Weekendbedenking – Week van het orgaanvlees
Orgaandonatie blijft prominent aanwezig in de media. Verstandig? Het risico is natuurlijk aanwezig dat mensen er genoeg van krijgen en helemaal geen donor meer willen worden. Ook de politiek maakt onder druk van de opinie niet altijd de gewenste keuze. Zo is de snelle spoorverbinding met het noorden voorlopig weer bijgezet in de warmhoudkast met hete brij waar omheen gedraaid kan worden. Gaat het met orgaandonatie ook die kant op?
De moeizame besluitvorming rond orgaandonatie laat zich voor een deel verklaren uit het liberale karakter van onze samenleving. Daardoor is er veel weerstand tegen de negatieve optie: je bent orgaandonor tenzij je anders hebt aangegeven. Terecht voelt dit aan als strijdig met het zelfbeschikkingsrecht van het individu. Het lijkt ook een beetje op de problematiek van de registratie bij het bevolkingsregister van iemands godsdienst in de jaren vijftig: als je het niet wist of opgaf (of als atheïst, want die rubriek bestond eenvoudig niet) dan werd je geregistreerd als Nederlands Hervormd. Met het gevolg dat dat de dominante christelijke stroming was.
Ook niet gunstig blijkt de op overleven gerichte wetgeving. Allerlei maatregelen hebben geleid tot een voortdurende afname van het aantal verkeersslachtoffers. Gezondheidseisen die aan voedsel worden gesteld leiden tot steeds minder voedselvergiftigingen. Medicijnen moeten eerst grondig gestest worden voor ze de markt op mogen. Gaskachels mogen geen koolmonoxide meer uitstoten. Zo zie je maar weer hoe de regelzucht van de overheid negatief uitpakt voor degenen die op een donororgaan zitten te wachten.
Les geven lijkt op toneelspelen. Een goede docent geeft een voorstelling. Hij inspireert zijn leerlingen. Hij zet ze aan het denken. Hij leest verhalen en gedichten die kunnen leiden tot lachen, huilen of huiveren. Hij laat zijn leerlingen geloven dat ze ideeën en oplossingen die hij ze min of meer in de mond heeft gelegd, zelf hebben bedacht, zodat ze vertrouwen krijgen in hun eigen capaciteiten.
Kazimir Malevitsj is vooral bekend omdat hij ooit een zwart vierkant op een wit doek schilderde dat nu zo’n twintig miljoen dollar waard heet te zijn. Geheel in de geest van zijn tijd deed hij dat niet zomaar, maar in het kader van een manifest, in zijn geval het suprematisme. Als kunstenaar in de jaren twintig van de vorige eeuw diende je, zeker als je in de Sovjet-Unie woonde, een maatschappijvisie te hebben.
De Tweedekamerleden Ger Koopmans (CDA) en Paul de Krom (VVD) willen geen applausmachine van Rita Verdonk (ToN) zijn en gaan derhalve niet naar de een transport-bijeenkomst in Twente waar de aanvoerster van Trots op Nederland zal spreken
periferie netwerkje van geborneerde marge-politica’s waar Rita inmiddels zelf ook toe behoort. Organisatreuse Petra Baarslag stapte immers als raadslid op 4 juli 2007
Zelden zo’n hoopgevend resultaat gezien!
Deze week was het weer zover: een envelop met acceptgiro van