Haperende integratie statushouders vlot trekken in nieuw inburgeringsbeleid

De integratie van statushouders hapert. Jaco Dagevos (Sociaal en Cultureel Planbureau en Erasmus Universiteit) vraagt zich af of aanvullend beleid soelaas kan bieden. Hij ziet kansen in de nieuwe inburgeringswet en in het creëren van ontvangstvoorzieningen voor alle migranten. Door regelmatig onderzoek te doen bij statushouders die rond 2015 in Nederland zijn komen wonen, hebben we een goed beeld van hoe hun leven in ons land vorm krijgt (CBS, 2023). Onder een groep Syrische statushouders die tussen 2014 en 2016 een status kregen, is inmiddels drie keer een survey gehouden (WODC, 2023). Uit de laatste meting van 2022 blijkt dat nagenoeg iedereen de inburgering heeft afgerond. Toch hapert het integratieproces Gunstig is dat met name onder Syrische mannen de arbeidsparticipatie fors is toegenomen. Maar op andere terreinen zien we geen ontwikkelingen in de goede richting. De ervaren gezondheid van Syrische statushouders is in de laatste jaren eerder slechter dan beter geworden. Ook is het aandeel Syriërs met een slechte psychische gezondheid toegenomen. Veel Syriërs ervaren stress vanwege geldzaken; een groot en stijgend deel van de Syrische huishoudens heeft moeite om rond te komen. De sociale contacten zijn de afgelopen jaren verminderd en velen kampen met sociale eenzaamheid. In de eerste jaren van het verblijf verbeterden Syrische statushouders hun Nederlandse taalbeheersing, maar die verbetering is de laatste jaren gestagneerd. Naarmate statushouders langer in Nederland zijn, zien we daarnaast een afvlakkende toename van de arbeidsparticipatie (CBS, 2023). Het lijkt erop dat binnen deze groep het reservoir is uitgeput van mensen die aan het werk kunnen. Een patroon dat we ook bij statushouders zien die in de jaren negentig naar Nederland kwamen (Bakker, 2016; Bakker & Dagevos, 2017). Alles bijeengenomen is het beeld dus niet zo gunstig. Het idee dat het integratieproces lineair verloopt, dat het over het geheel genomen de goede kant opgaat als je langer in Nederland woont, blijkt niet te kloppen. Dat geldt ook voor de Syrische statushouders die rond 2015 een status kregen, al zijn er binnen de groep wel grote verschillen. Ontheffing van inburgeringsplicht Zoals gezegd hebben veruit de meeste Syrische statushouders die rond 2015 in Nederland kwamen wonen voldaan aan de inburgeringsplicht. Zij zijn ingeburgerd onder de oude inburgeringswet die tussen 2013 en 2021 van kracht was. Daarbij was het mogelijk om mensen een ontheffing te verlenen en dat gebeurde ook vaak. Soms vanwege ziekte, maar veel vaker kregen mensen een ontheffing omdat ze ondanks ‘aantoonbare inspanning’ geen examens hadden gehaald en dat diploma waarschijnlijk ook niet zouden halen. Ongeveer een kwart van de inburgeraars onder de oude wet kreeg zo’n ontheffing en heeft op die manier aan de inburgeringsplicht voldaan (CBS, 2023). Er bestaat een opmerkelijke overlap tussen de (Syrische) statushouders die nu op verschillende terreinen niet mee kunnen komen en degenen die van de inburgeringsplicht zijn ontheven. Het gaat in beide gevallen vaak om praktisch opgeleiden en 45-plussers (Dagevos et al., 2020). De haperende integratie van deze groep statushouders roept de vraag op of – aanvullend – beleid hier soelaas kan bieden. Nieuwe inburgeringswet biedt mogelijkheden Inmiddels is in Nederland een nieuwe inburgeringswet van kracht. De mogelijkheden om inburgeraars te ontheffen zijn sterk ingeperkt. In de nieuwe wet is naast de onderwijs- en B1-route de zogenoemde zelfredzaamheidsroute (Z-route) in het leven geroepen. Die route is bedoeld voor mensen van wie wordt verwacht dat zij niet op taalniveau B1 kunnen inburgeren. Waarschijnlijk komen nu veel mensen in de Z-route terecht die onder de vorige wet ontheven zouden zijn van de inburgeringsplicht. Gezien de ongunstige ontwikkelingen in de positie van met name oudere en lager opgeleide statushouders en het feit dat zij niet volwaardig aan de inburgering hebben kunnen deelnemen, zijn er goede redenen om te kijken hoe deze groep extra ondersteuning kan worden geboden. Wij denken aan twee mogelijkheden. Bieden van extra ondersteuning De eerste is de huidige inburgeringsvoorzieningen openstellen voor personen die in de vorige wet zijn ontheven. De nieuwe inburgeringswet heeft al een infrastructuur met kennis van de doelgroep en op nieuwkomers gericht aanbod. Waarschijnlijk zijn velen gebaat bij activiteiten die worden aangeboden, met name in de Z-route, zoals het leren van de Nederlandse taal in combinatie met participeren in de Nederlandse samenleving door werk of vrijwilligerswerk. Het zou hier moeten gaan om vrijwillige deelname waarbij mensen een keuze kunnen maken uit onderdelen van het inburgeringsbeleid. De andere mogelijkheid raakt aan een bredere discussie of er niet voor alle migranten, ook niet-inburgeringsplichtigen, voorzieningen gecreëerd moeten worden die hen voorbereiden op hun leven in Nederland. Zo pleitte de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2020) voor ontvangst- en inburgeringsvoorzieningen waar arbeids- en kennismigranten op vrijwillige basis de Nederlandse taal kunnen leren en informatie kunnen inwinnen over onder meer regelgeving en sociale normen. De urgentie hiervan blijkt ook uit initiatieven van gemeenten om met name Oost-Europese arbeidsmigranten in de gelegenheid te stellen om Nederlands te leren (bijvoorbeeld Gemeente Rotterdam, 2023). Veel mensen zijn al geruime tijd in Nederland, maar hebben vanuit de veronderstelling – zowel bij henzelf als bij beleidsmakers – dat hun migratie tijdelijk zou zijn, doorgaans geen initiatieven ondernomen om de taal te leren en zich te oriënteren op een langer verblijf in Nederland. Ook ‘oude’ inburgeraars zouden van dergelijke ontvangst- en inburgeringsvoorzieningen gebruik kunnen maken. Alle migranten, ook degenen die al langere tijd in Nederland zijn en een onzekere sociaaleconomische positie innemen, kunnen extra ondersteuning goed gebruiken. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Jaco Dagevos werkt bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en is als bijzonder hoogleraar Integratie en Migratie verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).

Foto: Foto Tyler Nix via Unsplash.com

Actief burgerschap biedt uitweg uit asielcrisis

De grote ophef in Albergen rondom de vestiging van een opvang van asielzoekers en de mensonwaardige omstandigheden in Ter Apel zijn evenzoveel kenmerken van een overheidsbeleid dat al decennialang ernstig tekortschiet. Ervaringen in het buitenland en van betrokken burgers leren dat het echt beter kan, zegt Sascha Pimentel van mensenrechtenorganisatie Justice & Peace.

De Nederlandse ontvangst van vluchtelingen heeft een Januskop: tegenover lokale welkomstacties en initiatieven staat een berekenend en onbewogen overheidsbeleid. Groningse ondernemers haalden onlangs via een inzamelingsactie €12.500 op om opgooitentjes voor de mensen buiten de hekken van Ter Apel te kopen. ‘We mengen ons niet met de politiek, maar mensen moeten niet buiten slapen’, zei Willem Straat, een van de ondernemers.

Betrokken burger, onbereikbare overheid

Boa’s en politie namen de opgooitentjes overigens haastig in beslag waardoor vluchtelingen ’s nachts alsnog en opnieuw in het natte gras lagen. Het is een gebeurtenis die zich steeds herhaalt: als burgers in het gat springen dat de overheid laat vallen willen de beleidsmakers daar niets van weten.

Bij de vluchtelingen die voortkwamen uit de crises in Syrië, Afghanistan en Oekraïne reageerden burgers veel alerter en adequater dan de overheid.  Zij stelden hun huizen open, zamelden spullen in, en hielpen nieuwkomers met de taal of met praktische zaken. De Taalmaatjes, gastgezinnen en vrijwilligers laten steeds zien dat mensen elkaar gewoon willen en kunnen opvangen. Voor de overheid is dat echter geen aanleiding om de burgerlijke betrokkenheid aan te moedigen of te ondersteunen, zelfs niet als de centrale opvang van vluchtelingen dramatisch tekortschiet en de procedures eindeloos voortslepen en ontmenselijken. ‘Het is dweilen met de kraan open, maar we moeten harder dweilen’, zei de staatssecretaris Asiel en Migratie Eric van der Burg, toen vorige maand de mogelijkheden voor asielopvang op zee werden onderzocht.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Hoe CDA, VVD, PVV en PvdA de inburgering vermarktten en vernachelden

Arjen Lubach fileert het inburgeringsbeleid ‘nieuwe stijl’.

Als je als immigrant in Nederland wilt blijven, moet je een inburgeringscursus doen. In vier jaar tijd is het aantal geslaagden voor de toets maar liefst vijf keer zo klein geworden. Hoe kan dat? En hoe ziet zo’n inburgeringstoets er eigenlijk uit?

Conclusie: het door de VVD, CDA en PVV geïnitieerde en door de VVD en PvdA uitgevoerde beleid belemmert de integratie en creëert zo een voedingsbodem voor toekomstige problemen.

Foto: Sascha Kohlmann (cc)

Inburgering op z’n Duits: steunen, sancties werken niet

ANALYSE - door Huub Verbaten

Ook de nieuwe Nederlandse inburgeringswet is weer calvinistisch streng: gij zult inburgeren, want anders… Het Duitse beleid laat zien dat een inburgeringsbeleid veel effectiever is als het inburgeraars ondersteunt en niet voortdurend met straffen dreigt.

Binnen de Nederlandse politiek woedt al decennia een heftig debat over het inburgeringsbeleid. Het resultaat daarvan is een uiterst complexe wetgeving en een minstens zo moeizame uitvoering.[1] De problemen bij de inburgering zijn legio: een slecht uitpakkende keuze voor marktwerking, een overschatting van de zelfredzaamheid van nieuwkomers en een systeem dat totaal niet aansluit op het aanpalende participatie- en onderwijsbeleid.

 Het Duitse voorbeeld; daar kan Nederland alleen van dromen

Vanaf 1 januari 2022 zou de situatie moeten verbeteren, dan treedt er na eerder uitstel een nieuwe inburgeringswet in werking. Hoewel die wet op bepaalde punten zeker een verbetering inhoudt, zijn lang niet alle problemen opgelost.

Neem de taaleis van inburgering (en naturalisatie); die wordt verhoogd naar niveau B1 (gevorderd), terwijl de lagere A2-norm (basisniveau) momenteel al voor flink wat problemen zorgt. Van de nieuwkomers in Nederland die in 2015 inburgeringsplichtig waren, haalde 68 procent vier jaar later het examen op A2-niveau. Onder hen waren ook mensen die in aanmerking kwamen voor vrijstelling. Ruim 27 procent van de inburgeringsplichtigen kreeg ontheffing en 3 procent slaagde voor een examen op B1- of B2-niveau.[2] Omdat het stelsel bol stond van dwang en sancties kozen nieuwkomers massaal voor het A2-niveau om maar aan de verplichtingen te kunnen voldoen.

Foto: © DeGoedeZaak Campagne Ze zijn al thuis copyright ok. Gecheckt 13-10-2022

PVV’ers voor ruimer kinderpardon

Nu in Den Haag de coalitiepartijen een akkoord hebben gesloten over een nieuwe regeling voor een kinderpardon, lijkt de ergste spanning weg en hoopt de coalitie het debat van vandaag zonder verdere kleerscheuren door te komen.

De inhoud van het akkoord is, voor zover bekend, niet in overeenstemming met wat alle voorstanders van een ruimer kinderpardon beoogden. Het akkoord behelst o.a. dat er voor nieuwe gevallen géén kinderpardon komt.  De discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris wordt overgeheveld naar de IND, die 13 miljoen extra krijgt om de procedures te versnellen. Dat zal niet op het vertrouwen van alle Kamerleden kunnen rekenen. De Tweede Kamer heeft dus genoeg te vragen en kan het akkoord natuurlijk onvoldoende vinden. Wat er dan gaat gebeuren zullen we in de loop van de dag wellicht te weten komen.

De meeste partijen in de Tweede Kamer zullen ongetwijfeld op de hoogte zijn van hoe hun lokale collega’s er over denken. In ons onderzoek naar de ‘motie kinderpardon’ in gemeenteraden vonden we verdeelde fracties van VVD, CDA, D66 en CU. In een enkel geval zagen we ook verdeeldheid bij SP en 50PLUS.

Wat we niet verwachten was ook maar enige verdeeldheid bij lokale PVV-fracties. De PVV wist na de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 in 30 gemeenten zetels te bemachtigen. Hoe is de PVV in die gemeenten met de ‘motie kinderpardon’ omgesprongen?

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: © DeGoedeZaak Campagne Ze zijn al thuis copyright ok. Gecheckt 13-10-2022

Veel gemeenten willen versoepeling van het kinderpardon

ONDERZOEK - In meer dan de helft van alle Nederlandse gemeenten is verruiming van het kinderpardon recent besproken. Bijna driekwart van deze gemeenten stemden vóór verruiming.

In de loop van 2018 kwamen in steeds meer gemeenten moties over het kinderpardon aan de orde. Die moties droegen de colleges van B&W op bij staatssecretaris Harbers aan te dringen op versoepeling van de regels voor het kinderpardon en zodoende te voorkomen dat zo’n 400 hier gewortelde kinderen het land kunnen worden uitgezet. In aanloop naar het Kamerdebat hierover op 30 januari 2019 hebben CDA, D66 en ChristenUnie het onderwerp hoog op de crisisagenda van de coalitiepartners gezet.

Wij hebben gekeken hoe de lokale politiek over versoepeling van het kinderpardon denkt. Daarvoor hebben we de raadsinformatie van alle 380 gemeenten onderzocht. Vanaf januari 2018 tot nu blijkt in 59% (223) van alle gemeenteraden het kinderpardon besproken te zijn geweest of op de agenda te staan. In bijna driekwart (164) van die gemeenten is de motie aangenomen.

© Sargasso 2019 Motie kinderpardon in Nederlandse gemeenten

Staatssecretaris Harbers heeft dus – als het goed is – sinds 1 januari 2018 van 164 colleges van B&W te horen gekregen dat zij willen dat het kinderpardon wordt versoepeld.

Foto: James Burke (cc)

Hoe bepaal je het effect van immigratie?

OPINIE - Seksisme. migratie, basisinkomen, democratie en referenda. In de serie “Tegen de stroom in” spreken wetenschappers, experts en opiniemakers over oude zorgen en nieuwe oplossingen. Wanneer zijn die succesvol? Welke rol speelt geld en neoliberaal denken daarin? En verliest elke stroming uiteindelijk aan kracht en relevantie? Vandaag: Twee uiteenlopende visies op het migratie- en inburgeringsbeleid.

Het migratie- en inburgeringsbeleid moeten anders. Daar zijn wiskundige en antropoloog dr. Jan van de Beek en politiek filosoof dr. Tamar de Waal het over eens. Maar hoe? Die visies lopen ver uiteen.

Het hoge aantal uitkeringsgerechtigden onder migranten maakt de verzorgingsstaat onbetaalbaar, volgens antropoloog en wiskundige dr. Jan van de Beek. Hij pleit daarom voor het inperken van de immigratie in Nederland. Politiek filosoof dr. Tamar de Waal vindt zijn economische perspectief te smal, de opname van migranten vindt zij in de eerste plaats een moreel vraagstuk. Bovendien hoeft de opname van migranten helemaal niet te betekenen dat de Nederlandse verzorgingsstaat in het gedrang komt. De bijdrage die migranten kunnen leveren aan de Nederlandse maatschappij hangt af van de mogelijkheden die we ze geven. “Je kan niet op basis van slecht inburgeringsbeleid stellen dat immigratie moet worden beperkt,” zegt de Waal stellig. “Sinds 2013 is inburgeringsbeleid feitelijk afgeschaft, we hebben alleen de boetes nog.” Kan je de effecten van immigratie berekenen? En zo ja, wat telt daarin dan mee?

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-02-2022

Het beleid, niet de vluchtelingen

Meer mensen in de bijstand, ondanks bloeiende economie”, kopte de NOS eergisteren. Dat klopt, en eigenlijk is dat helemaal geen nieuws, want de bijstand stijgt al jarenlang langzaam maar gestaag. Daar zijn een heleboel redenen voor. Het is jammer dat de NOS er vooral uitlicht dat de groei komt door de statushouders:

“De groei komt vooral door het aantal vluchtelingen dat een verblijfsstatus heeft gekregen. De grootste groep zijn Syriërs, gevolgd door Eritreeërs. Velen van hen hebben onvoldoende vaardigheden of kennis om snel aan de slag te komen en doen daarom een beroep op de bijstand.”

Maar, eerlijk is eerlijk, dat kun je de NOS niet kwalijk nemen, want die gaan af op de berichtgeving van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). En dan blijkt dat de NOS eigenlijk nog best aardige journalistiek bedrijft, want in de laatste alinea noemen zij tenminste nog één andere oorzaak voor de stijging. Het CBS beperkt zich volledig tot de stijging te duiden via ‘herkomst’.

En dat is heel raar. Want ja, het aantal bijstandsgerechtigden stijgt de laatste jaren, onder andere door de instroom van vluchtelingen die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Er zijn echter nog veel meer redenen dat de bijstand stijgt. En die liggen voor een belangrijk deel bij het regeringsbeleid. Zo is de AOW-leeftijd verhoogd. Dat betekent dat mensen langer in de bijstand blijven, voordat ze uitstromen naar de AOW. Ook zijn de regels rondom de Wajong-uitkering sterk aangescherpt. Je komt tegenwoordig alleen nog maar in de Wajong als je volledig arbeidsongeschikt bent. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kom je in de bijstand. Hier komt nog bij dat deze mensen weinig kans op werk hebben en dus  langer in de bijstand blijven. De sociale werkplaatsen worden afgebouwd, wat ook leidt tot meer mensen in de bijstand. En de WW-duur tegenwoordig korter dan vroeger, met als gevolg: een snellere instroom in de bijstand.

Foto: passer-by (cc)

Nederlandse cultuur zou worden bedreigd; een tendentieuze en gevaarlijke stelling

OPINIE - Dat de Nederlandse cultuur zou worden bedreigd is een tendentieuze en gevaarlijke stelling. Dat vrijwel elke politicus deze onderschrijft is misleidend. Onderzoeken laten telkens weer zien dat cultuurverschillen er nauwelijks toe doen en worden aangezwengeld door politici en media, schrijft Hans Siebers op Sociale Vraagstukken.

‘De ‘Nederlandse identiteit’ wordt bedreigd.’ Dat was een terugkerende stelling tijdens de verkiezingsdebatten. De burgers zouden zich grote zorgen maken over het verval van ‘Nederlandse normen en waarden’. Die zouden bedreigd worden door het mislukken van de ‘multiculturele samenleving’ en van de ‘integratie’ van migranten. Politici haasten zich om te benadrukken dat ze de zorgen van de kiezers serieus nemen. Gezien deze nationalistische insteek van het debat is hun enig mogelijke remedie: het verdedigen van de nationale identiteit.

Tendentieus en gevaarlijk

Deze insteek is tendentieus en gevaarlijk om een aantal redenen. Allereerst is er niets ‘Nederlands’ aan de waarden en normen die als voorbeelden genoemd worden, zoals gelijkheid voor mannen en vrouwen of voor heteroseksuele en homoseksuele mensen. Het gaat hier om universele waarden die zijn vastgelegd in universele verklaringen van mensenrechten. Elke poging om vast te stellen wat die Nederlandse waarden en normen dan wel zouden zijn, leidt onvermijdelijk tot vaak hilarische vragen die migranten moeten beantwoorden bij hun inburgeringsexamen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Kennisland (cc)

Naturalisatie

COLUMN - Op een maand na tien jaar geleden ontmoette ik een jonge vrouw die drie jaar eerder naar Nederland was gevlucht en asiel had aangevraagd (en ook zou krijgen). Ik zal haar hier aanduiden als H, omdat nog altijd een buitenlandse inlichtingendienst in haar is geïnteresseerd, zelfs al onthoudt ze zich hier van politieke activiteiten.

Gisteren kreeg ze de Nederlandse nationaliteit en daarom reisde ik naar het provinciestadje waar de naturalisatieplechtigheid plaatsvond. U zult zich misschien herinneren dat deze jaarlijkse ceremonie een erfenis is van minister Verdonk en ik beken dat ik me er alleen al om die (slechte) reden wat ongemakkelijk bij voelde. Ik heb niet het idee dat allochtonen zich meer aangesloten voelen bij onze samenleving doordat ze in het openbaar een eed afleggen tegenover onze driekleur.

De raadszaal zat vol met mensen uit alle werelddelen en het Nederlands werd gesproken met meer accenten dan ik ooit in één vertrek bij elkaar hoorde. Vanachter de tafel waar normaliter het college van B&W zit, keek  onze nieuwe koning zijn nieuwe onderdanen welwillend aan.

De burgemeester legde uit wat de plechtigheid inhield, droeg een gedicht voor en las de “verklaring van verbondenheid” voor: de korte tekst waarmee iemand toezegt ‘de grondwettelijke orde van het Koninkrijk der Nederlanden, haar vrijheden en rechten te respecteren’ en ‘de plichten die het staatsburgerschap met zich meebrengt getrouw te vervullen.’ Geen proza waarover ik enthousiast kon worden. Over het bijbehorende stuk drukwerk ook al niet, met een molen op de omslag.

Een voor een kwamen de mensen naar voren om hun eed af te leggen, waarna ze een verklaring, een bos bloemen (oranje) en een kookboekje met Hollandse gerechten kregen. Na afloop zongen we – zie de bijgevoegde foto – het Wilhelmus, net zo slapjes als tijdens een internationale voetbalwedstrijd. Het was goed dat het maar één couplet duurde, want ik zou deze belediging van het beste volkslied ter wereld anders niet hebben verdragen. Daarna werden Nederlandse vlaggen tevoorschijn gehaald voor een groepsfoto. De hele ceremonie straalde Rita Verdonk uit.

Desondanks was ik geboeid en ontroerd. Voor een formele bijeenkomst was het prettig informeel. Het colbertje dat ik voor de gelegenheid had aangetrokken, had beslist niet gehoeven. Er waren kinderen in de zaal, die er enthousiast doorheen kletsten. De mensen die met hun bos bloemen (oranje) terugkeerden, werden door hun vrienden en familie vrolijk gefeliciteerd en gezoend. Als een kind de belofte had afgelegd, klonk er applaus. Het ging er zo gemoedelijk aan toe dat de burgemeester de aanwezigen moest verzoeken iets rustiger te zijn.

De mensen die de eed aflegden, hebben allemaal een bijzonder verhaal te vertellen. Ze hebben zonder uitzondering een keuze gemaakt die autochtone Nederlanders nooit zullen begrijpen. H heeft om politieke redenen moeten vluchten. Ik heb geen idee wat dat inhoudt, zoals ik ook niet kan navoelen wat twee homoseksuele mannen, die gelijktijdig hun belofte deden, in hun vaderland moeten hebben doorstaan. De mensen die met een Nederlander zijn getrouwd, hadden natuurlijk een veel leuker motief, maar ook hun ervaring is voor mij een onbegrijpelijke.

Ze hebben ook behoorlijk veel moeten doen voor ze hun Nederlanderschap kregen. Een inburgeringsexamen behaal je niet zomaar en Nederlands is bepaald niet gemakkelijk. (Ik zal een gemakkelijke grap over Ann Goldstein achterwege laten.) Gaandeweg realiseerde ik me dat het voornaamste deel van de ceremonie niet de eedaflegging was, maar het praatje van de burgemeester, die namens de gemeente en de gemeenschap uitlegde aan de nieuwkomers dat hun inspanningen zijn gewaardeerd.

Na afloop streken we neer op een terrasje bij het raadhuis. Het zonnetje scheen heerlijk, we dronken wat koffie en spraken over het nieuwe huis dat H en haar echtgenoot hadden gekocht, over de hypotheek die ze toevallig net die middag rond hadden gekregen, over de tuin, over kinderen krijgen, over H’s ouders, over de reis naar Amerika die H – voorzien van een paspoort – en haar man willen gaan maken en over de plechtigheid die we net hadden meegemaakt.

Ik vertelde dat ik het wat goedkoop vond dat de gemeente de mensen een bosje bloemen (oranje) en een Hollands kookboek gaf om aan te geven hoezeer hun inzet gewaardeerd was geweest.

‘In ceremonies als deze zijn we in Nederland gewoon niet goed,’ zei ik.

‘Inderdaad,’ beaamde H werktuigelijk, ‘hierin zijn we niet goed.’

We.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Volgende