Vluchtende Palestijnen doodschieten mag niet, gebeurt wèl
B’tselem publiceerde een video van een veiligheidscamera waarin te zien dat de Israelische kolonel Yisrael Shomer op 3 juli een vluchtende Palestijnse jongen van achteren doodschoot.
COLUMN – Het Israelische leger heeft een order uitgevaardigd dat Palestijnen die geen bedreiging vormen voor het leven van soldaten niet mogen worden doodgeschoten. De order volgt op de spanning die is opgelopen na de brandstichting in het dorp Douma, waarbi eerste een baby en later ook de vader van het gezin Dawabshe om het leven kwam. Hij werd uitgevaardigd door het hoofd van het Centrale Commando (de legerafdeling waaronder de Westoever ressorteert), generaal-majoor Roni Numa.
De instructie is niet nieuw, het is in feite een herhaling van al bestaande voorschriften. Daarin staat bijvoorbeeld dat als een verdachte vlucht, alleen in de lucht geschoten mag worden. De krant Haaretz geeft als verklaring dat de diverse commandanten opdracht kregen de schietinstructies nog eens aan te scherpen na de gespannen situatie die ontstond door de brandstichting in Douma.
Ter illustratie van de opgelopen spanning maakte de krant melding van een incident waarbij drie militairen in het noorden van de Westoever werden aangereden en een ander, waarbij een Israeli op weg nr 443 bij Jeruzalem (een weg waar alleen Joden over mogen rijden) een steekwond opliep. De aanvaller van die steekpartij werd doodgeschoten (Haarezt vertelt er niet bij dat ook hij op dat moment op de vlucht was). Ook verwijst Haaretz naar het geval van de 15-jarige Laith Khalidi, die kort na de dood van de baby werd doodgeschoten in Ramallah. Daarbij merkt de krant op dat Laith ”volgens zijn vader” in de rug werd geschoten. (Haaretz laat weg dat ook de man die de drie soldaten aanreed is neergeschoten. Hij werd door vijf kogels getroffen en is zwaar gewond).