Rutte heeft meermaals aangegeven een premier voor alle Nederlanders te willen zijn. Terwijl zijn voorgangers daarin slaagden, zal het hem niet lukken.
In de eerste plaats heeft Rutte geen echte meerderheid in de Tweede Kamer. Als hij hoofden aldaar gaat tellen, redt hij het net (niet). Maar hoe zit het met de harten? De samenwerking met antiliberale partijen is alleen mogelijk doordat een aantal Kamerleden hardhandig in het gareel is gebracht. Of weggewerkt. Hoe lang houd je dat als premier en kabinet vol en hoeveel krediet win je ermee? Een getalsmatige meerderheid betekent nog geen steun van de meerderheid. Daarnaast, Rutte claimt de overwinning, maar hoe groot is de VVD nu echt?
Door zijn lot te verbinden aan SGP en PVV, die door een overgrote meerderheid ronduit worden verafschuwd, zal Rutte erg hard moeten lopen om niet zelf met een kwade reuk besmet te raken. Daarnaast heeft de formatie tot nu toe bij velen het idee achtergelaten dat een alternatief voor dit gruwelkabinet nooit goed onderzocht is, of in ieder geval geen eerlijke kans heeft gekregen.
Maar Rutte heeft ook een inhoudelijk probleem. De enorme bezuinigingen die op stapel staan zullen het ideologische gat tussen VVD en linkse en progressieve partijen verder vergroten. Een niet onaanzienlijk deel van het electoraat, waaronder dat van de PVV overigens, is de neoliberale heilssprookjes van de VVD meer dan zat, ook al bleef dat in de verkiezingen onderbelicht. Het voorgestelde recept – meer privatisering, risico’s afwentelen op de burger –zal de liefde voor Rutte er bij velen niet groter op maken.