Thomas van Aalten

175 Artikelen
4 Waanlinks
34 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Schaf dan het hele hbo maar af

Afgelopen week sprak Harm Beertema, onderwijswoordvoerder van de PVV, in de Volkskrant zijn ongenoegen uit over de huidige situatie binnen het hbo. We moeten volgens Beertema af van de ‘bedrijfseconomische focus’ in het onderwijs. ‘Alleen ontvlechting van de massa-instellingen naar overzichtelijke scholen kan de focus weer in de juiste richting dwingen.’ En: ‘In het beroepsonderwijs bestaat zelfs de tucht niet van een landelijke norm waaraan een student moet voldoen om te slagen voor een diploma.’ Nu, daar gaan we dan. Op zoek naar de tucht.

Ik heb het al vaker geschreven: we denken allemaal dat we verstand hebben van onderwijs, omdat we allemaal op school hebben gezeten. En elke senior beweert dat het ooit beter was. In zijn of haar tijd. Nog nooit heeft iemand me kunnen overtuigen met harde bewijzen: ‘Kijk, toén stelde het onderwijs nog wat voor. En wel hierom.’

Het is nogal makkelijk om vanuit het pluche in de Tweede Kamer te beweren dat we af moeten van de bedrijfseconomische focus in het hbo. De afkorting hbo staat symbool voor de hoop dat de student ooit een beroep zal uitoefenen; beroepen zijn nu eenmaal onderdeel van ons economisch stelsel. Wie wijsbegeerte of vrouwenstudies aan een universiteit als basis heeft, zal het beroep van wetenschapper in het vooruitzicht hebben. Op het hbo is het anders. Daar is het een stuk praktischer.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een teloorgang framen? Ton Elias weet hoe

Hoort allen het klaroengeschal aan van Ton Elias, onze conservatief-liberale Breughel-figurant. De VVD vreest bij monde van Elias voor een teloorgang van de vaderlandse geschiedenis. Mooi geframed in verkiezingstijd, goed inspelen op het trotse leeuwenhart, maar ook een beetje onzin. Teloorgang blijkt namelijk uit de lucht gegrepen, blijkt stiekem gewoon een verbetering. Er moet alleen meer geld bij. En ironisch dat juist een regeringspartij het onderwijs de schuld geeft – vooruit, geef die geldpomp gewoon een zwengel, Elias!

‘De liberaal wil dat mijlpalen in de vaderlandse geschiedenis worden verankerd in het onderwijs. Om die reden wil de VVD de geschiedeniscanon verplicht stellen.’ Ja, de canon. Doet het altijd goed. Nooit hoor je iemand over reken- of taalcanons (dat noemen we gewoon kerndoelen of eindtermen). Zo’n geschiedeniscanon is er al lang en wordt ook gebruikt. Nog niet zo lang geleden ingevoerd, prima vormgegeven door de Commissie Van Oostrom. Sinds 1 augustus 2010 is die canon van Nederland officieel opgenomen in de kerndoelen voor het primair onderwijs.

Er is een kleine, weliswaar te verwaarlozen groei van het aantal leerlingen (zo’n 59 procent) in het basisonderwijs dat het kennisniveau van de geschiedenis ‘voldoende’ beheerst. Best knap van onze meesters en juffen als je nagaat dat volgens het CITO een meerderheid van de leraren aangeeft dat het onderwijsprogramma hen onvoldoende tijd voor geschiedenis geeft. Iets minder dan de helft van de leraren zegt over onvoldoende informatie te beschikken over de eigen omgevingsgeschiedenis en onvoldoende tijd te hebben om de geschiedenisles goed voor te bereiden. Tijd is geld. Als Elias wil dat het met onze geschiedenislessen beter gaat, laat zijn partij dan maar ruimhartiger investeren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Daar is hij weer: het stadium van onbeschaving


Of het nu om GeenStijl, games, raps, films of erotisch getinte clips gaat: elke keer staat er wel weer een kordate melaatse gereed om de tieneroren te wassen. Gisteren was er een middelmatige reportage bij het NCRV-programma Altijd wat. Reporter vraagt aan kinderen wat ze van New Kids Turbo vinden. Met een plopkap de regionale klas in: altijd een fijn staaltje onderzoeksjournalistiek. ‘De invloed van’-politie doet altijd alsof ouders niet bestaan. Ewout van der Staaij citeert in het Reformatorisch Dagblad hogeschooldocent Ewald Mackay: ‘We zijn in het stadium van de onbeschaving aangeland’. Alweer?

Wanneer je een kind aan een infuus van Red Bull en Cola legt, op een dieet van donuts en zakken chips dwingt en vervolgens 24 uur per dag laat kijken naar vechtsporten, is de kans onbetwist klein dat hij op een dag qua wijsheid Einstein zal evenaren. Toch mogen we in zo’n situatie nooit de beelden van de vechtsporten, de chipsfabrikant of de frisdrankfabrikant de schuld geven. Waren deze elementen niet in het leven van ons proefkonijn geweest, dan had hij waarschijnlijk zijn tanden gezet in een rondslingerend karrewiel, een tinnen emmer omver getrapt om zich tot slot maar te vergrijpen aan het achterwerk van een zwijn.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een beetje meer respect voor onze ‘woestijnridders’, Geert

Een staaltje cultuurrelativisme van Geert Wilders in bovenstaande ‘speech’. Wilders somt een rijtje op van westerse, vrije ‘grootheden’ om aan te tonen dat er uit die ‘woestijn’ (daarmee wijzend naar islamitische landen) niks fatsoenlijks is voortgebracht, omdat niemand daar vrij zou zijn. Reve kwam toch niet voor niets uit het vrije westen, en niet uit een totalitair islamitisch regime? Een vergelijking die uit de lucht is gegrepen. Waar Nederland juist wel patent op heeft in de naoorlogse literaire geschiedenis: pioniers uit de ‘mengcultuur’, waar woestijn, Bosporus, zwarte zee en Hollandse zilte klei elkaar vonden. Maar dat vergeet Wilders te vermelden.

‘Zonder vrijheid is er geen creativiteit,’ stelt Wilders. Over de ‘vrijheid’ van schrijver Gerard Reve zelve moeten we ook niet al te chic doen. Natuurlijk, hij heeft ons de mooiste boeken uit de Nederlandse literaire geschiedenis voortgebracht en heeft zich tot zijn laatste snik verdedigd als hoeder van het vrije woord. Hij raakte in conflict met de halve wereld en werd regelmatig voor racist uitgemaakt, maar het is inderdaad een boegbeeld van de Nederlandse letteren.

Maar dan zou je ook Vinkenoog of Wolkers kunnen opvoeren. Eerstgenoemde en zijn entourage werd door Reve ooit als volgt omschreven: “Ze haten deze maatschappij, niet omdat die maatschappij hun onderdrukt, zoals ze brutaal genoeg zijn om te beweren, maar ze haten deze maatschappij wegens de vrijheid die zij hen schenkt, omdat zij met die vrijheid niets beginnen kunnen. Hij en zijn meelopers zullen nooit en nergens voor werkelijke en waarachtige vrijheid opkomen, omdat die vrijheid hen met hun eigen onvruchtbaarheid, hun eigen leegheid en hun eigen talentloosheid confronteert.” In de nadagen van zijn leven zou Reve zich steeds verder laten zien als een bittere, verdwaalde man die voortdurend met zijn eigen principes overhoop lag.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Cohen is een koning, geen leider

Zondag 16 januari vindt onder de warme vleugels van PvdA-leider Job Cohen een manifestatie in Amsterdam plaats: Een nieuw jaar, een ander Nederland , niet toevallig bijna dezelfde titel als het initiatief van oudgedienden Leo Platvoet (GL), Adri Duivesteijn (PvdA) en Tiny Kox (SP). ‘We grijpen het nieuwe jaar aan om te laten zien dat een ander Nederland mogelijk is.’ Het grote probleem van Job Cohen (en de hele PvdA) is, dat het hele ‘Cohen-verhaal’ een bedeesde indruk maakt. Job Cohen is een koning, maar geen leider. Niet van een progressief kader, niet van de oppositie, niet van de PvdA. Het stemt mij droevig.

