos langdurig traject worden. Misschien kan Den Haag wat leren van hoe Ankara zelf dergelijke dilemma’s oplost? Velen van u herinneren zich waarschijnlijk nog hoe de Turkse geheime dienst op 15 februari 1999 in Kenia de voorvluchtige PKK-leider