Utrecht tolereert geen kritiek op Berlusconi
Op zondag negen mei finishte de Giro d’Italia in Utrecht, op de stoep van het hoofdkantoor van wielersponsor Rabobank. Tussen het publiek langs de route stonden op twee plaatsen mensen met spandoeken gericht tegen de Italiaanse premier Sylvio Berlusconi. Politieagenten hebben deze spandoeken in beslag genomen met een verwijzing naar de Algemene Politie Verordening.
Die verwijzing was niet terecht, moest burgemeester Wolfsen deze week toegeven in antwoord op vragen van de SP (.pdf). De APV bood geen grond voor het in beslag nemen van deze spandoeken. Maar verder verdedigt hij het optreden van de politie. Hij schrijft:
“Hij (de agent) had moeten uitleggen dat de politie vrees had […] dat aan de betreffende spandoeken aanstoot zou worden genomen door anderen (w.o. de grote getalen aanwezige Italianen) en dat dit zou kunnen leiden tot openbare ordeverstoringen langs de route, met alle risico?s van dien. Door de agenten is daarop aan de dragers van de spandoeken verzocht deze op te rollen. Toen daaraan niet werd voldaan zijn de spandoeken in beslag genomen. De rechtsgrond hiervoor is het niet voldoen aan een bevel of vordering van een politieagent (art.184 Wetboek van Strafrecht).”
Dat niet alleen de openbare orde een rol heeft gespeeld in de afwegingen blijkt uit het antwoord op de vraag welke instructies de agenten hebben gekregen: