Joël van der Weele

78 Artikelen
54 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Bestaat pure naastenliefde?

COLUMN - Kerst is de tijd waarin we stilstaan bij het belang van naastenliefde. Hoewel oncontroversieel als ideaal, bestaat er een eeuwenlang wetenschappelijke discussie over het bestaan van pure naastenliefde of altruïsme, de bezorgdheid om het belang van een andere, niet verwante persoon. Voor de meeste, op het oog altruïstische gedragingen kan namelijk altijd wel een ‘zelfzuchtige’ reden worden gevonden, naar het beroemde dictum “Scratch an altruist and watch a hypocrite bleed”. Nieuwe meetmethoden in het laboratorium en in de neurologie werpen nieuw licht op deze eeuwenoude vraag.

Stel een vriendin geeft een groot bedrag aan een goed doel. Doet zij dat puur uit medeleven met de ontvangers van het geld, probeert ze indruk te maken op haar vrienden, of heeft ze graag een goed gevoel over zichzelf met de feestdagen?

In het laboratorium kunnen de redenen voor vrijgevigheid uit elkaar worden getrokken. Eén van de belangrijkste meetmethoden voor vrijgevigheid in de gedragseconomie vormt het gedrag in het “dictatorspel”. In het dictatorspel krijgt een deelnemer, de “dictator”, geld van de experimentator, dat zij moet verdelen tussen zichzelf en een andere onbekende deelnemer (of een goed doel). De verdeling wordt daadwerkelijk geïmplementeerd, zodat vrijgevigheid ook daadwerkelijk geld kost.

Hoe simpel het ook is, wetenschappers hebben al veel geleerd van variaties op dit spelletje. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de meeste mensen bereid zijn gemiddeld 28% van het geld weg te geven, dat vrouwen en oude mensen vrijgeviger zijn, en dat mensen liever iets geven aan een persoon die in nood is buiten zijn eigen schuld.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Afdingen in eigen land

COLUMN - Onderhandelen met verkopers is iets voor op vakantie, op een Turkse bazaar of een Thaise markt. In elke toeristengids staat wel een kleine handleiding om de westerse consument voor uitbuiting te behoeden. Die is namelijk een onervaren onderhandelaar, want in het Westen heeft afdingen in winkels geen enkele zin. Winkeliers hangen hun prijskaartjes tenslotte niet voor niets op.

Tenminste, dat is het idee. Maar klopt dat eigenlijk wel? Economen Sandro Shelegia en Joshua Sherman nemen in een pas verschenen paper de proef op de som. Zij stuurden twaalf onderzoeksassistenten op pad, die samen bijna driehonderd winkels in Wenen bezochten.

De assistenten werden geïnstrueerd om interesse te veinzen voor producten in een gegeven prijsklasse, variërend van 30 tot 1000 euro. De assistenten startten vervolgens een conversatie met de verkoper, en zodra een goed moment zich voordeed vroegen ze om een korting. Ze vroegen niet naar een bepaalde prijs of percentage en gaven geen redenen voor hun vraag. Op die manier probeerden de onderzoekers 751 producten te kopen, met een mediaanwaarde van 135 euro.

Het blijkt dat onderhandelen loont: de gemiddelde korting in alle onderhandelingen bedroeg 10 euro. De vraag om korting werd gehonoreerd in veertig procent van de gevallen, en als er een korting werd gegeven bedroeg die gemiddeld 25 euro. De gemiddelde korting bedroeg een kleine 5% van de aankoopprijs, en liep op als het product duurder werd. Als de auteurs alle producten waarop ze korting kregen hadden gekocht hadden ze achtduizend euro bespaard, op een totaal bedrag van ongeveer tachtigduizend euro.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

De vloek der vrijheid

COLUMN - Vrijheid is een groot goed. In de geschiedenis hebben vele mensen er hun leven voor gegeven. Nu we vrijer zijn dan we ooit waren, lopen we echter tegen de keerzijden van die vrijheid aan. Zoals in het beroemde voorbeeld van Odysseus, die zich vrijwillig liet vastbinden om de Sirenen te kunnen beluisteren, zijn we soms juist beter af als we onszelf vrijheid ontnemen.

De hoeveelheid keuzes die we dagelijks moeten maken is enorm toegenomen in onze complexe maatschappijen en veel mensen hebben moeite daarmee om te gaan. De psycholoog Barry Schwartz zegt zelfs dat we zonder extern opgelegde grenzen verlamd kunnen worden door alle keuzes die we moeten maken, en soms het liefst helemaal niet meer kiezen. Bovendien zwichten we vaak voor verleidingen en uitstelgedrag, ook al gaat dat tegen hun beter weten in.

In een recente studie naar uitstelgedrag laten de econoom Augenblick en co-auteurs bijvoorbeeld proefpersonen een lange termijnplanning maken voor een vervelende overschrijftaak. Mensen wijken systematisch af van hun planning, en op de dag dat het werk moet worden gedaan doen ze gemiddeld 9% minder werk dan gepland. Ook over snackgedrag is veel geschreven. Vijf hoogleraren voedingskunde publiceerden vorige week een manifest tegen snack-stellingen net voor de kassa, waar mensen zich aan ergeren omdat ze de verleiding vaak niet kunnen weerstaan.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Kiezen en Delen | Egonomie

COLUMN - In de serie Kiezen en Delen kijken Joël en Eva elke woensdag met gedragseconomische blik naar alledaagse beslissingen. Deze column verschijnt ook op Sciencepalooza.

We kennen ze allemaal: mensen die zichzelf heel wat vinden, en denken dat al hun projecten een fantastisch succes gaan worden. In extreme gevallen omschrijven psychologen dit als een narcissistische persoonlijkheidsstoornis, maar een klein beetje gestoord zijn we allemaal. Zo denken bijvoorbeeld 69% van de Zweedse (en 93% van de Amerikaanse) autobestuurders dat ze beter rijden dan de mediaan en gelooft 94 % van de academici dat ze betere leraren zijn dan de gemiddelde collega. Daarnaast doet bijna iedereen soms wel aan wensdenken, waarbij we een grotere waarschijnlijkheid toekennen aan positieve uitkomsten dan aan negatieve.

Een nieuwe tak van de gedragseconomie, die ik ‘egonomie’ zal noemen, onderzoekt de wisselwerking tussen dit soort zelfoverschatting en economische instituties zoals marktwerking. Een mooi voorbeeld is een recent experiment van de Australische onderzoeker Guy Mayraz. Hij gaf proefpersonen de opdracht om graanprijzen te voorspellen aan de hand van historische data. Het geld dat de deelnemers in het experiment konden verdienen was afhankelijk van de gerealiseerde graanprijzen. Bovendien speelde de helft van de deelnemers de rol van ‘bakkers’, die meer geld verdienden als de daadwerkelijke graanprijzen laag waren. De andere helft bestond uit ‘boeren’ die juist verdienden aan hoge graanprijzen.

Wensdenken bleek een sterke invloed te hebben op de deelnemers: de schattingen van de boeren, op basis van identieke informatie, lagen significant hoger dan die van de bakkers. Een mogelijke verklaring ligt in het zogenaamde ‘verwachtingsplezier’: een positieve verwachte uitkomst in de toekomst maakt je meteen al blij, terwijl een slechte verwachte uitkomst ook onmiddellijk een slecht humeur oplevert.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Kiezen en Delen | Pay what you want

COLUMN - Verschillende Nederlandse ondernemers experimenteren met pay-what-you-want betalingssystemen. Een sympathiek concept, maar loont het ook?

In Rotterdam opende deze zomer het Geefcafe haar deuren, een Pay-What-Yo-Want (PWYW) restaurant waar je zelf kiest hoeveel je betaalt voor je eten: 20 euro, 10 euro, of gewoon helemaal niets. PWYW is een idee dat langzaam aan populariteit wint, nadat Radiohead in 2007 haar album In Rainbows via PWYW aanbood op internet.

Amsterdam heeft al sinds vorig jaar een PWYW koffiehuis/lunchroom op de Albert Kuypstraat met de welluidende naam TRUST. Op haar website wordt het betaalconcept met grote welsprekendheid aangekondigd:

To give is to receive. Giving from your heart encourages you to listen to your inner voice and trust this guidance for decisions in every day living. We trust in what you freely give. Trust, give and share your heart.

