Een verkeerd soort loyaliteit

Foto: © Sargasso
, Serie:

ANALYSE - Een fundamenteel probleem van partijpolitiek is een verkeerd soort loyaliteit. Over hoe die tot stand komt en met welke consequenties gaat dit artikel. Het vormt, na de inleiding, deel 1 van de serie politiek zonder partijen. Over hoe politieke partijen met goede bedoelingen de democratie saboteren. En over een alternatief voor partijpolitiek.

Wil je in Nederland de politiek in, dan is een gangbare eerste stap het partijlidmaatschap. Je wordt lid van een politieke partij. Hoe gaat dat? Uit ervaring kan ik niet putten, maar zo stel ik het me voor.

Je vindt politiek belangrijk en wilt erbij betrokken zijn. Je kijkt rond op de websites van partijen. Je aandacht wordt getrokken door een tweet of Facebookbericht van een politicus. Je leest een interview terug en bekijkt een optreden in een talkshow. Misschien lees je het hele partijprogramma. Waarschijnlijker lees je een klein stukje. Uiteindelijk bezoek je een partijbijeenkomst en wordt je overtuigt. Door de standpunten, de politici, of de aanwezige partijleden. Dan doe je wat slechts 2% van Nederland doet, je wordt lid van een politieke partij.

Loyaliteit

Vanaf dat moment maak je deel uit van de club. Je ontvangt blaadjes en mailtjes over waar de partij mee bezig is. De partijleider is jouw partijleider geworden, het partijprogramma jouw partijprogramma. En hoewel je daar eigenlijk nauwelijks iets voor hebt hoeven doen, verandert je blik van iemand die van buiten door het raam van de partij naar binnen kijkt, naar de blik van iemand die met gelijkgestemden binnen zit. Af en toe kijk je naar buiten en zie je de mensen die niet bij de club horen.

De mensen die je over het lidmaatschap hebt verteld zien je vanaf dat moment als het gezicht van de club. Als ze willen weten wat jouw club ergens van vindt, dan vragen ze je dat. Vinden zij iets van jouw club, dan zeggen ze je dat.

Eenmaal binnen wordt je – de spoeling bij de meeste partijen is dun – voor van alles benaderd. Een lokale afdeling vraagt of je meeschrijft aan een notitie over het plaatselijke beleid aangaande het een of ander. Ze hopen dat je er verstand van hebt (maar kunnen eigenlijk niemand vinden). Je beland op straat voor de campagne van de provinciale afdeling, waar je stickers uitdeelt met een leuze die niet echt blijft hangen. Het partijblaadje laat alle nieuwelingen weten, dat content met een inhoudelijke mening altijd welkom is. Kortom, je leert de radartjes van de partij kennen. En door de knulligheid heen zie je in de verte de idealen waar je je voor in wilt zetten. Er ontstaat enige loyaliteit met de partij.

Voorportaal voor de democratie

Tot zover het nieuwe partijlid. Maar wat zien we hier gebeuren? Iemand wil politiek betrokken zijn. De partij verleent onderdak en biedt mogelijkheden om iets te doen met dat engagement. Daarmee wordt tegelijkertijd de partij draaiend gehouden. Daar hebben zowel de partij als het nieuwe lid iets aan zou je denken. Dat klopt, maar wat betekent het voor het grotere geheel van de democratie?

Partijen zijn gaan functioneren als het voorportaal van onze democratische instituties. Actief worden in de politiek betekent actief worden in een partij. Wil je niet actief worden in een partij, dan bestaat er geen gangbare route om actief te worden in de politiek. Mensen die niet op een partij zitten te wachten, worden zo uitgerangeerd.

Geen volksvertegenwoordiging, maar een partijvertegenwoordiging

Wordt je wel lid, dan levert dat wederzijdse loyaliteit op. En die loyaliteit levert vroeg of laat een plek op een kieslijst op. Als je dan verkozen wordt, dan wordt je dat namens de partij. De Tweede Kamer is daarom, net als alle andere parlementen, geen volksvertegenwoordiging, maar een partijvertegenwoordiging.

Verlies van onafhankelijkheid

Het onderdeel worden van een partij betekent een zeker verlies van onafhankelijkheid. Partijvertegenwoordigers zijn partijdig. Bij elke politieke vraag die wordt gesteld, is er altijd wel een gedachte die uitgaat naar wat de partij vindt, in de vorm van de partijleider, het partijprogramma, de leden. Het introduceert zelfcensuur, het om onderwerpen heen, of met meel in de mond praten. En de loyaliteit aan de partij is vaak te groot om nog met enig kritisch vermogen naar de eigen partij te kijken. In parlementen vol partijvertegenwoordigers, komt onafhankelijkheid dan ook maar weinig voor. Slechts in de zeldzame gevallen waarin een partijvertegenwoordiger zich aan de partij durft te onttrekken, of zelf een nieuwe partij begint.

Clubliefde

In het interview met NRC waarin Klaas Dijkhof zijn vertrek uit Den Haag aankondigt, beschrijft hij die partijdigheid als clubliefde. “Het risico van hier te lang zitten is dat je gaat denken dat wat voor de partij goed is, ook voor de politiek goed is. En dat is niet zo, het is andersom. Wij zijn clubverliefd, maar voor de samenleving telt dat niet.”

Clubliefde is een mooi woord voor de loyaliteit aan de eigen partij. Maar voor de buitenstaander laat het zich beter beschrijven als partijdigheid. Die loyaliteit aan de partij, die partijdigheid heeft gevolgen die raken aan de uitgangspunten van de democratie. Daarover later meer. Maar ook de kleinere gevolgen zijn reden genoeg voor een overdenking.

Een onwaarschijnlijk scenario

Er wordt weleens gesproken over linkse samenwerking. Vooral vlak voor de verkiezingen. Als links weer eens te gefragmenteerd lijkt om een vuist maken en klaar staat om niets te bereiken. Maar wat staat een scenario in de weg waarbij de SP, GroenLinks en de PvdA worden samengevoegd tot een Groene Socialistische Arbeiders Partij? De inhoudelijke verschillen?

Stel je vraagt enkele buitenstaanders om de drie partijprogramma’s samen te voegen tot een nieuw inhoudelijk programma. Dan lukt dat. Dan komt er een programma uit waar de meeste partijleden zich in kunnen vinden. En waarvan de kiezer denkt, dit is toch wat ze altijd al wilden? Als zo’n programma door de achterban van die drie partijen gedragen wordt, dan levert dat die partij met de huidige peilingen 35 zetels op. Dat begint te lijken op een aantal waarmee je macht naar je toe kan trekken om de inhoud van dat programma uit te gaan voeren.

Partijdigheid staat in de weg

Maar de inhoud is niet wat zo’n samenwerking in de weg zit. Politieke partijen zijn er simpelweg veel te partijdig voor. De loyaliteit aan de eigen partij, aan de eigen positie binnen de partij, aan de leden, de historie en gewoonten van de partij zijn veel te groot. De partijdigheid wint het (bijna altijd).

Laten we het nog even hebben over die samenleving waar Dijkhof aan refereert. Die 98% van de Nederlanders, die zich niet laat leiden door clubliefde. Zij komen niet in de binnenkamers en niet in de achterkamers. De enige manier waarop zij nu politiek iets kunnen betekenen is met het rode potlood.

Onafhankelijke bewindslieden

Dat is niet altijd zo geweest. In de naoorlogse kabinetten zaten regelmatig bewindslieden die niet partijgebonden waren. Misschien wel omdat ze inhoudelijk gekwalificeerd waren. De laatste twee bewindslieden die niet tussentijds lid werden van een partij zaten in het kabinet Zijlstra. Dat waren de staatssecretarissen van defensie Heije Schaper en Gerard Peijnenburg.

Mist onze democratie iets aan mensen die geen lid zijn van een partij? Zou het, om die retorische vraag in een andere vorm te gieten, kunnen dat zich onder hen goede volksvertegenwoordigers bevinden, goede wethouders en burgemeesters, goede kamerleden, ministers of wellicht een goede minister president? Dat is natuurlijk zeer waarschijnlijk en het is hoog tijd ze meer bij de democratie te betrekken.

De democratie heeft goede mensen nodig

Een aanwijzing daarvoor is al te vinden in een reportage in Vrij Nederland van 12 oktober 1996, geschreven door Gerard van Westerloo (gebundeld in ‘Niet spreken met de bestuurder’). Daarin laat Van Westerloo Gerrit Voerman aan het woord, directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. Voerman rekent voor dat ongeveer tien procent van de leden van politieke partijen actief is, zo’n 30.000 mensen. Alle ambtsdragers bij elkaar geteld – kamerleden, raadsleden, partijfuncties, etc. – kom je op ca. 29.000 mensen. Met andere woorden er zijn bijna net zoveel mensen nodig als er actief zijn en dat betekent dat je nauwelijks kunt selecteren.

Dat is in de Tweede Kamer niet perse een probleem. Voor ons meest zichtbare en prestigieuze parlement solliciteren, getuige de lengte van de kandidatenlijsten, veel meer mensen dan er op de blauwe stoeltjes passen. Maar daarnaast lopen er politici rond in 352 gemeenten, 21 waterschappen en 12 provincies. Daarvan moet je je dus afvragen of ze niet louter gekozen zijn omdat ze niemand anders konden vinden. Zijn die mensen op hun taak berekend?

Kortom, loyaliteit aan de politieke partij is een verkeerd soort loyaliteit. Het is geen loyaliteit aan de politieke inhoud. En het is evenmin een blijk van loyaliteit aan de democratie, als je de kwaliteiten van 98% van de nederlanders buiten beschouwing laat bij het invullen van politieke functies.

Reacties (30)

#1 Jos van Dijk

Loyaliteit aan de partij is vooral loyaliteit aan de inhoud van een gezamenlijk programma met daarachter een gezamenlijke visie op mens en maatschappij. Anders gaat het cluppie snel ten onder.
En verder is er geen enkele reden voor partijen om verwante niet-leden uit te sluiten van elk contact. Er is bij de meeste partijen juist een enorme drang om die 98% er bij te halen.

  • Volgende discussie
#1.1 Ad van der Stok - Reactie op #1

Er is bij de meeste partijen juist een enorme drang om die 98% er bij te halen.

Waarbij dan? Bij de partij, of bij de democratie?

Ik denk bij de partij. Want als ze die mensen zouden betrekken bij de democratie, dan zouden we onafhankelijke ministers, of wethouders, of burgemeesters hebben. En eerlijk gezegd ken ik daar geen enkel recent voorbeeld van.

#1.2 P.J. Cokema - Reactie op #1.1

“(…) dan zouden we onafhankelijke ministers, of wethouders, of burgemeesters hebben. En eerlijk gezegd ken ik daar geen enkel recent voorbeeld van.”

Ho, ho… Sargasso lezen!

Edit: en speciaal voor u nog wat partijloze wethouders gevonden: in 2016, 2018 en de laatste tijd lijkt het wel een stijgende trend: zie in Maastricht en Ooststellingwerf.

  • Volgende reactie op #1.1
#1.3 Ad van der Stok - Reactie op #1.2

Die had ik inderdaad nog niet gezien Peter. Vooralsnog een kleine ontwikkeling, maar toch een positieve ontwikkeling!

#1.4 Hans Custers - Reactie op #1.1

Waarbij dan? Bij de partij, of bij de democratie?

Schoolvoorbeeld van een valse tegenstelling.

  • Volgende reactie op #1.1
  • Vorige reactie op #1.1
#1.5 Jos van Dijk - Reactie op #1.1

Wat ik bedoel is dat partijen graag relaties leggen met belangengroepen, wijkbewoners, boeren, jongeren etc.om te weten wat er leeft en inderdaad ook om te werven voor hun standpunten. Zo werkt democratie. Dit als reactie op je veronderstelling dat partijen 98% van de bevolking links laten liggen. Dat is gewoon niet waar.
Er valt een heleboel aan te merken op hedendaagse partijen. Ik moet je bekennen dat ik nog niet zo lang geleden mijn lidmaatschap heb opgezegd om diverse redenen. Na een decennialange loyaliteit. Maar dat was niet om de redenen die jij noemt. Ik zou je eigenlijk moeten aanraden om eens lid te worden van een partij. Participerende observatie. Valt veel van te leren.

  • Volgende reactie op #1.1
  • Vorige reactie op #1.1
#1.6 Ad van der Stok - Reactie op #1.5

Dat wat je beschrijft, contact leggen met belangengroepen, wijkbewoners, etc. dat neem ik ook waar en is zonder meer waardevol. En als je daarmee bedoelt te zeggen dat geluiden uit die 98% wel doordringen bij de partijen, dan denk ik dat je gelijk hebt. Ook heb ik geen twijfel aan de goede bedoelingen van partijleden en hun oprechte wens mensen bij hun partij te betrekken.

Maar ik vraag me af of partijen zich realiseren hoeveel weerstand politieke partijen zelf oproepen. Heb de cijfers niet paraat, maar ik meen dat enkele decennia geleden zo’n 10% van de mensen lid was van een partij. Nu nog maar 2%. In die 98% zitten veel capabele mensen die wellicht een politieke functie zouden willen bekleden, maar die misschien niet zitten te wachten op wat wel partijpolitieke spelletjes genoemd worden. Voor mij is één van de vragen, hoe krijg je die mensen de politiek in, zonder dat ze lid hoeven te worden van een partij. Wat dat betreft is #1.2, over partij onafhankelijke bestuurders, een interessante reactie…

Tot slot een vraag. Zou je, als de achtergrond niet te persoonlijk is, een tipje van de sluier kunnen oplichten over waarom je je lidmaatschap hebt opgezegd?

  • Volgende reactie op #1.5
#1.7 Frank789 - Reactie op #1.5

[ dat partijen graag relaties leggen met belangengroepen, wijkbewoners, boeren, jongeren etc.om te weten wat er leeft en inderdaad ook om te werven voor hun standpunten. ]

Misschien leidt ik een heel raar leven, maar in de afgelopen 40 jaar heb ik nog nooit iemand van een politieke partij aan de deur gehad, in drie verschillende woonplaatsen en wijken.
Geen kaartje in de brievenbus met “word lid”, geen uitnodiging voor het buurthuis voor een bijeenkomst van partij X.

Hoe werven ze dan wel belangstellenden en leden?

  • Vorige reactie op #1.5
#1.8 LDraoui - Reactie op #1.1

Onafhankelijke wethouder is Asma Lahlah in Tilburg

  • Vorige reactie op #1.1
#2 Hans Custers

Voerman rekent voor dat ongeveer tien procent van de leden van politieke partijen actief is, zo’n 30.000 mensen. Alle ambtsdragers bij elkaar geteld – kamerleden, raadsleden, partijfuncties, etc. – kom je op ca. 29.000 mensen. Met andere woorden er zijn bijna net zoveel mensen nodig als er actief zijn en dat betekent dat je nauwelijks kunt selecteren.

Zou het misschien kunnen dat Voerman met actieve leden nu net degenen bedoelt die een functie hebben als raadslid, of kamerlid, of bestuurder? En dat hij daarom op een getal uitkomt dat ongeveer gelijk is aan het aantal functies? Dat er niet geselecteerd kan worden blijkt in elk geval niet uit kieslijsten bij verkiezingen: daar staat altijd een veelvoud aan personen op van het aantal posten dat er te verdelen is. De feiten spreken je stelling hier ook tegen.

En al zou het wel zo zijn, dan onderbouw je helemaal nergens dat dat het gevolg zou zijn van het partijsysteem. In werkelijkheid is het tegendeel het geval: partijen proberen actief leden te werven, ze hebben jongerenafdelingen, ze trainen mensen die politieke ambities hebben. Zonder de steun van partijen zou de drempel om politiek actief te worden voor veel mensen juist veel hoger worden.

Voor je verhaal over verkeerde loyaliteit geldt hetzelfde: je redeneert naar je gewenste uitkomst toe zonder serieuze onderbouwing. Binnen politieke partijen wordt er juist stevig gedebatteerd. Daar zullen ongetwijfeld soms opportunistische electorale motieven meespelen, maar dat hoort bij de politiek. Het gaat namelijk ook om macht. Maar er wordt wel degelijk ook over standpunten en principes gediscussieerd.
Vervang je partijen door personen, dan krijg je in plaats van aanhangers van partijen dus aanhangers van personen. De realiteit laat dat ook zien: Fortuyn, Wilders, Trump. En daar ontstaat pas echt een verkeerde loyaliteit. De ideeën en principes die aan de basis liggen van een partij zijn er dan niet meer en het gaat enkel en alleen maar over of die personen het vertrouwen van de kiezers waard zijn of niet. Laten we daar nou alsjeblieft niet aan beginnen.

Vooralsnog blijft mijn conclusie dat de echte wereld zich maar bar weinig aantrekt van jouw ideeën, Ad.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#2.1 Ad van der Stok - Reactie op #2

Zou het misschien kunnen dat Voerman met actieve leden nu net degenen bedoelt die een functie hebben als raadslid, of kamerlid, of bestuurder? En dat hij daarom op een getal uitkomt dat ongeveer gelijk is aan het aantal functies?

Eh nee Hans, dat bedoelt hij niet. En het zou ook nergens op slaan om dan met twee verschillende getallen te komen. Het grootste deel van de partijleden wil blijkbaar niet in een gemeenteraad of provinciale staten zitting nemen. En dat is misschien niet zo vreemd, want dat kost veel tijd en energie en wat levert het op? Blijkbaar niet genoeg.

Dat er niet geselecteerd kan worden blijkt in elk geval niet uit kieslijsten bij verkiezingen: daar staat altijd een veelvoud aan personen op van het aantal posten dat er te verdelen is.

Dat geldt voor de Tweede Kamer, zoals ik hierboven ook zeg. De vraag is of dat ook geldt voor de provinciale staten van Gelderland, de gemeenteraad van Waalwijk, of Winschoten en al die andere minder mediagenieke politieke organen.

De feiten spreken je stelling hier ook tegen.

Het is niet mijn stelling het is de stelling van de heer Voerman. Hij was zoals vermeld destijds directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, verbonden aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Daar houden ze allerlei feiten bij over de democratie en politieke partijen. Maar jouw feiten zijn vast beter Hans.

En al zou het wel zo zijn, dan onderbouw je helemaal nergens dat dat het gevolg zou zijn van het partijsysteem. In werkelijkheid is het tegendeel het geval: partijen proberen actief leden te werven, ze hebben jongerenafdelingen, ze trainen mensen die politieke ambities hebben.

Ik beweer ook niet dat dat het gevolg is van het partijsysteem, al kun je prima de conclusie trekken dat al die activiteiten om leden te werven blijkbaar niet veel resultaat hebben. Het punt dat ik maak Hans is dat je al die mensen die niet lid willen zijn van een partij misschien wel moet betrekken bij de democratie.

Vooralsnog blijft mijn conclusie dat de echte wereld zich maar bar weinig aantrekt van jouw ideeën, Ad.

Je mag helemaal zelf weten welke conclusies je trekt Hans. Maar het zou je sieren als je ook consequenties aan je eigen conclusies verbindt. Dus als je mijn ideeën niet op prijs stelt (of wat je in jouw reacties voor mijn ideeën houdt) zoek dan stukken van mensen die schrijven wat je graag wilt lezen. Daar wordt iedereen gelukkiger van.

#2.2 Hans Custers - Reactie op #2.1

De vraag is of dat ook geldt voor de provinciale staten van Gelderland, de gemeenteraad van Waalwijk, of Winschoten en al die andere minder mediagenieke politieke organen.

Ik zie hier kieslijsten voorbijkomen van: Tweede Kamer, Gemeenteraad, Gebiedscommissie (voorheen Deelgemeente), Provincie, Waterschap en steevast is het aantal kandidaten veel groter dan het aantal te verdelen posten.

Het punt dat ik maak Hans is dat je al die mensen die niet lid willen zijn van een partij misschien wel moet betrekken bij de democratie.

Ik heb nergens beweerd dat dat een slecht idee is. Je hoeft je door mij ook niet tegen te laten houden. Zoals ik bij je vorige post al zei: je hoeft helemaal geen lid van een partij te zijn om politiek actief te worden. Dat de meeste mensen die politiek actief zijn dat via een partij doen betekent helemaal niet dat er geen alternatieven zijn. Je hebt toen helemaal niet op die opmerking van mij gereageerd.

Dus als je mijn ideeën niet op prijs stelt (of wat je in jouw reacties voor mijn ideeën houdt) zoek dan stukken van mensen die schrijven wat je graag wilt lezen. Daar wordt iedereen gelukkiger van.

Als dat het niveau is pas ik me wel aan: als je geen kritiek wenst te ontvangen, dan kun je je stukken beter niet op een goed gelezen blog plaatsen.

#2.3 Ad van der Stok - Reactie op #2.2

Dat wat jij kritiek noemt Hans, zijn vaak pogingen tot weerlegging van voorstellingen van zaken die je mij toeschrijft. Dus dan moet ik eerst laten zien dat wat jij mij toeschrijft niet van mij komt en vervolgens ook nog iets doen met die zogenaamde kritiek.

Maar het belangrijkste is misschien de manier waarop. Er zijn mensen die op een speelse relativerende humoristische manier serieuze argumenten voor het voetlicht kunnen brengen. Dat maakt het ingaan op kritiek een aangename intellectuele exercitie, waar je ook nog wat aan hebt.

Het spijt me te moeten constateren dat dat niet voor jouw reacties geldt. Dat heeft meer weg van iemand die met een blok hout een spijker ergens probeert in te slaan. Soms staat die spijker recht, soms scheef, soms ligt hij op de grond. Het maakt niet uit. Het slaan gaat door. Op het vermeende eigen gelijk. Er is geen aardigheid aan. Niet constructief, lichtvoetig of geestig.

En dan ook nog dat verongelijkte verwijt dat ook hier weer terugkomt.

Je hebt toen helemaal niet op die opmerking van mij gereageerd.

Alsof iemand die op Sargasso een stuk plaatst de plicht heeft om elke door Hans Custers geschreven punt of komma van een antwoord te voorzien.

#2.4 Hans Custers - Reactie op #2.3

Het gaat mij vooral hierom: extraordinary claims require extraordinary evidence.

Jij stelt dat politieke partijen het probleem zijn in onze democratie. Dat is nogal wat. Want, zoal al eerder gemeld, elke democratie in de wereld heeft een partijbestel. Als je zoiets uitzonderlijks claimt, dan kun je maar beter zorgen dat je een beetje behoorlijk beslagen ten ijs komt. En het spijt me verschrikkelijk, maar ik vind dat dat nogal tegenvalt. Je maakt je pretenties dus in mijn ogen niet waar en dat probeer ik duidelijk te maken.

Daar komt nog eens bij dat je met een verhaal als dit behoorlijk dicht in de buurt komt van het populistische geklets over het partijkartel. Je zult het vast niet zo bedoelen, maar het schurkt er wel degelijk tegenaan.

Als je ergernis leest in mijn reacties, dan komt dat omdat die ergernis er inderdaad is. En je kunt hoog of laag springen, maar het doet niet af aan het feit dat mijn kritiek wel inhoudelijk is en met argumenten onderbouwd. Het is dan misschien niet “speels, relativerend, humoristisch”, maar so what? Je kunt toch ook als grote mensen op het scherpst van de snede puur op de inhoud discussiëren? Ieder zijn stijl. Als mijn stijl recht voor zijn raap is, dan ben ik blijkbaar goed ingeburgerd in Rotterdam.

Je bent inderdaad niet verplicht om op mijn kritiek een antwoord te geven. Maar ik neem aan dat je dit stuk niet zomaar voor de kat zijn viool schrijft, maar dat je probeert om iets van je ideeën over te brengen. Dan zou je op zijn minst moeten proberen om inhoudelijk op beargumenteerde kritiek te reageren. Mijn waarneming is dat je kritiek vaker ontwijkt dan beantwoordt. Niet alleen in deze draad, maar ook in eerdere discussies. Wat dan weer bijdraagt aan mijn irritatie.

#2.5 Ad van der Stok - Reactie op #2.4

Natuurlijk ga je niet in op de kritiek op de kwaliteit van je eigen reacties. Zoals ik hierboven al zeg

Dat wat jij kritiek noemt Hans, zijn vaak pogingen tot weerlegging van voorstellingen van zaken die je mij toeschrijft. Dus dan moet ik eerst laten zien dat wat jij mij toeschrijft niet van mij komt en vervolgens ook nog iets doen met die zogenaamde kritiek.

Recht voor je raap mij dingen in de mond leggen en me daarop aanvallen heeft niet zoveel te maken met ‘op de inhoud discussiëren’.

Ook in deze #2.4 reactie zit al weer een vertekening die je mij toeschrijft. En zo’n drogreden dat ik zou aanschurken tegen iets dat jij populistisch geklets vind. Het soort verbanden leggen dat wederom niets te maken heeft met ‘op de inhoud discussiëren’.

Misschien zijn sommige van mijn claims groot, maar ook aan de maat is de waan van jouw eigen gelijk. Het zou de inhoudelijke kwaliteit van je reacties ten goede komen als ze een heel klein beetje ruimte laten voor de mogelijkheid dat je er naast zit. Daarbij zou je je kunnen realiseren dat taal vaak ambigu is en dat jouw interpretatie van mijn woorden, niet de enig mogelijke is. Het is geen betawetenschap. Goed lezen helpt trouwens ook. En je eigen irritatie niet de overhand laten krijgen bij het schrijven van je reacties. Allemaal ingrediënten voor een volwassen gesprek.

#2.6 Hans Custers - Reactie op #2.5

Natuurlijk ga je niet in op de kritiek op de kwaliteit van je eigen reacties.

Dat doe ik wel. Ik leg je uit waarom ik die kritiek onterecht vind. En dat deed ik nog best vriendelijk. Want ik had je er ook op kunnen wijzen dat je eigen bijdragen aan de discussie ook niet bepaald speels, relativerend en humoristisch zijn.

mij dingen in de mond leggen en me daarop aanvallen

Ik heb in mijn eerste reactie nota bene citaten van je aangehaald en daarop gereageerd. Ik bekijk die citaten wel in de context van je verhaal. Dus als jij op basis van de cijfers van Voerman stelt dat er nauwelijks selectie is, dan neem ik aan dat dat onderdeel is van je analyse van problemen die door politieke partijen worden veroorzaakt. En dan lijkt het me best relevant om op te merken dat politieke partijen nog wel mensen bij de politiek betrekken, al zijn het er veel minder dan vroeger. En dat zonder partijen de drempel om politiek actief te worden voor veel mensen eerder hoger dan lager zou zijn.

Ook in deze #2.4 reactie zit al weer een vertekening die je mij toeschrijft. En zo’n drogreden dat ik zou aanschurken tegen iets dat jij populistisch geklets vind. Het soort verbanden leggen dat wederom niets te maken heeft met ‘op de inhoud discussiëren’. [‘/q]

#2.4 was een reactie op jouw #2.3. En een behoorlijk inhoudelijke reactie. Ik probeerde duidelijk te maken waarom ik nog fel op jouw stukken reageer. En dit speelt daar mee.

[q]Het zou de inhoudelijke kwaliteit van je reacties ten goede komen als ze een heel klein beetje ruimte laten voor de mogelijkheid dat je er naast zit.

Hoe zo laat ik daar geen ruimte voor? Ik beargumenteer mijn mening en als ik de plank missla heb je alle recht en reden om daar gehakt van te maken met tegenargumenten. Keihard, zo nodig. Als je goede argumenten hebt zul je mij daar niet over horen klagen.

#3 majava

Shorter #0: Mensen die lid worden van een politieke partij geven hun individualiteit op en worden onderdeel van het collectief, waar ze blind achter alles wat de partij doet en wil aan zullen lopen. Resistance is futile.

Dat is inderdaad een karikatuur van het artikel, maar wat de schrijver hier stelt is gewoon ook een karikatuur van de werkelijkheid. Die werkelijkheid dat er net zoveel kleuren beweegredenen zijn voor iemand om lid en vervolgens actief te worden, als dat er kleuren politiek bestaat. Er zijn mensen die graag een politieke functie zouden willen hebben. Mensen die denken dat een lidmaatschap ze meer informatie en inzicht zal verschaffen. Mensen die denken dat ze zo een partij beter steunen dan slechts een stem geven. En dat zogenaamd opgeslokt worden door ‘de partij’, dat is heel simpel symptomatisch voor zowat alle verenigingen; altijd een tekort aan mensen die iets meer willen doen dan slechts contributie betalen. Dus nogal wiedes dat er meteen aan de jas van mensen getrokken wordt.

Ik ben nooit politiek actief geweest, maar wel vakbondskaderlid, bestuurslid van een handjevol verenigingen en oprichter van één. Politiek is altijd onderdeel van een vereniging, ook als die vereniging niet (geheel) politiek is. Wat in dit artikel beschreven wordt strookt in geen enkel geval met mijn ervaring. Ik schaar me achter Hans Custers dat de schrijver wel met wat bewijzen mag komen voor de stellingen die er gedaan worden.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3.1 Ad van der Stok - Reactie op #3

Karikaturen, in jouw reactie, of in mijn artikel, lijken me op zich geen probleem. Ze kunnen helpen bij het scherper weergeven van een ontwikkeling of fenomeen. Zoals ik al aangeef in het artikel ben ik zelf nooit lid geworden van een politieke partij, dus wat ik schrijf over dat lid worden is speculatief.

Wat betreft het komen met bewijzen voor stellingen die gedaan worden. Op welke stellingen doel je dan precies? Dan kan ik er misschien antwoord op geven.

#3.2 majava - Reactie op #3.1

Op welke stelling ik doel? Die van het opgeven van onafhankelijkheid. Ik noem het individualiteit. Die zogenaamde assimilatie. Je kunt veel beter een punt maken van het normale (maar in mijn ogen nog altijd niet geheel wenselijke) fenomeen ‘partijdiscipline’, maar dat is niet waar het mij om gaat. Je bouwt je thesis hier over het moment dat iemand lid wordt en gaat dan verder. Dat was dat karikatuur dat ik schetste, op basis van jouw net zo ongeloofwaardige stelling. Ik zie geen basis voor instant-loyaliteit en zelfcensuur, puur vanwege het lidmaatschap. Zelfs niet op het moment men een functie gat bekleden.

Ik zie juist heel andere dingen gebeuren. De heibel bij radicale partijen draait altijd om onvoldoende brede partijprogramma’s (en teveel focus op een klein aantal punten), plus het sterke individualisme aan de rechterzijde. Tenzij je een fascistische partij opricht zul je dat altijd houden. Niks geen loyaliteit daar. Ga je bij links op bezoek, dan zie ik geen stammenstrijd, maar een onderscheid op inhoud. Je kunt D66 nog met PvdA verbinden, maar niet verder naar links. Op z’n beurt kun je hooguit PvdA met GL verbinden, maar ook dan geen SP. Dat gaat over inhoud en dat is heel goed te verdedigen met hoe die partijen hebben gestemd en wat hun positie is.

Het komt erop neer dat wat ik zie, wat ik ervaar niet overeenkomt met waar jij nu over schrijft. Vandaar de vraag om onderbouwing.

#3.3 Ad van der Stok - Reactie op #3.2

Fractiediscipline bedoel je denk ik en dat is een serieus punt, maar vond ik te groot om hierin al op te nemen, dus dat volgt nog.

In bovenstaande beschrijving zit een soort opbouw in betrokkenheid en loyaliteit aan de partij. En iemand die net lid is van een partij zal inderdaad niet veel last hebben van zelfcensuur. Maar bij mensen die posities bekleden binnen de partij, of uit naam van de partij, zoals Kamerleden bijvoorbeeld, lijkt die zelfcensuur me evident. Kamerleden zeggen niet zomaar van alles over hun fractie, of partij, tenzij ze al weten dat ze niet meer terugkeren in de kamer bijvoorbeeld. Dan gaan ze opeens veel vrijer spreken.

Wat betreft je observaties over rechts. Ik denk dat die heibel vooral zit bij jonge partijen, niet zozeer bij rechtse partijen. De PVV is ook een rechtse partij en daar lijkt, na rommelige eerste jaren, de loyaliteit aan de partij / Wilders nu toch de overhand te hebben genomen.

#4 KJH

Ben zelf ook geen lid van een partij (schande! vind ik zelf), maar ik heb wel met diverse partijleden gesproken. Er hoort een heuse training bij, heb ik begrepen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Pé Ba

Tussen 1977 en nu hebben de grote traditionele ledenpartijen PvdA, CDA/KVP, VVD driekwart van hun ledenbestand verloren.

https://nos.nl/l/2102816

En wat is de oorzaak geweest van dat zij het contact met de achterban zijn kwijtgeraakt? Dus dat de achterban het gevoel heeft er eigenlijk niet meer toe te doen, dat het niet over hen gaat? Het is ook niet voor niets dat bij lokale verkiezingen de lokale partijen structureel terrein winnen op de landelijke partijen.

Waarom nog lid willen worden van een politieke partij? Van een vakbond word of blijf je nog lid als een soort aanvullende werknemersverzekering (CAO-onderhandelingen, (arbeids)wetgeving, rechtsbijstand), hoewel deze ook steeds minder midden in de maatschappij staan. Van de ANWB word je lid omdat je dan bijvoorbeeld bent verzekerd van de Wegenwachthulp. Maar wat heeft het lid worden van een politieke partij je nog te bieden? Ondersteuning van of invloed op de door jou gewenste politieke richting? Onontbeerlijk voor een carrière in de politiek of in het maatschappelijk middenveld, ook wel aangeduid als de baantjescaroussel?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Janos

Tja. Een aantal dingen.

Je wordt lid van een politieke partij. Hoe gaat dat? Uit ervaring kan ik niet putten, maar zo stel ik het me voor.

Hoezo “zo stel ik me dat voor”? Waarom heb je dat niet gevraagd aan een paar mensen? Er hebben er de vorige keer zat gereageerd, ook die aangeven lid te zijn van een partij. En al is maar 2% lid, je kent er vast genoeg. Ik vermoed dat redenen zeer divers en uiteenlopend zijn. Het maakt verder niet eens heel veel uit voor je stuk, maar ik vind het raar om met zo’n aanname te beginnen die je net zo goed 1) weg had kunnen laten of 2) had kunnen checken. Mocht je dit echt boeiend vinden, hier een interview (van vandaag) met 2eKamerlid dat ooit nog voor Sargasso schreef, als casus ‘hoe iemand de politiek inrolt’: https://dwars.org/overdwars/interview-met-tweede-kamerlid-lisa-westerveld/

Over aannames gesproken, onder “loyaliteit”:

De partijleider is jouw partijleider geworden, het partijprogramma jouw partijprogramma.

Dat is er ook nogal één. Ik ken eigenlijk 0 mensen (bij welke partij dan ook) die dit zo zien. Iedereen heeft wel dingen waar hij of zij het niet mee eens is, en genoeg mensen vinden hun eigen partijleider maar niets. Iets wat je ook gewoon op alle socials kan lezen. Ook genoeg mensen die, als ze het er maar genoeg niet mee eens zijn, gewoon weer opstappen, of overstappen naar een andere partij.

Natuurlijk, de mensen in officiële functies, die hebben als werk om voor de partijlijn te gaan staan; daar hebben ze ook nog de nodige vrijheid in (“persoonlijk heb ik hier moeite mee, maar de Partij Voor Iedereen vind X, om reden Y”), maar hier zie je dat wel een beetje. Je geeft Dijkhof als voorbeeld, maar bedenk je: die man is niet alleen beroepspoliticus namens de VVD, maar fractievoorzitter: dan is het partijbelang zo’n beetje je taakomschrijving, je baan. Natuurlijk is hij 100% loyaal!

Maar gewone partijleden? Hell no. Vooral ook dat stuk dat daarna komt, “Af en toe kijk je naar buiten en zie je de mensen die niet bij de club horen.”, dit is natuurlijk onzin voor gewone partijleden. Zeker de niet-actieve leden, die zien nog steeds precies dezelfde mensen als daarvoor. En zelfs de actieve leden, die af en toe een flyer uitdelen of bij een werkgroep gaan zitten – die zouden opeens een soort kritiekloze partijzombies worden?

Een lokale afdeling vraagt of je meeschrijft aan een notitie over het plaatselijke beleid aangaande het een of ander. Ze hopen dat je er verstand van hebt (maar kunnen eigenlijk niemand vinden).

Kan het misschien met iets minder dedain? Zelfs in kleine gemeentes met hele kleine fracties met grote tekorten aan mankracht wordt niet de eerste willekeurige voorbijganger met een partijkaart gevraagd om aan een beleidsnota mee te schrijven zonder verstand van het onderwerp. Wat je hier doet is retoriek, geen inhoudelijke argumentatie.

Wil je niet actief worden in een partij, dan bestaat er geen gangbare route om actief te worden in de politiek.

Dat klopt niet. Nog los van de voorbeelden van partijloze wethouders en burgemeesters die anderen al hebben genoemd (en terechte opmerking daarbij, het is zeldzaam), zijn er natuurlijk nog talloze andere manieren om actief te zijn in de politiek. Lokaal kun je je eigen lijst of partij oprichten. Je kan lid worden van (en actief worden bij) een vakbond. Je kan ingezonden brieven sturen naar kranten en tijdschriften. Je kan gaan bloggen of vloggen over Iets Dat Anders Moet. Enzovoort enzovoort.

Als je een carrière wil als politicus, dan gaat dat inderdaad in de regel via partijlidmaatschap – maar zoals gezegd, zelfs hiervoor zijn mogelijkheden om dat te omzeilen.

Wordt je wel lid, dan levert dat wederzijdse loyaliteit op. En die loyaliteit levert vroeg of laat een plek op een kieslijst op.

Dit is natuurlijk flauwekul. Nee, niet ieder lid komt automatisch op een kieslijst. Ik zie die 29.000/30.000, en ik ken de redenering (Pamela Hemelrijk schreef eind jaren 90 al een keer in haar column in het AD dat “iedereen die postzegels likt op het partijkantoor op een gegeven moment een baantje krijgt”, maar dat verhoudt zich volstrekt niet tot wat ik in de praktijk zie gebeuren. Als je een link hebt naar dat artikel zou ik daar wel wat dieper in willen duiken.

Over het samenvoegen van meerdere linkse partijen tot één links blok valt héél veel te zeggen. Dat lukt niet in de beperkte plaats hier; voor een deel heb je gelijk dat de historie, belangen etc. daar allemaal bij meespelen, dat dat niet gebeurt. Tegelijkertijd zijn er soms ook heel wezenlijke inhoudelijke verschillen, die er toe kunnen leiden dat mensen (bij samenvoegen en compromissen daarover) afhaken. De aanname dat na een linkse fusie net zo veel of meer zetels over zouden blijven, die vind ik wat makkelijk gemaakt. Maar daarbij: in een stuk dat ageert tegen partijen is het heel raar om zo’n fusie tot ideaal te bestempelen, wat niet van de grond komt ‘want partijen’. Een nieuwe partij is hier juist het doel! Het zou m.i. zuiverder zijn om te kijken wat er gebeurt als we partijen afschaffen, en of die ongeveer 35 individuen dan tot gezamenlijke blokvorming zou kunnen komen over een hoop onderwerpen, zonder verdere structuur. Dat betwijfel ik heel erg. Het is bijna of daarvoor zo’n structuur daar wel handig voor zou zijn ;-)

Het sterkste deel van je betoog vind ik het stuk over “Verlies van onafhankelijkheid”. Ja, als een individu een partij vertegenwoordigd moet die ook in grote lijnen de partijlijn onderschrijven. Dat kan soms moeilijk zijn. En als je daar dan iets over moet zeggen is dat heel moeizaam, en krijg je inderdaad ‘meel in de mond’, of onderwerpen omzeilen.

Aan de andere kant, deze nadelen moet je afzetten tegen de voordelen. Een individu kiest een partij op basis van brede, ideologische uitgangspunten die aansluiten bij de eigen. Dat betekent dat als je als pakket staat voor een samenhangende visie op basis van die uitgangspunten. Als partijlid is dat prettig, je hoeft niet overal verstand van te hebben, maar kan er op vertrouwen dat de partij naar onderwerpen waar jij niets van weet kijkt op de manier waarop jijzelf naar de wereld kijkt. En nog belangrijker, als bijvoorbeeld parlementariër kun je dat ook, én hoef je niet overal verstand van te hebben. Als persoon met verstand van onderwijs hoef je je alleen maar in onderwijsonderwerpen te verdiepen, maar ook op alle andere onderwerpen waar jij over moet stemmen ligt een goed doordacht en onderbouwt standpunt aan ten grondslag. Vervelend als je het daar zelf een keer minder mee eens bent, maar meestal zal dat niet het geval zijn (zo lang je bij een partij zit die ideologisch bij je past natuurlijk) en is dit deel zijn van een groter geheel juist heel fijn, omdat mensen nu een maal niet verstand kunnen hebben van alles.

Daarnaast, en dat vind ik belangrijk, doe je veel te negatieve aannames over ‘loyaliteit’. Om het bij mezelf te houden: bij GroenLinks heb ik me actief verzet tegen het afschaffen van de basisbeurs, samen met o.a. Lisa Westerveld. Hebben uitgebreid geageerd tegen het voorstel binnen de partij. In media geroepen waarom onze partij, partijleider etc. het allemaal fout hadden. Op het congres gestaan met die boodschap. Helaas is die strijd verloren, maar ik werd kort daarna gevraagd voor een commissie op het Landelijk Bureau, en Lisa zit inmiddels in de Tweede Kamer. Het is niet zo dat blinde loyaliteit gewaardeerd wordt, integendeel: kritisch nadenken en tegengas geven.

Ik weet natuurlijk niet hoe het is bij andere partijen, maar heb toch sterk de indruk dat ‘blinde loyaliteit aan de leider’ toch meer iets is bij onze enige niet-partij (PVV) dan bij de meeste andere (democratische) politieke partijen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6.1 Ad van der Stok - Reactie op #6

Janos, dank voor je uitgebreide reactie. Laat ik de vele dingen die je aanhaalt iets compacter proberen te beantwoorden.

Net als jij vermoed ik dat de redenen waarom mensen lid van een partij worden, nogal uiteenlopend zijn. Het interview met Lisa Westerveld, dat ik zeker nog ga lezen, zou anekdotisch interessant kunnen zijn. Maar is ook maar één verhaal. En verschilt weer van elk ander verhaal. Wat generieker is kan ik ook laten zien aan de hand van wat ik me ervan voorstel. Dat je ook vanuit het perspectief van de partij gaat kijken en dat er – iemand kiest ook niet voor niets voor een partij – loyaliteit voor een partij ontstaat.

De opmerking ‘De partijleider is jouw partijleider geworden, het partijprogramma jouw partijprogramma.’ is niets meer dan een feitelijke constatering. Als je lid bent van een club en die club heeft een leider, dan is dat de leider van alle leden van die club. Dat wil geenszins zeggen dat daar geen kritiek bij komt kijken, of dat mensen perse 100% achter die leider staan.

Sowieso maak je volgens mij meer van het woord loyaliteit dat het van zichzelf betekent. Het gaat niet om blinde volgzaamheid, maar het hebben van een welwillende houding. Het zou mij zeer verbazen als jij in alle eerlijkheid zou zeggen dat je geen welwillende houding hebt voor de club en de ideeën en de mensen waar jij je bij hebt aangesloten. Kritiek is daarbij geenszins uitgesloten en kan die loyaliteit ook nog versterken, als je het doel of ideaal deelt en discussie voert over hoe er te komen. Juist door dat soort processen groeit die loyaliteit misschien wel. (Zou misschien een goede toevoeging kunnen zijn aan het stuk :)

Mij gaat het erom dat loyaliteit aan een politieke partij niet hetzelfde is als loyaliteit aan de democratie en evenmin als loyaliteit aan inhoudelijke politieke standpunten. Die laatste twee zijn me lief, maar die eerste is volgens mij in ons politieke bestel een probleem. Een probleem dat nog meer uiteenzetting behoeft, dat volgt, daar is het een serie voor :)

Het lijkt me, zoals jij ook al suggereert, dat een verder exposé over linkse samenwerking hier niet de plek voor is. Al is het mogelijk interessant daar eens een keer een stuk over te schrijven.

Wat betreft je reactie op deze zin: ‘Wil je niet actief worden in een partij, dan bestaat er geen gangbare route om actief te worden in de politiek.’ Dat er onafhankelijke burgemeesters bestaan wil niet zeggen dat dat een gangbare route is. Het is blijkbaar mogelijk, maar zeer ongebruikelijk. En lid worden van een vakbond bijvoorbeeld is voor mij niet hetzelfde als in de politiek gaan.

Verder, daar waar jij dedain in leest was als ironie bedoeld, niet kwaadwillend.

Tot slot, hier de link naar het boek van Van Westerloo, waar het artikel uit VN onderdeel van uitmaakt. Waarschijnlijk alleen nog maar tweede hands te krijgen, maar zeer de moeite waard. https://www.goodreads.com/book/show/13137708-niet-spreken-met-de-bestuurder. Het artikel is niet online te vinden denk ik.

#6.2 Janos - Reactie op #6.1

Ok, ik ook dan poging tot kort. Ja, dat verhaal van Lisa is N=1, maar het punt is: als je 5 mensen had gesproken, had je 5 verschillende verhalen gehoord, van uitermate goed beredeneerde keuzes tot “mijn ouders waren ook hun hele leven lid”. Volgens mij valt dit niet te generaliseren, en heeft het (ook voor dit stuk) niet zo veel zin om dat te proberen, zeker als je zelf die ervaring niet hebt. Het is speculatief.

Wat betreft loyaliteit: de vraag over wat de definitie daarvan is een goede. Ik reageer op de tussen-de-regels-door definitie die ik meen te proeven in jouw stuk, uit zinnen als “En de loyaliteit aan de partij is vaak te groot om nog met enig kritisch vermogen naar de eigen partij te kijken.” Dat gaat echt wel een stuk verder dan “het hebben van een welwillende houding”. Ja, natuurlijk heeft vrijwel ieder partijlid een welwillende houding – ieder lid van welke willekeurige vereniging, mag ik aannemen, want je betaalt contributie om ergens bij te horen. Maar daar volgt natuurlijk geen implosie van kritisch vermogen naar de eigen club uit.

Loyaliteit (niet in een ‘zwaardere’ betekenis’ maar zeker niet als ‘welwillende houding’) sluiten geenszins loyaliteit naar inhoudelijke standpunten of de democratie uit. Sterker nog, die gaan wonderbaarlijk goed samen, want je kiest je partij juist op basis van die inhoudelijke standpunten, en je wordt meestal geen lid van een politieke partij als je niet gelooft in het democratisch bestel.

Dat je ironie niet kwaadwillend was is prettig om te horen en geloof ik gelijk, maar het is een gevaarlijk instrument, omdat maar al te vaak dingen die mensen echt menen maar niet zo populair blijken worden weggeschreven onder “ja maar ik bedoelde het ironisch”. In dit specifieke geval gaat het om een negatieve invulling over ‘hoe het gaat bij een partij’, in een reeks die gaat over dat partijen problematisch zijn. Het staat je uiteraard vrij om alsnog te kiezen in ironische overdrijvingen te vervallen, maar het is niet gek dat een lezer dat dan mist.
Wat het extra lastig maakt voor mij is dat ook dit deel speculatief is: er zijn boeken vol te schrijven (en waarschijnlijk volgeschreven) over goede en slechte situaties bij lokale afdelingen van partijen. Op basis daarvan (of al was het maar een paar casussen uit de media waar je naar kan linken) zou je een boel echte, wezenlijke problemen kunnen beschrijven, die je kan koppelen aan de partijstructuur (niet genoeg mankracht is in een hoop fracties dan een wezenlijke). Maar in plaats van dat je dat doet verzin je een ironisch/karikaturale beschrijving, die de werkelijkheid onrecht aandoet, en laat het daarbij.

Ik ga eens kijken of ik nog wat online van Westerloo kan vinden, dank voor de link.

#7 Hans Custers

Laat ik nog een poging doen om tot een constructief gesprek te komen.

De kern van meningsverschillen hierover zit, vermoed ik, in hoe je naar de politiek kijkt. In mijn ogen is politiek een strijd tussen principes en meningen, maar ook een strijd om de macht tussen groepen, belangen en ego’s. De lelijke kanten van de politiek, die mensen afschrikken en cynisch maken, zitten in die machtsstrijd. Maar het gaat nu eenmaal om macht, dus die machtsstrijd hoort erbij, met alle vervelende spelletjes en ongewenst groepsgedrag dat erbij hoort. Dat krijg je niet weg, hoe je het ook organiseert.

Democratische partijen zijn juist de beste – je mag het ook minst slechte noemen – manier om het een beetje in de perken te houden. Want binnen democratische partijen zijn er altijd genoeg mensen die de principes van een partij in de gaten houden. Of die te grote ego’s in toom houden. En het gebeurt nog transparant ook. Want conflicten binnen partijen blijven nooit lang binnenskamers. En ze worden uiteindelijk uitgevochten op partijcongressen, in bijzijn van de pers.

(Terzijde: die transparantie heeft ook weer een keerzijde. Want dat alle shit die zich binnen de politiek afspeelt naar buiten komt is niet zo best voor het imago. Het voedt dus het cynisme. Je zou je af kunnen vragen hoe terecht dat is.)

Democratie binnen partijen is belangrijk voor het functioneren van de hele democratie. Dat kind kun je maar beter niet met het badwater weggooien.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7.1 Ad van der Stok - Reactie op #7

Hans, allereerst dank voor deze constructieve reactie en je uiteenzetting.

Allereerst begrijp ik je affectie voor democratische partijen. Ben het met je eens dat er zeker goede kanten aan zitten, maar ze kunnen de democratie ook in de weg zitten. En ze kunnen ook een andere rol hebben dan ze nu hebben.

Verder denk ik dat je een ander beeld heb van wat ik poog te doen met deze serie en dat heeft misschien wel te maken met de naam. Die heeft een dubbelzinnigheid die ik zelf eerder niet zo scherp had.

Politiek zonder partijen kun je op twee manieren lezen. De manier waarop ik het bedoel is dat er naast politiek met partijen ook politiek zonder partijen mogelijk is. Met andere woorden, het gaat me er niet om dat de bestaande partijen zouden moeten ophouden te bestaan (dat zou de tweede uitleg zijn). Het gaat me erom dat er naast die partijen ook politiek zonder partijen kan bestaan. Dat dat zelfs wenselijk is en een verandering in het bestel teweeg kan brengen waardoor de schadelijke kant van partijpolitiek minder relevant wordt.

Wordt vervolgd.

#7.2 Hans Custers - Reactie op #7.1

Wat ik probeerde duidelijk te maken is dat veel van de problemen die jij aan partijen toeschrijft in mijn ogen inherent zijn aan de politiek. En dat partijen juist de beste – of de minst slechte – manier zijn om die problemen in de hand te houden. Daar zit het grote verschil van inzicht, denk ik. Ik vind je analyse waarin je die problemen linkt aan het partijbestel niet overtuigend.

En verder zijn er al andere manieren om politiek actief te worden. Dat het niet veel gebeurt wil nog niet zeggen dat het niet kan. Nieuwe partijen, die hier met grote regelmaat opkomen, kiezen meestal voor de klassieke partijstructuur. Daar zullen ze hun redenen voor hebben. Waarschijnlijk vinden ze de voordelen groter dan de nadelen.

#7.3 Ad van der Stok - Reactie op #7.2

Met “wordt vervolgd” doel ik op volgende artikelen die ik nog wil schrijven. Dat is ook een reden om niet op ieder punt uit elke reactie te reageren. Soms wil ik er nog uitgebreider over schrijven en dan maai ik liever niet het gras voor m’n eigen voeten weg door dat al in de reacties te doen. Dus ik lees wat je schrijft en in volgende artikelen kom ik ook op bovenstaande terug.

Waar doel je eigenlijk buiten het oprichten van nieuwe partijen op met die “andere manieren om politiek actief te worden”? Janos had het daar ook over en doelde dan op bijvoorbeeld actief zijn in een vakbond. Is dat wat je bedoelt?

#7.4 Hans Custers - Reactie op #7.3

Andere manieren om politiek actief te worden zijn bijvoorbeeld: je als individu kandidaat stellen bij een verkiezing, of solliciteren naar een politieke post zoals burgemeester, of een politieke beweging beginnen die niet georganiseerd is zoals andere politieke partijen. En als je op een andere manier invloed uit zou willen oefenen kun je artikelen schrijven, demonstreren of een actiegroep oprichten. Om maar wat mogelijkheden te noemen. Want er zijn er vast nog wel meer.