Omdat ik met een schuin oog de Amerikaanse media volg, pik ik iets mee van de Amerikaanse voorverkiezingen. Democraten en Republikeinen moeten een kandidaat kiezen en de gegadigden zijn zich nu reeds behoorlijk aan het warmdraaien.
Beide kampen worden belaagd door populisten. In het Democratische kamp begint de status quo zich inmiddels zorgen te maken dat hun gedoodverfde winnaar, Hillary Clinton, wel eens last zou kunnen krijgen van Bernie Sanders, die volle zalen trekt, en in de staat Iowa veel meer democratische kiezers weet te bekoren dan het Hillary-kamp lief is.
De gevestigde orde begint zich toch een beetje zorgen te maken: ‘Waarom hoor ik niemand van de pers zeggen dat Sanders een socialist is?!’, sneerde Claire McCaskill onlangs in het programma Morning Joe. Op de vraag met welke drie programmapunten van Sanders ze het precies oneens was, had ze uiteraard geen antwoord.
Probleem is bovendien, Sanders mag dan buiten de mainstream van Washington en de media liggen, zijn standpunten en linkse populisme komen behoorlijk overeen met hoe veel Amerikanen denken.
Het Republikeinse kamp is al helemaal een zooitje.
Trump
De kandidaat die nu vooroploopt is het saaie broertje van George W. Bush, Jeb, gevolgd door een rataille van christelijke fundamentalisten, mafketels en verbloemde blanke supremacisten, stuk voor stuk onderhorig aan hun rijke donors. Deze paljassen en grijze muizen worden echter allemaal overschaduwd door ongeleid projectiel Donald Trump. In tegenstelling tot de dog whistle politicians waar de Republikeinse partij uit bestaat, ziet Trump er geen been in om full retard te gaan. En dat slaat enorm aan bij de Republikeinse kiezer.