Een wereldbeeld in beton

De Wereldhistorische Beschouwingen van Jakob Burckhardt geldt als een van de belangrijkste teksten van de negentiende-eeuwse geschiedwetenschap. Reikwijdte en inzicht zijn imposant – maar minstens zo fascinerend zijn de vooroordelen die hij voor latere generaties in beton heeft gegoten. ‘De geleidelijke gewenning aan totale bevoogding [door de staat] is uiteindelijk dodelijk voor elk initiatief; van de staat wordt alles verwacht, waaruit dan bij de eerste de beste machtsverschuiving voortvloeit dat alles van hem geëist wordt en men de staat met van alles opzadelt. Een ontwikkeling waarbij de cultuur de staat zijn programma’s voorschrijft, de staat de verwezenlijking van de moraal toedicht, de staat tot algemene steun en toeverlaat wil uitroepen en de betekenis van het begrip staat daarmee ingrijpend verandert.’ Het lezen van Burckhardts ‘Wereldhistorische beschouwingen’ (zijn colleges in Bazel, in de jaren 1870-1871) is als het luisteren naar een opera van Händel.

Quote du Jour | Tradities

Misschien iets ter overweging bij een kampvuurtje op Oudejaarsavond?

De Groene Amsterdammer heeft een ‘extra dik winternummer’ gewijd aan ‘Familie & wat we willen doorgeven’. Daarin een artikel van Koen Kleijn over de omgang met geschiedenis en tradities. ‘Het woord traditie biedt geen houvast en geschiedenis blijkt te glibberig om zomaar door te geven.’

Twee voorbeelden uit Kleijn’s artikel ter relativering van ‘onze’ tradities, waar aan het einde van het jaar doorgaans hoog over wordt opgegeven:

Foto: Kleio, de muze van de geschiedwetenschap copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Natuur- en geschiedwetenschap

COLUMN - Het is algemeen bekend dat, als het gaat over het verleden, iedereen het beter weet dan historici. Hun opleiding dient immers nergens toe. Linkse hobby. En de overbodigste historici, dat zijn die van continentaal Europa, die vakken hebben als geschiedtheorie, waarbij ze de kentheoretische basis van hun wetenschappelijke vakgebied leren kennen. Professionalisering, dat moeten we niet willen. Als je dan toch moet praten met een historicus, spreek je liever met een Amerikaan of een Brit, want die beschouwen geschiedenis tenminste slechts als scholarship. Maar beter is het natuurlijk om helemaal niet met historici te praten. Als je een Nationaal Historisch Museum wil stichten, kun je ook wel twee kunsthistorici benoemen als directeur. En voor academisch onderwijs over de Oudheid kun je net zo goed een classicus inzetten. Want kunsthistorici en classici weten het beter dan historici. Iedereen weet het immers beter dan degenen die ervoor zijn opgeleid.

Omdat iedereen het altijd beter weet, krijg je als historicus ook voortdurend advies. Momenteel ligt op mijn bureau een boek dat ik écht moest lezen over de plek waar Jezus zou zijn gestorven (Pakistan). En onlangs kregen historici de goede raad zich eens wat meer te verdiepen in de natuurwetenschappen.

Dat ik daar nou nooit zelf op ben gekomen.

Foto: pietplaat (cc)

Democratie is altijd ‘werk in uitvoering’

RECENSIE - Is er sprake van een crisis in de democratie?

Of je deze vraag nu positief of negatief beantwoordt, het boek dat Jan de Kievid over deze materie schreef kan ik van harte aanbevelen. Democratie; ideaal en weerbarstige werkelijkheid is oorspronkelijk een studieboek dat de Kievid schreef als docent aan de opleiding voor leraren Maatschappijleer. De geheel herziene en (tot de zomer van 2019!) geactualiseerde versie van het boek is een must voor iedereen die wat te zeggen wil hebben over politiek en bestuur. Om meerdere redenen. Het boek begint met een begripsmatig deel waarin visies, dilemma’s en theorieën die in de loop van de tijd opgang hebben gedaan worden behandeld. Dan volgt een deel over de geschiedenis en de actualiteit van de democratie in Nederland, in andere westerse landen, Oost-Europa en de rest van de wereld, met een apart hoofdstuk over India. Tenslotte zijn nog twee delen van dit breed opgezette en ambitieuze overzichtswerk gewijd aan problemen, dilemma’s en bedreigingen van de democratie.

