Experimenteren met (arme) mensen

Ik las laatst wat schandaligs. Er wordt geëxperimenteerd met zieke mensen. Door gezonde mensen nog wel! Waarom mogen gezonde mensen experimenteren met zieke mensen? Experimenteren met zieke mensen, het is even bijzonder als zorgelijk dat dit kennelijk door een ethische commissie is goedgekeurd. Kritiek op experimenten Bovenstaande is een bewerking van enkele zinnen uit een opinieartikel in de Volkskrant van een tijd terug, van Tim ’s Jongers en Laura Batstra: “Opinie: Experimenteren met arme mensen, het is even bijzonder als zorgelijk”. In plaats van zieke en gezonde mensen, spreken zij er schande van dat er wordt geëxperimenteerd met arme mensen, door mensen die het goed hebben. Het stuk ageert specifiek tegen een experiment van het Kansfonds. Hun punten, kort samengevat, is dat dergelijk onderzoek onnodig is omdat we al voldoende kennis hebben, het gedaan wordt door ‘hoopvollen’ op ‘hooplozen’ om te kijken ‘of ze meer op henzelf gaan lijken als we ze een beetje geld geven’ en het onethisch is dat er een controlegroep is. Initiators en intenties Het Kansenfonds kan prima voor zichzelf spreken maar ik ga toch nog reageren op de algemene strekking van dit artikel. Full disclosure voor de mensen die het niet weten: ik was zowel ambtelijk projectleider als wetenschappelijk onderzoeker naar een soortgelijk experiment onder bijstandsgerechtigden in Nijmegen. Dat ging, net als het experiment van het Kansenfonds, uit van meer vertrouwen in mensen en het gaf hen de ruimte om meer bij te verdienen naast de uitkering. Het had ook zo’n vermaledijde controlegroep. De bedoeling van het stuk van ’s Jongers en Batstra is ongetwijfeld goed en hun oproep tot 'een menswaardiger en eenvoudiger armoedebeleid’ kan ik van harte onderschrijven. Zowel vanuit mijn beroepspraktijk als vanuit mijn wetenschappelijk onderzoek. Maar het stuk slaat wat mij betreft toch de plank mis op een aantal punten. Dat zit ‘m ten eerste in de bovengenoemde aanname: het zijn experimenten ‘door kansrijken’ op ‘kansarmen’. De experimenten die ik ken van dit soort, zijn vaak tot stand gekomen samen met of zelfs geïnitieerd door de doelgroep. In Nijmegen hebben we bovendien, nadat duidelijk werd hoe een eventueel experiment er uit zou zien, al onze (op dat moment) 8000+ bijstandsgerechtigden een brief gestuurd met de vraag wat ze er van vonden en of we er mee door moesten gaan. De tweede aanname van ’s Jongers en Batstra zit  ‘m in de achterliggende vraag is “gaan ze op ons lijken?”. De suggestie is dus dat dát de reden is van het onderzoek. Ik kan me daar niets bij voorstellen. Zoals hierboven aangegeven is er bij dit soort experimenten vaak helemaal geen ‘we’ en ‘ons’ – onderzoekers en mensen met een uitkering werken samen aan de totstandkoming van dit soort experimenten. Maar kwalijker is dat het een soort van negatieve intentie bij de initiators van dit soort onderzoek legt. Ik heb er de afgelopen jaren genoeg gesproken om te weten dat dit absoluut niet van toepassing is. Niet op de bestuurders, ambtenaren, wetenschappers, volksvertegenwoordigers, mensen uit het maatschappelijk middenveld of de mensen uit de doelgroep die hierbij betrokken zijn. Zonder uitzondering is de achterliggende vraag: hoe kunnen we het lot van mensen verbeteren, kunnen we ons beleid effectiever maken om te zorgen dat het bijdraagt aan het algemeen welzijn van de mensen waar het om gaat en aan de samenleving. Beleid evalueren En dat laatste is natuurlijk de crux: er is beleid voor mensen in armoede. En beleid kun je onderzoeken en evalueren – en zowel als ambtenaar als bestuurskundige vind ik het goed dat dat af en toe gebeurt. Je kunt er namelijk wat van leren, daar wordt iedereen beter van. Dat is natuurlijk de crux waarom er wel een experiment is met armoedebeleid en er geen experiment is, zoals ’s Jongers en Batstra voorstellen, waarbij 600 rijke mensen twee jaar in armoede moeten leven. Daar is geen beleid voor, dus daar valt dus ook geen effectiviteitsonderzoek naar te doen. En ja, onderzoekers zijn in de regel (relatief) rijk, gezond en volwassen, dus bij wetenschappelijke experimenten die gedaan worden experimenteert rijk met arm (sociaal beleidsonderzoek), maar ook gezond met ziek (medisch onderzoek) en volwassenen met kinderen (onderwijskundig onderzoek). Dat klinkt vervelend, maar als je er even over nadenkt is dat een vrij logisch gevolg van hoe we het met zijn allen georganiseerd hebben, en niet iets dat op zichzelf verkeerd is. Geheel terzijde: dit alles geschreven hebbende kan ik me trouwens best een experiment voorstellen met hele rijke mensen. Gooi de vermogensbelasting, de erfbelasting en/of de inkomensbelasting radicaal omhoog voor mensen bij wie het geld tegen de plinten klotst. Ik hou me van harte aanbevolen om een beleidsevaluatie te doen om te kijken of ze inderdaad allemaal het land uit zullen vluchten, wat soms beweerd wordt, of het ten koste gaat van de economie, en wat eventuele baten zijn. Hoe dan ook, als je beleid evalueert dan moet je dat zo goed mogelijk doen. En er valt een hoop af te dingen op het onderzoeksdesign ‘sociaal experiment’ (daar zijn op zichzelf lange stukken over te schrijven, zie bijvoorbeeld hier) – maar veelal wordt het toch nog gezien als de beste (‘gouden standaard’) of in ieder geval de minst slechte manier om dit soort onderzoek te doen. En over de ethische problemen rondom het hebben van een controlegroep is natuurlijk ook uitgebreid nagedacht. De elegantste samenvatting die ik ben tegengekomen is ‘een experiment is ethisch als alle verschillende treatments ethisch zijn’. Nu kun je overigens een boom opzetten over de vraag of de Participatiewet ethisch is. Maar die wet is een gegeven. Daar een groep mensen naast zetten die met een minder hard beleid te maken krijgen en kijken of dat beter werkt – het lijkt me toch lastig betogen dat dát hetgeen is dat onethisch is. Nodig? Dan komen we bij een pijnpunt: is dit soort onderzoek überhaupt nodig? ’s Jongers en Batstra schrijven: “We weten uit menig studie dat de effecten van chronisch geldgebrek desastreus zijn, en ieder persoon die in armoede leeft of geleefd heeft weet dat wat meer financiële ruimte helpend is. De échte vraag is waarom (kostbaar) onderzoek nodig is om de niet-armen daarvan te overtuigen.” Dit is waar, maar helaas, niet het hele verhaal. Er is inderdaad veel onderzoek naar deze groep, er zijn bibliotheken volgeschreven over sociaal beleid en de effecten daarvan. En die desastreuze effecten van geldgebrek zijn daar zeker in te vinden. Maar daarin zijn óók onderzoeken te vinden die stellen dat sociaal beleid juist zo sober mogelijk moet zijn omdat je anders uitstraalt naar de samenleving dat (hard) werken niet hoeft – zie bijvoorbeeld theoretisch politicologen uit de Angelsaksische wereld zoals Charles Murray en Lawrence Mead. En in die bibliotheken staan óók veel invloedrijke werken uit de economische hoek, over ‘active labor market policy’, waar uit veel studies blijkt dat een streng beleid mensen zo snel mogelijk uit de bijstand en aan het werk helpt (en het hebben van werk heeft weer allerlei positieve effecten, dus…). Nu ben ik van mening dat veel hiervan is achterhaald. Dat politiek theoretisch verhaal komt uit de jaren 80 (nog los van het ontbreken van een empirische basis) en die active labor market policy evaluaties, daarvan weten we ook al een aantal jaren dat die veel te eenzijdig gericht waren op uitstroom op de korte termijn. Latere onderzoeken laten zien dat het ‘mensen uit de bijstand jagen naar werk’ vaak leidt tot een lage kwaliteit van werk en/of snelle terugkeer de bijstand in. We zouden dus meer moeten kijken naar legio recente studies, die desastreuze gevolgen zien van bestaansonzekerheid en een streng, voorwaardelijk bijstandsbeleid, voor bijvoorbeeld welzijn en gezondheid. En ik klaagde vorig jaar zelf er ook al over dat er al heel veel wetenschappelijk onderzoek ligt waar ‘de politiek’ niets mee doet. De andere kant is dat we lang niet alles weten, en nog belangrijker, dat veel wetenschappelijke inzichten nog niet hun weg hebben gevonden naar ambtelijk en bestuurlijk ‘Den Haag’, zeker niet naar alle politieke partijen en alle ministeries (al ben ik positief over de kennis bij SZW). Ja, nodig! En ja, dan helpt ‘meer onderzoek’. Onder deze specifieke doelgroep, in Nederland, volgens de ‘gouden standaard’ van de wetenschap, om beleidsmakers te overtuigen dat het anders moet. Recent verscheen hier een overzicht van alle beleidswijzigingen die volgden uit de bijstandsexperimenten tussen 2017 en 2020. Het resultaat: tal van beleidswijzigingen die bijdragen aan dat betere, menswaardiger en eenvoudiger armoedebeleid, waar ’s Jongers en Batstra naar toe willen! De initiators van dit soort onderzoek, hoe beperkt en tijdelijk van aard het ook is, bieden daarnaast aan een aantal arme mensen in ieder geval een aantal jaren wat verlichting van de armoede. Ja, het is ergens bizar dat dat nodig is, want eigenlijk is dit gewoon een taak van het Rijk. ’s Jongers en Batstra wijzen in dat opzicht ook terecht naar de bevindingen van de commissie bestaansminimum. Maar als het Rijk, ondanks al het bovenstaande, slechts in zeer beperkte mate daar gevolg aan geeft, dan lijkt het me zinniger om daar de pijlen op te richten dan op dit soort wetenschappelijk onderzoek.

Quote du jour | Leven in de bijstand

QUOTE - In het magazine Sprank van Divosa (de vereniging van sociale diensten) staat een inzichtgevend interview met iemand in de bijstand. Over hoe dat is, leven in de bijstand. Niet alleen de beperkte hoeveelheid geld, maar misschien nog belangrijker, de bejegening door de overheid:

Terugkijkend op alle jaren dat ze van een bijstandsuitkering leeft, ziet ze het gebrek aan geld niet als het grootste probleem. “Ik leef heel zuinig, heel sober. Voor de kinderen vond ik het weleens sneu dat we niet veel geld hadden. Maar zelf heb ik niet veel nodig. Ik zet de thermostaat laag en spaar soms voor de luxere dingen. Nee, het probleem zijn de brieven die binnenkomen. De gesprekken die ik moet voeren. Elke keer als er een brief op de mat ligt, denk ik: wat willen ze nu weer?” Jarenlange controles van haar inkomsten, bankafschriften en alle andere zaken die mogelijk van invloed zijn op haar uitkering hebben Kaatje het gevoel gegeven dat ze zich moet verdedigen, moet verantwoorden. Dat ze niet vertrouwd wordt. “Ik heb niets misdaan, maar toch benadert de gemeente me vanuit wantrouwen en controle.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

De oogst van de experimenten – blijvende invloed op bijstandsbeleid

ONDERZOEK - De lezers van Sargasso hadden nog één antwoord van me tegoed, op de vraag wat er nou eigenlijk is veranderd als gevolg van de lokale bijstandsexperimenten. Bij deze. Evelien Rombouts, die het grootste deel van het werk heeft gedaan, en ik (János) hebben onderzocht tot welke beleidswijzigingen die lokale experimenten met de bijstand nou eigenlijk hebben opgeleverd.

De aanleiding voor de experimenten met de bijstand was de invoering van de Participatiewet in 2015. Bij gemeenten, onder bijstandsgerechtigden en (andere) experts was er bezorgdheid en onvrede over die wet, nog voor hij was ingevoerd. De kritiek was onder andere dat de wet te streng was en te veel uitging van wantrouwen. De verwachting was dat de wet ineffectief zou zijn en veel extra bureaucratie zou opleveren.

Veel gesprekken

Gemeenten wilden daarom experimenteren met een ruimhartiger vorm van bijstand, die meer uitgaat van vertrouwen en die meer ruimte en autonomie geeft aan de bijstandsgerechtigden. Het vermoeden was, onder andere op basis van inzichten uit de gedragswetenschap, dat dit zou leiden tot betere resultaten op het gebied van onder andere gezondheid, welzijn, re-integratie en participatie.

Na veel gesprekken en behoorlijk wat tijd, kwam er toestemming van het ministerie van SZW voor de experimenten, waarbij enigszins van de Participatiewet kon worden afgeweken (zie o.a.: Bommeljé, 2017; Betkó, 2018). Hoewel ze minder ver konden gaan in hun experiment dan eigenlijk gewenst, deden zes gemeenten hier aan mee: Deventer, Groningen, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen. Een aantal andere gemeenten deden op eigen houtje een soortgelijk experiment, zonder daarbij af te wijken van de wet (Biezen et al., 2020; Bos et al., 2023).

Hoe nu verder met de bijstand?

Ja, wat nu? We hebben enorm veel informatie opgehaald in een aantal bijstandsexperimenten. Her en der heeft dat al geleid tot grotere of kleinere aanpassingen in het beleid van deelnemende gemeenten. Ook bij het Rijk is een omslag te zien, in het wetsvoorstel Participatiewet in Balans van minister Schouten. Daarin wordt erkend dat de Participatiewet op punten niet goed werkt, dat het mensbeeld dat er achter zit niet ok is, dat er minder moet worden uitgegaan van wantrouwen, en dat de menselijke maat terug moet. De concrete wijzigingen lijken, op basis van de beschikbare kennis goede, edoch vrij kleine aanpassingen in het bestaande systeem. Maar wat zou een goede weg zijn als je, op basis van de bekende wetenschappelijke inzichten, ons bijstandsbeleid (of wat breder, de hele sociale zekerheid) zou willen verbeteren?

We weten wat niet werkt

Want zoals ik al eerder schreef, we weten namelijk al ontzettend veel uit wetenschappelijk onderzoek over ons sociale stelsel. En heel veel van die kennis is dat wat we doen vrij beroerd werkt. Het stukje achter de link gaat over Nederland, maar ook uit onderzoek naar het Verenigd Koninkrijk weten we dat soortgelijke systemen als het onze voor veel problemen kunnen zorgen (van ‘material hardship and health problems’ tot ‘increased child maltreatment and poorer child well-being’). De nadruk op strenge sancties (aan kwetsbare mensen) zorgt voor schier oneindige maatschappelijke ellende. Op basis van de beschikbare wetenschappelijke kennis zou je dus best kunnen zeggen: het huidige systeem moet helemaal anders. Niet alleen in Nederland maar in de hele westerse wereld, van Australië via het UK tot de VS. Overal waar dogma’s rondom ‘zelfredzaamheid’ en ‘workfare’ decennialang het beleid hebben bepaald. En de mensen die het had moeten helpen in de ellende heeft gestort.

Quote du jour | een stok voor de armen

Ja, om mee te slaan hè, die stok uit de titel, wat had u anders gedacht? Ter ondersteuning?! Naïeveling. Het gaat om arme mensen joh, alsof we die ondersteunen in Nederland. Anyways, uit een interessant interview met de Tilburgse wethouder Lahlah:

Lahlah merkte de afgelopen jaren dat de twee beleidsterreinen waarvoor ze verantwoordelijk is – het activeren van mensen in de bijstand en het garanderen van bestaanszekerheid – niet altijd goed samengaan. Bij arbeidsparticipatie ligt de focus op betaald werk en wordt doorgaans ‘liever de stok dan de wortel’ gebruikt. Maatregelen om inwoners richting te werk te ‘prikkelen’ kunnen echter voor inkomensproblemen zorgen, die vervolgens in het minimabeleid moeten worden opgelost.

“Maar wat heb je nou ontdekt?”

Het is toch een beetje het idee van een promotieonderzoek, en meer van wetenschap in het algemeen: nieuwe dingen ontdekken. Als ergens jaren van arbeid en relatief veel geld tegenaan wordt gesmeten, zou je, vind ik, als onderzoeker de vraag moeten kunnen beantwoorden wat al die inspanningen nou hebben opgeleverd. Liefst in normalemensentaal en zonder vaal klerkenjargon of regressietabellen. Maar kort, helder en to the point – mijn kernkwaliteit, zoals mensen die vaker wat van me lezen weten. Mijn vader leerde mij ooit dat elk verspild woord een aanslag op de beschaving is, en dat… o ja, afijn, ik dwaal af.

Kort en to the point dus:

Eén: de huidige bijstandswet werkt het slechtst voor de meest kwetsbare mensen. Ouderen, mensen met een migratieachtergrond, laagopgeleiden, mensen die psychisch kwetsbaar zijn, mensen met weinig zelfvertrouwen: allemaal doen ze het op onderdelen* beter met alternatieve bijstandsregels, meer gebaseerd op autonomie en vertrouwen in plaats van het huidige beleid dat veelal is gebaseerd op verplichtingen, controles en straffen.

Twee: de overheid kan het (de laatste jaren dalende) vertrouwen in de overheid herstellen, door middel van fatsoenlijk sociaal beleid. Waarin de overheid laat zien zelf ook de inwoner te vertrouwen, en deze op een positieve, passende en niet-hinderlijke manier te benaderen.

Foto: Foto Nijwam Swargiary on Unsplash.

Bijstand of tegenstand

COLUMN - door Marcel Canoy, Sandra van Dijk

Wie niet kan voorzien in zijn of haar bestaan kan aanspraak maken op de bijstand. Het idee is dat de bijstand een strikt minimale voorziening is. Alle manieren om extra middelen te vergaren moeten worden gemeld, er mag geen relevant vermogen zijn en alle extra’s worden direct afgeroomd.

Boodschappenboete

De gevolgen bleken pijnlijk duidelijk bij een recente rechtszaak waar het neologisme boodschappenboete vandaan kwam. Een inwoonster van de gemeente Wijdemeren liet haar boodschappen voor een deel door haar moeder betalen en verzuimde dit te melden. Toen de gemeente daar achter kwam, was zij door de Participatiewet genoodzaakt ruim 7000 euro terug te vorderen.

Giften

Gemeenten hebben weliswaar enige beleidsvrijheid om te bepalen wat een bijstandsgerechtigde aan giften mag ontvangen, maar dat mag geen structureel karakter hebben dat tot kostenbesparing leidt. Kortom, de boodschappen gingen kennelijk te ver en de gemeente – en in navolging de rechter – legde een terugbetaling op.

Wat zit hier achter?

De casus leverde nogal wat ophef op, want voor velen voelt dit onrechtvaardig. Waarom geen boodschappen van je moeder, maar wel levensmiddelen van de Voedselbank? De gedachte is dat een bijstandsgerechtigde niet mag wat alle andere wereldburgers wel mogen: de hulp van familie gebruiken om een menswaardig bestaan te leiden. Kinderen van rijke ouders mogen zelfs een ton belastingvrij cashen om een huis te kopen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Quote du Jour | Participatiewet (deel zoveel)

QUOTE - De bijstand, onderdeel van de Participatiewet, moet snel op de schop, zo vinden de ondertekenaars van het manifest. In een nieuwe bijstandswet moet het vertrouwen in bijstandsgerechtigden voorop komen te staan. ‘De manier waarop de overheid burgers nu bejegent, is gericht op wantrouwen met strikte handhaving. Dwang – met zogenaamde prikkels – is nu dè manier om resultaten te behalen. Wij wijzen deze houding af.’ Er is een betere rechtsbescherming nodig. ‘Mensen hoeven niet langer te bewijzen dat ze onschuldig zijn, maar zijn onschuldig tot het tegendeel is bewezen.’

Foto: Andrew Skudder (cc)

De bijstand: boeiende recente inzichten

ACHTERGROND - Toen ik ruim drie jaar geleden* begon met mijn promotieonderzoek naar het Nijmeegse bijstandsexperiment, had ik beloofd jullie af en toe een update te geven over interessante dingen die ik tegenkwam in de literatuur. Dat heb ik, ahum, slechts vrij beperkt gedaan. Bij deze alsnog wat interessante dingen, uit de (redelijk recente) Nederlandse literatuur. Iedereen die dit boeiend vind kan dus zelf vrij laagdrempelig dieper de materie in.

Alle artikelen waar ik het hieronder over heb komen uit het boek ‘Streng Maar Onrechtvaardig – De bijstand gewogen’. Het is het jaarboek 2020 van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, en gaat zoals de titel al verraadt over de bijstand. In 13 artikelen (plus een inleiding en een conclusie) laten wetenschappers uit verschillende disciplines hun licht schijnen over hoe het gesteld is met de ‘rechtvaardigheid van de bijstand’. De duiding vanuit (onder andere) historische, filosofische, juridische en sociologische perspectieven, tja… laten we zeggen dat de titel van het boek al een hint geeft?

Ik beperk me tot een aantal artikelen die relevant zijn voor mijn eigen onderzoek, verwacht dus geen hele boekreview.

Sollicitaties LARP’en als re-integratie

Laten we beginnen met de huidige re-integratiesystematiek. Deze wordt pijnlijk beschreven in het stuk “Naar een ‘droombaan’ via een ‘broodbaan’ – Re-integratie naar betaald werk door training in optimisme”, door de socioloog Josien Arts. Zij deed een jaar lang onderzoek onder zowel klanten als klantmanagers bij drie sociale diensten. Wat ze beschrijft stemt niet vrolijk. Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen vinden elkaar op dit onderwerp: werk, dat zeker aan ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’ steeds onzekerder en flexibeler wordt; eisen aan werknemers die steeds hoger worden, ook bij laagopgeleid werk; bijstandsgerechtigden die steeds meer verplichtingen krijgen, volgens de wet ‘geactiveerd’ moeten worden en geprikkeld tot ‘zelfredzaamheid’; de bezuinigingen op re-integratie, waardoor sociale diensten mensen eigenlijk weinig te bieden hebben (bijvoorbeeld op het gebied van scholing).

Quote du Jour | “En fuck het liberalisme”

QUOTE - Ok, de quote in de titel kan op heel veel onderwerpen slaan, maar het komt uit dit boeiende artikel over bijstandschaamte. Waar komt dat vandaan, bijstandschaamte, en waarom ervaren mensen in de bijstand zoveel mentale druk?

Recht hebben op een bijstandsuitkering betekent ook aan plichten moeten voldoen. Zo moet je meewerken aan onderzoek van de gemeente, zoals een huisbezoek, moeten vakantieplannen vooraf besproken worden en mag je maximaal vier weken per jaar op vakantie in het buitenland. Ook moet men zich ‘goed gedragen en er netjes en verzorgd uitzien bij een sollicitatiegesprek’ en zich ‘goed gedragen’ richting medewerkers van de gemeente. Wat ‘goed gedrag’ of ‘netjes en verzorgd’ inhoudt is nergens terug te vinden. Mag de medewerker van de gemeente daarover oordelen? En wat betekent ‘bespreken’ precies? Mag ook hier de medewerker een oordeel geven over de vakantieplannen? Is Zuid-Frankrijk acceptabel maar bijvoorbeeld een bestemming als Miami niet?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende