De Nederlandse rechtsstaat in wankel evenwicht

Juridisch commentator van de NRC Folkert Jensma verbaasde zich afgelopen weekend in zijn column ‘De rechtsstaat’ over het gemak waarmee een eensgezinde Tweede Kamer na het debat over de Toeslagenaffaire de rechter meer vrijheid wil geven in bestuursrechtelijke aangelegenheden. De Kamer wenst ook dat in elke wet een ‘hardheidsclausule’ wordt opgenomen zodat rechters elke beslissing van de overheid op ‘billijkheid’ kunnen toetsen. Jensma verwacht dat dit gaat leiden tot een verviervoudiging van de omvang van de rechtspraak. Maar belangrijker is de principiële kant van deze wensen. Zal de rechter op deze manier niet gedwongen worden meer politiek getinte uitspraken te doen? Betekent meer ruimte voor de rechter niet dat de wetgever tekort is geschoten? De verhouding tussen politiek en recht is altijd spannend in een democratische rechtsstaat. Enerzijds is er de strikte opvatting dat de rechter uitsluitend ‘door de mond van de wet’ spreekt. Anderzijds mogen we van rechters verwachten dat ze bij de interpretatie en toepassing van de wet specifieke omstandigheden van een zaak mee wegen. Maar als een rechter op basis van internationaal recht (het EVRM) de regering veroordeelt vanwege nalatigheid in het milieubeleid zien we hier en daar wel wat gefronste wenkbrauwen. Zo ook bij Ruud Koole, historicus en politicoloog, emeritus hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit Leiden en Eerste Kamerlid voor de PvdA. Drie machten, twee pijlers Zijn boek over ‘het wankele evenwicht in de democratische rechtsstaat’ heet Twee pijlers. Dat vraagt meteen om uitleg. Want hebben we niet geleerd dat een rechtsstaat is gebaseerd op de ‘trias politica’ van Montesquieu: het onderscheid tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht? Koole vindt dat je er met een versimpeld begrip van de ‘trias politica’ niet goed uitkomt als je wilt begrijpen wat er precies gebeurt in onze democratische rechtsstaat. Hij wil wel een onderscheid maken in de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende functies van de staat. Maar de praktijk is toch wat ingewikkelder. Als je naar de belangrijkste instituties kijkt kun je beter een onderscheid maken tussen de electorale pijler, de volksvertegenwoordiging die in samenspraak met de regering wetten maakt op basis van een kiezersmandaat, en de niet-electorale pijler waar de rechterlijke macht en een inmiddels complex geheel van uitvoeringsorganisaties in zitten. Overigens niet geheel los van wat er in die electorale pijler gebeurt. Er moet wel sprake zijn van evenwicht. En daar zien we in de Nederlandse situatie, maar daar niet alleen, zo langzamerhand wel een paar problemen ontstaan. Vandaar dat ‘wankele evenwicht’ in de ondertitel van het boek. Want, zo concludeert Koole, de ruimte voor de electoraal gelegitimeerde politiek neemt om allerlei redenen af en er is sprake van een verschuiving van de macht naar instituties in de niet-electorale pijler door een minder terughoudende rechter en de overdracht van overheidstaken aan technocratische instellingen, waaronder die van de EU. Colleges Voordat Koole tot die conclusie komt, overigens zonder te vervallen in pessimisme over de stand van zaken wat de Nederlandse democratie betreft, krijgen we van de gepensioneerde hoogleraar een aantal erudiete colleges vaderlandse geschiedenis, rechtsfilosofie en politieke theorievorming. Aanbevolen voor iedereen die zich een gedegen oordeel wil vormen over de huidige staat van de Nederlandse politiek en verder wil komen dan hier en elders rondzingende clichébeelden. De historicus Koole leidt ons langs de Bataafse Republiek, Schimmelpenninck, Thorbecke en Cort van der Linden naar het begin van de Nederlandse democratie, nu iets meer dan honderd jaar geleden. Vele politici en rechtsgeleerden passeren vervolgens met hun bijdrage aan de ontwikkeling van de staatsinrichting in het Interbellum, de tijd van de verzuiling en daarna, toen de feitelijk nooit opgehouden roep om vernieuwing van de democratie ons eerst D66 bracht en Nieuw Links, en meer recent het populisme en de identiteitspolitiek. De voormalige hoogleraar politicologie laat ons ook nog kennis maken met een stoet aan filosofen, rechtsgeleerden en politicologen die bijgedragen hebben aan de ideeënvorming over democratie: van Rousseau, Tocqueville, Weber en Michels tot Duverger, Dahl en Rosanvallon. Koole laat in zijn zeer goed leesbare boek zien waar de kritieke punten liggen in het nooit eindigende proces van democratisering van de staat. Hij roept er vele, zeker in verkiezingstijd actuele vragen mee op waarvan ik er een paar wil noemen. Gouvernementalisering Is er nog wel sprake van evenwicht in de verhouding tussen volksvertegenwoordiging en regering? We