Wachten op de trotse racisten
ACHTERGROND, ANALYSE - Hoe verhard de maatschappelijke discussie ook mag zijn, er zijn nog steeds geen mensen die het leuk vinden om racist genoemd te worden.
Mensen kunnen rustig volhouden dat een andere huidskleur nu eenmaal een indicatie is van domheid, of grapjes maken als een aantal witte sociaal zwakkeren een aantal kinderen van net aangekomen vluchtelingen intimideert. Sommigen tonen zich trots op het feit dat het lot van anderen hen niet interesseert wanneer ze op een afstand van meer dan 250 kilometer geboren zijn, of laten weten dat Arabieren ‘nu eenmaal’ zus of zo zijn. Dat zijn allemaal zaken die mensen tien jaar geleden niet zo snel in het openbaar zouden zeggen, maar de term racisme is kennelijk een stap te verm. De sprekers reageren vrijwel onveranderlijk als door een wesp gestoken zodra iemand zegt dat ze racistisch zijn.
Wat zegt dat over het begrip racisme? Waarom zijn er geen trotse racisten?
Melk
In de eerste plaats is het racisme natuurlijk een wetenschappelijke theorie, en wel een die geen hout snijdt: de theorie dat de mensheid kan worden onderverdeeld in een overzichtelijk aantal duidelijk van elkaar afgebakende groepen op basis van hun afkomst, rassen. Voor veel racisten is er bovendien een tweede deel van de theorie, die zegt dat sommige rassen superieur zijn aan anderen in bijvoorbeeld intellectueel of moreel opzicht. Doorgaans is het superieure ras dat van de aanhanger van de racistische theorie in kwestie.