Onterecht opgelucht?
ANALYSE - Opluchting alom vorige maand: de Zwedendemocraten kregen minder stemmen dan verwacht. Maar dit zegt meer over een strategie van andere Zweedse partijen dan over kiezersvoorkeuren. Bovendien nadert de uiterste houdbaarheidsdatum van die strategie – ook voor VVD en CDA.
“Niet veel geluid, een paar mensen klappen. Duidelijk niet waarop ze gehoopt hadden.” Zo luidde een tweet van een journalist van de Financial Times over de reactie bij de Zwedendemocraten op de verkiezingsuitslag op de avond van 9 september. De anti-immigratiepartij kreeg 17,5% van de stemmen, terwijl ze in de meeste peilingen de afgelopen twee jaar er beter voor hadden gestaan.
Het doet denken aan de PVV bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. In december stond de PVV op 32 zetels in de Peilingwijzer, maar het werden er uiteindelijk twaalf minder. Er bestaan weliswaar grote verschillen tussen de Zweedse en de Nederlandse politiek, maar er is één overeenkomst: centrumrechts reageerde op dezelfde manier op de anti-immigratiepartij: door isoleren en imiteren.
Premier Mark Rutte (VVD) gaf een duidelijke demonstratie van isoleren plus imiteren ten beste. Op 15 januari 2017 zei hij dat hij nooit met de PVV zou regeren en herhaalde dat later in de campagne (isoleren). Op 22 januari, niet toevallig precies een week later, schreef Rutte zijn “brief aan alle Nederlanders,” ostentatief om PVV-kiezers te paaien, wat hij sindsdien steevast probeert (imiteren).