De ideale krant
LONGREAD, OPINIE - Het was zaterdag en je werd naast je geliefde wakker. Je haalde vers brood bij de bakker en de ochtendkranten bij de tabakszaak. Je bracht een groot deel van de dag lezend door, slechts onderbroken als je naar de supermarkt en de videotheek ging. Vaak had je zondag de krant nog niet uit. Zo gingen de dingen, dertig jaar geleden.
Ik kan daar met melancholie aan terugdenken maar ben realist genoeg om te weten dat die tijden nooit terug zullen komen. Rond 1993 begonnen de “thousand days that built the future” en sindsdien betrekken we het laatste nieuws in toenemende mate van het internet. De kranten hebben daarop gereageerd door zich toe te leggen op achtergrondinformatie, waarmee ze in feite doen wat de weekbladen traditioneel deden. Zeker in het weekend zijn de kranten én opinieblad én lifestyle-blad én wetenschapsblad én reistijdschrift en omdat ze dat allemaal tegelijk willen zijn, zijn ze noch opinieblad noch lifestyle-blad noch wetenschapsblad noch reistijdschrift. Wer alles verteidigt, verteidigt nichts.
Ik erger me al een tijdje aan de oppervlakkigheid van de weekendkranten. Afgelopen donderdag twitterde ik wat balorig of we niet met een paar leuke mensen een krant konden oprichten zonder columnisten, met veel nieuws, zonder wijnclub of lifestyle-bijlage, met een positieve toon en met veel boekenrecensies van leuke recensenten. Dat heb ik geweten: zelden heb ik zoveel bijval gehad, zowel op Twitter als op Facebook en dan heb ik het nog niet over de e-mail. Dertig retweets is voor mij, opererend in de marge, heel veel. Laat ik dus eens wat uitgebreider beschrijven hoe een boeiende krant er volgens mij uit ziet.