Weekendbedenking – Week van het orgaanvlees
Orgaandonatie blijft prominent aanwezig in de media. Verstandig? Het risico is natuurlijk aanwezig dat mensen er genoeg van krijgen en helemaal geen donor meer willen worden. Ook de politiek maakt onder druk van de opinie niet altijd de gewenste keuze. Zo is de snelle spoorverbinding met het noorden voorlopig weer bijgezet in de warmhoudkast met hete brij waar omheen gedraaid kan worden. Gaat het met orgaandonatie ook die kant op?
De moeizame besluitvorming rond orgaandonatie laat zich voor een deel verklaren uit het liberale karakter van onze samenleving. Daardoor is er veel weerstand tegen de negatieve optie: je bent orgaandonor tenzij je anders hebt aangegeven. Terecht voelt dit aan als strijdig met het zelfbeschikkingsrecht van het individu. Het lijkt ook een beetje op de problematiek van de registratie bij het bevolkingsregister van iemands godsdienst in de jaren vijftig: als je het niet wist of opgaf (of als atheïst, want die rubriek bestond eenvoudig niet) dan werd je geregistreerd als Nederlands Hervormd. Met het gevolg dat dat de dominante christelijke stroming was.
Ook niet gunstig blijkt de op overleven gerichte wetgeving. Allerlei maatregelen hebben geleid tot een voortdurende afname van het aantal verkeersslachtoffers. Gezondheidseisen die aan voedsel worden gesteld leiden tot steeds minder voedselvergiftigingen. Medicijnen moeten eerst grondig gestest worden voor ze de markt op mogen. Gaskachels mogen geen koolmonoxide meer uitstoten. Zo zie je maar weer hoe de regelzucht van de overheid negatief uitpakt voor degenen die op een donororgaan zitten te wachten.