zien dat de coalitiepartijen zich met een gedetailleerd regeerakkoord, het wekelijks overleg van fractievoorzitters met het kabinet en van fracties met hun ministers-partijgenoten steeds meer binden aan het regeringsbeleid. De oppositie heeft zo vaak het nakijken dat sommige partijen er ondanks hun oppositierol naar streven toch een plaatsje dichterbij het vuur te krijgen (de z.g. constructieve oppositie). Welke betekenis heeft dan nog een Kamerdebat als in de meeste gevallen de uitkomst al vaststaat? Koole noemt het ‘gouvernementalisering’ en vraagt zich af of dat niet ten koste gaat van de invloed van de bevolking als geheel. Polderen 2.0 Die invloed van de bevolking op het bestuur, het ijkpunt van een democratie, komt nog verder onder druk te staan door de toegenomen macht van de op afstand gezette ‘zelfstandige bestuursorganen’ in de niet-electorale pijler van de staat en de privatisering van tal van publieke diensten. Koole problematiseert ook het ‘polderen 2.0’. Terwijl in het verleden het maatschappelijk middenveld nog enige band had met de zuilenpartijen worden er nu met single issue organisaties, ngo’s en verenigingen met beperkte belangen akkoorden gesloten waar het parlement weinig meer aan toe kan voegen. Op lokaal niveau bloeit de ‘doe-democratie’. Burgers nemen met steun van de Gemeente het heft in eigen hand bij het behartigen van hun belangen. De Gemeenteraad, die over het algemeen belang gaat, komt er niet meer aan te pas. Beide ontwikkelingen zijn voorbeelden van depolitisering van de besluitvorming waarbij bovendien opvalt dat de participatie aan de ‘tafeldemocratie’ en de ‘doe-democratie’ maatschappelijk nogal eenzijdig is. De kloof tussen hoog en laag opgeleiden wordt groter. Partijdemocratie Politieke partijen hebben sinds de invoering van het algemeen kiesrecht een belangrijke rol gespeeld. Ze laten de pluriformiteit in de Nederlandse politiek zien. ‘Het electoraal-democratische kanaal werkt in dat opzicht goed’, schrijft Koole. Nederland is een land van minderheden, coalitievorming is altijd noodzakelijk voor een regering. De verschillende partijen voorkomen dat we hier met een tirannie van de meerderheid te maken krijgen. OK, alles goed en wel, maar hoe staat het met die pluriformiteit als de partijen naar elkaar toegroeien en voor veel kiezers nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden zijn, als personen in plaats van programma’s de keuze gaan domineren, kandidaten worden geselecteerd op hun persoonlijke eigenschappen en het beleid van de partij steeds minder door de leden beïnvloed kan worden omdat de campagneteams, beleidsmedewerkers en voorlichters het voortouw hebben genomen? Mij lijkt dat Koole hier toch wat te optimistisch is. Het is buitengewoon spijtig dat Koole als ex-voorzitter van de PvdA kennelijk geen tijd heeft gevonden om het -vlak voor de voltooiing van zijn manuscript gepubliceerde- boek te lezen van Duco Hellema en Margriet van Lith Dat hadden we nooit moeten doen; de PvdA en de neoliberale revolutie in de jaren negentig. Daarover schreef ik eerder: ‘Het verhaal van de sociaaldemocraten in de jaren negentig is niet alleen een verhaal van het verlies van een sociaal program maar ook van een langzaam maar zeker afbrokkelende partijdemocratie.’ Die ontwikkeling is in de periode van Koole’s voorzitterschap niet gestopt. Europa In Twee pijlers domineert de academicus Koole. Zijn inzichten zijn het waard om kennis van te nemen. Ik noem tot slot nog één onderwerp: de Europese samenwerking. In een heldere analyse van de ontwikkeling van de EU, de totstandkoming van de EMU en de rol van de Europese Centrale Bank constateert hij dat de Europese instellingen het toch vooral moeten hebben van de output-legitimiteit, van de besluiten, het draagvlak voor de resultaten. Want op de legitimiteit van de input, de totstandkoming van die besluiten valt nog van alles aan te merken. En dat heeft veel te maken met de eenzijdige economische geschiedenis van de EU. Daarom is het jammer dat in het boek van Koole, ook als het over de nationale politiek gaat, de bredere economische blik ontbreekt om de ontwikkelingen in het bestuur van de staat te duiden. Alles bij elkaar opgeteld zou ik zeggen dat de balans tussen de electorale en de niet-electorale pijler van onze democratische rechtsstaat behoorlijk verstoord is. Ik kan me voorstellen dat Koole zich als academicus niet direct geroepen voelt om daarover alarm te slaan. Maar zijn met alle nuances nog redelijk positieve conclusie over de stand van zaken in de Nederlandse democratie kan ik toch niet los zien van zijn eigen positie als voormalig voorzitter en huidig Kamerlid van een politieke partij die altijd in het centrum van de macht heeft verkeerd. [boeklink]9789044644821[/boeklink]

Foto: Henk-Jan Winkeldermaat (cc)

Nederlandse rechters hebben gemiddeld twee nevenfuncties

DATA - Naar aanleiding van de ophef over een officier van justitie die een bijbaan had die via via te koppelen was aan een zaak die niet vervolgd werd, zijn we maar weer eens gedoken in de nevenfuncties binnen de rechterlijke macht. Dat is natuurlijk niet hetzelfde, maar zover wij weten zijn er geen actuele openbare gegevens over de nevenfuncties binnen het openbaar ministerie.

Goed, nevenfuncties van rechters dus. Op dit moment heeft de gemiddelde rechter 1,8 nevenfuncties. Maar van de bijna 4000 rechters hebben er 1500 helemaal geen nevenfuncties. Dus de overige 2500 hebben er gemiddeld 2,9.
Het maakt echter nogal uit of de rechter een man of een vrouw is. 53% van de rechters is vrouw, maar ze hebben maar 37% van de nevenfuncties. Vrouwelijke rechters doen het dan echter wel net wat beter qua aandeel betaalde nevenfuncties. Van de nevenfuncties bij vrouwelijke rechters is 49% betaald, tegen 46% bij de mannelijke rechters.
En zo heeft ongeveer 40% van alle rechters een of meerdere betaalde nevenfuncties.



Nu lijkt dit misschien een beetje overweldigend, al die (betaalde) bijbaantjes van rechters. Dat kan toch niet goed zijn voor hun onafhankelijkheid zou je bijna zeggen. Maar dan is het wel goed om te weten dat een stevig deel van de functies in het verlengde ligt van hun werk. Zo schrijven of beoordelen ze artikelen voor juridische tijdschriften, geven colleges en training of zitten in juridische adviesraden van de overheid.
Als je kijkt naar de top 3 organisaties die genoemd worden, die samen goed zijn voor bijna duizend van de achtduizend nevenfuncties wordt dat nog duidelijker:
– Kluwer (incl. Wolters etc…)
– SSR (Opleidingsinstituut van de rechtspraak)
– SDU

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Closing Time | YelloPain

Rapper YelloPain legt uit waarom Amerikanen niet alleen voor hun president moeten stemmen maar ook (en vooral) in actie moeten komen voor de verkiezing van de wetgevende macht. Hij maakte deze muzikale les in de trias politica in samenwerking met Desiree Tims die zich voor Ohio verkiesbaar stelt voor het Huis van Afgevaardigden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Morrelen aan de rechtsstaat

‘Dikastocratie’, ofwel: worden we door de rechterlijke macht geregeerd of door de politiek?

In november vorig jaar wilde Baudet daar een Kamerdebat over, want hij vindt dat rechters steeds meer politieke besluiten ‘ondermijnen’. Een debat werd door een grote meerderheid van de Tweede Kamer afgewezen, ook door de VVD.

Tijdens de procedurevergadering van 14 november 2019  stelde VVD’er Tobias van Gent voor “een werkgroep te formeren en in samenspraak met de Commissie J&V een rondetafelconferentie te organiseren”.

Vandaag is het dan zo ver en is dat rondetafelgesprek over  dikastocratie, live te volgen via de videostream vanuit de Groen van Prinsterenzaal (11.15 – 14.30 uur).

Dertien mensen zijn uitgenodigd hun licht hierover te laten schijnen. Als voorproefje presenteren wij hier de genodigden met citaten uit hun ‘position papers’ (voor zover aanwezig).

Blok 1 van 11:15 – 12:00 uur: Rechterlijke macht en adviescolleges

– mr. Geert Corstens (oud-president Hoge Raad der Nederlanden), position paper:

van een “gouvernement des juges” of een magistrocratie is geen sprake. De context is dynamisch, maar de rechter doet gewoon zijn werk. De staat, dus ook de rechter is er, zoals je bij het Spinoza-monument in Amsterdam kunt lezen, voor de vrijheid van ons allemaal, niet voor de staat zelf.

Foto: Max Goldberg (cc)

Maak van de stem des volks geen fetisj

Hou toch op over mensen die jarenlang genegeerd werden en in Trump eindelijk de kandidaat van hun dromen hebben gevonden. Kijk naar de feiten: Trump heeft een half miljoen stemmen minder getrokken dan Mitt Romney in 2012 deed. Het frame dat Trump won door de sympathie te krijgen van al wie zich eerder uitgesloten voelde, is nergens op gebaseerd.

Trump trok minder stemmen dan Romney. Laat dat terdege tot u doordringen: weinig stemmers liepen warm voor de man.

Dat Trump toch won, heeft een vierledige verklaring. Eén: Hillary Clinton was weinig populair en miste de Begeisterung die Obama eerder zo succesvol opriep. Twee: ze won desondanks de popular vote en kreeg meer stemmen dan Trump, maar het ouderwetse kiesmannenstelsel speelde haar parten. Drie: stringente voter ID laws die kiezers uit minderheidsgroeperingen benadeelden en het jarenlang arglistig herstructureren van kiesdistricten, hebben de Republikeinen op lokaal niveau verzekerd van structureel betere kansen bij willekeurig welke verkiezingen. Vier: de regel dat wie ooit gevangen heeft gezeten zijn stemrecht verliest, benadeelt zwarte kiezers onevenredig – al was het maar omdat zwarte mannen opmerkelijk snel in de gevangenis belanden, terwijl wereldwijde fraude en stuitende witteboordencriminaliteit zelden tot gevangenisstraf leiden.

Hoe dan ook: Trump heeft gewonnen. Nu de straat opgaan en krijten dat hij ‘not my president’ is, is idioot. (Had Hillary gewonnen: hoe boos zou je niet zijn indien Trumpaanhangers met diezelfde leus de straten hadden bestormd?)

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het Decemberproces in Suriname: Botsing van staatsmachten

ANALYSE - De Europese Unie heeft de Surinaamse regering opgeroepen de rechtstaat en de scheiding der machten te respecteren tijdens een begin deze maand in Guyana gehouden zogeheten artikel 8 Politieke Dialoog. De oproep van de EU is ingegeven door een Resolutie van 29 juni waarin de regering de procureur-generaal beveelt om met onmiddellijke ingang de vervolging te beëindigen van de verdachten van de zogeheten 8 decembermoorden.

De Resolutie vindt zijn grondslag in het idee dat de staatsveiligheid van Suriname niet gediend is met het voortzetten van de vervolging van de verdachten van de roemruchte moorden in 1982. Deze ingreep in waarschijnlijk de belangrijkste strafzaak ooit in Suriname is gebaseerd op een zeldzaam en curieus beroep op artikel 148 van de grondwet. Dit artikel luidt als volgt: De regering bepaalt het vervolgingsbeleid. In het belang van de staatsveiligheid kan de regering in concrete gevallen aan de procureur-generaal (PG) bevelen geven met betrekking tot de vervolging.

De timing van de Resolutie is niet toevallig. Het kwam een dag voor een nieuwe zitting van de Krijgsraad op 30 juni jl. waarin de auditeur-militair zijn requisitoir zou houden.

Krijgsraad negeert Amnestiewet?

In de periode kort voor de publicatie van de Resolutie verschenen in de media berichten waarin zeer kritisch werd gereageerd op de uitspraak van de Krijgsraad om de vervolging voort te zetten. De autoriteiten reageerden geschokt. Er ontstond een gespannen sfeer in het land. De enkele jaren geleden in werking getreden Amnestiewet had immers juist tot doel het Decemberproces stop te zetten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Leidende rol politiek

COLUMN - De richtingloosheid van de politiek over de vluchtelingen verhult en verduidelijkt: het verhult omdat het andere thema’s verdringt, tegelijk verduidelijkt het ook iets: de politiek moet leiden, maar maakt van die pretentie weinig waar.

Dit lijkt een hard oordeel, want het vluchtelingenprobleem is niet klein. Maar voor de Fyra, de herziening en hervorming van de belastingen, de foto van Volkert van der G., het aanbod van betaalbare woningen, geldt hetzelfde: de politiek moet leiden, maar doet het niet.

Als die leiding ontbreekt, hoe erg is dat dan? Maakt de PVV van dit onvermogen gebruik? Ik probeer er iets over te zeggen, al is dat lastig. Hopelijk doet de lezer dat ook. We zijn op zoek naar een praktische waarheid in een verwarrende tijd, vol historische bedreigingen en humanitaire ellende.

Uitvoering

Van de wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht, wordt de uitvoerende taak van de overheid het meest onderschat.

In de politiek moet het over richting gaan, over fundamentele keuzen, die verbonden zijn met waarden. De uitvoering wordt op afstand gezet, zelfstandig gemaakt, zoals in de relatie tot NS en Prorail, die reizigers over het spoor verplaatsen, de woningcorporaties, die zorg dragen voor bouw en beheer van sociaal geprijsde woningen, enzovoort.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Edwin van Buuringen (cc)

40% rechters heeft een betaalde bijbaan

DATA - In Nederland heeft de helft van de leden van de rechterlijke macht een of meerdere betaalde nevenfuncties. Bijna 40% van alle rechters heeft een betaalde bijbaan. Mannelijke leden van de rechterlijke macht hebben twee keer zoveel nevenfuncties als vrouwelijke leden. Gemiddeld heeft men 2,3 nevenfuncties.

Leden van de rechterlijke macht zijn al enige tijd verplicht hun nevenfuncties te registreren. De registratie is inmiddels redelijk compleet. Maar de site waar alle gegevens gepubliceerd worden is niet makkelijk in het gebruik. Gelukkig heeft Open State recent de hele site met een programmaatje omgezet in bruikbare data.

Hier het gemiddelde aantal nevenfuncties. Daarbij gekeken naar alle nevenfuncties en de betaalde nevenfuncties. Tevens uitgesplitst naar geslacht.
neven1_475

Het verschil tussen mannen en vrouwen is opvallend. Zowel betaald als totaal hebben mannen twee keer zo vaak een nevenfunctie als vrouwen. In de rechterlijke macht is op dit moment ongeveer 55% man en 45% vrouw.

Overigens is van 20% van de functies niet bekend of deze tegen betaling wordt uitgevoerd. Hier schiet de registratie nog tekort.

Met een gemiddelde van boven de 2 is het voorspelbaar dat er rechters zijn met veel meer functies. Hier een overzicht van de verdeling naar het aantal betaalde nevenfuncties.
neven2_475
Gemiddeld heeft de helft van de rechters een betaalde nevenfunctie. Ruim 2% heeft 6 of meer betaalde nevenfuncties.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Machtenscheiding bestaat niet meer

De Trias Politica ‘van’ Montesquieu  is geen rustig bezit. Er bestaat bedreiging vanuit twee scholen: een school voor minder en een school voor meer. Hendrik Gommer is aanvoerder van de denkers die drie nog maar het begin vinden. De ambtenaren, de media, de adviesbureaus, de bedrijven, de burgers: allemaal ook een macht. Er is veel meer feitelijke ‘macht’ dan waar de Trias ruimte voor biedt. Liever een machtencirkel met alles en iedereen erin. Kost een beetje helderheid, maar dan heb je ook plaats genoeg.

Aan de andere kant staan de denkers die een andere vraag stellen: is er feitelijk wel sprake van een machtsevenwicht in de huidige drie machten? Aanvoerder van deze denkers is Alex Brenninkmeijer, die als wetenschapper in 1998 constateerde dat de politieke vervlechting tussen regering en parlement eigenlijk een duas politica oplevert. Die gedachte is nu wegens succes verminderd: op het NJBlog constateert Brenninkmeijer nu een unitas politica. De counterveiling powers zoals rechterlijke macht, Raad van State, Rekenkamer enz. leggen steeds minder politiek gewicht in de schaal en worden steeds makkelijker gepasseerd. Dat zuigt het idee achter de machtenscheiding weg en luidt dus de komst van de Sterke Man in.

Ter adstructie van zijn stelling komt Brenninkmeijer met een lang citaat van Minister Donner dat hierin uitmondt: ‘de behartiging van nationale belangen is dan meer gediend met eenheid van besluitvorming en niet van scheiding, slagvaardigheid en ook in zekere mate een beperkte openheid; anders laat men zich immers op voorhand in de kaarten kijken.’ Donner heeft het daarbij niet over de formalisering van de Donner-dynastie, maar over de gevolgen van de internationalisering voor nationale constitutionele arrangementen. Voor Brenninkmeijer in ieder geval voldoende om de alarmklok te luiden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Rechters moeten ons niet de wet voorschrijven

Onze democratische rechtsstaat juridiseert in toenemende mate. Rechterlijke interpretaties worden voor lief genomen en politici leunen graag op internationale verdragen. Parlementariërs moeten beseffen dat het hun taak is rechterlijke uitspraken te toetsen in plaats van deze volgzaam over te nemen, schrijft Patrick van Schie, directeur van de Telderstichting.

Onze rechtsstaat is geleidelijk in de geschiedenis tot stand gekomen. Een van de belangrijkste aspecten ervan is dat de politieke macht niet alleen regeert via wetten maar ook zelf aan die wetten gebonden is. Niemand staat boven de wet, dus ook niet degenen die de wetten maken of uitvoeren. De rechtspraak is in handen van onafhankelijke rechters, die zich in hun beoordeling of een wet is overtreden niet door instructies van politici, of van wie ook, mogen laten leiden.

De rechtsstaat moet dus de gecollectiviseerde macht binnen de perken houden. In een democratische rechtsstaat is het ontoelaatbaar als een oncontroleerbare, aan niemand verantwoording schuldig zijnde instantie macht over anderen kan uitoefenen. Onafhankelijke rechters begrenzen de macht van politici; zij mogen niet tot een eigen onaantastbare machtsinstantie uitgroeien. In een democratische rechtsstaat dienen immers de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht met elkaar in evenwicht te zijn. Indien een van deze machten steevast het laatste woord heeft, is er iets scheefgegroeid.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Volgende