De VVD hoeft niet sympathiek te zijn

Nu Mauro geen verblijfsvergunning krijgt, is het CDA de grote boosdoener. Christelijke naastenliefde en 'regels-zijn'regels' (lees: Wilders' regels zijn regels) verhouden zich slecht tot elkaar. Op de twitters wordt vaak gespeculeerd wat het CDA zou doen mocht er weer een kindeke Jezus zich aan onze poorten melden: oprotten. Vergeleken met het CDA is de VVD een oase van rust. Zonder problemen blijft de fractie vasthouden aan zeer impopulaire maatregelen, met dank aan de gedoogconstructie. De rigide opstelling van de VVD is namelijk helemaal niet zo vanzelfsprekend. Je zou juist verwachten dat binnen de VVD een aantal links-liberalen - als die er nog zijn - zijn stem zou verheffen om Mauro binnenboord te houden.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

VVD moet aan integriteit werken

‘Te veel affaires rond VVD’ers’. Je kan het wegzetten als azijnzure kinnesinne van de Volkskrant – probleem is dat de kritiek op de VVD-bestuurders-in-opspraak geen knip-en-plakwerk van de redactie is, maar uit de partij zelf komt. Jan Hoedeman tekende uit de monden van Johan Remkes (Commissaris van de Koningin in Noord-Holland en oud-minister van Binnenlandse Zaken) en Kamercentralevoorzitters, Ewout Klok (Drenthe) en Eric Wetzels (Brabant) de kritiek op partijleden die negatief in het nieuws kwamen.

Hoedeman rijgt de bestuurders-in-opspraak als paarlen aan de spreekwoordelijke ketting. Zo zou Loek Hermans (fractievoorzitter Senaat) vanwege zij dertien nevenfuncties onder vuur liggen. Onder die dertien ook een bestuursfunctie bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) waar Nurten Albayrak, lid van de partij, vanwege haar stijl van regeren (dictatoriaal) haar baan verloor. Ook Anne Wil Duthler was er lid van de Raad van Toezicht – nu geschorst.

Hermans houdt ook toezicht op Luzac waar de Onderwijsinspectie berekende dat leerlingen er lager scoorden bij het centrale examen dan bij de schoolonderzoeken. Gevolg: het gemiddelde van Luzac-leerlingen ligt een half punt hoger dan hun schoolgenoten elders. Dan, concludeert de inspectie, klopt er iets niet.

Ook Korthals Altes (KNVB) ligt onder vuur vanwege de kwaliteit van zijn werk – zijn bijdragen aan de voetbalbond zouden minimaal zijn. Eind dit jaar schuiven de clubs een nieuwe bestuurder naar voren.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

PVV: loyaal met een scherpe rand

In oktober 2010 kondigden VVD, PVV en VVD aan een bijzonder meerderheidskabinet te vormen. VVD en CDA onderschreven een coalitieakkoord. Daarnaast werd een gedoogakkoord gesloten met de PVV – deze partij steunt het kabinetsbeleid op een (groot) aantal terreinen en belooft het niet te laten vallen over maatregelen die in het coalitieakkoord staan omschreven. Dit betekende dat de PVV een nieuwe positie innam in het politieke landschap. Tot de verkiezingen van 2010 had de PVV bewust gekozen voor confrontatie met de gevestigde partijen in haar parlementair gedrag. Ze stelde zich op als een rechtse oppositiepartij, de “rechts buiten” van de Tweede Kamer. Is het gedrag van de PVV veranderd nu de partij gedoogpartner is van een coalitie van CDA en VVD?

De kern van onze uitkomsten is dat de PVV als gedoogpartner twee houdingen combineert: een constructieve houding op onderwerpen die in het gedoogakkoord staan en een kritische, confronterende houding op andere terreinen. Op onderwerpen uit het gedoogakkoord is zij minder actief en stemt zij vaak hetzelfde als CDA en VVD. Dit betreft zowel de sociaaleconomische agenda van het kabinet (volksgezondheid, sociale zaken en financiën) als de agenda van het kabinet wat betreft veiligheid, integratie en immigratie. Echter op die onderwerpen waar de PVV heeft aangeven het niet eens te zijn met het kabinet is de partij actiever en uitgesprokener geworden. De partij stemt dan anders als CDA en VVD, en nog steeds relatief vaak alleen. Ook dient zij op deze onderwerpen meer moties en amendementen in. We beschrijven deze manier van opereren als loyaal (op die onderwerpen die in het gedoogakkoord staan) maar met een scherpe rand (op die onderwerpen die daarbuiten vallen). Deze stijl van opereren waarbij de partij met een been in het regeringsvak staat en met het andere been aan de kant van de anti-establishment oppositie is in andere landen succesvol toegepast door rechts-populistische partijen zoals de Italiaanse Lega Nord en de Deense Volkspartij.

Het onderzoek kijkt naar zes vragen: ten eerste, hoe actief zijn PVV-Kamerleden? De PVV dient in totaal minder voorstellen in. Dit past bij het beeld van een partij die deelneemt aan de regeringsmacht. Deze fracties dienen doorgaans minder voorstellen in. Wel is het zo dat de partij relatief meer (arbeidsintensieve) amendementen indient dan voorheen, wat blijk geeft van een verdere professionalisering van de fractie.

De tweede vraag is op welke onderwerpen PVV-Kamerleden actief zijn. We hebben gekeken naar moties die zijn ingediend in het kader van de begrotingsbehandelingen, welke eenvoudig te classificeren zijn. Van deze moties is het onderwerp buitenlandse zaken het meest populair bij de PVV. Dit is een grote verschuiving ten opzichte van de periode 2006-2010 toen de fractie vooral moties en amendementen indiende over justitie en binnenlandse zaken. Dit is te verklaren vanuit het feit dat de PVV in het gedoogakoord afspraken heeft gemaakt over veiligheid, immigratie en integratie, maar niet over buitenlands beleid Europa.

De derde vraag betreft de samenwerking met de PVV: hoe vaak dient de PVV voorstellen in samen met andere partijen? De PVV dient vooral moties in met coalitiepartners CDA en VVD, en met de SP. De opvallende verschuiving hierbij is dat het CDA en de PVV nauwelijks samen moties indienden vóór 2010.

De vierde vraag gaat over de isolatie van de PVV: hoe vaak stemt de PVV alleen? De PVV stemt nu minder vaak alleen dan in de periode 2006-2010, maar de mate waarin de PVV alleen staat blijft in historisch-vergelijkend perspectief hoog. De PVV staat vooral alleen in stemmingen over buitenlandse zaken (geen onderdeel van het gedoogakkoord), terwijl dit eerder binnenlandse zaken was (wel grotendeels onderdeel van het gedoogakkoord).

In verreweg de meeste stemmingen staat de PVV echter niet alleen. Onze vijfde onderzoeksvraag is hoe vaak andere partijen hetzelfde stemmen als de PVV. De VVD stemt het vaakst hetzelfde als PVV (77%) en doet dit ook vaker dan in de periode 2006-2010 (65%). Het CDA stemt nu in 75% van de gevallen mee met de PVV, aanzienlijk vaker dan voorheen (53%). De mate waarin de PVV hetzelfde stemt als de linkse oppositiepartijen is afgenomen. Opvallend hierbij is dat zeker op de sociaaleconomische onderwerpen, zoals sociale zaken en volksgezondheid, waarop er eerder sprake was van een zekere verwantschap tussen linkse partijen als SP en de PVV, in deze periode minder samen wordt gestemd. Omdat voorstellen op deze punten financiële consequenties hebben, kan de PVV niet hetzelfde stemmen als de SP zonder het gedoogakkoord te breken.

De zesde vraag betreft het succes van de PVV: hoeveel moties en amendementen worden aangenomen? De mate waarin de PVV voorstellen krijgt aangenomen is aanzienlijk toegenomen over tijd. Dit heeft echter nog steeds niet het niveau dat normale coalitiepartijen bereiken. In termen van het totaal aantal aangenomen moties blijft de PVV achter bij andere partijen. Dit is mede te verklaren vanuit het meer extreme gedachtegoed van de partij: ook andere radicale oppositiepartijen zoals de Partij voor de Dieren en GroenLinks weten een beperkt aantal moties aangenomen te krijgen.

Dit is een samenvatting van de rapportage “Loyaal met een scherpe rand. Stemgedrag PVV 2010-2011 in kaart gebracht” die ik samen met Tom Louwerse heb gemaakt in opdracht van het VPRO Radio 1 programma Argos. Eerder schreven we voor hen “Kiezen voor Confrontatie”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Heilig geloof in overheid of markt

VVD-Kamerlid Stef Blok lost alvast het eerste schot voor de Algemene Beschouwingen door te stellen dat we af moeten van het heilige geloof in een grote overheid. Maar zijn eigen geloof is net zo achterhaald, stelt gastauteur Richard Westerbeek.

Stef Blok gaf in de Volkskrant van afgelopen vrijdag een eerste inleidende beschieting voor de Algemene Beschouwingen volgende week. De VVD zet zich af tegen het “heilige geloof” van de linkse partijen in een grote staat, en stelt dat een kleine overheid veel beter in staat is om Nederland te laten concurreren in deze wereld. Is het hier eigenlijk niet juist het heilige geloof van de VVD in marktwerking en een kleine overheid dat een rol speelt?

Natuurlijk, in sommige gevallen zal marktwerking best wel werken, maar zeker niet overal. Telkens zal kritisch moeten worden gekeken naar de gevolgen. Een paar voorbeelden waar marktwerking zeker geen goed idee was:

Een overheid die haar ICT-beveiliging uitbesteed aan externe partijen, die uiteindelijk zelfs in buitenlandse handen komen. Het argument is dat zij een expertise hebben die de overheid niet heeft. Die expertise bleek niet in het geval van Diginotar.

Vervoerders die zelf maar moeten kijken hoe ze gezamenlijk een OV-chipkaart invoeren. Het resulteert in een product dat er voornamelijk voor de vervoerders is, zonder gekeken wordt naar de reizigers, en de Tweede Kamer heeft er niets over te zeggen, want de minister “gaat er niet over”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Vrijdenkersruimte is Haagse folklore

Klonk toen best sympathiek, zo’n vrijdenkersruimte. Een plek voor denkers, wier vrijheid van meningsuiting werd beknot, met werk van Gregorius Nekschot, Aram Tanis en natuurlijk Theo van Gogh. Maar het principiële probleem ervan – de maat van de ruimte – toont een wel heel oppervlakkig idee van democratie.

Een vrijdenkersruimte zegt: komt allen hier, door intolerantie achtervolgde kunstenaars, hier kunt u uw werk veilig tonen! En als een liberale moslim dat zegt onder het regime van de sharia, of een Duitser tegen Joodse kunstenaars onder de Nazi’s, dan is dat heldhaftig. Maar als een politicus van welke partij dan ook, dat zegt in het Nederland van nu, dan is hij vast als een onnozele uitzendkracht te werk gesteld in ons huis van de democratie. Want zo’n ruimte zegt: hierbinnen is het veilig. Maar impliceert: daarbuiten dus niet. En dat is in een democratie een probleem.

De vrijdenkersruimte van onze democratie dient niet voor de landsgrens op te houden. Het beschikbaar stellen van een VVD leeskamer en een gang van de PVV, binnen de beveiligde Haagse binnenwereld, was niets anders dan de capitulatie van het idee dat die vrijheid er in ons hele land moet zijn. De eerste die die conclusie moeten trekken en niet met minder dan dat genoegen moeten nemen, zijn diezelfde politici.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Steeds minder hardwerkende Nederlanders?

DATA - Als argument voor zijn plan om meer mensen uit de bijstand aan het werk te krijgen droeg staatssecretaris de Krom het volgende aan:
Het ondergraaft volgens de staatssecretaris ook de solidariteit bij de steeds kleiner wordende groep mensen die wel werken en de uitkeringen betalen.
Nu doelt hij daarvoor deels op de toekomst (2040), maar tegelijk wekt hij ook de indruk dat dit een trend is die reeds gaande is.
Tijd om in de data te duiken dus. Hieronder het resultaat op basis van de gegevens van het CBS:


Afgezien van de lichte daling de laatste twee jaar als gevolg van de crisis gaat de lijn vooral langzaam omhoog. Ook in absolute getallen loopt het aantal werkende mensen op. In 1996 (niet in de grafiek) waren het er 6,185 miljoen (40% vd bevolking). Eerste kwartaal 2011 waren het maar liefst 7,359 miljoen (44% van de bevolking).

Staatssecretaris de Krom is dus onterecht bezig de mythe van de zielige, steeds kleiner wordende groep hardwerkende Nederlanders te versterken. Ja, zo help je de solidariteit wel om zeep.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende