OPINIE - Kinderen worden te vaak niet beschermd tegen het wanpresteren van de ouders. Zo ook als het gaat om het afsluiten van de drinkwatervoorziening van gezinnen met kinderen, vindt Jos van Goethem.
Wanbetalers die om welke reden dan ook de waterrekening niet kunnen betalen, kunnen uiteindelijk worden afgesloten. Voordat dit gebeurt dienen de drinkwaterleveranciers een zogenaamde Ministeriële Regeling te volgen, waarin voorwaarden zijn opgenomen om het incassoproces zo zuiver mogelijk te laten verlopen.
Mocht een wanbetaler niet akkoord gaan met schuldhulpverlening, weigerachtig blijven op valse voorwendselen of op illegale wijze water gebruiken, kan echter alsnog worden overgegaan op afsluiting van de watervoorziening. Hierop is in de ministeriële regeling een uitzondering gemaakt, te weten er wordt rekening gehouden met de situatie dat ‘indien ernstige gezondheidsrisico’s voor degene die wordt afgesloten of zijn huisgenoten ontstaan’, de levering van drinkwater niet mag worden gestopt.
Kinderen
De hierboven genoemde ministeriële regeling gaat echter voorbij aan het feit dat kinderen niet de dupe mogen worden van het gedrag van de ouders, zoals is bepaald in artikel 2 van het Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK).
Kinderen zijn immers geen juridisch verlengstuk van de ouders en dienen als een eigen individu met een eigen leven (weliswaar voor de eerste achttien jaar toevertrouwd aan de zorg van de ouders) te worden gezien. De Hoge Raad heeft daarom dan ook in een recente uitspraak (ECLI:NL:HR:2012:BW5328) geconcludeerd dat ‘gedragingen van ouders, niet aan kinderen kunnen aangerekend of toegerekend worden’.