Waarom Rutte de natiestaat als lichaam presenteert

door Levi van Veurs (Redacteur Kosmos Uitgevers) “Nederland is nu een patiënt. En die patiënt moet behandeld worden,” zei premier Rutte afgelopen 12 maart tijdens een persconferentie over de maatregelen tegen het coronavirus. Rutte haakt daarmee in op een metafoor die in ons cultureel geheugen gegrift staat en ons denken beïnvloedt, namelijk: de figuurlijke relatie tussen natiestaat en lichaam. Deze metafoor baant een weg voor politieke besluiten. Hoe dient ze Ruttes agenda? Als je het ene zegt, maar het andere bedoelt Als je ooit Il Postino (1995) over Pablo Neruda hebt gezien, kun je je waarschijnlijk het glunderende gezicht van Massimo herinneren als bij hem het kwartje valt na Neruda’s uitleg van het begrip ‘metafoor’: “Een metafoor, dat is als je het ene zegt, maar het andere bedoelt.” Een talig trucje dus. Leuk voor een dichter, maar geen directe aanduiding van de dingen zelf. Waarom zegt Rutte niet gewoon waar het op staat?

Door: Foto: © NOS schermafbeelding persconferentie 12 maart 2020
Foto: Crash Symbols (cc)

Een nieuwe mentaliteit

OPINIE - door Sophia van Tol, Masterstudent Filosofie en Maatschappij aan de Universiteit Groningen met een interesse in sociale en politieke filosofie.

Op 12 januari schreef Marjan Slob in de Volkskrant over de ‘paradox’ tussen de enorme welvaart waarin we leven en de groeiende golf van depressies, burn-out klachten en gevoelens van leegte die ervaren worden. De drie sprekers op een bijeenkomst van The School of Life die zij modereerde wezen beschuldigend naar de samenleving maar benoemden ook de verantwoordelijkheid van de beroepsgroep van psychische hulpverleners en die van de gedupeerden zelf. Maar hoe zit het eigenlijk met die verantwoordelijkheid?

Staatssecretaris Tamara van Ark stelde vlak voor het nieuwe jaar dat de verantwoordelijkheid voor het beschermen van de werknemer tegen burn-out klachten in eerste instantie bij de werkgever ligt. Werkgevers wijzen op de verantwoordelijkheid van hun werknemers zelf en zo heeft iedereen zijn vinger op iemand anders gericht en wordt er weinig veranderd. Maar wat als de problemen nou juist het gevolg zijn van deze mentaliteit?

De mentaliteit waarin het ieder voor zich is, niemand verantwoordelijkheid neemt en het gemeenschappelijk belang als een zwaar en vertragend blok aan het been wordt gezien van het individu als ondernemer van zijn eigen geluk? Wie hard werkt kan in principe alles bereiken, succes ligt voor iedereen binnen handbereik door te optimaliseren en concurreren, te ondernemen en ontwikkelen en door te beheersen, disciplineren en te observeren. Maar is dit realistisch?

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: duncan c (cc)

Nietzsche en het populisme

RECENSIE - Is het populisme met zijn simpele, oppervlakkige stellingen, zijn botheid en leugenachtigheid wel een diepzinnige filosofische analyse waard, vroeg ik me af. Sybe Schaap gaat in zijn boek Het wendbare verleden;Nietzsche in postmoderne tijden diep in op het denken van hedendaags populisten. Hij grijpt daarvoor terug op Friedrich Nietzsche, de 19e eeuwse filosoof en cultuurcriticus die volgens Schaap zijn tijd ver vooruit was. Nietzsche’s filosofie biedt aanknopingspunten voor het begrijpen van het postmoderne denken dat van grote invloed is op het populisme. Schaap schrijft op een hoog abstractieniveau en geeft slechts spaarzaam actuele voorbeelden van het populistisch denken dat hij probeert te duiden. Dat is jammer voor de leesbaarheid, maar anderzijds ook wel begrijpelijk als je een politieke stroming wilt analyseren en daarbij niet de aandacht wil afleiden met incidentele uitspraken van min of meer toevallige vertegenwoordigers. Want -bij nader inzien heeft Schaap me wel overtuigd van de waarde van zijn onderneming- het populisme is gegeven zijn invloed en aanhang wel degelijk belangrijk genoeg om dieper op in te gaan. En dan, voor een goed begrip, juist los van de dagelijkse tweets en provocerende oneliners van hedendaagse representanten. Schaap maakt het echter niet makkelijk voor degenen die niet gewend zijn aan filosofische betogen.

Foto: jiejun tan (cc)

De wereld vóór God

RECENSIE - In 1945 verscheen Bertrand Russells A History of Western Philosophy. Het boek was direct een geweldig succes. Dat had waarschijnlijk alles te maken met het feit dat het het levenslicht zag in het laatste oorlogsjaar. Na de waanzin van de Tweede Wereldoorlog bracht de beroemde filosoof een hoopvolle boodschap. A History was een hoopgevende samenvatting van de groei van het westerse filosofische denken, van de tijd van Socrates tot aan… Russell himself. Jazeker, er bestond vooruitgang. Russell schetste een lange keten van denkers die op elkaars inzichten hadden voortgebouwd, die ons denken hadden verdiept, en die leidde naar de moderne filosofen die door middel van linguïstische analyse de laatste filosofische vragen zouden kunnen oplossen. Voor dat stralende vooruitzicht (eigenlijk voor zijn hele oeuvre, maar de jury noemde expliciet A History) kreeg Bertrand Russell in 1950 de Nobelprijs voor de literatuur.

Russells boek maakte de geschiedenis van de filosofie tot een huiskameronderwerp. Maar het had uiteindelijk hetzelfde effect als Gibbons Decline and Fall of the Roman Empire.

Latere auteurs konden niet anders dan eer betonen aan deze voorganger, aan zijn fraaie stijl, zijn overzicht en rechtlijnige visie. Hier lag een niet te negeren monument van wijsheid. Elke geschiedenis van de filosofie werd daar voortaan ter controle langs gelegd. En het was een boek met een niet te negeren boodschap: filosofie is een uniek westers concept, en een ongehoord succesverhaal. Vrijwel alle latere auteurs moesten zich daarnaar gedragen. What more was there to tell?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een stad vol vrije geesten

RECENSIE - © Spectrum. boekomslag Republ;iek der vrije geesten van Peter NeumannHet is 1799. Europa staat aan de vooravond van een nieuwe eeuw. Wanneer die nieuwe eeuw precies begint, is een onderwerp voor elegante discussie (dezelfde die gevoerd werd rond 1999), maar het is duidelijk dat er grote veranderingen op stapel staan.

In Frankrijk lijkt een einde te zijn gekomen aan de Revolutie met de staatsgreep van consul Napoleon. Een vermaard, meedogenloos generaal is nu de leider van de sterkste natie van Europa – en hij zal ongetwijfeld afrekenen met Frankrijks vijanden, de vijanden van de Revolutie.

Duitsland, dat allegaartje van reactionaire vorstendommen en vrije steden, lijkt een gemakkelijke prooi. En ondertussen broeit en gist het in datzelfde Duitsland.

Overal weerklinken de slogans van de Franse revolutie. Een nieuw tijdperk breekt aan! Maar niemand wil geassocieerd worden met de Jacobijnse terreur, of de oorlogstaal van Napoleon. In Duitsland moet het geen tijdperk van wapengeweld worden maar het tijdperk van de Geest. Napoleon wil de wereld dwingen, Duitsland zal de wereld onderwijzen. Tegenover de oppervlakkige Franse kreten (‘vrijheid, gelijkheid, broederschap!’) zal Duitsland een diepzinnig revolutionair denken scheppen. Een filosofie voor de nieuwe mens, die zijn eigen toekomst schept.

De grondlegger van die filosofie is Immanuel Kant. Althans, dat beweert Johann Gottlieb Fichte (1762-1814). Fichte blaast het stof van Kants abstracte werken. Hij wordt de Paulus van de nieuwe filosofie. Hij vestigt zijn roem met zijn Versuch einer Kritik aller Offenbaring, dat hij anoniem uitgaf en dat bij verschijnen direct wordt aangezien voor een nagelaten manuscript van Kant. Aha! Dát vond Kant dus van het fenomeen godsdienst! Kant verwierp alle openbaring! Weg met de Bijbel, weg met God! Nog groter is de opwinding als blijkt dat dit atheïstische geschrift (Fichte had niet voor niets zijn naam weggelaten) niet van Kant is maar van een leerling. Fichte is in één klap beroemd. Goethe, Geheimrat van de hertog van Saksen-Weimar, doet daarna zijn uiterste best om deze veelbelovende jongeman een hoogleraarspost te bezorgen. De hertog zélf moet uiteraard niets hebben van aanhangers van de Franse revolutie maar Goethe speelt zijn kaarten zorgvuldig. En het wordt Jena. Het slaperige universiteitsstadje krijgt een filosofisch kanon in huis.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een kleine geschiedenis van de waarheid – Julian Baggini

RECENSIE - door Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.
© Klement UItgeverij boekomslag Een kleine geschiedenis van de waarheid – Julian Baggini
Sommige mensen kunnen ingewikkelde problemen op een eenvoudige manier uitleggen. Als ze dat doen zonder te simplistisch te worden, is dat een prestatie van formaat. Filosoof Julian Baggini lukt dat in dit dunne boekje over ‘de waarheid.’ Hij legt op luchtige toon zijn visie uit en geeft zelfs tips over hoe met de waarheid om te gaan.

Baggini maakt de grote, onontkoombare waarheid kleiner door die op te delen in tien vormen. Er is niet een waarheid, er zijn ‘eeuwige waarheden’, ‘gezaghebbende waarheden’, ‘empirische waarheden’ en zo verder. Alleen al die aanpak zorgt uiteraard voor een relativering. Er is niet een absolute waarheid die op al die manieren waar is. We pakken de werkelijkheid en onze belevingswereld in met allerlei waarheden, die op verschillende niveaus iets zeggen.
We moeten van iedere waarheid zijn plaats weten, dan komt het wel goed, is de boodschap van Baggini.

Sneeuw is wit

Dit is geen inleiding in de filosofische inzichten in de waarheid, hoewel er verschillende filosofen voorbij komen. Zo citeert hij een van de bekende uitspraken over waarheid van Alfred Tarski: ‘sneeuw is wit’ is waar als en alleen als sneeuw wit is. De claim van de waarheid is een claim over een uitspraak. Maar hij gaat niet in op de moderne academisch-filosofische inzichten over waarheid. Wel is duidelijk uit Baggini’s benadering dat hij het idee van een algehele waarheid verwerpt.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: United Nations Photo (cc)

Klimaatsceptici zijn geen echte sceptici

COLUMN - Klimaatsceptici missen de scherpte, de diepgang en de zelfkritische blik van de echte scepticus.

Opwarming van de aarde? Door de mens? En dat zou op te lossen zijn door om te schakelen op duurzame energie?

Onzin, zeggen de zogenaamde ‘klimaatsceptici’, een grote groep mensen die zich verzet tegen minstens één van deze drie stellingen. Het gebruik van het woord ‘klimaatscepticus’ voor mensen die bovenstaande argumenten aanhangen stuit mij echter tegen de borst. Met scepticisme hebben ze niet zoveel te maken.

Waar komt het woord scepsis vandaan

Het woord scepsis komt van een filosofische stroming uit de oudheid. In mijn boek “de wereld vóór God”, heb ik onlangs alle filosofieën van voor de middeleeuwen op een rij gezet, van de Grieken tot de Romeinen, van de Indische filosofie tot aan China. Niet alleen wilde ik deze denkers op toegankelijke manier bespreken en zo voor meer mensen ontsluiten, ook wilde ik kijken in hoeverre hun inzichten van toepassing zijn op onze tijd.

Van al die filosofische stromingen – en dat zijn er nogal wat – is de filosofische school van sceptici één van de stromingen die mij uiteindelijk het meest aantrekt. Deze sceptische school ontstond ongeveer 300 jaar voor onze jaartelling, en heeft 600 jaar lang een belangrijke rol gespeeld in de filosofie. Helaas werd hun manier van denken in de dogmatische middeleeuwen weer minder populair, en sindsdien hebben de sceptici een negatieve naam gekregen.

Foto: Judy van der Velden (cc)

Een mislukt scheurkalenderproject

RECENSIE - Een filosofisch woordenboek voor Nederland, lees ik op de omslag. Onder de titel ‘Voor rede vatbaar’. Geen origineel idee, uiteraard, een ‘Woordenboek’. Dat is een veel beproefde uitvlucht om aan de eisen van enige structuur te ontkomen. Zo ook in dit geval. Paul Fentrop doet maar wat. Trefwoorden lijken random gekozen, en de tekst heeft meestal weinig met het trefwoord te maken. Drank. Wie gaat zoiets opzoeken in een filosofisch woordenboek? En de bijbehorende tekst bestaat uit prietpraatjes over het drankgebruik in verre eeuwen. Wat ook opvalt in dit ‘woordenboek’ is het kwistig gestrooi met citaten van al dan niet beroemde denkers. Sommige van die mislukte lemma’s zijn niet meer dan een aaneenschakeling van andermans guitige en snedige opmerkingen. Fentrop weet blijkbaar niet dat dit soort gequote (‘kijk mij eens belezen zijn!’) een pijnlijk teken is van geestelijke armoede. Waarom zou je denken als een ander al voor je heeft gedacht? Of gaat het bij dit ‘woordenboek’ om een mislukt scheurkalenderproject?

Een trefwoord ‘huwelijksportretten’. Waarom? Het levert wat gezwijmel op over de Gouden Eeuw en de uitsmijter: ‘Het huwelijksportret is voor mij een van de mooiste uitingen van de westerse beschaving. Het is de culturele tegenpool van het hoofddoekje’. En daarmee zijn we bij de frustratie waar Fentrop mee worstelt. En waarschijnlijk ook bij de reden waarom hij dit boekje in elkaar heeft geflanst. We gaan naar het trefwoord ‘Hoofddoekje’. Na een pagina quasifilosofisch gebabbel over kleding komt hij tot de volgende conclusie:

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Stephen McParlin (cc)

De wereld vóór god

RECENSIE - Jona Lendering besprak op zijn blog het boek van Sargasso-redacteur Kees Alders (aka Klokwerk) over filosofie van de oudheid.

Bekentenis: ik was al ergens halverwege mijn vierde jaar aan de universiteit toen ik me realiseerde dat ik noch bij de colleges oude geschiedenis, noch bij de colleges antieke filosofie ooit had gehoord over het Organon, de verzameling van zes teksten waarmee Aristoteles de grondslagen legde voor de logica en daarmee, indirect, voor alle latere wetenschap. Op de middelbare school had ik er wel van gehoord, aan de universiteit werd het overgeslagen. Dat zal inmiddels wel zijn verbeterd, maar in de eerste jaren na de Deetman-kaalslag was het denkbaar dat je naar een universiteit ging om iets te leren over de Oudheid en dat je daar het belangrijkste niet meekreeg. Ik heb me er later in verdiept en mijn exemplaar van Aristoteles’ Analytica Priora vertoont inmiddels sporen van intensief gebruik, maar ik blijf me onhandig voelen als het gaat over antieke filosofie.

Toch ben ik niet helemaal onwetend. Ik heb de reguliere colleges antieke filosofie, incompleet of niet, natuurlijk wel gevolgd en ben later lid geweest van een discussiegroep. Daar viel me op dat een filosoof en een historicus niet dezelfde accenten leggen. Te kort door de bocht samengevat probeert de laatste een denkbeeld te plaatsen in een historische context terwijl de eerste reflecteert over het denkbeeld zelf. Een historicus kan zich bijvoorbeeld afvragen of een opvatting niet anachronistisch aan Pythagoras is toegeschreven terwijl een filosoof nadenkt over de pythagorese mathematisering van het wereldbeeld.

Foto: Gustave Doré, Mozes copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

De Tien Geboden van Bertrand Russell

Het vervelende van mensen is dat ze niet volmaakt zijn. Een Plato vergeleek de ziel met een tweespan, getrokken door een edel en een geil paard, waarmee hij probeerde uit te leggen waarom we weleens iets verkeerds doen. De auteur van Genesis 4 laat God tegen Kaïn zeggen dat hij goed en slecht kan handelen: in het eerste geval kan hij iedereen recht in de ogen kijken, in het tweede geval ligt de zonde op de loer, begerig om de mens in zijn greep te krijgen – maar de mens kan uiteindelijk sterker zijn dan de zonde. Tegenwoordig denken we dat de driften die we niet als goed beschouwen, samenhangen met de ontwikkeling van onze hersenen: ergens hebben we iets behouden van de dieren die ooit op de savanne leefden en voor wie agressie normaal was.

Dat wij dat afkeuren betekent in feite dat we proberen onze diepste natuur te overwinnen. Het is geen compliment als je iemand zegt dat hij zich als een beest gedraagt, hoewel het in feite een constatering is van een simpel biologisch gegeven: we zijn natuurlijk wél beesten. We zijn alleen beesten die ernaar streven die beestachtigheid te overwinnen. De grote levensbeschouwelijke systemen bieden daartoe allemaal een leidraad. We zijn dieren maar kunnen ernaar streven dames en heren te zijn. U mag het heiligheid of Bildung of beschaving noemen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende