De heilige drie-eenheid van NSC: Bestaanszekerheid, Herstel rechtsstaat ,Goed Bestuur, onder de loep genomen

De nieuwe staatssecretaris voor Rechtsbescherming, Teun Strucken, werd uitgenodigd voor de radiorubriek van Sven OP1. Struycken belichaamt alles wat NSC is en wil zijn: Strucyken is een bewindspersoon ‘van buiten’, dat wil zeggen dat hij voorgedragen is namens NSC maar geen lid is. Dit zou een wezenlijke bijdrage leveren aan het extraparlementaire karakter van het kabinet, dat een grote distantie tussen Kamer en regering voorstaat. Daarnaast heeft Struycken, zo blijkt uit het radio-interview, de grondconcepten van NSC meer dan goed uit zijn hoofd geleerd. Immers, de termen ‘Goed Bestuur’ en ‘herstel van de rechtsstaat’ vallen frequent tijdens het interview. Het radio-interview bracht mij dan ook  op het idee om eens de grondconcepten van NSC te toetsen: ‘Goed Bestuur’, ‘restauratie rechtsstaat’ en ook ‘Bestaanszekerheid’. Welke definitie hebben deze concepten exact en zullen deze concepten omgezet worden in concreet beleid? Goed bestuur en herstel rechtsstaat Het gedachtegoed van de NSC-voorman, Pieter Omtzigt, kan prachtig samengevat worden met drie kernconcepten: bestaanszekerheid, restauratie van de rechtsstaat en goed bestuur. In het eerste deel zal ik de laatste twee genoemde concepten behandelen, en in het laatste deel afzonderlijk de pijler ‘bestaanszekerheid’. Alvorens NSC ‘herstel rechtsstaat’ en ‘goed bestuur’ toelicht in het NSC-verkiezingsprogramma en tijdens talrijke mediaoptredens, stelt NSC eerst een soort probleemanalyse op. Omtzigt en zijn NSC zien dat de overheid en de rechtsstaat tijdens verschillende voorvallen de burger niet voldoende heeft beschermd. Tijdens ‘Groningen’ en de toeslagenaffaire was de overheid afwezig om de getroffenen te helpen. Sterker nog: de overheid werkte de burger in veel gevallen tegen. De rechtsstaat bleek vervolgens niet zodanig te functioneren dat deze slachtoffers van deze schandalen uiteindelijk tegen onrecht beschermd werden door de rechter. Deze weeffouten in het juridische en politiek-bestuurlijke apparaat moeten volgens NSC opgelost worden. De vertrouwensrelatie tussen overheid en burger moet hersteld worden: ‘Goed bestuur’. En de rechtsstaat moet weer recht doen aan benadeelde burgers: ‘Herstel rechtsstaat’. Om het bestuur en rechtsstaat drastisch te verbeteren en om de civiele vertrouwensbreuk recht te zetten doet NSC allerlei voorstellen: zoals de installatie van een constitutioneel hof om daarmee de rechtsbescherming van burgers te verzekeren, daarnaast moet het hof wetgeving toetsen aan de constitutie. Voorts moet het politieke besluitvormingsproces inzichtelijk worden gemaakt voor volksvertegenwoordigers en betrokken burgers, zodat het bestuur transparanter wordt. En de toezichthoudende instanties, zoals de Algemene Rekenkamer, zouden onafhankelijker moeten kunnen opereren. Om dus ‘goed bestuur’ te verwezenlijken moet de overheid weer volledig in dienst zijn van de burger. Het besluitvormingsproces moet daarvoor beter gecheckt worden door onafhankelijke actoren. De verbetering van de rechtsbescherming van individuele burgers zou verwezenlijkt moeten worden door simpelweg meer juridische ‘loketten’ te installeren. Dit leest dus allemaal als een bestuurskundige aanbeveling en/of overheidsrapport dat door ijverige, zeer goed ingevoerde ambtenaren is opgesteld. Immers, welke politieke partij is tegen een goede verstandhouding tussen de burger en overheid, waarbij de overheid de wensen en de rechten van burgers maximaliseert? U raadt het al, geen enkele politieke partij; het is een totaal gedepolitiseerde kwestie. De aanleiding voor de oprichting van NSC is slechts de bestuurlijke tekortkomingen die sinds ‘Groningen’ en het toeslagenschandaal aan het licht zijn gekomen, NSC put verder niet uit een overduidelijke ideologische inspiratiebron. Ook dat is kenmerkend voor een ambtelijke óf academische aanbeveling. Daardoor blijven de oplossingen voor de probleemanalyse (de aanleiding voor de oprichting van NSC) beperkt tot technocratische oplossingen. Iedere partij zal dus zeggen dat het ook voorstander is van ‘goed bestuur’. Het wezenlijke verschil met NSC is dat zij hiervoor wél vertrekken vanuit een bepaalde ideologie met sterke historische wortels. De sociaaldemocraten (GL-PvdA) zullen betogen dat goed bestuur inhoudt dat er een actief opererende overheid moet zijn met relatief grote bevoegdheden, die met name dienstbaar is aan de kwetsbaren van de samenleving. De liberalen (VVD/D66) zullen zeggen dat goed bestuur inhoudt dat de overheid zich beperkt tot haar kerntaken en dat de regeldruk en/of bureaucratie niet te groot moet zijn om zo het ondernemersklimaat te beschermen, de overheid heeft daarbij met name een faciliterende taak om het individu en de gehele economie tot bloei te laten komen. De christendemocraten (CDA) zoeken daarin een balans: de overheid heeft een belangrijke rol, evenals