Syriërs: moeite om plek als man te vinden

Jonge Syrische mannelijke vluchtelingen en hun opvattingen over gender- en partnerrollen worden vaak als problematisch, gevaarlijk en onwenselijk beschouwd. Ze zouden afbreuk doen aan de Nederlandse identiteit. Rik Huizinga ontkracht in zijn proefschrift dit negatieve beeld. Aan mannelijke vluchtelingen afkomstig uit islamitische landen worden vaak mannelijkheidsvormen toebedeeld die haaks zouden staan op denkbeeldige genderrollen en -relaties in Nederland. In sociaal-maatschappelijke debatten lijkt hun genderidentiteit aan de ene kant onverenigbaar met kwetsbaarheid, maar ook wordt betwijfeld of zij tot verandering in staat zijn. Sterker nog, hun veronderstelde mannelijkheid wordt regelmatig geassocieerd met gewelddadigheid en gevaar, en wordt daarom als ongewenst gezien. Deze mannen worden dikwijls geportretteerd als gelukzoekers, verkrachters of terroristen. Hierdoor wordt het beeld in stand gehouden dat zij een bedreiging voor de Nederlandse samenleving vormen. Dit beeld bepaalt deels wie zij hier kunnen zijn en beperkt de mate waarin zij zelf hun alledaagse leven kunnen organiseren. Zoektocht naar thuisgevoel Ik wilde graag begrijpen hoe zij in deze veelal ‘vijandige’ omgeving gevoelens van thuis en verbondenheid proberen te ontwikkelen. Daarvoor interviewde ik 42 Syrische mannelijke vluchtelingen in Noord-Nederland. Uit deze gesprekken blijkt dat wanneer zekerheden en routines abrupt wegvallen, het lastiger is om je ergens thuis en op je plek te voelen. Veel mannen waren op zoek naar herkenning, rust, comfort en veiligheid. Maar dit bleek tegelijkertijd erg moeilijk te vinden. Velen vluchtten alleen, waarbij sommigen hun partners en familieleden vooruit reisden. Zij hebben veel hachelijke en gevaarlijke momenten meegemaakt tijdens een uitputtende reis over land en zee, waardoor ze in verschillende mate trauma’s opliepen. Ook in de azc’s woonden zij vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Vanwege een gebrek aan privacy daar verkeerden zij in een constante staat van alertheid. Een relatie zorgde voor extra stress. In afwachting van de hereniging met hun gezinsleden verkeerden deze mannen vaak lang in eenzaamheid en onzekerheid. Ook voelden ze een grote verantwoordelijkheid om het toekomstig woonhuis op orde te krijgen, zodat de intrek van hun gezin goed zou verlopen. Statusverlies en machteloosheid Een thuisgevoel wordt verder bemoeilijkt doordat veel mannen weinig toekomstperspectief zien. Ze hebben het gevoel stil te staan in Nederland. Velen voelen zich miskend, ondervinden statusverlies en ervaren een gevoel van machteloosheid. In Syrië hebben zij jarenlang gewerkt aan hun opleiding en carrière. In Nederland worden hun diploma’s echter lager ingeschaald en hun professionele competenties onderschat. Vooral alleenstaande mannen realiseerden zich daarnaast dat er weinig perspectief was op gezinsplanning gezien hun precaire situatie. Tegelijkertijd ervaren zij veel druk van familieleden, vrienden of lokale islamitische gemeenschappen om stappen in hun leven te maken. Dit alles geeft hen het gevoel dat ze niet kunnen voldoen aan maatschappelijke verwachtingen en dat hun mannelijkheid in twijfel wordt getrokken. Discriminatie en racisme Daarnaast hebben deze jonge Syriërs te maken met onaangename ervaringen die het persoonlijke domein overstijgen. Velen van hen ervaren discriminatie en racisme in het dagelijks leven, waardoor ze het gevoel krijgen er niet bij te mogen horen. In het ov worden zij bijvoorbeeld vaker gecontroleerd dan anderen en sommige medepassagiers vertikken het om naast hen te zitten. De jonge Syrische mannen beschrijven hun dagelijkse omgeving daardoor als vijandig. Dit ontmoedigt hen in het zoeken van contact en ze zijn hierdoor geneigd zich vaker terug te trekken. Sommigen besloten hun baard af te scheren, hun kledingstijl aan te passen of erg voorzichtig te zijn met het spreken van Arabisch in de openbare ruimte. Velen voelen zich miskend vanwege de aannames en stereotypes over hun mannelijkheid. Dit wordt vaak gezien als trots van mannen uit islamitische landen. Hun ervaringen met discriminatie en racisme worden zo afgewimpeld als een persoonlijke aangelegenheid en niet gezien als een probleem van de maatschappij. Syrische mannelijkheid benadrukken en aanpassen Om met deze onzekerheden om te gaan, grijpen de jonge gevluchte Syriërs terug op formatieve ervaringen en gebeurtenissen uit hun leven waar zij zich vertrouwd bij voelen. Tegelijkertijd passen zij hun gedrag als man ook aan, afhankelijk van hun verwachtingen en verlangens voor de toekomst. Zo laten zij zien dat zij wel degelijk flexibel kunnen omgaan met genderrollen en relaties. Zij trekken zo het dominante narratief over de mannelijkheid van Syrische mannen twijfel. Vooral jonge mannen proberen hun mannelijke identiteit te verkennen door aspecten die hen ‘anders’ maken juist te benadrukken. Zij ontmoeten elkaar in groepjes bij de Syrische ‘barbershop’ of de ‘Turkse supermarkt’ waar zij onder elkaar Arabisch spreken. In parkjes maken zij gerechten klaar op de barbecue die hen aan thuis doen denken en op pleinen spelen zij luid Arabische muziek af om hun plek op te eisen. Zij besteden extra aandacht aan hun kledingstijl en de verzorging van hun haar en baard. Op deze manier ontwrichten zij de heersende conventionele normen en waarden – jullie horen hier niet – en proberen zij hier hun plek als man te vinden. Andere mannen willen binnen hun gezin graag een goede partner en vader zijn. Zij realiseren zich dat er andere verwachtingen zijn in hun nieuwe situatie. Sommigen nemen bijvoorbeeld meer huishoudelijke en zorgtaken op, terwijl hun partner werkt of stageloopt. Dit is veelal een nieuwe ervaring voor ze. Zij weten soms nog niet goed waar en wanneer zij kwetsbaarheid en emotie mogen tonen, en op welke moment een meer dominante rol wordt verwacht. Soms vallen zij daardoor terug in oude en bekende patronen die niet passen bij de nieuwe situatie. Deze onwennigheid levert dan ook regelmatig frictie op in een relatie. Het zichtbaar uitdragen van Syrische identiteitsaspecten en het terugvallen op oude, herkenbare gedragsnormen beschermen daarom aan de ene kant Syrische mannen tegen persoonlijk leed en sociaal geweld. Aan de andere kant kunnen deze mannelijke identiteiten averechts werken wanneer ze niet passen in een omgeving waarin ze gezien worden als ‘anders’ of een bedreiging. Belevingswereld van de inburgeraar Mijn onderzoeksbevindingen laten zien dat jonge Syrische vluchtelingen kwetsbaarheid op verschillende manieren ervaren en in reactie daarop verschillende vormen van mannelijkheid aanwenden, afhankelijk van wat de omgeving van ze vraagt. Dag in dag uit leveren ze veel ‘emotioneel werk’ voor een veilige en succesvolle toekomst. Zij verkennen hun eigen kwetsbaarheden en gevoelens door emotionele connecties aan te gaan met mensen en alledaagse plekken. Als we kijken naar ‘succesverhalen’ van ‘rolmodellen van integratie’ gaat het echter vooral over ‘harde’ vormen van aanpassing en participatie, zoals zij die de taal onder de knie hebben, hun inburgeringscursus succesvol hebben afgerond of actief zijn op de arbeidsmarkt. Terwijl de verantwoordelijkheid in het Nederlandse inburgeringsstelsel steevast neergelegd wordt bij de inburgeraar, is er bijzonder weinig aandacht voor de belevingswereld van de inburgeraar en de rommeligheid van het dagelijks leven. Maar juist wat van hen verwacht wordt, namelijk het aanpassen van genderrollen en -relaties, haal je niet uit eenzijdige representaties van mannelijkheid in tekstboeken en inburgeringslessen. Het lezen en navigeren van een samenleving heeft tijd en inzicht nodig. Er is daarom meer aandacht nodig voor de emoties en kwetsbaarheden van mannelijke vluchtelingen. Voor hoe zij deze in het dagelijks leven ervaren en welke maatregelen zij nemen om dominante stereotypes om te draaien. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vaagstukken. Rik Huizinga promoveerde in 2022 bij de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift ‘Thuis na gedwongen migratie’. Momenteel is hij als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht.