Prachtige woorden, maar uit onderzoek blijkt dat de inner voice van PWYW klanten juist roet in het eten kan gooien. Gedragsonderzoeker Ayelet Gneezy deed met haar co-auteurs verschillende veldexperimenten naar PWYW.

In één van de experimenten varieerden de onderzoekers de prijzen en de mogelijkheid tot PWYW bij de verkoop van herinneringsfoto’s in een attractiepark. In een artikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences laten ze zien dat veel mensen bereid zijn vrijwillig iets te betalen onder PWYW, maar ook dat de verkoop onder PWYW afneemt in vergelijking met een vaste, lage prijs.

Foto: International Monetary Fund (cc)

Een oncontroversiële Nobelprijs

ACHTERGROND - Jean Tirole won maandag de Nobelprijs voor economie. Niemand misgunt hem dat.

Nobelprijzen in de economie zijn soms controversieel. Vorig jaar bijvoorbeeld was onder de Nobelprijswinnaars de bedenker van de ‘efficiënte markthypothese’. Sommige mensen zagen dat als een miskleun, vlak na een financiële crisis die het tegendeel van die efficiëntie leek aan te tonen.

Van zulke controverse is dit jaar geen sprake. Ten eerste staat de kracht van de inzichten van Jean Tirole buiten kijf. Ik zal zijn contributies op het gebied van marktorganisatie en regulering niet beschrijven, dat heeft de Nobelprijscommissie hier al gedaan. Als bewijs volstaat dat waarschijnlijk geen enkele actieve econoom zoveel topartikelen heeft gepubliceerd als Tirole. Het is misschien wel een beetje verrassend dat hij als enige in dit vakgebied is gelauwerd, maar de meest voor de hand liggende co-winnaar en co-auteur, Jean-Jacques Laffont, overleed tien jaar geleden.

Ten tweede is Tirole in de economenwereld een beetje van iedereen. Doordat hij algemene principes van de speltheorie op een groot aantal gebieden en markten heeft toegepast, kennen velen economen zijn werk. De laatste vijftien jaar heeft hij daarnaast een serie invloedrijke artikelen geschreven op het snel groeiende gebied van de intersectie tussen psychologie en economie, waar hij strategische interacties tussen de verschillende motivaties in onszelf modelleert. Vele economiestudenten, waaronder ikzelf, zijn bovendien opgegroeid met zijn standaardwerk Game Theory (met Drew Fudenberg).

Foto: Duopolie

Duopolie | Afscheid

COLUMN - Na vijftig columns neemt Duopolie afscheid op Sargasso. Joël is vanaf half oktober weer terug met een nieuwe coauteur en een nieuwe column over gedragseconomie, Mark verlaat Sargasso om zich te richten op het afmaken van zijn proefschrift. In deze column een korte reflectie op een jaar Duopolie.  En omdat we nu eenmaal economen zijn, hoort daar een statistische analyse bij waarin we onderzoeken welke columns reacties en plusjes opleveren en waarom.

Uit het histogram in bijgaande figuur valt op te maken onze stukken meestal tussen de 5 en 14 plusjes hebben, met een maximum van 29 (voor Opstelten’s achterhoedegevecht). Het aantal reacties loopt sterk uiteen: vaak zijn het er maar een paar, maar er zijn een aantal uitschieters, en het hoogste aantal reacties is 68 (voor Leefbaar loon).

Figuur: Histogram reacties en plusjes.

Histogram Duopolie

 

Om erachter te komen welke columns reacties en plusjes opleveren en waarom, hebben we een simpele inhoudsanalyse van onze columns uitgevoerd. Elke column kreeg een cijfer voor kwaliteit, complexiteit, beleidsmatigheid, de mate van opinie en hoe “rechts” het stuk was. Tegen de regels van de inhoudsanalyse in hebben we dit zelf gedaan, waardoor de data niet helemaal objectief te noemen zijn, hoewel we het samen wel vaak eens waren.

Foto: Duopolie

Duopolie | De psychologie van het ijswater

COLUMN - De Ice Bucket Challenge (IBC) heeft in recordtijd de wereld veroverd. Voor wie het gemist heeft: in de IBC gooien mensen een emmer ijswater over zich heen en dagen anderen uit om hetzelfde te doen, om de aandacht te vestigen op de ziekte ALS. De actie groeide in korte tijd uit tot een enorme hype op sociale media waaraan ook vele beroemdheden meededen. Een dertig jaar oude versie van de IBC helpt de psychologische aantrekkingskracht van het fenomeen te verklaren.

In 1984 publiceerden de psychologen George Quattrone en Amos Tversky de resultaten van een experiment waarin deelnemers eerst een trainingssessie op een hometrainer moesten afwerken. Daarna kreeg de helft van de proefpersonen te horen dat mensen met een sterk hart na een trainingssessie een langere tolerantie hebben voor kou. De andere helft kreeg juist te horen dat een sterk hart een kortere tolerantie impliceert. De deelnemers werden gevraagd hun arm in een emmer ijswater te steken om hun hartconditie te testen. De deelnemers in de groep die dacht dat kou-tolerantie een signaal was voor een sterk hart hielden hun arm veel langer in het ijswater dan de deelnemers in de andere groep.

De ijswatertest was verzonnen, en zelfs als ze zou werken was ze slechts een diagnostische test van je hartconditie: Natuurlijk kan je de conditie van je hart niet beïnvloeden met behulp van een emmer water. De proefpersonen wilden dus blijkbaar voornamelijk zichzelf overtuigen van het feit dat ze een sterk hart hebben door de test (onbewust) te manipuleren.

Foto: Duopolie

Duopolie | Rapportcijfers

COLUMN - Ieder jaar produceert de Autoriteit Financiële Markten een rapportcijfer voor de grootste Nederlands banken en verzekeraars op het zogenaamde “Klantbelang Dashboard”. Getoetst wordt of producten en diensten kostenefficiënt, nuttig en begrijpelijk zijn “met als doel dat banken en verzekeraars het klantbelang blijvend centraal stellen”. De AFM zegt dat haar aanpak effect heeft en dat de klantvriendelijkheid de afgelopen jaren is verbeterd.

Het zou voor de hand liggen om deze informatie aan de consument door te spelen zodat die betere keuzes kan maken, net als een soort sterrensysteem voor hotels. Dat kan echter niet omdat de Wet Financieel Toezicht voorschrijft dat de AFM alleen het gemiddelde rapportcijfer mag publiceren en niet de cijfers van de individuele instellingen.

Vrijwillige publicatie zien de banken en verzekeraars voorlopig nog niet zitten. Pas nadat de Consumentenbond, Vereniging Eigen Huis en Vereniging van Effectenbezitters de organisaties een aanmanende brief stuurden ging een deel van de verzekeraars, maar geen van de aangeschreven banken overstag. Alleen de Rabobank publiceert haar rapportcijfers, de andere banken lieten weten dat ze de cijfers daarvoor “ongeschikt” vinden, en eerst met de toezichthouder in overleg willen. Deze collectieve weigering wekt de indruk dat er een soort gentlemen’s agreement bestaat om de sector te beschermen tegen concurrentie.

Foto: Duopolie

Duopolie | Zinloos geweld

COLUMN - De gruwelijkheden van IS blijken een effectieve terreur-strategie op de korte termijn, maar hebben een dubieuze houdbaarheid.

“Barbaars”, zo betitelden onder meer president Obama, en premiers Cameron en Abott de activiteiten van de IS in Iraq. De wandaden bestaan onder andere uit rituele kruisigingen, op staken gestoken kinderhoofden en levend begraven mensen. “Ik kan niet begrijpen waarom iemand zoiets zou doen”, verzuchtte een familielid van de getroffen Yazidi-stam op het NOS journaal.

Hoewel de diabolische aard van de IS onomstreden is, dienen de gruwelijkheden ook een strategisch doel. Een reputatie voor meedogenloosheid verspreidt angst en paniek onder tegenstanders. De maffia maakt al tijden gebruik van plastische intimidatietactieken, met als fictief voorbeeld het beroemde paardenhoofd in de Godfather-film. In de recente strijd tussen Mexicaanse drugskartels werden onthoofdingen gebruikt om de tegenstanders en de bevolking te intimideren. Zelfs de gemiddelde bully op het schoolplein maakt gebruik van ogenschijnlijk zinloos geweld.

Dat het extreme geweld van de IS ten minste deels bestemd is voor de buitenwereld blijkt wel uit het feit dat IS er op sociale media mee adverteert, en er zelfs een tijdschrift en een Twitter-app (“Dawn”) op nahoudt. De strategie heeft vooralsnog geen windeieren gelegd. Rondom Mosul sloegen 30.000 Iraakse soldaten zonder veel tegenstand op de vlucht voor nog geen duizend IS strijders. Daarnaast levert het geweld media aandacht en potentiële donors op.

Foto: Duopolie

Duopolie | Onwerkelijkheid

COLUMN - Een paar jaar geleden heb ik een experimentje laten lopen. Proefpersonen konden kiezen tussen twee acties, A en B. Actie A leverde ze iets meer geld op dan actie B, maar een mogelijk gevolg was dat een andere proefpersoon veel geld zou verliezen. De proefpersonen konden er met een eenvoudige muisklik achter komen hoe schadelijk actie A precies was voor de andere persoon. Het doel van het experiment was om uit te vinden of mensen zulke informatie willen hebben en in welke omstandigheden.

De resultaten, hier te vinden, duidden op het bestaan van ‘strategische onwetendheid’: ongeveer een derde van de proefpersonen kozen A zonder de consequenties voor de andere persoon te willen weten. In het experiment varieerde ik de relatieve opbrengsten van actie A ten opzichte van die van de ‘aardige’ actie B. Strategische onwetendheid bleek op zulke prijsprikkels te reageren: als optie B minder onaantrekkelijk werd ten opzichte van optie A, waren proefpersonen vaker bereid de consequenties van A te zien.

De potentiële kosten van actie A voor de tweede proefpersoon hadden daarentegen geen effect: zelfs een verdubbeling van het mogelijke verlies voor de ander leidde niet tot een duidelijke afname van de strategische onwetendheid. Zo creëerden de deelnemers in het experiment dus een eigen werkelijkheid waarin ze ongewenste informatie over de gevolgen van hun acties negeerden.

Hoewel dit een braaf experiment was in een klaslokaal, moet ik er toch af en toe aan denken als ik de verschrikkelijke beelden uit Gaza zie. Israeliërs en Palestijnen lijken ook hun eigen werkelijkheid te hebben opgebouwd, een zelfgekozen ontkenning van wat ze de andere partij aandoen.

Foto: Duopolie

Duopolie | Sportexplosie

COLUMN - Nadat de spelen van Sotsji deze winter de tv domineerden, zij wij de afgelopen maand gehypnotiseerd door het WK voetbal. Dit is geen toeval, want hoewel 2014 een jaar is met uitzonderlijk veel sport, lijkt sport een steeds belangrijker plaats in de maatschappij te krijgen.

Het Sociaal Cultureel Planbureau brengt regelmatig een uitgebreid overzicht van sportgerelateerde cijfers uit, zoals het rapport ‘Sport in the Netherlands‘ uit 2009 en dit 268 pagina’s dikke rapport uit 2010. Daaruit leren we dat 50% van de Nederlanders regelmatig aan sport doet, waarbij zwemmen en voetbal het populairst zijn. Dit is een toename van zo’n tien procentpunt ten opzichte van begin jaren negentig. Hoewel mensen in alle leeftijdscategorieën meer zijn gaan sporten, is de stijging is het grootst voor mensen tussen 45 en 65 jaar.

We geven ook steeds meer uit aan sport: tussen 1992 en 2007 is het aandeel van sportuitgaven in de totale bestedingen met ongeveer 15% gestegen tot een dikke 200 euro per persoon per jaar. Daarmee is sport een belangrijke economische sector geworden. Een rapport van de Europese Commissie uit 2012 berekent dat sportgerelateerde uitgaven 1.76% van het Europese BNP beslaan en voor meer dan 2% van de werkgelegenheid zorgen. Dat is meer dan het aandeel van landbouw en visserij samen. Dat aandeel neemt bovendien toe naarmate een land rijker wordt. Sportuitgaven hebben een inkomenselasticiteit van 1.14: voor elke procent toename in het nationaal inkomen groeien de uitgaven aan sport met 1.14%.

Vorige Volgende