Het grote aandeel van de geschiedenis in dit boek biedt een realistisch en relativerend beeld van de pogingen die overal ter wereld worden gedaan om het bestuur van een land te democratiseren. De talloze voorbeelden uit de contemporaine geschiedenis laten zien dat democratie mensenwerk is, onderhevig aan oneindig veel verschillende omstandigheden, een grillige en weerbarstige praktijk waar idealen moeilijk vat op kunnen krijgen. Het boek is rijk aan feiten over politieke ontwikkelingen in de afgelopen decennia uit alle delen van de wereld. Dat levert niet alleen een update op van je kennis van de politieke geschiedenis maar ook, door de vergelijking met andere landen, een nuttige relativering van de situatie in eigen land.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Closing Time | Zonde van die gitaar

Jankende gitaren en legendarische gitaarsolo’s, allemaal goed en wel, maar “Oh, it breaks my heart to see those stars / Smashing a perfectly good guitar / I don’t know who they think they are / Smashing a perfectly good guitar.”

Net zoals de opening van dit liedje, kan een enorme hoevelheid gitaarwerk schatplichtig aan Jimi Hendrix worden genoemd. Dat geldt voor het beroeren van de snaren én de behandeling van het instrument. Lees nog even verder…

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ruwe bolster, blanke pit

RECENSIE - © Omniboek. Omslag De barbaren, Peter Bogucki, 2019Voor de Romeinen waren alle volkeren te noorden van de rijksgrens, de limes, één pot nat. Het waren ‘barbaren’. En dat woord is blijven hangen. Ieren, Schotten, Polen, Russen – elk volk aan de rand van Noordwest-Europa is wel voor korte of langere tijd ‘barbaars’ genoemd. Het woord was een vrijbrief om deze volkeren vervolgens ook barbaars te behandelen. Je zou dus verwachten dat een auteur die een boek schrijft over de volkeren ten noorden van de limes zijn best doet om die klassieke pejoratieve aanduiding te vermijden, en te verwerpen. Maar Peter Bogucki was dat duidelijk niet van plan. Dit boek (in de serie Lost Civilisations, voor Reaktion Books) gaat over The Barbarians, ‘de barbaren’. Waarom dat zo prominent gebracht moet worden, is onduidelijk. Blijkbaar kon hij geen andere verzamelterm bedenken.

In het voorwoord zegt hij dat zijn onderwerp ook best wel barbaars was.

Die volkeren kenden geen schrift, geen steden en, zo beweert hij, vergeleken met de Griekse en Romeinse was hun samenleving ‘chaotisch’. Bogucki: ‘ze voldoen aan vrijwel geen enkel criterium dat doorgaans wordt gebruikt om te bepalen of een samenleving “beschaafd” genoemd kan worden.’ Is dat echt zo? Of komt Bogucki gewoon niet los van de discriminerende klassieke maatstaven? Of weten we gewoon te weinig van deze ‘barbaren’? Hoe dan ook, ook al vindt hij ze onbeschaafd, toch wil Bogucki aantonen dat ze ook innovatief waren. En ‘ze dreven handel, bedreven akkerbouw en veeteelt, en vochten energiek en met veel enthousiasme.’ Waar hij dat laatste vandaan haalt, waarom hij ze toch wil afschilderen als ‘ruwe bolster, blanke pit,’ is mij een raadsel. Klassieke auteurs beweerden dat de barbaren graag en goed vochten, maar dat had een goede reden: dat was om hun tijdgenoten te waarschuwen want die ‘barbaren’ hadden de Romeinen in 9 n.Chr. in het Teutoburger Woud een verpletterende nederlaag bezorgd. Hoe dat zo kwam? De Romeinen waren weer eens binnengedrongen, om te late zien wie de baas was. En liepen in de val. In feite hadden de barbaren eeuwenlang meer last van Romeinse vechtlust dan andersom.

Foto: David Stanley (cc)

Armeense kwestie of genocide?

OPINIE - Genocide afdoen als een ‘kwestie’ is eigenlijk geschiedvervalsing. Een gastbijdrage van Jan Keuken.

De Armeense kwestie? Of de Armeense genocide? Het is maar net aan wie je het vraagt, en wanneer je het vraagt. Het onsmakelijke woordenspel rondom de volkerenmoord op de Armeense bevolkingsgroep komt elk jaar wel een keer in de media naar voren.

Inmiddels heeft de Nederlandse overheid hier gelukkig duidelijkheid over gegeven. Het is niet helemaal naar de wens van de Tweede Kamer, die wil graag ook de noemer genocide gebruiken, maar er wordt in ieder geval een standpunt ingenomen. Turkije en de Turkse minderheden in de Westerse landen reageren telkens als door een wesp gestoken als het thema aan bod komt.

De vergelijkingen rondom de Holocaust en andere verschrikkelijke gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis worden regelmatig getrokken. Is dit terecht, of speelt er iets anders?

Het lijkt me goed, bij alles wat hier al over geschreven is, om er toch nog eens door een historische bril naar te kijken. En dan bedoel ik geen oude versleten blik, maar een feitenrelaas. Meningen kunnen verschillen, gevoeligheden zijn er zeker, maar een genocide ontkennen uit politiek en nationalistisch standpunt is eenvoudigweg geen goed idee.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Closing Time | Pinkpop de Eerste

Het 50-jarige Pinkpop dendert over de Limburgse heuvels. Natuurlijk zijn er volop lijstjes met hoogtepunten uit de 50 jaren, maar nergens een opname van de eerste act op het eerste Pinkpop van 1970.

Het moet de Haagse band Livin’ Blues zijn geweest, die in 1970/1971 een hit had met Wang Dang Doodle. Helaas geen Pinkpop-opname, we doen het met dit:

Na een half uur Livin’ Blues traden de George Baker Selection, Opus, Live, de Golden Earring, Mr. Albert Show, Bismarck, Keef Hartley’s Big Band en De Dream op. Om 18.30 uur moest het afgelopen zijn.

Foto: Markus Reinhardt (cc)

Afrikaanse roots maken jongeren niet ‘minder Nederlands’

ACHTERGROND - Je ziet het op social media, in het uitgaansleven, op festivals, in mode en lifestyle: Afrikaans is cool. Dat was lange tijd bepaald niet het geval: als Nederlandse jongere legde je liever niet te veel nadruk op je Afrikaanse afkomst.

Maar de laatste jaren raken jonge mensen van Surinaamse, Antilliaanse, Ghanese, Somalische en andere Afrikaanse achtergronden steeds meer geïnteresseerd in hun Afrikaanse roots en willen die ook laten zien, bijvoorbeeld met kleding in kleurrijke prints en afrobeats muziek. Kinderen van Chinese en Koreaanse ouders vinden op Asian parties aansluiting bij een pan-etnische Aziatische identiteit (Kartosen, 2016). En ben je trots op je Indonesische erfgoed, dan is dit I.N.D.O. T-shirt – ‘In Nederland Door Omstandigheden’ – voor jou. Zijn dit oppervlakkige modetrends of is er meer aan de hand?

Er ontstaan nieuwe, gemixte identiteiten

Als het gaat over etnische minderheden denken we vaak over culturele identiteit als een bagage die mensen gewoonweg met zich meedragen vanuit het verleden, en in het geval van een migratieverleden van elders, van buiten Nederland. En vooral ook als iets dat integratie in de weg zou staan.

Ik zie culturele identiteit liever als een project van self-making, in het hier en nu, van het actief vormgeven van het zelf en de groepen waartoe je wilt behoren. Zo ontstaan allerlei nieuwe, gemixte identiteiten, die etnische grenzen overstijgen en gedragen worden door nieuwe cultuuruitingen. Nieuwe vormen van integratie ook. De Afro-Nederlandse identiteit is er een van, net als de Nederlands-islamitische jongerencultuur en de pan-Aziatische identiteit.

Foto: copyright ok. Gecheckt 14-10-2022

Onthoofdingen in de hofstad

RECENSIE - Hij liep ontspannen, zelfverzekerd, richting het schavot. Begroette bekenden en vrienden door zijn hoed af te nemen – en dat deed hij ook voor de nieuwsgierigen die uit de ramen hingen van het Stadhouderlijk kwartier, de werkvertrekken van prins Maurits op het Binnenhof. Eenmaal op het schavot legde hij kalm zijn mantel af, legde zijn degen neer, wierp zijn hoed nonchalant naar zijn lijfknecht, en knoopte zijn wambuis los. Hij liep naar de hoop zand waarop straks zijn hoofd zou rollen, en sprak de verzamelde menigte kort toe: ‘Wraakgier en kwade raad hebben mij hier gebracht. Heb ik iemand iets misdaan, dan smeek ik Christus mij te vergeven.’ En hij knielde en boog zijn hoofd. Niet in de richting van de Plaats, met de rug naar de Hofvijver, zoals gebruikelijk bij een onthoofding daar, maar met de rug naar Maurits, de blik gericht op de Kneuterdijk. Zodat hij, op het laatste moment, het huis van zijn vader kon zien. De beul hief het zwaard.

Zo stierf Reinier van Oldenbarnevelt, zoon van Johan van Oldenbarnevelt. De vader was op 31 mei 1619 onthoofd; de zoon volgde op 29 maart 1623. Reinier was ter dood veroordeeld wegens majesteitsschennis. Dat wil zeggen, hij had zijn broer Willem geld geleend om een aanslag te organiseren op prins Maurits. Willem ging daarbij behoorlijk amateuristisch te werk en het plan lekte uit, maar hij wist naar Brussel te ontkomen. Reinier, die verder waarschijnlijk niets van de plannen wist, werd opgepakt en moest boeten. De straf was ongekend hard. Al viel ze in zekere zin ook mee. Zijn lichaam en hoofd werden in een zwart kleed gewikkeld en thuis afgeleverd, zodat hij die nacht bij zijn vader begraven kon worden. Andere samenzweerders werden na onthoofding in vieren gehakt en hun lichaamsdelen waren ‘voor galg en rad’, voor iedereen te zien aan de vier uitvalswegen van Den Haag.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende