Onverdoofd slachten een feest?

Dit is een gastbijdrage van Jurgen van den Herik. Op internet zijn filmpjes te zien van Joden die bezwaar maken tegen de manier van doen van andere Joden. Tussen die filmpjes viel er één mij op en wel die van de schrijver Jonathan Safran Foer, bekend van zijn boek Extreem Luid en Ongelooflijk Dichtbij. Een jonge begaafde Joodse schrijver. Op zich moet je daar voorzichtig mee zijn. Het is Joodse kritiek op Joodse manieren van doen. In de bijbel gebeurt dat namelijk ook. De Jood Jezus van Nazareth is kritisch jegens de Farizeeën bijvoorbeeld, omdat die meer oog hebben voor godsdienstige regels dan voor het welzijn van mensen. Van arme mensen vooral. En Jezus heeft daar geen goed woord voor over en scheldt ze uit voor witgepleisterde graven. Dat is geen vriendelijk scheldwoord. Godsdienstige fanatiekelingen die de kille kieren van de dood dichtpleisteren met hagelwitte Spachtelputz. En in de bijbelse tijd was dood in de meeste gevallen een kwestie van moord. Dat is trouwens nog zo. Tenminste als je bijvoorbeeld de dood door uithongering moord wilt noemen of het verbieden van condooms in een continent vol Aids, en ik ben geneigd dat te doen. Maar dat wij het woord Farizeeër ongeremd als scheldwoord zijn gaan hanteren is wel erg brutaal, voor een Hollander dan.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kwestie koshere slacht legt barsten bloot in mythe van de ‘joods-christelijke cultuur’

Zondag was ik één van de gasten in het programma Joods op Zondag van de Joodse Omroep. Onder meer voor een discussie met Manfred Gerstenfeld over diens boek Het Verval. Die mondde overigens naar mijn smaak uit in iets te veel Gerstenfeld en iets te weinig discussie. En het is toch al zo moeilijk om met Gerstenfeld te discussiëren. Hij blijkt namelijk een vriendelijke man op leeftijd te zijn die je dus moeilijk hard kunt aanvallen, hoe graag je ook zou willen en hoe nodig dat ook is. Bovendien praat hij ook nog eens als een langzaam meanderende rivier, weids, vol trage bochten en uitweidingen naar elders.

Maar daar wilde ik het niet echt over hebben. Ook de actualiteit kwam langs bij Joods op Zondag. En daarmee een vraag over het feit dat een kamermeerderheid voor een intiatiefwetsvoorstel van de Partij voor de Dieren dreigt te gaan stemmen dat het onverdoofd ritueel slachten verbiedt.

Shechita

De joodse rituele slacht, de shechita, is de enige manier waarop kosher vlees kan worden verkregen. Hij gaat via een zogenoemde halssnede. Een speciaal daartoe opgeleide slachter, shocheet, snijdt met een vlijmscherp mes in één snelle haal tot aan de halswervels, zo dat alle zenuwen en bloedvaten in één keer worden doorgesneden. Omdat het mes zo scherp is wordt het door het dier bijna niet gevoeld. En doordat de bloedtoevoer dan is afgesneden verliest het dier kort daarna het bewustzijn.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gelovigen moeten geen vlees willen eten

Een gastbijdrage van Taede Smedes. Dit stuk vormt een nadere uitwerking van zijn opiniestuk in de Volkskrant. Het is in iets geredigeerde vorm overgenomen van zijn persoonlijke weblog.

Er dreigt een verbod op het onverdoofd ritueel slachten (halal, koosjer) van dieren. Met name islamitische en joodse organisaties verzetten zich gezamenlijk tegen een dergelijk besluit. In de media hebben woordvoerders van deze organisaties met name twee argumenten voorgelegd om de rituele slachtpraktijken te verdedigen:

1) Een alternatief voor onverdoofd ritueel slachten is voor joodse en islamitische gelovigen onbespreekbaar.

2) Onverdoofd ritueel slachten is humaner dan de huidige bio-industrie, omdat ook het welzijn van het dier bij leven centraal staat: koosjer/halal betekent dat het dier ook tijdens het leven goed behandeld dient te zijn.

Die argumenten blijken bij nadere analyse geen steek te houden.

De argumenten ontleed

Ten aanzien van argument 1: het eerste argument is erg problematisch. Zeggen dat alternatieven onbespreekbaar zijn betekent dat iedere verdere discussie categorisch wordt uitgesloten. Het argument is namelijk gebaseerd op de premisse dat de onverdoofde rituele slacht in de heilige geschriften van deze religies is vastgelegd. Deze teksten zijn heilig, zodat er niets aan mag worden toegevoegd of afgedaan. Uiteindelijk is het argument dat een alternatieve manier van slachten onmogelijk is, gebaseerd op openbaring. De woordvoerders van de joodse en islamitische organisaties beseffen uiteraard dat een rechtvaardiging van bepaalde praktijken op basis van een openbaringsargument in de huidige cultuur niet langer geaccepteerd zal worden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.