Ik was nog niet zo lang geleden verheugd toen Job Cohen aanstalten maakte om het land weer gestalte te geven na de jaren van de stuurloze, kleffe, behoudzieke Zeeuwse onderkoning Balkenende. Ik juichte zelfs. Nederland kon nu best eens Groot Amsterdam worden; Van Schiermonnikoog in de kop tot Mariadorp down there zouden we ons niet meer hoeven schamen, maar hadden we eindelijk een bedachtzaam en ruimdenkend potentieel staatshoofd.

Al snel werd duidelijk dat er één groot probleem was. Job Cohen wist zich als burgemeester omringd met souffleurs, jakhalzen en vossen: de leider hoefde maar even zijn oren links en rechts te luisteren leggen en hij wist weer een beetje meer. Zodra hij ‘naar buiten’ moest met zijn betoog (publiekelijk, in de media), waren de ergste kreukels al uit de lakens gestreken. En zoveel media-optredens waren er toch niet. Voor een burgemeester is dat niet zo’n issue: het gaat om besturen, vergaderingen bijwonen, de stad vertegenwoordigen. Als Amsterdam sliep, klikte Job Cohen tevreden zijn notarislamp, op het mahoniehouten kabinet in zijn ambtswoning, uit. Dat zou een Mark Rutte nooit lukken. Wij moeten zo’n betweter, achterneef van Wiegel, hier niet als burgemeester. En elke CDA’er zou door hoofdstedelingen de tent uit worden geblazen. Niet dat Cohen bij iedereen populair was, maar hij paste op de stad, zoals een koning op een met grachten omzoomd kasteel past. Zijn stadsdelen waren zijn kasteeltuinen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nederlanders houden van het CDA. Heel veel.

Voer voor de vroeger-was-alles-beter-roeper. Een overzichtje / analyse van kabinetten na de jaren van wederopbouw, toen wij Drees en de geleide loonpolitiek vaarwel zeiden en toen Geluk Nog Heel Gewoon Was. 17 kabinetten tot 2010, waarvan de meerderheid het overigens niet haalde. 13 keer was het CDA/KVP erbij betrokken, waarvan 13 keer de grootste, tegen 3 keer de PvdA en nu 1 keer Rutte. Natuurlijk, niet elk kabinet duurde even lang. En de reden waarom kabinetten vielen is niet meegenomen in dit schema. Maar zeuren op links, progressief, Paars – ga uw gang. Bron van de data hier. Nou, wat een revolutionair kabinet hebben we nu. (En Camiel, de stemmers wachten wel op je).


N.B.: in de middelste grafiek hoort uiteraard ook PVV als ‘rest’ te staan (zie legenda).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Misschien moet de politiek zich óók eens met internet bezighouden

Het lijkt slim geformuleerd van VVD-kamerlid Anouchka van Miltenburg in het Nederlands Dagblad (PDF, pagina 4) ‘Het is de bedoeling dat de nieuwssites van de omroepen verdwijnen’, zegt Van Miltenburg. ‘Kranten moeten proberen op internet geld te verdienen, terwijl de omroepen dat soort beperkingen niet hebben. Het is oneigenlijke concurrentie.’ Ja, het malle internet toch. En dan nu een les media anno 2010 voor het kabinet.

‘Er wordt bezuinigd op de publieke omroep zonder de kwaliteit aan te tasten,’ zegt het regeerakkoord van VVD en CDA. ‘De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) krijgt een taakstellende bezuiniging en reduceert bureaucratie, management en coördinatie in de verhouding met de omroepen en laat hen meer ruimte. De NPO beperkt zich tot audiovisuele taken.’ De term ‘audiovisueel’ is in eerste instantie al een sof; dat was de natuurkundeles uit 1981 met een overheadprojector en een bandrecorder ook. Anouchka van Miltenburg bevestigde tegen het Radio 1-journaal de lezing van de oplettende journalist van het Nederlands Dagblad dat daarmee bedoeld wordt dat de toenemende online rol van de omroepen moet worden ingeperkt.

Laat ik duidelijk zijn; het is helemaal niet gek om de publieke omroep te hervormen. Ik ben er een voorstander van dat de pijlers van een publieke omroep cultuur/verstrooiing, educatie en actualiteit zijn. Toen ik afgelopen zondag de zoveelste BNN-presentatrice zag bungeejumpen en zich laven aan de alcohol op een popfestival, stelde ik voorzichtig dat dit soort televisie zijn beste tijd heeft gehad. Hervormen, prima. Je moet de publieke omroep alleen niet willen vervormen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Linkse hobby’s? Fascisten? Nee, leve de ‘liberal crowd’!

Afgelopen week was Ramsey Nasr te gast als Dichter Des Vaderlands bij Pauw en Witteman. De enkele keer dat ik Nasr sprak, viel hij op door zijn welbespraaktheid en absolute adoptie van fatsoen en beleefheid. Ik voelde echter enige twijfel na het lezen en beluisteren van zijn gedicht. Nasr licht in het interview bij Pauw en Witteman toe dat de kloof tussen burger en politiek maar lekker groot moet blijven, en – het hete hangijzer – dat Wilders een fascist is. Ik protesteer en distantieer me ook van Carlos’ opvatting dat Wilders maar moet bewijzen dat hij geen fascist is (maar ik heb wel een alternatief).

Ben ik het nu oneens met tegenstanders van Wilders? Dat mag u verrassen. Ik zal immers iets dergelijks ook ooit hebben geroepen of beweerd. Ik stond vooraan om Wilders vooral erg belachelijk te maken, ik heb zelfs instemmend geknikt toen Wilders door Spong en consorten voor het gerecht werd gedaagd. Immers, ‘de man die een bevolkingsgroep wegzette’, et cetera. En zo grievend over collega-politici sprak, et cetera. Laat hem een lesje leren met zijn haatcampagne. Maar ik heb bedenkingen bij die aanpak.

Die les werd namelijk een les op zich. Een les in gelijk halen door te bewijzen dat de ander vooral géén gelijk heeft. En zie wat er nu gebeurt: de Wilders-aanval is een virtueel, multimediaal monster geworden, bijeengehouden door verontwaardigde anti-strijders die zich slechts thuisvoelen in het Wilders-bestrijden. In de recente Linker, het blad voor GroenLinks Amsterdam, las ik zelfs hoe columnist Wim Molenaar (géén gemeenteraadslid!) het Amsterdamse college met VVD in twijfel trekt omdat we ‘collaborateurs met het fascisme kunnen missen als kiespijn’. Hij mag het van mij zeggen, maar zo’n opmerking vind ik echt een paar worpen terug (met satire had het niks te maken, trouwens).

‘ouderwets links vergeet nogal eens uit de anti-modus te raken’

Femke Halsema twitterde gisteren: ‘Soms word ik wat ongemakkelijk van de toevoeging oud-groenlinkskamerlid: Rabbae doet zijn uitspraken bepaald niet namens ons.’ Halsema reageerde op berichten uit de media waarin Mohammed Rabbae had geroepen dat de strijd tegen ‘het fascisme’ was begonnen. Tofik Dibi twitterde niet lang daarna knorrig: ‘Rene Danen. Zucht. Kan die man geen eigen partij oprichten?’ (Danen is net als Rabbae een van de aanklagers in het Wilders-proces en probeerde in het verleden een voet bij het bestuur van de partij tussen de deur te krijgen). Dat stelde mij gerust. De geluiden van Dibi en Halsema duiden op een andere, meer effectieve strategie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Katholiek Nieuwsblad schoffeert Jeanine Hennis

Dubieuze voorvrouwe van blad dat niemand leest spreekt in tongen. Hoofdredacteur Mariska Orbán de Haas neemt het in het Katholiek Nieuwsblad op voor de dubieuze ‘hulpbisschop’ De Jong, die onlangs brieven verzond met plastic poppetjes die embryo’s moesten voorstellen: een onsmakelijke actie tegen abortussen. Één van de ontvangers was VVD-Tweede Kamerlid Jeanine Hennis-Plasschaert. Mariska Orbán-de Haas valt het Tweede Kamerlid nu dusdanig aan, dat het tijd wordt om eens een kersenvlaai op te sturen.

‘Beste mevrouw Hennis-Plasschaert, lieve Jeanine. Het krijgen van kinderen is voor de meeste vrouwen het allermooiste, meest intense dat bestaat. Wat heerlijk is het zwanger te raken. Het onwerkelijke, mystieke gevoel dat in je buik een nieuw leven is begonnen. Wat is het dan hartverscheurend, onbeschrijflijk pijnlijk als je zoiets dierbaars verliest. Zo oneerlijk als het kleine hartje van je eigen kindje zomaar stopt met kloppen. Als alle dromen, de hoop, het verlangen abrupt eindigen.

Ook ik ben ooit zo vreselijk teleurgesteld. Een enorme kersenvlaai lag in de auto te wachten om het goede nieuws feestelijk aan de opa’s en oma’s te vertellen, toen ik het slechte bericht in het ziekenhuis vernam. Ook ik slik nog weleens als ik een pasgeboren baby in de handen van een trotse moeder zie. En ik begrijp jouw pijn bij het zien van een plastic foetus; het bewijs hoe uw ongeboren kindje eruit zou hebben gezien.’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nederland Leest of Nederland Koopt Boeken?

Het begint onderhand een traditie te worden, mijn furieuze woorden richting CPNB en de actie Nederland Leest. Vorig jaar was ik verbaasd over de hernieuwde aandacht voor Oeroeg van Hella Haasse, dit jaar is het winnende lot gevallen op De Grote Zaal van Jacoba van Velde. Niets tegen het boek of de schrijfster, maar de simpele insteek van CPNB en ‘Nederland Leest’ is van een tenenkrommende naïviteit. Laten we eerst eens wat aan onze literaire cultuur doen, en dan pas de containers papier binnenhalen.

Net als vorig jaar konden scholen het onderwijspakket van Nederland Leest bestellen bij de lokale openbare bibliotheek. De inhoud bestaat uit 32 exemplaren van De grote zaal plus twee Nederland Leest-affiches voor in de klas of de mediatheek,’ klinkt het moedig op de site van Nederland Leest. Ook ieder lid van de bibliotheek krijgt een gratis exemplaar van De grote zaal. Het klinkt gek, maar voor literatuur heb je boeken pas in tweede instantie nodig. Het begint met liefde voor literatuur, het ontwikkelen van een leescultuur in het onderwijs.

Van literatuuronderwijs op middelbare scholen word ik doorgaans verdrietig. Niet omdat er te weinig aandacht voor literatuur zou zijn – er is altijd te weinig aandacht voor volgens de vakdocenten, zoals de docent Wiskunde dat ook over zijn vak zal zeggen – maar omdat docenten Nederlands dikwijls een zeer behoudende visie op literatuur propageren. Zij verzieken in eerste instantie al de ‘begeisterung’ van adolescenten, de jeugdige lezers, door hen lastig te vallen met misselijkmakende canons. Sommigen van deze docenten kijken nauwelijks verder dan de grenzen van Oegstgeest. Literatuur is zo veel rijker. Ik heb altijd gepleit voor een apart vak (populaire) literaire cultuur, waarbij de hele wereldliteratuur wordt betrokken. De adolescenten uit het werk van Karel Eykman gaan hand in hand met de personages van Haruki Murakami, 3D-games hebben veel weg van Belcampo en Burroughs en is er geen overeenkomst tussen Willem Elsschots Kaas en de Amerikaanse serie Mad Men? Brr, roepen de conservatieven dan. ‘Waarom moet literatuur altijd maar leuk zijn?’ verzuchten ze. Tja. Stel je voor.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kunst en cultuur: ook een liberale ‘hobby’


De volgende tekst werd door Thomas van Aalten voorgelezen op 14 oktober jl. tijdens een bijeenkomst over ‘linkse hobby’s van het politiek café van GroenLinks Amsterdam.

Gerry van der List, chef Kennis en Cultuur bij Elsevier, behandelt in het boek Filosofen van het hedendaags liberalisme (1990) de opvattingen van de liberaal denker Karl Raimund Popper. ‘De groei van kennis vloeit bij Popper niet voort uit het ‘bewijzen’ van de waarheid, maar het ontmaskeren en elimineren van onwaarheid.’ Dat nu, dames en heren, het ontmaskeren van onwaarheid, zal ik nu in deze korte tijd proberen te doen. Het idee dat een bloeiend kunst- en cultuurbeleid (en bijbehorende subsidies) slechts aan de linkerflank van de politiek toebehoort, is een misconcept.

Ik herinner mij Mark Rutte op het boekenbal van 2009. Omringd door twee of drie kornuiten. Jeugdige partijgenoten? JOVD’ers? Nu staat de VVD natuurlijk bekend als een hoeder van intellectuelen en kunstenaars; zo bestempelde Frits Bolkestein zichzelf in het verleden als ‘Reviaan’ – liefhebber van schrijver Gerard Reve – en was Hans Dijkstal voorzitter van het Filmfonds. Rutte zelf speelt graag een mopje piano – enfin, dat schone kunst een plek verdient in de vitrinekast van de VVD, moge duidelijk zijn. ‘Juist de liberale traditie is in hoge mate schatplichtig aan culturele voorhoedes (en niet alleen tijdens Renaissance en Verlichting) die vernieuwingen aanreikten die later gemeengoed werden. Net als onderwijs en wetenschap behoort kunst en cultuur daarom tot de essentialia van een samenleving die zich ontwikkelt.’ Dit zijn niet mijn woorden, maar ze komen letterlijk uit het Liberaal Manifest (PDF) uit 2005.

Ik denk niet dat Rutte zich erg prettig voelt op het boekenbal van 2011.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

GroenLinks en D66 moeten samen verder

Gisteren mocht Nostradamus De Hond even weer Nu.nl kietelen met zijn rondje peilingen. Een nogal curieuze bedoening, om tijdens een periode waarin vooral veel onderhandeld en weinig geponeerd wordt, het stemgedrag met een muisklik te duiden. En natuurlijk zien we weer verschuivingen: PVV loopt weer op kop, PvdA zakt weg, CDA dondert nog verder in elkaar. De peilingen worden weer gebruikt als inspiratie voor hernieuwde strategieën binnen partijen, het electoraat reageert daar weer op, en zo blijft dat perpetuum mobile van populisme rondmaaien. Dezelfde dag onderzocht De Hond of enkele politieke partijen niet samengevoegd zouden moeten worden. Volgens de peiling vindt een groot deel van het electoraat van niet. Wat je vindt, moet je bij de politie brengen: maar ik vind van wél. Misschien moeten D66 en GroenLinks eerst maar een beginnetje maken.

In het verleden zijn ongetwijfeld meermaals al in gelagkamers en dromen de mogelijkheden verkend tot samenvoeging van progressieve partijen met een sociaal-liberale koers (GroenLinks, D66, een deel van de PvdA en een deel van de VVD en, gelet op de recente uitingen van Herman Wijffels, wellicht een flard van het CDA), maar fantaseren is niet genoeg (meer). En van samenwerking is tot nu verdacht weinig sprake. Moeten we het alleen hebben van een tegenbegroting? Nee. De losse splinters moeten tot een dikke stutbalk gevormd worden. Nu mogen we misschien fantaseren over PaarsPlus, maar ik meen me te herinneren dat Femke Halsema vóór de Tweede Kamerverkiezingen geen troef in handen had. PaarsPlus leek haar in één televisieuitzending van voor 9 juni (was dat Nova? Ik ben het kwijt) zelfs geen ‘logische stap’. En nu is het haar voorkeurscoalitie. Wat moet het electoraat daarmee?

Vorige Volgende