de markt, maar de rol van het maatschappelijke middenveld moet niet uit het oog verloren worden. NSC laat zich niet herkenbaar inspireren door zo’n politieke stroming, het hanteert naar mijn mening een nauwe ambtelijke/academische benadering van het functioneren van de overheid. NSC profiteert op dit moment nog van de enorme reputatie die Omtzigt heeft opgebouwd nadat hij het toeslagenschandaal aan het licht bracht. Maar als dit in de toekomst minder relevant wordt, dan zal NSC zich toch echt meer in ideologische zin moeten profileren. Want het electoraat zal zich dan afvragen waar NSC eigenlijk voor staat? Dit is naar mijn mening een belangrijk gegeven waarom NSC geen duurzame ‘volkspartij’ kan zijn. Het is te bureaucratisch en te apolitiek. In het voorgaande heb ik aangetoond dat NSC gedepolitiseerde standpunten uitdraagt waar eigenlijk iedereen mee eens is; eentje uit de categorie ‘iedereen zou rijker, gezonder en gelukkiger moeten zijn’. Ik wil nu een bescheiden inschatting maken of die restauratie van de rechtstaat en goed bestuur worden gerealiseerd. In het Hoofdlijnenakkoord hebben de vier coalitiepartijen, incluis NSC, enkele plannen van NSC hieromtrent 1 op 1 overgenomen. Zoals het voorstel om tot een constitutioneel hof te komen, de invoering van het recht om te vergissen en een herziening van de Archiefwet. De tijd zal uiteraard uitwijzen of deze ambities inderdaad realiteit worden en of dit het vertrouwen in de overheid kan herstellen. Persoonlijk denk ik dat bijvoorbeeld dat zo’n consitutioneel hof uiteindelijk helemaal niet van de grond komt, omdat dit een herziening van onze constitutie vergt. Als het voorstel er dan toch van komt dan denk ik dat het enkel tot meer polarisering en politisering leidt: rechters die politieke besluiten eventueel gaan terugfluiten zullen van politieke vooringenomenheid worden beticht, zoals dat overigens nu ook wordt gedaan door radicaalrechts (het bekende D66-rechters- frame). Daar staat tegenover dat er ook veel maatregelen in het hoofdlijnenakkoord staan die lijnrecht ingaan met rechtsstatelijke beginselen. Het kabinet wil bijvoorbeeld telefoons van asielzoekers uitlezen. Verder moet de nieuwe regering relschoppers tijdens demonstraties harder aanpakken en er moet strenger toezicht gehouden worden op ‘informeel onderwijs’. Deze plannen zijn volgens (hooggeplaatste) Rijksambtenaren vrij moeilijk te realiseren zonder schade aan de rechtsstaat te berokkenen. Denk aan het demonstratierecht, de vrijheid van onderwijs (art. 23 GW) en andere mensenrechten. Dus waar NSC enerzijds in het akkoord allerlei veelbelovende maatregelen neemt om de rechtsstaat sterker te maken, staat NSC het anderzijds toe dat de overheid een grotere toezichthoudende rol mag innemen ten opzichte van de burger. We hebben met de toeslagenaffaire gezien wat doorgeschoten overheidstoezicht wel niet voor een schade kan veroorzaken. Hier lijkt NSC dus kennelijk niets geleerd te hebben van het toeslagenschandaal. Als vervelende demonstranten en asielzoekers harder aangepakt kunnen worden, dan is ‘goed bestuur’ en ‘herstel rechtsstaat’ niet meer zo belangrijk. Naast de beloften van het kabinet om de rechtsstaat te verbeteren, is de samenstelling van het nieuwe kabinet uiteraard een belangrijke indicator om te bepalen of er inderdaad sprake zal zijn van ‘goed bestuur’ en ‘herstel rechtsstaat’. Hun (vermoedelijke) werkcultuur speelt hierbij eveneens een cruciale rol. Ik denk dat er op grond van het zomerreces al een zeer betrouwbare inschatting gemaakt zou kunnen worden. Het lijkt mij zeer waarschijnlijk dat die kundige NSC-bewindspersonen primair bezig zijn met het handhaven van de status quo. Dit komt vanwege de roekeloosheid van de PVV-bewindspersonen. Minister Faber (PVV) kondigde bijvoorbeeld de asielcrisis aan, terwijl de juridische onderbouwing hiervoor ontbeerde. Even later moest Faber terugkomen op haar asielcrisis-uitspraak, vermoedelijk werd ze door haar ministerploeg of haar eigen ambtenaren teruggefloten. Faber zal in de toekomst, onder druk van haar autoritaire partijleider alle middelen die zij tot haar beschikking heeft, inzetten om de ‘asielkraan’ dicht te draaien. De NSC-bewindspersonen zullen waakzaam moeten zijn dat de PVV op dit punt niet al te veel bewegingsruimte krijgt. Ook van die eerder genoemde autoritaire partijleider, Geert Wilders, zullen NSC-ministers en staatssecretarissen hun handen vol hebben. Wilders vaart bijvoorbeeld een eigen koers ten aanzien van buitenlandse kwesties. Wilders onderhoudt daarbij vriendschappen met Midden-Europese autocraten en er wordt een geradicaliseerd pro-Israël beleid voorgestaan. Ik noemde Caspar Veldkamp in een eerder Anti-Populista-artikel al ‘de puinruimer van Wilders’, na afloop van de diplomatieke rel met Jordanië. Toen werd Veldkamp al aan het werk gezet om de geradicaliseerde taal (inzake het Israël-Palestina conflict) recht te zetten. Dat zal de komende jaren niet anders zijn: Wilders heeft na ‘Jordanië’ zijn Twittergedrag geenszins gematigd, integendeel. Op 1 september Tweette Wilders dat de vrede in het Midden-Oosten enkel bewerkstelligd kan worden als Hamas bij de wortel bestreden is. Dit staat haaks op het buitenlandbeleid van kabinet-Schoof dat voor de-escalatie zegt te staan. Het uitwerken van een coherent buitenlandbeleid en degelijke uitvoering hiervan hoort naar mijn mening ook bij ‘Goed Bestuur’ waarbij Nederland een betrouwbare, constructieve factor is in de wereld. Het is afwachten of Wilders dit streven van Veldkamp niet onnodig in de wielen gaat rijden en of de betrouwbaarheid van Nederland in het buitenland en in het diplomatieke verkeer geen deuken gaat oplopen. Je kan je dus stellig afvragen hoe betrouwbaar de overheid wordt gepercipieerd door burgers als de PVV een destructieve, verstorende interne factor blijkt te zijn. Het is zaak voor NSC dat zij deze bewindspersonen zoveel mogelijk inkapselen, anders zal er chaos ontstaan. Het roekeloze gehalte van PVV-ministers en politici an sich zal dus een extra bemoeilijkende factor zijn voor NSC om ‘goed bestuur’ af te dwingen. Daarnaast zijn de ideologische overtuigingen van de PVV ook een factor om rekening mee te houden. De PVV heeft dan wel een basislijnakkoord ondertekend met daarin een verklaring de rechtsstaat te beschermen. Maar de PVV heeft zich in 15 jaar tijd nooit geïnteresseerd voor rechtsstatelijke beginselen. Sterker nog: de PVV schopte altijd tegen die rechtsstaat aan met haar islamofobe, discriminatoire gedachtegoed. Ik vraag me daarom af wat zo’n akkoord waard is? Deze PVV-bewindspersonen zijn in die jaren helemaal gesocialiseerd binnen die PVV-kringen, een basislijnenakkoord doet dat niet zomaar allemaal teniet. In ieder geval zullen deze PVV-bewindspersonen zich met hun ‘PVV-idealen’ gaan verhouden tot het aanstaande Regeerprogram. Ook dat is zeer risicovol. Op basis van deze vraagtekens en onzekerheden vermoed ik dat het voor NSC een hels karwei wordt om de staat van de rechtsstaat en het bestuur na de Ruttiaanse jaren te handhaven, laat staan te verbeteren. De laatste bekende pilaar van Omtzigt: bestaanszekerheid Dan het laatste concept van de heilige drie-eenheid van Omtzigt: ‘bestaanszekerheid’. Bestaanszekerheid houdt in dat mensen verzekerd moeten zijn van toegang tot voedsel en energie, maar ook tot huisvesting. Het hoort bij zijn bredere opvatting dat de overheid een belangrijke rol heeft in het verzekeren van het welzijn van haar burgers. Ook dit raakt overigens weer aan dat herstel van de vertrouwensrelatie tussen burger en overheid: de overheid die er voor de burger is. Naar aanleiding van een motie van Omtzigt werd er een commissie in het leven geroepen met deskundigen die zouden becijferen en aanbevelingen zouden doen hoe de bestaanszekerheid van minima zou kunnen worden verzekerd. Deze commissie publiceerde vorig jaar het rapport ‘Een zeker bestaan II’ en overhandigde dit aan toenmalig minister van Armoedebeleid Carola Schouten. Het rapport bestaat uit meer dan 200 pagina’s dus ik zou enkel de kernpunten behandelen. De commissie adviseert om structureel het minimumloon en de bijstand te verhogen. De bijstand zou volgens de commissie met 14% verhoogd worden om bestaanszekerheid te verzekeren en het minimumloon met maar liefst 7%. Vooral het inkomen van huishoudens met kinderen krijgt bijzondere aandacht, dit moet verhoogd worden door de kinderbijslag te verhogen en/of het kindgebonden budget. De commissie erkent dat de prikkel om meer te gaan werken verminderd wordt als je dit adviesrapport integraal overneemt. Echter, volgens de commissie moet dit beschouwd worden als een investering. De inkomensondersteuning leidt er namelijk op termijn toe dat het gebruik van zorg en sociale ondersteuning (door minima) zal verminderen. Als je deze aanbevelingen integraal zou overnemen, dan zou het 6 miljard euro structureel kosten, dat zou ongeveer anderhalf procent van de Rijksbegroting zijn (1,38%). Een aanzienlijk bedrag, maar niet gigantisch veel. Je zou dus verwachten dat Omtzigt tijdens de formatieonderhandelingen ervoor zou knokken dat deze adviezen overgenomen worden, of in ieder geval een afgeslankte versie ervan. Echter, in het Hoofdlijnenakkoord is hier weinig over terug te lezen. Terwijl Omtzigt vandaag nog kenbaar maakte dat hij specifiek opkomt “voor mensen die in de knel zitten”. In het Hoofdlijnenakkoord komt de stelling weliswaar aan bod dat dat de kosten voor algehele levensonderhoud te hoog worden voor mensen, maar er is een ideologische visie die verhindert dat het Hoofdlijnenakkoord het SCP-rapport overneemt. In het akkoord staat dat iedereen erop vooruit moet gaan, ook de middeninkomens en de hardwerkende mensen. Armoede moet wel bestreden worden, zonder dat dit nivellerende effecten veroorzaakt. ‘Nivellering’ heeft in het Hoofdlijnenakkoord, zonder enige vermelding, per definitie een negatieve connotatie. Zodoende worden de aanbevelingen van de Commissie nauwelijks overgenomen, omdat dit nivellerende gevolgen kan hebben. Het nieuwe kabinet heeft het rapport echter niet compleet genegeerd. Net zoals in het SCP-rapport adviseert, belooft het kabinet aan de slag te gaan met de verbetering van de schuldhulpverlening, en er wordt gewerkt aan een knelpuntenaanpak voor specifieke groepen onder het bestaansminimum. Het is verder niet uitgewerkt hoe deze ambities worden uitgevoerd, het toekomstige Regeerprogram zal naar waarschijnlijkheid dit verhelderen. Maar de eerder vermelde kernpunten uit rapport zijn dus niet terug te vinden. Om aan de ideologische visie rondom sociaal-financieel beleid te voldoen: ‘Iedereen moet erop vooruitgaan’ en ‘werken moet lonen’ worden er wél plannen voorgesteld die niet-inkomensafhankelijk zijn, zoals de halvering van het eigen risico. Dat zal natuurlijk enige verlichting beiden voor minima, maar je gaat zo niet goed om met het kostbare belastinggeld. Ook inkomensgroepen die zulke steuntjes in de rug geenszins nodig hebben, profiteren hier namelijk van. Het dogmatische afwijzen van nivellering, zorgt er, zoals eerder vermeld, voor dat de maatregelen van het SCP grotendeels niet worden overgenomen. Ik ben van mening dat nivellering ook niet noodzakelijkerwijs een doelstelling op zich moet zijn, maar ik vind het aan de andere kant ook zeer raar om bepaalde sociale maatregelen per definitie af te wijzen omdat dit mogelijk wel eens -als onbedoeld bijeffect- voor wat nivellering zorgt. Alsof ‘nivellering’ een vies en eng fenomeen is, dat schadelijk is voor de samenleving. De ambitie van het kabinet was tot slot om de uitkeringen met ongeveer twee procent te verhogen. De begrotingsplannen zijn echter vandaag (toevalligerwijs) uitgelekt en daaruit blijkt dat de uitkeringen met slechts 1% verhoogd zullen gaan worden. Dit is derhalve een fractie van wat de commissie adviseerde voor bijvoorbeeld de bijstand (14% verhoging). Eerder werd bovendien bekend dat aangekondigde verhoging van het minimumloon teruggedraaid wordt; de commissie adviseerde echter een verhoging van 7%. Omtzigt is er dus niet in geslaagd om tijdens het onderhandelingsproces de aanbevelingen van de commissie grotendeels in het Hoofdlijnenakkoord te krijgen, diezelfde commissie die naar aanleiding van zijn motie nota bene in het leven was geroepen. Ik vind het ook belangrijk om de middeninkomens te helpen, maar ik mis hier een prioritering: eerst de minima helpen en dan kijken wat je voor de rest van de samenleving kan betekenen. Voorts is het zo dat de overheid nu niet op een doelmatige wijze financieel-sociale maatregelen treft, groepen die eigenlijk geen verlichting van het uitgavenpatroon nodig hebben, krijgen die wel van het kabinet. Hierdoor wordt er naar mijn mening onnodig gemeenschapsgeld verkwist. Allemaal om dat ogenschijnlijk rechtvaardige idee ‘iedereen moet erop vooruitgaan’ in beleid om te zetten. Met als resultaat dat de minima nog altijd niet verzekerd zijn van hun bestaan. Daarnaast help je de middeninkomens op de lange termijn meer met fikse investeringen in het Nederlandse verdienmodel. Dit doe je door fors te investeren in innovatie en onderwijs, zodat de middenstand afdoende gekwalificeerd is om de banen van de toekomst te kunnen uitvoeren of deze toekomstig banen zelfs te creëren (ondernemerschap). Dit kabinet gaat daarentegen flink snijden in de financiën voor onderwijs en innovatie, dus dat gebeurt ook al niet. Bovendien help je de gehele samenleving, dus ook de middeninkomens ermee als het gebruik van sociale hulpverlening en zorg (zoals de commissie stelt) op termijn vermindert als de minima voldoende kunnen rondkomen. Dit biedt immers weer soelaas op de Rijksbegroting waar ‘hardwerkend Nederland’ vanzelfsprekend aan meebetaalt. Conclusie: de drie zuilen van NSC zullen spoedig omvallen Kort gezegd ziet het er naar uit dat NSC zijn heilige drie-eenheid niet om gaat zetten in concreet beleid. Herstel van de rechtsstaat en goed bestuur zijn namelijk lastig met de roekeloze PVV-politici te bereiken, daarnaast twijfel ik aan hun (=van de PVV’ers) rechtsstatelijke inborst en hun bereidwilligheid om de rechtsstaat te verbeteren. Ik zou het al een zeer knappe prestatie vinden als NSC de Ruttiaanse status quo weet te handhaven. Tot slot, zijn de aanbevelingen in het SCP-rapport omtrent bestaanszekerheid slechts mondjesmaat overgenomen. Dat komt omdat dit kabinet van mening is dat iedereen erop moet vooruitgaan, en dan met name de middenklasse/hardwerkend Nederland. Hierdoor verkwist het kabinet veel geld en onder de streep kunnen minima nog altijd niet rondkomen. NSC moet dus oppassen dat de partij niet binnen afzienbare tijd ophoudt te bestaan, niet alleen vanwege het feit dat ze hun beloften niet waar zullen maken, maar ook omdat NSC geen zichtbaar ideologisch profiel heeft.   Dit artikel werd geschreven door Bram van Gendt en overgenomen van anti-populista.

Een zeer zwakke minister

OPINIE - Minister van OCW Eppo Bruins kan de megabezuinigingen op onderwijs die hij doorvoert niet verkopen omdat hij er zelf niet achter staat. Slappe hap.

Een nieuwtje dat de laatste week onderbelicht is gebleven: de Nederlandse universiteitsbesturen praten niet meer met Eppo Bruins, minister van OCW. De Groningse bestuursvoorzitter Jouke de Vries kondigde het afgelopen maandag aan tijdens zijn toespraak bij de opening van het academisch jaar, maar andere universiteiten zwegen erover en zelfs de Groningse universiteitskrant UKrant vond het niet de moeite waard er iets over te schrijven. Alleen RTV Noord berichtte erover.

Terwijl het toch een opmerkelijk feit is. Nederlandse universiteitsbestuurders zijn over het algemeen nogal gezagsgetrouw. Bij eerdere bezuinigingen kozen ze er steeds voor om ‘aan tafel te blijven zitten’ – door te praten en proberen ieder openlijk conflict te vermijden. Maar nu maakt de minister het kennelijk zo bont dat zelfs deze mensen niet meer met hem willen praten, terwijl ze eerder ook al aankondigden mogelijk een rechtszaak aan te spannen tegen de bezuinigingen omdat deze de overheid onbetrouwbaar maken. Hun enige loyaliteit is kennelijk nog dat zij, met uitzondering van Jouke de Vries, dat niet openbaar maken.

Duidelijk argument

De minister betoont zich dan ook uitermate zwak. Hij is aangesteld op een hoofdlijnenakkoord waarin over zijn dossiers niets constructiefs wordt gezegd, alleen dat er enorm in moet worden gehakt: honderden miljoenen op de publieke omroep, bijna twee miljard op het onderwijs, waarvan ruim een miljard op het hoger onderwijs. Waarom er uitgerekend op het onderwijs, dat ook in betere tijden al zo’n veelgeplaagd object was van almaar krimp, zo gigantisch zou moeten worden bezuinigd is tot nu toe door niemand uitgelegd.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Plenaire zaal Tweede Kamer, foto Dassenman, CC BY 4.0 via Wikimedia Commons.

Kabinet – Tweede Kamer: 2 – 0

COLUMN - Het zomerreces is voorbij, de Tweede Kamer moet weer aan de bak. Met morgen de eerste plenaire vergadering van na de zomer, waarbij de Tweede Kamer al met 2- 0 achter staat op het kabinet. Wat niet helemaal eerlijk is, want het kabinet was eerder terug van zomerreces.

Eerst schoffeerde het kabinet de Tweede Kamer door drie dagen voor de eerste plenaire vergadering en twee weken voor Prinsjesdag (een deel van) de Prinsjesdagstukken naar de pers te lekken en niet eerst naar de leden van de Tweede Kamer te sturen.

Nu is dat in zo’n dikke dertig jaar een diepgewortelde traditie geworden. Bij die traditie hoort ook dat de Tweede Kamer de minister-president ter verantwoording roept. Want, ook geheel traditiegetrouw,  de Tweede Kamer is het lekken meer dan zat.

Nog niet zo heel lang geleden, in 2022, eiste Pieter Omtzigt dat het kabinet maatregelen neemt om het lekken van Prinsjesdagplannen te stoppen. “Het belemmert me ernstig in mijn werk”, zegt hij. (bron: RTL Nieuws).

Een paar uur nadat de coalitiepartijen het begrotingsakkoord rond hadden, werd de inhoud gelekt. Omtzigt dreigde: ”Formeel kan ik ook aangifte doen van een ambtsmisdrijf tegen de hele coalitie. Dit zijn namelijk kabinetsstukken die gelekt zijn.”

Foto: Number 10 (cc)

De ‘politieke aardverschuiving’ in het Verenigd Koninkrijk: overwinning van de democratische rechtsstaat?

COLUMN - van Jorieke Manenschijn (*)

Hoewel het VK traditioneel gezien bekend staat als een oude, stabiele democratie, werden er de afgelopen jaren steeds meer zorgen geuit om de staat van de democratische rechtsstaat in het Verenigd Koninkrijk.

De conservatieve partij werd geteisterd door interne schandalen, schendingen van het ongeschreven recht en conventies, en clashes met de rechterlijke macht, zowel binnen het VK als internationaal. Waar de rest van Europa verder naar rechts schuift, lijkt het VK een tegengestelde beweging te maken. Kunnen we dit zien als overwinning van de democratische rechtsstaat na een periode van rechtsstatelijke onrust?

De verkiezingen

Op 22 mei 2024 kondigde Rishi Sunak, terwijl de conservatieve partij zeer laag in de peilingen stonden, nieuwe verkiezingen aan. Met voorzichtig optimistische inflatiecijfers in de hand hoopte hij een verkiezingsnederlaag te beperken. Dit bleek valse hoop.

Met 411 zetels voor Labour (+209 zetels) en slechts 121 zetels voor de Conservatieve partij (-244 zetels), heeft er een enorme machtsverschuiving plaatsgevonden. Dit roept vragen op over hoe we deze ‘landslide’ moeten interpreteren. Waar in Europa veel landen een ruk naar rechts maakte, won in het VK juist een centrum-links partij.

Hoewel deze overwinning geïnterpreteerd zou kunnen worden als een overwinning van de democratie tegenover het populisme, laten onderzoeken onder kiezers zien dat er een (grote) groep kiezers is die vooral op Labour stemde om de Conservatieve partij van de macht te houden. Deze strategie lijkt succesvol te zijn, want Labour heeft het grootste aantal zetels ooit behaald (63%) ten opzichte van het aantal stemmen (33.7%).

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Neil Howard (cc)

Criminaliteit kent geen grenzen

In Kopenhagen kwamen deze week ministers uit drie Scandinavische landen bijeen om maatregelen te treffen tegen grensoverschrijdend bendegeweld. Aanleiding was een recente golf van geweld in Denemarken en Noorwegen waarbij Zweedse minderjarige bendeleden betrokken waren. Sinds april zijn er 25 gevallen bekend van Deense criminelen die Zweedse jongeren inhuren om criminele handelingen te plegen. In Noorwegen zijn ook in alle politiedistricten Zweedse bendes betrokken bij de import en verspreiding van hard drugs. 

De Zweedse regering onder leiding van Ulf Kristersson (Moderata) staat onder grote druk. Rechts won twee jaar geleden de verkiezingen met de belofte een einde te maken aan de drugshandel en het bendegeweld dat daarmee gepaard gaat. Halverwege haar mandaat is het duidelijk dat de regering van Kristersson, met gedoogsteun van de extreemrechtse Zweden Democraten, nog veel te doen heeft. Er zijn dit jaar tot nu toe 148 schietpartijen geweest in Zweden, waarbij 20 doden en 26 gewonden zijn gevallen. In 2023 waren er in totaal 53 doden door vuurwapens. Het jaar daarvoor waren er 62 van dergelijke moorden. De escalatie van geweld heeft alles te maken met de toenemende concurrentie in de internationale drugshandel. Sinds april is het mogelijk veiligheidszones te benoemen waarin de politie iedereen zonder pardon kan aanhouden en fouilleren. In Geneta, waar de maatregel begin juli twee weken van kracht was, ontplofte een granaat bij een winkel twee dagen na het verlopen van de termijn.

Foto: Mike Andrews (cc)

Wat als de democratie zelf op het stembiljet staat?

Op 5 november zijn de ogen van de wereld gericht op de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Voor tegenstanders van Trump is het niets minder dan een strijd om het voortbestaan van de democratie. Projectondersteuner Pien Barnas vraagt zich af hoe radicaal-rechts zo groot kon worden. En kan de geest weer in de fles?

Nu de autocratische neigingen van Trump steeds zichtbaarder worden, nemen de zorgen over de toekomst van de Amerikaanse democratie toe. Antidemocratische uitspraken zijn de laatste tijd eerder regel dan uitzondering voor de ex-president. Hij noemde de New Yorkse rechter die hem veroordeelde voor het vervalsen van documenten ‘corrupt’, kondigde aan tienduizenden ambtenaren te ontslaan die hij als tegenstanders ziet, en zei eind 2023 dat hij bij verkiezingswinst voor één dag dictator zou zijn, om zo aan de door hem zo gewilde muur aan de Amerikaanse zuidgrens te beginnen. Het is dan ook niet verrassend dat Biden zichzelf presenteerde als de keuze voor iedereen die wil voorkomen dat de VS afglijden naar een autocratie. “De democratie staat op het stembiljet,” stelde hij. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Van conservatief naar radicaal-rechts

In een recent interview in de Groene Amsterdammer beschrijft de Amerikaanse politicoloog Daniel Ziblatt hoe conservatieven een cruciale rol spelen in de afbraak van democratieën, ook in de VS. Conservatieve Republikeinen, die in 2016 nog waarschuwden voor Trump, hebben zich inmiddels allemaal achter hem geschaard. In zijn meest recente boek Tyranny of the Minority (2023) maakt Ziblatt een onderscheid tussen politici die loyaal of semi-loyaal zijn aan de democratie. Die laatste groep is niet per se autoritair, maar weigert – uit politiek gewin – om antidemocratisch gedrag van anderen te veroordelen. Dat zie je in de Republikeinse partij, maar ook bij rechts-conservatieve partijen in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Ziblatt:

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Bij de verantwoordelijkheid voor een prinses gaat het om het aanzien

COLUMN - van Prof. Dr. Bert van den Braak

Was het verstandig prinses Laurentien een rol te geven bij de afwikkeling van de toeslagenaffaire? Die vraag komt op, nu er vanuit het ministerie van Financiën klachten zijn gekomen over de wijze waarop het contact verliep van de prinses met ambtenaren. Eerder waren er vragen over de hoogte van vergoedingen. Daarover heeft de Tweede Kamer zich inmiddels uitgesproken.

Gesteld wordt: het toeslagendossier is politiek gevoelig en dus was een rol van de prinses daarbij niet zo verstandig. Er is evenwel geen partij die zal betwisten dat er sprake was/is van een toeslagenschandaal. Een parlementaire enquête heeft dat bevestigd.

Evenmin wordt betwist dat aan de slachtoffers recht moet worden gedaan en dat financiële compensatie geboden is. Er lijkt ook consensus te bestaan over de opvatting dat de afwikkeling inmiddels wel erg lang duurt en dat grotere spoed is geboden.

De afwikkeling van het toeslagenschandaal is in die zin helemaal niet politiek gevoelig. Integendeel: er is geen dossier waarover partijen zo eensgezind denken. Dat er niettemin een politieke component aan zit, valt niet te betwisten. Dat is iets anders dan dat het om een politiek-gevoelige kwestie gaat.

In hun advies in 1965 – overgenomen door het toenmalige kabinet- stelden de ministers van staat Drees en Oud dat de verantwoordelijkheid van ministers niet alleen daden van de Koning betreft, maar ook andere leden van het koninklijk huis. Het is een afgeleide verantwoordelijkheid.

Foto: Matthias Buehler (cc)

Bulgarije verbiedt propaganda voor ‘niet-traditionele sex’ op school

Na Rusland, Georgië en Hongarije heeft het Bulgaarse parlement deze week een wet aangenomen die moet voorkomen dat kinderen worden voorgelicht over een sexuele oriëntatie die afwijkt van de gangbare norm. Met 135 stemmen voor, 57 tegen en twee onthoudingen stemde het parlement in met een amendement op de wet voor het basisonderwijs dat ‘propaganda, promotie en aanmoediging, direct of indirect, van ideeën en opvattingen die verband houden met een niet-traditionele seksuele geaardheid of met een definitie van genderidentiteit die verschilt van de biologische’ verbiedt. Voor alle zekerheid legde het parlement ook vast wat een niet-traditionele seksuele geaardheid is: ‘anders dan de algemeen aanvaarde en gevestigde begrippen in de Bulgaarse juridische traditie van emotionele, romantische, seksuele of sensuele aantrekkingskracht tussen personen van het andere geslacht’. De Synode van de Bulgaarse orthodoxe kerk is blij met de nieuwe wet die volgens de kerk bijdraagt aan het ‘behoud en de toekomst van het Bulgaarse volk en van het gehele menselijke ras.’

Het amendement was ingediend door de extreemrechtse pro-Russische partij Vazrazhdane (Heropleving). Bezwaren van onder meer het centrum-rechtse parlementslid Georgiev (GERB-UDF) dat het amendement in strijd zou zijn met Europese wetgeving en de Bulgaarse grondwet werden weggewoven. Dit gaat niet over wetgeving, zei Elisaveta Belobradova van de liberale PP-DB die tegenstemde. ‘Er wordt hier een politieke campagne gevoerd.’  De Bulgaren mogen binnenkort voor de zevende keer in drie jaar naar de stembus voor parlementsverkiezingen. Na de laatste verkiezingen die tegelijk met Europese verkiezingen in juni werden gehouden hebben drie partijen tevergeefs geprobeerd een meerderheidsregering te vormen. De voortdurende patstelling vertraagt de zeer gewenste toetreding van het land tot de eurozone.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

De ellende van de politieke verslaggeving

COLUMN - Heel even leek het of de Nederlandse parlementaire journalistiek wakker werd. De komst van het kabinet Wilders werd behoorlijke kritisch benaderd. Zeker toen Geert aan kwam draven met drie belachelijk foute minister-kandidaten. Enkele dagen later, het kabinet zit er nu, was die houding weer voorbij.

De parlementaire journalisten wilden ons doen geloven, dat we het kabinet toch maar als gewoon moesten zien en een kans moesten geven. En de oppositie moet meer over de inhoud melden. Wat was er gebeurd? Tja, het bureau Ipsos had een onderzoekje gedaan onder de bevolking en daaruit bleek het vertrouwen in de overheid fors gestegen. Vooral onder lager opgeleiden. Hoe het zat met het nadenkend deel van de bevolking werd niet vermeld. Oei, dachten de heren en dames toen, hebben we toch weer gemist wat het volk denkt. Oké, dan matigen we onze toon. Zover de kwaliteit van de Nederlandse parlementaire pers, zowel die van de schrijvende als de beeldende. Hielenlikkers zijn het, zo niet van de politici dan wel van de krantenbazen. Nee, stel je voor dat gewone lezers zich niet meer herkennen in onze nieuwsgaring. Ben je gek, we schrijven gewoon wat ze willen lezen.

Wat leeft onder het volk?

Foto: mystic_mabel (cc)

Dienst Toeslagen start proef om zelf toeslagen aan te passen

COLUMN - De politieke zomervakantie heeft onze speciale aandacht. Want de Tweede Kamer mag met zomerreces zijn, maar ligt het controleren van de regering dan op zijn gat? Kunnen we in alle openbaarheid volgen wat de door ons gekozen volksvertegenwoordigers uitspoken gedurende deze weken?

De Tweede Kamer stelt ons gerust: natuurlijk worden er wat vakantiedagen opgenomen, maar er wordt ook gewerkt. Dat kunnen we merken aan een van de meer folkloristische activiteiten van de Tweede Kamer: vragen stellen naar aanleiding van een nieuwsbericht.

Tijdens het zomerreces heeft de Tweede Kamer alleen de mogelijkheid schriftelijke vragen te stellen aan het kabinet. Er zijn tijdens dit reces tot nu toe 164 schriftelijke vragen naar het kabinet gestuurd.

Een van de laatste vragen gaat over een bericht in de Telegraaf dat de Dienst Toeslagen zelf, daar waar nodig, toeslagen gaat verlagen als burgers dat verzuimen dat zelf te doen (kop van het artikel: ‘Dienst Toeslagen gaat zélf toeslagen verlagen bij foute aanvraag bij burgers die niet reageren op belletjes’).

De krant bleek een bericht van de Rijksoverheid opgepikt te hebben: ‘Dienst Toeslagen start proef met aanpassen van toeslagen’. De proef, onder ruim 12.000 toeslaggerechtigden, moet uitwijzen of hoge terugvorderingen voorkomen kunnen worden. Volgens de Dienst Toeslagen is dit de reden:

Vorige Volgende