Er hangt onweer in de lucht; De onhoudbare juridische en maatschappelijke uitzonderingspositie van de burgerluchtvaart
ANALYSE - Sinds enige tijd begeef ik mij als advocaat op het gebied van de luchtvaart. Gaandeweg viel ik van de ene verbazing in de andere naarmate ik mij meer in de materie ging verdiepen. Niet in de laatste plaats geholpen door enkele deskundige cliënten ben ik steeds meer te weten gekomen over de (juridische) achtergronden van de (inter)nationale luchtvaart.
In het bijzonder valt de uitzonderingspositie van de luchtvaart op tal van terreinen op. Hierbij valt te denken aan lagere of ontbrekende geluids- en milieunormen (o.a. stikstof, (ultra) fijn stof en CO2) en het ontbreken van belastingdruk. Ja, u leest het goed. In tegenstelling tot andere omgevings- en milieubelastende sectoren wordt er geen belasting geheven op het gebruik van kerosine of de verkoop van vliegtickets en worden andere maatstaven gehanteerd bij de vergunningverlening. En dat terwijl vliegen één van de meest vervuilende en omgevingsbelastende vormen van transport is.
Ik zal hieronder een aantal voorbeelden de revue laten passeren, zonder dat ik daarmee beoog volledig of uitputtend te werk te gaan.
Stikstof
Voor het verkeer over land (weg en spoor) gelden tal van regels betreffende geluid en milieu. Maar niet voor de luchtvaart. Zo constateerde de Commissie Remkes dat de stikstofuitstoot van de (burger)luchtvaart boven de 3000 voet (ca. 900 meter) niet wordt meegerekend, terwijl deze emissie groter is dan onder de 3.000 voet. Ook is onlangs gebleken dat tal van luchthavens in Nederland niet over de vereiste vergunningen beschikken op grond van de Wet natuurbescherming voor de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Verschillende milieuorganisaties hebben hierover vorig jaar handhavingsverzoeken ingediend. Deze zijn in eerste instantie door de minister afgewezen. De bezwaarschriften zijn afgelopen week behandeld op de hoorzitting van de RVO. De stelling van de advocaat van Eindhoven Airport was hierin tekenend. De belangen van de luchtvaart voor economie en welvaart zouden dusdanig zijn dat “handhaving disproportioneel zou zijn”. Daarmee zette deze advocaat Eindhoven Airport boven de wet.