Door: Foto: Foto Fethi Benattallah via Unsplash.
Foto: Gerard Stolk (cc)

MeNSeNSmokkel

Gisteren kondigde de NS aan dat mensen uit Oekraïne de komende tijd gratis met de trein kunnen reizen. Het kan verkeren. Nog maar drie maanden geleden werd je door het OM voor het gerecht gesleept als je een vluchteling uit een land waar Poetin verschrikkelijk huishoudt een lift gaf, nu bieden onze Nationale Spoorwegen aan iedereen te vervoeren die een paspoort heeft uit een ander land waar Poetin verschrikkelijk huishoudt. Ik zou me als veroordeelde ‘mensensmokkelaar’ toch wel ernstig genaaid voelen.

Het is natuurlijk wat er altijd zou moeten gebeuren in zulke gevallen. Maar pas nu een land met mensen die op ons lijken wordt aangevallen buitelen we nationaal en internationaal over elkaar heen met steunbetuigingen, en doen organisaties en bedrijven aan wedstrijdjes Poetin-distantiëren alsof de Olympische Spelen niet al decennia moreel failliet zijn.

Toegegeven, deze oorlog raakt ons meer persoonlijk, het gaat hier ook om ónze veiligheid. Eigen oorlog eerst, we zijn de regio tenslotte. Maar het contrast tussen de kilte waarmee Syriërs en Afghanen werden ontvangen en de warme ontvangst voor mensen uit Oekraïne maakt toch wel een beetje misselijk.

Wat niet wegneemt dat ik het alle vluchtelingen van harte gun, gratis reizen met de trein. Ik raad wel een aanloopje aan, anders kom je – ook met Oekraïens paspoort – niet door het poortje. En als het niet lukt, kan je altijd nog gaan liften. Oh wacht…

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Turkije valt Syrië binnen

NIEUWS - Misschien nog sneller dan verwacht: Turkse troepen zijn Noord-Syrië binnen gevallen. De SDF (Syrische Democratische Strijdkrachten), een door Koerden geleide militie meldde luchtaanvallen in burgergebied, die al tot burgerdoden hebben geleid.

Hoe gaat Europa, hoe gaat Nederland hier op reageren? Gaat Trump zijn woord houden en krachtige economische sancties tegen Turkije inzetten?

Foto: steve p2008 (cc)

Alle helpers weg!

COLUMN - De oorlog in Syrië duurt al meer dan tien jaar. Meer dan een half miljoen mensen zijn omgekomen. Bijna zeven miljoen mensen zijn het land uit gevlucht, het merendeel naar Turkije in een poging naar Europa te komen. Ongeveer 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen verblijven nu in Libanon. Een kwart van de Libanese bevolking bestaat nu uit Syrische vluchtelingen. In totaal is de ongeveer helft van de Syrische bevolking ontheemd geraakt.

Het heet een burgeroorlog te zijn. Maar Russen bombarderen steden en dorpen die nog niet door het regime Assad zijn heroverd. Amerikanen en Israëliërs bombarderen stellingen van aan Iran gelieerde gevechtsgroepen in het oosten van het land. Turkije schiet er op los in Koerdische gebieden langs de noordgrens.

Onderzoeksjournalisten van Declassified UK vonden documenten waaruit blijkt dat de Britten net als de Nederlandse regering heimelijk materiële steun hebben geleverd aan de rebellen in de provincie Idlib. De Britse regering heeft daarvoor ten minste 350 miljoen pond uitgegeven. Het paste allemaal in een geheim programma voor regime change waarin de Britse regering samenwerkte met de VS, Turkije en de Golfstaten. Die van het oliegeld bulkende Golfstaten hebben net als Saoedi-Arabië hun rijkdom besteed aan wapens voor soennitisch vechtjassen die strijden tegen Assad en zijn behulpzame, door Iran gesteunde, sjiitische vechtjassen.

Foto: (deze foto alleen gebruiken voor de recensie) copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Qassem Soleimani en de oorlogen van Iran

RECENSIE - Arash Azizi’s boek The Shadow Commander heet een biografie te zijn van Qassem Soleimani, de in januari 2020 door een Amerikaanse drone gedode commandant van de Iraanse Quds-brigade. Het is echter geen biografie. Hoewel we wel iets horen over zijn jeugd in Kerman en vernemen dat hij, anders dan valt te lezen in ’s mans officiële biografie, geen zwarte band haalde in karate, is het boek arm aan persoonlijke details. Pas op een van de laatste pagina’s verneemt de lezer dat Soleimani getrouwd was, een dochter had en woonde in een van de noordelijke wijken van Teheran. Het boek gaat in feite over Irans buitenlandse politiek.

Buitenlands interventies

Simpel gezegd: de islamitische republiek heeft bovengemiddeld veel invloed in Libanon (via Hezbollah), Syrië (waar het Assad in het zadel houdt), Iraq (waar het diverse milities steunt) en Jemen (waar het een Stellvertreterkrieg voert met Saoedi-Arabië). De raketten die Hamas afschiet op Israël zijn van Iraans ontwerp. Bij dit alles was Soleimani een sleutelfiguur. Hij en niet Assad overtuigde Poetin te interveniëren in Syrië. Hij was het die opdracht gaf tot de moord op oud-president Saleh van Jemen. En hij lijkt Assad te hebben gesuggereerd vatbommen te gebruiken tegen zijn eigen burgers.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: The U.S. Army (cc)

Oorlog bestaat niet meer

RECENSIE - De introvertie van de Nederlandse politiek bepaalt de thema’s die media en politici in de verkiezingscampagne bespelen: migratie, woningnood, minimumloon, zorg. Buitenlandbeleid komt niet aan de orde. Oorlog bestaat niet meer. Althans niet voor de parlementsverkiezingen. Nederland had de afgelopen jaren echter wel degelijk een aandeel in de oorlogen in Syrië, Irak, Afghanistan en Mali. Goed dus dat aftredend SP-Kamerlid Sadet Karabulut ons met een bundel van haar columns nog even herinnert aan de Nederlandse medeverantwoordelijkheid voor geweld, dood, honger en ellende elders in de wereld.

Een pen tegen permanente oorlog heet de bundel van de woordvoerder van de SP voor Buitenlandse Zaken en Defensie die na vijftien jaar Kamerlidmaatschap afscheid neemt. In de columns en artikelen die ze de afgelopen jaren schreef voor dagbladen en Joop.nl zien we hoe Nederland, doorgaans onder Amerikaanse vlag, deelneemt aan verschillende gewapende conflicten. En vooral hoe het parlement over dit optreden telkens weer werd misleid. Aan de hand van Karabuluts pen breng ik enkele affaires in herinnering.

Afghanistan

O ja, Afghanistan. Ik kan me voorstellen dat de politici die hebben ingestemd met de Nederlandse bijdrage aan de oorlog daar dit onderwerp graag vergeten en het niet uit zichzelf naar voren zullen brengen in hun campagnes. ‘We zijn constant voorgelogen’, schrijft Karabulut. Over de Kunduz-missie bijvoorbeeld. Het zou gaan om de opleiding van politieagenten. Maar net als in de eerdere zogenaamde ‘opbouw-missie’ bleek deelname aan gewapende conflicten onvermijdelijk. Uit een opiniebijdrage in Trouw, 2018:

Foto: Het Tetrapylon dat volgens de laatste berichten is verwoest door IS copyright ok. Gecheckt 12-10-2022

Vandalisme en plundering

ACHTERGROND - De zogenaamd Islamitische Staat lijkt te zijn verslagen. Een organisatie die met vandalisme en plundering nogal wat antiek erfgoed heeft vernietigd. Of toch niet? Een overzicht.

Syrië

De erfgoedschade in Syrië is vooral toegebracht door het regime. De zogenaamd Islamitische Staat heeft zich beperkt tot acties die eerder mediageniek waren dan schadelijk. Ik wil ze daarmee – dit schrijf ik met nadruk – niet bagatelliseren want de schade is reëel, maar het waren toch vooral de personeelsadvertenties van een terreurgroep en de westerse media hebben de taak van megafoon goed op zich genomen. Het beschadigen van oudheden was voor IS echter geen echt doel. Als dat zo zou zijn geweest, had het Resafa kunnen plunderen, maar het liet die stad ongemoeid.

Er is echter wel degelijk schade, zeker. Maar hoe onaantrekkelijk de vernietiging van de tetrapylon in Palmyra ook moge zijn geweest, het was een twintigste-eeuwse herbouw en hij wordt inmiddels opnieuw herbouwd. De schade aan de woestijnstad was al met al minder dan bijvoorbeeld die aan Apamea, waar vandalen een complete antieke stad systematisch omspitten. De satellietfoto’s waarop dat is te zien, tonen dat de kuilen zich uitsluitend bevinden op de archeologische site. De omringende akkers bleven onaangetast. Dat de plundering zich beperkte tot overheidsland, bewijst dat dit een operatie was van het Syrische leger.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Eva Jinek copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

De moed om rechts te zijn

ANALYSE - ‘Links is soft en rechts is flink’, dat is althans het beeld dat rechts ons graag voorhoudt. Ze zijn de lafheid van hun linkse opponenten zat en pleiten voor doortastend en hard optreden. Als er een rechts devies zou zijn, dan is het wel zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Zo ook weer afgelopen vrijdag in de talkshow Jinek, toen de vraag werd besproken of we vrouwelijke Syriëgangers en hun kinderen naar Nederland moeten halen.

De discussie werd ingeleid met een fragment uit het Gesprek met de Minister President, van eerder die avond, waarin Mark Rutte uitlegt dat hij weliswaar aarzelingen heeft ‘want het is natuurlijk niet Bremen of Hamburg waar we ze weghalen’, maar hij gaat toch kijken of het kan want het moet van de rechter.

Volgens Joost Vullings heeft Rutte nu last van zijn eerdere flinkheid. Rutte wordt geconfronteerd met stoere uitspraken die hij deed tijdens de campagne. Hij beweerde toen dat we deze mensen maar beter daar kunnen laten sneuvelen. Helaas steekt de rechter daar nu een stokje voor want ze moeten naar Nederland gehaald worden om berecht te worden.

Na de heldere uitleg van Joost Vullings mag Jort Kelder zijn mening geven. Jinek vraagt ‘Jort, verwacht je dat de VVD gaat zeggen, laten we die kinderen maar terughalen?’ Jort Kelder denkt van niet en eigenlijk hadden we moeten doen wat de Fransen deden. Warrig legt hij uit:

Foto: Roel Wijnants (cc)

Misbruik van het staatsgeheim

OPINIE - Strooide minister Stef Blok te makkelijk met het label staatsgeheim om lastige vragen te omzeilen?

Deze vraag stelde Trouw gisteren naar aanleiding van een Kamerdebat waarin het parlement opheldering wil over de levering door Nederland van ‘non-letal’ goederen aan Syrische rebellen.

Blok beroept zich herhaaldelijk op het staatsgeheime karakter van het hulpprogramma, schrijft de krant, waardoor hij in het openbaar geen antwoorden kan geven. Dat zou mensenlevens op het spel zetten. Bovendien waren er inlichtingendiensten en bondgenoten betrokken bij de steun. Beiden zegt hij niet in de schijnwerpers te kunnen zetten. Daarmee bezorgt hij het parlement in zijn controlerende functie een probleem. Kern van de verhouding tussen regering en parlement in een democratie is dat de eerste zich verantwoordt tegenover de laatste. Zodat wij als burgers weten waar we aan toe zijn en ons standpunt kunnen bepalen als we onze stem weer eens mogen uitbrengen.

Staatsgeheimen passen slecht in een democratie. Openheid is een voorwaarde voor democratische besluitvorming. Geheimhouding van staatszaken voor volksvertegenwoordigers is een hardnekkig restant van ouderwetse, autoritaire opvattingen over de verhouding tussen staat en burgers. Tot halverwege de vorige eeuw was het heel gewoon dat de staat bij voorkeur zo weinig mogelijk openbaarde. Alleen als het moest. Aandrang van volksvertegenwoordigers of journalisten kon zonder grote problemen worden gepareerd. Sinds de democratiseringsbeweging uit de jaren zestig en zeventig is openheid een vanzelfsprekend vereiste voor alle vormen van bestuur. De praktijk blijkt echter weerbarstig als we kijken naar de geschiedenis van de wetgeving over openbaarheid van bestuur. Of naar de afloop van tal van gevoelige politieke thema’s, niet zelden gelieerd aan oorlogsvoering, waarbij de openheid moest komen van onderzoeksjournalisten die bewinsdslieden al dan niet met een beroep op staatsgeheimen in de problemen brachten (zie onder meer hier, hier en hier)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende