Ook in een digitale wereld kunnen we autonoom zijn

Hoe vrij zijn we in een wereld die wordt geregeerd door data en algoritmes? Is onze autonomie uit handen geven onvermijdelijk? Of kunnen we zelf, als individu, nog iets doen om onze autonomie te behouden? "Hoe heb je afgelopen nacht geslapen?” Het is een vraag die je tegenwoordig kan beantwoorden door naar je smartwatch te kijken. In gesprek met essayisten Bas Heijne en Miriam Rasch legt filosoof Joel Anderson uit dat zijn smartwatch meer weet over zijn nachtrust dan hijzelf. Op het apparaat draaien apps die het zuurstofgehalte in zijn bloed meten en zijn slaapcyclus monitoren. Met die data is de vraag exacter te beantwoorden. Waarom zou je zulke vondsten niet gebruiken om je leven beter te maken? De mens heeft altijd hulpmiddelen nodig gehad om te overleven, en dat is nu niet anders, betoogt Anderson. Waar Anderson optimistischer tegenover technologie staat, neigt Heijne meer naar tech-pessimisme. In 2006 was de Time person of the year: You, omdat de digitalisering de macht zou leggen bij het individu. Heijne constateert nu dat die belofte niet is uitgekomen. Het is eerder omgekeerd, het individu wordt beheerst door grote bedrijven die geld verdienen met de datastromen die we produceren. Deze twee standpunten laten zien hoe ingewikkeld het is om individuele autonomie in de digitale wereld te begrijpen. Kiezen we er zelf voor omdat het ons leven makkelijker maakt, of zijn we marionetten van Facebook, Amazon, Google en dat soort bedrijven? Wat kunnen we doen om onze autonomie online te verstevigen? De-automatiseren Miriam Rasch zit liever tussen optimisme en pessimisme in en richt zich op onze relatie tot technologie. Je hebt als individu de keus om een app, zoals Facebook, niet te gebruiken en om bepaalde data niet te delen. Dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. In de digitale wereld zijn allerlei alledaagse handelingen voor ons geautomatiseerd: kopen, koken, een nieuwe liefde zoeken, antwoorden formuleren in je mail. Met een paar klikken op een knop is het geregeld. Het leven wordt ons makkelijk gemaakt en als je ergens niet meer bij hoeft na te denken, dan wordt het een automatisme. Maar je kunt de-automatiseren, legt Rasch uit. Je hoeft niet mee te gaan in die automatismen, als individu heb je wel degelijk autonomie – als je die gebruikt. Vertrouwen op je eigen oordeel Een ander instrument dat je zelf kunt inzetten om je te onttrekken aan digitale dictatuur is je eigen oordeelsvermogen. We denken dat data en getallen een gemeenschappelijke taal vormen die iedereen begrijpt, maar dat is niet zo. Ook data moeten geïnterpreteerd worden. Dat doen we zelf, en we hoeven niet mee te gaan in het idee dat data neutraal zouden zijn. Als je de vraag of je met iemand wil daten laat beantwoorden door een app, geef je de verantwoordelijkheid voor je eigen oordeel uit handen. Dat zien we ook bij de overheid, in bijvoorbeeld de toeslagenaffaire. Ambtenaren durven niet meer te vertrouwen op hun eigen oordeelsvermogen en vallen terug op getallen, op data. Kijk maar eens naar een gesprek in een willekeurige bedrijfstop, zegt Joel Anderson. Je moet sterk in je schoenen staan om het aan zo’n tafel niet uitsluitend over cijfers te hebben. Dat is een schijnneutraliteit. Bas Heijne ziet hier ook een verschraling plaatsvinden. We brengen de wereld terug tot getallen, waarbij intrinsieke waarde uit het oog verdwijnt. Je weet als individu best dat je niet volledig teruggebracht kunt worden tot categorieën, zegt Rasch, of tot binaire tegenstellingen: de wereld wordt heel saai zonder de rijkdom van tegenstellingen. Autonomie geven we gezamenlijk vorm Het derde middel dat je als individu hebt om te strijden voor je autonomie is erkennen dat autonomie ook een gedeeld iets is, betoogt Rasch. We zien dat we op Europees niveau wel degelijk met data-wetten ons weten te wapenen tegen ongewenste inbreuken op onze vrijheid. Dat bereik je niet in je eentje, daar heb je Europa voor nodig. In de VS zien we nu dat er geluiden opgaan om Facebook op te breken, er vinden hoorzittingen plaats en klokkenluiders trekken aan de bel. Er is een soort strijd gaande waarvan we nog niet weten welke kant het opgaat. Als individu kunnen we invloed uitoefenen, bijvoorbeeld met acties en door ons stemgedrag. Autonomie geven we samen vorm en daarom is het nuttig om politieke acties te steunen. Eigenlijk, concludeert Heijne, is de person of the year dus: We. Het gesprek dat Bas Heijne had met met schrijver Miriam Rasch en filosoof dr. Joel Anderson is hier terug te zien. Dit artikel verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht.

Closing Time | Nice (1978)

Even terug in de tijd, een dikke veertig terug. Toen was er een stel meiden in Zurich, Zwitserland dat een band vormde: Kleenex. Een beetje strak, een beetje punk, want zo noemde men dat in die tijd. Dat was niet altijd pogo, boos geschreeuw, leren jack en hanenkam. De song ‘Nice’, gezongen in het Duits, komt uit 1978.  De band heette daarna LiLiPUT  omdat het cosmetica bedrijf Kimbeley-Clark bezwaar maakte, begrijpelijk, zij produceerden papieren zakdoekjes met die naam.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: 1+23 (cc)

Op zorg besparen? Kijk naar de structuur!

De kosten van de gezondheidszorg lopen op. De Volkskrant maakte een rondje langs experts en publiceerde gisteren een overzicht van ‘scherpe keuzes’ die de uitgaven kunnen beteugelen. Het was nogal een ratjetoe: van eerst pijnbestrijding en fysiotherapie proberen voordat je bij artrose een nieuwe knie of heup plaatst, wat toch staande praktijk is, tot huur vragen aan mensen die in een verpleeg- of verzorgingstehuis verblijven (er is nu al een eigen bijdrage: die kan oplopen tot 900 euro per maand voor mensen wier partner nog thuis woont, en tot 2470 euro voor alleenstaanden).

Voorts kwam de discussie op levensrekkende medicijnen, vaak op het gebied van kanker. Zulke medicijnen zijn vaak extreem duur en rekken iemands leven meestal slechts met een paar maanden. Intussen staat het de farmaceuten zo ongeveer vrij om ervoor te vragen wat ze willen. Zorg aan sommige patiënten weigeren was de meest heikele optie die genoemd werd.

Wat me opviel, was de beperkte blik: de experts bepaalden zich tot de zorg zelf, op dat ene uitstapje naar de prijsmechanismes achter nieuwe medicijnen na. Maar daaromheen zitten allerlei bedrijfsstructuren en betalingsregelingen, waarvan een deel juist vergemakkelijkt dat het geld er met bakken tegelijk uitgaat.

Zo heeft de versplintering van de thuiszorg en de jeugdzorg die optrad na de decentralisatie in 2015 de opkomst van zorgcowboys in de hand gewerkt: handige jongens en snelle meiden, die soms in hun eentje binnen een paar jaar een miljoenenwinst uit hun zorgbedrijfje naar hun bv weten over te hevelen – en zo de gemeentelijke begrotingen vakkundig in de soep draaien.

Foto: PanaTomix (cc)

De marktkansen van nieuwe kerncentrales

ANALYSE - Met de oplopende energieprijzen zwelt de roep om nieuwe kerncentrales weer aan als aanvulling op hernieuwbare elektriciteit. Waarbij sommigen, zoals Ted Nordhaus, zo ver gaan om de huidige problemen te wijten aan een de afkeer van kerncentrales. In Nederland groeit de roep om kerncentrales al een tijd. In de landelijke politiek betonen onder andere de VVD en het CDA zich warm voorstander hiervan. Tijd om marktconsultatie die KPMG heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken langs de vijf grootste risico’s te halen, zoals Citigroup die beschreef in hun paper ‘New nuclear? The economics say no.‘ Het gaat daarbij om de volgende vijf risico’s: planningsrisico, risico’s tijdens het bouwproces, elektriciteitsprijs, exploitatierisico’s en het risico bij ontmanteling & van het afval. Volgens Citigroup betreft het vijf risico’s die ieder voor zich groot genoeg zijn om zelfs de grootste energiebedrijven financieel zodanig te beschadigen dat er geen redden meer aan is. Met een nieuwe marktconsultatie van KMPG is het aardig om te bezien of de bouw van kerncentrales zich de afgelopen 15 jaar zodanig heeft ontwikkeld dat de markt nu wel in staat is om deze risico’s te dragen. En om te bezien of de marktkansen voor nieuwe kerncentrales verbeterd zijn.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time | De Buurt

Vandaag waren duizenden mensen bijeen in Rotterdam om een beter woonbeleid te eisen, en in Den Haag (13 november), en Groningen (28 november) zijn al demonstraties gepland. De Woonopstand-demonstratie van vandaag mag dan voorbij zijn, de strijd gaat door. Als afsluiter in onze reeks een klassieker van Willy Alberti, die met weemoed zingt over een buurt die ooit was.

En ook toen al vond men dat ‘bepaalde’ mensen niet goed genoeg waren voor de stad en moesten wijken. De volgende regels uit het nummer zijn nog daarom nog altijd actueel:

Foto: Fred Romero (cc)

Russenangst

RECENSIE - ‘Als Rusland in het nieuws komt is dat overwegend in negatieve zin’, schrijven de onderzoekers van het Instituut Clingendael bij de resultaten van hun Buitenland Barometer. ‘Het is dan ook niet vreemd dat opinie-onderzoeken van de afgelopen jaren uitwijzen dat de Nederlandse publieke opinie over Rusland overwegend negatief is geworden en vele Nederlanders Rusland als een bedreiging zien.’ De stelling “Rusland is een bedreiging voor de veiligheid van Europa” wordt volgens het onderzoek van Clingendael onder 23.000 Nederlanders door 35% onderschreven terwijl 38% zich neutraal opstelt of het niet weet, en 27% Rusland niet als bedreiging ervaart. Moeten we hiervan opkijken?

Dat een flink deel van de Nederlanders negatief is geworden suggereert een recente ontwikkeling. Maar die angst voor de Russen bestaat al minstens een eeuw, zo niet nog langer. Tony van der Meulen, oud-hoofdredacteur van het Brabants Dagblad werd bang voor de Russen op 4 november 1956 toen hij als kleine jongen op de radio hoorde dat het Rode Leger Boedapest had ingenomen. Die angst raakte hij nooit meer los en daarom schreef hij er na zijn pensioen een boek over: Russenangst, met als ondertitel en hoe dat nooit meer helemaal overgaat. Het is een mix geworden van nostalgische jeugdherinneringen, een beeld van de rol die krant en radio speelden in de jaren vijftig, stukjes van de journalistieke productie van de auteur zelf en zijn onverkort negatieve visie op Rusland.

Foto: copyright ok. Gecheckt 22-02-2022

Hoe het recht op huisvesting moet worden vertaald naar woonbeleid

Huisvesting is een grondrecht en het woonbeleid moet gericht zijn op het verwezenlijken van dat recht. Dit is de centrale boodschap van de grote landelijke demonstraties tegen de wooncrisis, eerst op 12 september in Amsterdam en opnieuw deze zondag tijdens de Woonopstand in het Afrikaanderpark in Rotterdam. Wat betekent dat concreet voor het woonbeleid?

Het recht op huisvesting is vastgelegd in artikel 22 van onze Grondwet en in verschillende internationale verdragen waaraan de Nederlandse Staat zich heeft verbonden. Het woonrecht gaat om “het recht om in vrede, veiligheid en waardigheid in een huis te wonen” en het omvat veel verschillende aspecten, waaronder beschikbaarheid, betaalbaarheid, woonzekerheid, gelijke toegang en zeggenschap. Onder meer de Speciale Rapporteur voor adequate huisvesting heeft richtlijnen opgesteld voor overheden. De wooncrisis is een schending van mensenrechten, schreven mensenrechtenjuristen Rosa Beets en Jan de Vries gisteren in het NRC. De staat moet zich dan ook inspannen voor behoorlijke huisvesting. Dat zou zich moeten vertalen in concrete beleidsmaatregelen.

Dakloosheid bestrijden is prioriteit

Geen dak boven het hoofd hebben tast de menselijke waardigheid aan: zonder huisvesting is het onmogelijk om andere levensbehoeften te vervullen. Toch zijn er in Nederland 36.000 geregistreerde dakloze mensen en het werkelijke aantal ligt veel hoger. Het bestrijden van dakloosheid zou dan ook topprioriteit moeten zijn in een op mensenrechten gebaseerd woonbeleid.

Closing Time | Speculanten Parasieten

Over Kunsttranen is niet veel bekend, behalve dat hij op twitter en insta zit en zichzelf ‘zolderkamermuzikant’ noemt. Speciaal voor De Woonopstand van 17 oktober in Rotterdam (en een beetje voor Sargasso) zette hij dit nummer op Youtube.

Spinvis meets fijne electropop. En de tekst laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Wat kan je nog meer verwachten van protestmuziek?

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

In Dirkswoud daar staat een huis

COLUMN - Er is een huis gekraakt in Dirkswoud. Eigenlijk is het een schuur, maar het pand is gekraakt en wordt bewoond door de heer Bert van der Velden, voorheen woonachtig aan de Noorderzij 24, kweker, bollenboer en fluisterbootjesverhuurder in het seizoen. De sympathieke tuinbouwer en bootjesverhuurder heeft begin deze maand zijn intrek genomen in de schuur aan de Zuidervaart. En omdat kraken een novum is voor Dirkswoud, maakte de Dirkswoudenaer een afspraak met deze wetsovertreder.

‘Mijn vrouw heeft mij onlangs verlaten’ valt Bert van der Velden met de deur in huis. ‘Of nou ja, eigenlijk ik haar’ corrigeerde hij zichzelf, ‘want zij woont nog steeds in ons huis aan de Noorderzij, en ik ben feitelijk degene die verhuisd is, maar zij wilde van mij af. Zij wil meer wereldser leven. En dat is niets voor mij. Dus ben ik weggegaan. Nu ben ik een man alleen. Ik zie een vrouw als een daglelie, mooi, maar niet voor herhaling vatbaar. Mevrouw Nellie Daas van Fournituren, Kleinvak & Huishoudelijk Gemak, heeft mij van de week nog geïnviteerd om als haar partner mee te doen aan de pubquiz in café Amperzat, maar nee, ik weet hoe zoiets gaat, dus ik heb beleefd bedankt.’

Daglelie (Foto: Maria Willems, met toestemming)

Foto: Sandra Fauconnier (cc)

Waar is de standaardtaal?

COLUMN - Het interessantst zijn de discussies waarbij jij het evenzeer bij het verkeerde eind hebt als je tegenstander. Iedereen kan dan eindeloos de problemen in de argumentatie van de ander aanwijzen zonder dat er ooit verheldering komt.

Twitter is een uitstekend medium voor zulke discussies. Ik had er onlangs één met taalprof Peter-Arno Coppen, die ging over taalnormen en de standaardtaal, en vooral over de vraag: waar komen die vandaan? Er bestaan in dezen twee diametraal tegenovergestelde standpunten die, zoals dat gaat, allebei niet helemaal juist kunnen zijn.

Met vreemde ogen

Het eerste standpunt is dat de standaardtaalnorm (voortaan noem ik die de norm, dat is minder typen) een kwestie is van voorschriften. Er zijn autoriteiten, zoals de Taalunie of Onze Taal, die zeggen: ‘groter als’ is minder correct dan ‘groter dan’ en daarom is het zo. Zulke voorschriften lijken daarmee een beetje op wetten, zij het zonder expliciete sancties. Het is verboden om op de stoep te parkeren omdat de wet dit zegt, het is verboden om groter als te zeggen omdat de Taalunie dit zegt. Het is denk ik hoe de meeste mensen naar normen kijken en dit standpunt werd verdedigd door Peter-Arno.

Het tweede standpunt is dat de norm feitelijk is wat een bepaalde goegemeente van schoolmeesters, journalisten, correctoren, HR-managers, en andere ‘goede taalgebruikers’ goed vindt – wat overigens weer iets anders is dan wat die goegemeente zelf zegt. ‘Groter als’ is dan fout omdat deze mensen er hun wenkbrauwen over opheffen. Die mensen hoeven geen expliciet verbond uit te spreken: wie zo’n vorm gebruikt, hoort er niet echt bij. De taak van de Taalunie en Onze Taal is dan niet om zelf normen te stellen, maar te beschrijven wat de norm feitelijk is: wat vindt die goegemeente er nu eigenlijk van? Normen lijken op deze manier bezien op sociale gedragsregels. Je doet geen stropdas om naar een sollicitatiegesprek omdat de wet het voorschrijft, maar omdat men je anders met vreemde ogen aankijkt. Je schrijft geen ‘groter als’ in je brief omdat men anders denkt dat je er niet bij hoort. Dit was het standpunt dat ik mocht verdedigen in deze discussie.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende