Moslimdiscriminatie is niet los te zien van politieke context

door Ewoud Butter Discriminatie van moslims in Nederland is geen incident, maar structureel, genormaliseerd en diepgeworteld. Dat bevestigt nieuw onderzoek. Het rapport is waardevol, maar heeft te weinig oog voor de politieke context die mede verklaart waarom moslims 'onderzoeksmoe' zijn. Aan dit kabinet vragen iets tegen moslimdiscriminatie te doen, is aan de brandweer vragen een brand te blussen terwijl een deel van de korpsleiding eerder met een jerrycan op het dak stond. Discriminatie van moslims is geen uitzondering, maar een patroon dat diep verweven is met het dagelijks leven van veel Nederlandse moslims. Dat blijkt uit een onderzoek dat tussen december 2023 en december 2024 werd uitgevoerd door Regioplan en ERCOMER (Universiteit Utrecht), in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Geen incidenten, maar patronen Moslimdiscriminatie komt voor in vrijwel alle onderzochte domeinen van het dagelijks leven: op school, op het werk, in de zorg en bij de overheid. Vaak gaat het niet om scheldpartijen of openlijk geweld, maar om alledaagse, subtiele vormen van uitsluiting. Niet minder pijnlijk, wél moeilijker aanwijsbaar. Daarnaast is er sprake van institutionele discriminatie: regels en processen binnen organisaties die – vaak onbedoeld – systematisch nadelig uitpakken voor moslims. Denk aan strengere controles, belemmeringen bij toegang tot zorg of werk, of protocollen die niet aansluiten bij religieuze realiteit. Discriminatie als alledaagse realiteit Een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek: moslimdiscriminatie is genormaliseerd. Zo normaal, dat het vaak niet eens meer wordt herkend. Niet door degene die discrimineert, niet door de institutie die het faciliteert, en soms zelfs niet door degene die het ondergaat. Vooral jongeren voelen zich hierdoor vervreemd van de samenleving. Ze ervaren geen erkenning als volwaardige burgers. Het vertrouwen in overheid, politiek en samenleving brokkelt af. En wie zich permanent moet bewijzen dat hij of zij “deugt”, gaat zich op den duur gewoon afvragen of het wel de moeite waard is. Erkenning, systemen, betrokkenheid, maatwerk De onderzoekers doen vier aanbevelingen: Er moet erkenning komen voor het probleem, vooral vanuit de overheid. Zolang men blijft doen alsof het ‘wel meevalt’, is elke aanpak gedoemd om te verzanden. De aanpak moet zich richten op systemen, niet alleen op individueel gedrag. Macht en structuren zijn medebepalend voor ongelijkheid. Moslims moeten actief betrokken worden bij het maken van beleid. Beleid dat over moslims gaat, maar zonder moslims tot stand komt, werkt simpelweg niet. Specifieke interventies zijn noodzakelijk. Een generiek antidiscriminatiebeleid is vaak te vaag. Moslimdiscriminatie vraagt om een gerichte aanpak, net zoals antisemitisme of seksediscriminatie dat doet. Drie concrete verbeterkansen De onderzoekers noemen drie praktische verbeteringen: Op de werkvloer en in het onderwijs is meer bewustwording nodig over hoe moslimdiscriminatie eruitziet en wat de impact is. In de zorg moeten duidelijke, formele richtlijnen komen om discriminatie te voorkomen – want goede zorg is niet optioneel. De overheid zelf moet haar beleid systematisch monitoren op discriminerende effecten. Het zou toch mooi zijn als de overheid haar eigen wetten ook een keer op zichzelf toepast. Onderzoeksmoe Het onderzoek is gebaseerd op een magere literatuurstudie, gesprekken met experts en beleidsmakers, en gesprekken met moslims zelf. In totaal zijn 44 moslims geïnterviewd via diepte-interviews en focusgroepen. Ook vonden er meerdere ontwerpsessies plaats met uiteenlopende stakeholders. Veel respondenten gaven aan weinig vertrouwen te hebben dat onderzoeken zoals deze leiden tot concrete actie. Ze zijn 'onderzoeksmoe'. Toch was er een grote bereidheid om ervaringen te delen. Misschien niet omdat men verwacht dat er écht iets verandert, maar omdat zwijgen geen optie is. Het is 2025. En nog steeds dit. Dat veel moslims ‘onderzoeksmoe’ zijn is niet vreemd. Ze ervaren al decennia op allerlei terreinen alledaagse en institutionele discriminatie. Dit is ook bepaald niet het eerste onderzoek naar moslimdiscriminatie. Ineke van der Valk was de eerste die in 2012 een wetenschappelijke studie publiceerde en zij is ook verantwoordelijk voor de eerste Monitors Moslimdiscriminatie. Daarna volgden veel meer onderzoeken en elk nieuw rapport bevestigt wat eerder al gezegd is. Dat geldt ook voor dit onderzoek dat niet veel nieuws meer bevat. En toch komt het politieke en maatschappelijke debat telkens weer met dezelfde vraag: ‘Maar is er wel echt sprake van moslimdiscriminatie?’ De veenbrand moet steeds worden bewezen, voordat iemand opdracht geeft een blusapparaat te pakken. Het eeuwige taboe op het benoemen van discriminatie en racisme Op het benoemen van iedere vorm van discriminatie en racisme rust in Nederland nog steeds een flink taboe. Het past immers niet bij ons zelfbeeld. Discrimineren dat doen de anderen. Zolang we niet in de spiegel durven te kijken en ontkennen dat we allemaal vooroordelen hebben en kunnen discrimineren, zullen we geen stap verder komen. Onderzoek naar moslimdiscriminatie is in het bijzonder een heikele kwestie. Elke poging om het probleem te benoemen, wordt steevast gevolgd door de voorspelbare rituelen: twijfel over de methode, wantrouwen richting de onderzoekers, verdachtmakingen richting respondenten en moslims in het algemeen – en een scala aan bagatelliserende ‘ja, maar’ opmerkingen die ik ooit heb samengevat in de Discriminatie Bullshit Bingo (binnenkort een update). Kritiek is altijd welkom – ook dit onderzoek kent heus z’n beperkingen. Maar als de kritiek afkomstig is van opiniemakers die hun businessmodel gebouwd hebben op moslimbashen, of van media zoals vanochtend De Telegraaf, dan weten we allang wat de bedoeling is: twijfel zaaien, zodat er niets hoeft te veranderen. De politieke context Wat van mij in het onderzoek meer aandacht had mogen krijgen is de rol van de politiek, de discriminatie van moslims in het veiligheidsdomein en de rol die de beeldvorming van moslims speelt. Ik beperk me nu hier tot de rol van de politiek, die mede verklaart waarom moslims ‘onderzoeksmoe’ zijn. Moslimdiscriminatie, het aanpakken daarvan en de haalbaarheid van de aanbevelingen is immers niet los te zien van de politieke context. En die context is op dit moment zorgwekkend. Het huidige kabinet, officieel onder leiding van premier Dick Schoof, wordt feitelijk aangestuurd door Geert Wilders – de leider (en het enige lid) van de Partij voor de Vrijheid (PVV), de grootste partij in de Tweede Kamer. Een partij die sinds haar oprichting het inperken van de rechten van moslims als haar belangrijkste missie heeft. De PVV wil moskeeën sluiten, islamitische scholen, de Koran en vrouwen met hoofddoekjes in publieke functies verbieden en stelde eerder een ‘kopvoddentaks’ voor. Allemaal voorstellen die haaks staan op onze grondwet en – terecht – tot groots protest zouden leiden wanneer niet moslims, maar vrouwen, joden of lhbtiq+ personen het slachtoffer zouden zijn. In Nederland wordt het gedachtengoed van de PVV echter al jaren genormaliseerd door partijen die met Wilders samenwerken. Wilders is bovendien onderdeel van een internationale radicaalrechtse beweging van autocratische leiders die op allerlei vlakken de rechtsstaat willen afbreken. Inmiddels is de PVV de grootste partij en hebben we een kabinet waarin meerdere bewindslieden zitten die discriminerende uitspraken over moslims hebben gedaan. Niet alleen van de PVV overigens. Premier Schoof zelf zit ook niet helemaal lekker in de wedstrijd. Als voormalig Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) speelde hij een rol bij maatregelen die specifiek op moslims gericht waren. Onder zijn leiding werd heimelijk en zonder voldoende juridische basis onderzoek gedaan in moskeeën. De olifant in de kamer Kortom: we hebben een kabinet dat doordrongen is van wantrouwen jegens moslims. En dat maakt de uitvoering van aanbevelingen tegen moslimdiscriminatie op z’n zachtst gezegd… uitdagend. Om in de eerder gebruikte metafoor van een brand te blijven: een deel van de korpsleiding die de brand moet gaan blussen, stond eerder zelf met een jerrycan op het dak. Vind je het dan raar dat veel moslims er weinig vertrouwen in hebben dat een nieuw onderzoek leidt tot een daadwerkelijke aanpak van moslimdiscriminatie? Er wordt door het kabinet een stevige aanpak van moslimhaat beloofd. Ik hoop dat ik ongelijk krijg en dat ook deze vorm van discriminatie, net als andere, krachtig bestreden wordt. Dit artikel verscheen eerder bij Republiek Allochtonië. Ewoud Butter is zelfstandig onderzoeker. Zie ook: Factsheet moslimhaat en moslimdiscriminatie  Tientallen organsiaties presenteren factsheet tegen islamofobie Worden Nederlandse moslims bij wet tweederangsburgers? Aanpak moslimdiscriminatie wordt belemmerd door institutioneel wantrouwen

Door: Foto: Ewoud Butter, gemaakt tijdens demonstratie tegen racisme en fascisme op 22 maart 2025

De waarde(n)loze motie Becker

COLUMN - Deze week was er terecht heel veel ophef over de aangenomen motie van Tweede Kamerlid Bente Becker (VVD). Velen hebben al goed verwoord waarom dit een schandalige en discriminerende motie is. Maar de motie bevat een belangrijke aanname die onderbelicht blijft, maar wel ontzettend belangrijk is om nader naar te kijken.

Simpel gezegd stelt de motie dat onderzoek naar normen en waarden bij mensen met een migratieachtergrond moet leiden tot het achterhalen waar het hanteren van deze normen en waarden tot problemen leidt met integratie.
In het woord integratie zit besloten dat er zoiets bestaat als een vastomlijnde verzameling van “onze” normen en waarden waar naar toe geïntegreerd moet worden. Sterker nog, dat “onze” normen en waarden en het goed naleven daarvan niet tot problemen leidt.

En hoe makkelijk het ook is om met een paar van die zogenaamde normen en waarden te strooien, zoals mevrouw Becker doet in haar latere toelichting, het staat helemaal niet vast dat dit DE normen en waarden zijn, of dat ze gedragen worden door alle Nederlanders zonder migratie achtergrond (minstens tot vijf generaties terug).
Zo roept ze iets over het niet omarmen van de democratie, maar is haar partij in een regering gestapt met een ondemocratische eenmanspartij. En heeft ze het over de gelijkwaardigheid van man en vrouw, maar frustreert haar partij al jaren echt gelijke behandeling van vrouwen op de arbeidsmarkt (denk bv wettelijk vastgelegde gelijke beloning bij gelijk werk, met boetes voor overtreden).

Hof verbiedt etnisch profileren Marechaussee

Vandaag verbood het gerechtshof in Den Haag ondubbelzinnig het gebruik van etniciteit bij grenscontroles. Het maakte korte metten met het argument van de Marechaussee dat in principe niet op huidskleur of ras wordt geselecteerd, maar dat ze wel relevant kunnen zijn, want “als alleen de huidskleur anders zou zijn geweest, zou geen selectie hebben plaatsgevonden.”

De uitspraak is niet alleen relevant voor grenscontroles, maar voor alle overheidsdiensten.

Foto: Elvert Barnes (cc)

Regering Biden vindt standaarden bij de politie maar discriminerend

Het Amerikaanse ministerie voor Justitie klaagt diverse politiebureaus aan wegens discriminatie. De toelatingsexamens zouden vrouwen en zwarte Amerikanen onrechtmatig benadelen. Critici vrezen echter dat de standaarden hierdoor omlaag worden bijgesteld.

De regering Biden heeft diversiteit hoog in het vaandel staan. ‘Equity’ is daarbij het toverwoord. Equity mikt net als equality op gelijkberechtiging en gelijke kansen, maar legt net even andere accenten: het wegnemen van barrières, het herstellen van historisch onrecht, en het gelijkmaken van het speelveld. Dat klinkt natuurlijk allemaal redelijk en nobel, maar in de praktijk leest men het welslagen van dit streven af aan een gelijkheid van uitkomsten.

Vraag is of dat ook mogelijk is zonder dat de kwaliteit in het geding komt. Je kunt wel willen dat kansarme jongeren ook de mogelijkheid hebben om dokter of ingenieur te worden, maar als je de exameneisen gestaag naar beneden bijstelt omdat bepaalde etnische groepen om allerlei redenen kwalitatief minder onderwijs krijgen, leidt dat tot brokken.

Rechtszaak

Desalniettemin gaat het Amerikaanse Ministerie van Justitie voortvarend te werk bij het bestrijden van vermeend onrecht op de arbeidsmarkt. Zo heeft ze de afgelopen tijd politiebureaus in verscheidene steden blafbrieven gestuurd, omdat hun toelatingsexamens zouden discrimineren. De meeste afdelingen geven dan toe. Gemeenten hebben geen zin in kostbare juridische procedures.

Foto: Header afbeelding © Marc van Oostendorp

Een Turks accent is nadeliger dan een Turkse naam

COLUMN - Mensen beoordelen hun medemensen voortdurend, en zo’n beetje op ieder mogelijke dimensie: hoe iemand eruit ziet, hoe hij zich gedraagt, hoe hij zich presenteert. En ook hoe die persoon klinkt. Mensen hoeven een ander meestal maar heel kort te zien of te horen om er een oordeel over te hebben. Dat heeft ongetwijfeld voordelen: je moet soms snel kunnen beoordelen of iemand te vertrouwen is. Maar het leidt natuurlijk ook tot ongewenste effecten, zoals discriminatie.

Discriminatie op basis van accent wordt de laatste tijd wel onderzocht. Vaak gaat het daarbij nog om autochtone accenten (hoe beoordelen we iemand met een Limburgs accent?), maar minstens even interessant zijn natuurlijk vreemde accenten. Zoals nu onderzocht in een nieuw artikel van een Moira Van Puyvelde en een aantal collega’s.

Zij lieten verschillende groepen mensen luisteren naar hetzelfde tekstje:

We zijn nu in de Verbindingsstraat. Je neemt de eerste straat rechts, de Sportpleinstraat. Dan loop je voor bij het sportplein en je neemt de eerste straat links. Dat is de Guido Gezellelaan. Je loopt tot het einde en aan de brasserie ga je naar links. Dan ben je in de Noordstraat en dan zie je de supermarkt aan de linkerkant

De truc was: verschillende groepen hoorden dit verhaal in verschillende contexten. De ene groep werd verteld dat ze de persoon, bijvoorbeeld Maarten Dhondt, hoorden en anderen werd over precies dezelfde opname verteld dat hij was ingesproken door Mert Doğan (de onderzoekers hadden er zorg voor gedragen dat die namen ongeveer hetzelfde klonken.) Een ander verschil was dat sommige van de opnamen met een Turks accent waren opgenomen en andere niet, al klonk er wel dezelfde persoon.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Quote du jour | dubbele standaard

QUOTE - Nee. Nee! Niet in de wetenschap, toch? Dat bolwerk, wat zeg ik, bastion van rede en neutraliteit, waar alleen iemands kwaliteit van belang is? Een dubbele standaard ten opzichte van (bijvoorbeeld, in dit geval) vrouwen, die kan daar toch niet bestaan?! Een dikke beurs krijg je toch omdat je goed bent, wat zeg ik, excellent zelfs, en heeft toch niets te maken met je geslacht?

Doordat de criteria voor de Starting Grant niet goed gedefinieerd zijn, concentreren panelleden zich bovendien op verschillende dingen, schrijven de onderzoekers. Onafhankelijkheid, bijvoorbeeld, gaat voor sommige panelleden vooral om een duidelijke afstand ten opzichte van eerdere begeleiders (fysiek of in het onderzoek). Volgens een geïnterviewd panellid zouden vrouwen vaker geneigd zijn om samen te werken met mensen die ze al kennen, terwijl mannen meer ambitie zouden hebben om zelf een onderzoek te beginnen.

Door de aanname dat vrouwen minder onafhankelijk zijn dan mannen worden ze strenger beoordeeld op dit vlak, schrijven de onderzoekers. Zo ontstaat een dubbele standaard. Volgens sommige panelleden lijkt het geen probleem voor een mannelijke kandidaat om veel publicaties te hebben met een begeleider als co-auteur, terwijl vrouwen om die reden wel negatiever beoordeeld worden. Hetzelfde geldt voor mobiliteit. “Sommige mannen blijven altijd bij dezelfde universiteit, maar iedereen vindt dat ze wel een goed CV hebben”, zei een panellid. “Tegelijkertijd wordt het wel genoemd als een vrouw niet naar het buitenland is geweest tijdens haar PhD of erna.”

Foto: Fibonacci Blue (cc)

Meldpunt Internetdiscriminatie wordt bijna niet meer gevonden

ANALYSE - door Ewoud Butter, verscheen eerder bij Republiek Allochtonië.

Het aantal meldingen van internetdiscriminatie in Nederland was nimmer zo laag als in 2022. Het Meldpunt internetdiscriminatie (MiND) wordt haast niet meer gevonden. Dat blijkt uit de onlangs gepubliceerde rapportage Discriminatiecijfers 2022.
Bij andere registrerende instellingen als anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s), politie en het College voor de Rechten van de Mens is sinds 2015 wel sprake van een lichte stijging. Net als in voorgaande jaren het geval was, ging het bij verreweg de meeste meldingen om discriminatie op grond van herkomst of huidskleur.

Ter inleiding

‘Discriminatiecijfers in 2022’ is samengesteld door Art.1 in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de politie, in samenwerking met Discriminatie.nl (de landelijke vereniging van antidiscriminatievoorzieningen). In de rapportage worden, net als in voorgaande jaren, de cijfers van de politie en de anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) samen gepresenteerd. Daarnaast worden ook de gegevens betrokken van andere organisaties die discriminatiemeldingen registreren, zoals het College voor de Rechten van de Mens, het Meldpunt Internet Discriminatie (MiND), de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman.
De cijfers in het rapport geven het aantal meldingen van discriminatie in 2022 weer, maar zeggen niet veel over de mate waarin discriminatie wordt ervaren.

Ervaren discriminatie

Foto: Danilo Urbina (cc)

Quasi oprechte ‘maar-mensen’

COLUMN - Je spreekt niet van een ‘explosie’ als je écht vindt dat trans zijn oké is

Er verschijnen tegenwoordig veel artikelen waarin de zorgverlening aan en de positie van trans mensen ter discussie worden gesteld. Ze worden steevast geïntroduceerd met een plichtpleging: ‘Niet dat er iets mis is met trans mensen, maar…’. Het is de obligate knieval, die als vrijbrief dient om precies dat te doen wat je zegt niet te doen: discrimineren.

Want vervolgens leggen de maar-mensen uit dat er sprake is van een zorgwekkende trend. Er zou een ‘explosie’ zijn van trans mensen, vooral van pubermeisjes die zich jongen voelen, en mensen zouden ‘te makkelijk’ in transitie mogen gaan. Vooral de notie dat iemand niet langer verplicht een pakket van ingrepen hoeft te doorlopen voordat ze hun geslachtsaanduiding op hun identiteitsbewijs kunnen veranderen, roept protest op.

Wat opvalt: het zijn vooral gendervaste mensen die zulke bezwaren aanvoeren. Het doet me denken aan mannen die vrouwen haarfijn uiteggen hoe zij zich dienen te gedragen om ‘succesvol’ te zijn, of heteroseksuele mensen die uiteenzetten wat homoseksuelen niet moeten doen indien ze ‘aanvaard’ willen worden.

‘Vragen stellen’, noemden deze maar-mensen het. Dat verklaart niet waarom kranten zulke stukken met enige gretigheid afdrukken. Je spreekt niet van een ‘explosie’ als je écht vindt dat trans zijn oké is. Mij lijkt het conditionele acceptatie. ‘Ze’ moeten eerst aan ‘onze’ voorwaarden voldoen, anders is de boot aan.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: emmapatsie (cc)

Evenwicht in de uitingsvrijheid

OPINIE - ‘We moeten opnieuw nadenken over een evenwicht tussen vrije meningsuiting en regels die de ergste schade van menselijke ongerijmdheid kunnen beperken’, schrijft Ian Buruma in een opiniebijdrage in de NRC. Hij waarschuwt voor nieuwe aanzetten tot censuur op ongewenste meningen. Zoals in Zuid-Korea waar een bepaalde opvatting over de geschiedenis bij wet strafbaar is gesteld. Ik zou er het voorbeeld van Bosnië-Hercegovina aan toe kunnen voegen, waar Valentin Inzko, de Hoge Vertegenwoordiger van de bestandspartijen uit de burgeroorlog, het ontkennen van genocide strafbaar heeft gesteld. Maar dan stuit ik meteen op een probleem. De grens moet liggen bij aanzetten tot geweld, zegt Buruma. En daar ligt nu precies het motief van Inzko voor zijn censuurmaatregel. De interpretatie die de Bosnische Serviërs geven aan de geschiedenis van de burgeroorlog roept volgens hem nieuw geweld op. En vanuit zijn rol om het vredesakkoord van Dayton overeind te houden zag hij geen andere mogelijkheid dan een verbod op ongewenste lezingen van de geschiedenis.

Holocaust

Moeten we de grens toch wat eerder trekken misschien? ‘Slechte argumenten en verzinsels moeten door betere argumenten en meer nauwkeurigheid worden weerlegd. Dat is althans de ideale basis voor de vrijheid van meningsuiting,’ schrijft Buruma. ‘Maar het zou naïef zijn om de risico’s van opzettelijke leugens en funeste propaganda te bagatelliseren.’ Overeenkomstig de ruime Amerikaanse opvattingen van free speech wijst hij dan op de gevaren van oproepen tot geweld. Daar moet volgens hem de grens worden getrokken. In Europa is dat niet het enige criterium voor de strafbaarheid van een geschiedenisopvatting. De holocaustontkenning wordt ook in Nederland bijvoorbeeld gezien als een strafbare vorm van discriminatie van Joden.

Foto: Protest bij de sloop van de Tweebosbuurt, 19 april 2021 - foto: Gwen van Eijk

Is het Rotterdamse sloopbeleid racistisch?

Gisteren ontstond er in de Rotterdamse gemeenteraad een verhitte discussie over de vraag of de sloop van de Tweebosbuurt ‘racistische politiek’ is. Het was een goed maar jammer voorbeeld van hoe de politiek-maatschappelijke discussie over racisme vaak spaak loopt op mensen die zich gekwetst voelen door de beschuldiging van racisme.

De discussie in de raad ging over een discriminatoir element in een beleidsinstrument, niet over individuele racistische overtuigingen of vooroordelen van politici. Het zou helpen als politici niet in de eerste plaats focussen op wat een beschuldiging van racisme over hen zelf zegt (hoewel ze daar zeker op zouden moeten reflecteren), maar op de vraag in hoeverre beleid racistisch kan uitwerken en wat ze daaraan kunnen doen. Het is mogelijk om racistisch beleid te bedenken en uit te voeren zonder daar racistische of kwaadaardige ideeën bij te hebben. Onwetendheid en bij sommige partijen ook onverschilligheid over de mogelijke gevolgen spelen een grote rol.

Controversieel sloopbesluit

Waar ging het in de raad over? De aanleiding voor de discussie was de tv-uitzending van Opstandelingen van 3 juni, waarin het ging over ‘sloopstad Rotterdam’. In de uitzending volgt Sophie Hilbrand het verzet tegen sloop in verschillende Rotterdamse wijken, met speciale aandacht voor het verzet tegen de sloop van de Tweebosbuurt.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende