Het begon met een klein bericht op 3 oktober dat verder weinig aandacht kreeg:
The U.S. Centers for Disease Control and Prevention said several government environmental air monitors in the Mall area detected low levels of Francisella tularensis bacteria that cause tularemia, commonly known as rabbit fever, on September 24-25.
Het blijkt dat na 11 september in Washington 6 zogenaamde “biological-weapon sensors” geïnstalleerd zijn.
Deze sensoren hebben op of rondom het moment van de demonstratie Francisella tularensis waargenomen.
De sensoren zijn er om snel alarm te kunnen slaan in het geval van een biologische aanval. Dit gebeurde echter pas op 30 september.
Maar het leek allemaal verder mee te vallen. Na de incubatie tijd van een aantal dagen hadden zich verder geen mensen gemeld met de ziekteverschijnselen:
After an incubation period of three to five days (it can range from one to 14 days), tularemia attacks the lymph nodes, lungs, spleen, liver and kidneys. Symptoms include fever, chills, headache, muscle aches, joint pain, dry cough and progressive weakness. Left untreated, tularemia can kill 50 percent of those who’ve contracted it. Conventional strains of the bacteria do respond to antibiotics, reducing death rates to as low as 2 percent.