Een taalkundige die de macht van het grote getal misbruikt
ACHTERGROND - In het nieuws dook hij de afgelopen weken weer op: een van wat mij betreft de meest bedenkelijke figuren in het toch al zo bedenkelijke politieke spel dat in Amerika wordt gespeeld is iemand die van huis uit taalwetenschapper is. Robert Mercer staat nu in het nieuws als de baas van Cambridge Analytica, het bedrijfje dat 50 miljoen Facebook-profielen opvroeg en analyseerde om zo samen met Steve Bannon de Amerikaanse presidentsverkiezingen te beïnvloeden.
In 2014 won Mercer de ‘lifetime achievement’-prijs van de Association for Computational Linguistics (ACL), de belangrijkste vakorganisatie op dit deelgebied van de taalwetenschap. Zoals het juryrapport toen vermeldde, was hij in de jaren zeventig en tachtig een van de pioniers van het ‘big data’-onderzoek naar computertaalkundige toepassingen: het verzamelen van enorme hoeveelheden taalgegevens en die statistisch analyseren zonder veel ingebouwde vooronderstellingen over hoe taal werkt. Het is de technologie die Google bijvoorbeeld uiteindelijk succesvol zou toepassen voor Google Translate, zoals Antal van den Bosch vorig jaar uitlegde in dit filmpje. Het is, als ik het goed zie, ook anderszins de meest succesvolle technologie waar het erom gaat computers met taal te laten omgaan.
Subtiel gemanipuleerd
In de jaren negentig begon Mercer de techniek van de analyse van grote verzamelingen gegevens te gebruiken om met succes de beurzen te bespelen. Het geld dat hij daarmee verdiende zet hij nu alweer enige tijd in voor het soort politiek dat in Amerika en steeds vaker ook bij ons ‘conservatief’ wordt genoemd. Met als voorlopig dieptepunt dus zijn betrokkenheid bij de Amerikaanse verkiezingen. Waarbij het niet in eerste instantie gaat om welke richting hij die verkiezingen op heeft willen duwen, maar dat hij kennelijk denkt dat je dat op deze manier kunt doen: door het rationele debat over te slaan en bij miljoenen in te spelen op allerlei drijfveren waarvan ze zichzelf nauwelijks bewust zijn.