Kunst op Zondag | Antiek glas

Een van de oudejaarsvragen betrof antiek glas: viel er iets te zeggen de wijze waarop het werd vervaardigd en kunnen we het namaken? De tweede vraag is makkelijk te beantwoorden: ja, dat kunnen we. Er zijn diverse ateliers, zoals dit, en u kunt de producten kopen in de meeste museumwinkels. De vraag hoe ze het in de Oudheid maakten, is lastiger. Er gaat namelijk een andere vraag aan vooraf: wat is glas eigenlijk? Het is feitelijk vloeibaar gemaakt en daardoor bewerkbaar silica. Dat valt te winnen uit gewoon zand, maar voor de glasmaker aan het werk kan, moet hij twee problemen oplossen. De eerste moeilijkheid is dat hij het smeltpunt van silica moet verlagen van rond de 2000°C tot 1200°C. Daarom voegt de glasmaker soda (natriumcarbonaat) toe, dat valt te winnen uit planten. Dit creëert een nieuwe complicatie, namelijk dat het product zo oplosbaar wordt. Daarom voegt hij ongebluste kalk (calciumoxide) toe. Zo wordt het mengsel weer harder en kunnen we, om eens iets te noemen, water drinken uit een glas. De verhouding tussen de drie bestanddelen varieert rond de 70% silica, 25% soda en 5% calciumoxide.   Babylonische instructie voor de glasmaker (Pergamonmuseum, Berlijn) Het oudste glas Het procedé was rond 2500 v.Chr. al bekend in Egypte en Mesopotamië, en is vermoedelijk ontdekt als bijproduct van de productie van faience. De natuurlijke kleur van glas is licht blauwgroen, zoals te zien op foto bovenaan dit blogje. Onzuivere ingrediënten kunnen de kleur wat meer blauw of wat geler maken. In het Uluburun-wrak uit de veertiende eeuw v.Chr. is diepblauw glas gevonden, waarover ik het al eens heb gehad. Daar was kobalt aan toegevoegd. Glasbaren uit het Uluburunwrak (Museum voor onderwaterarcheologie, Bodrum) De eerste echte glazen voorwerpen zijn gemaakt in het Egypte van de Achttiende Dynastie, laten we zeggen vanaf de tijd van koning Toetmoses III (r.1479-1425). Het gaat om kleine flesjes. Die maakte men door eerst wat organisch materiaal te wikkelen rond een staafje, daar dan met een spatel gesmolten glas omheen te rollen en het geheel te laten afkoelen. Daarna verwijderde men het organische materiaal en het staafje. Zo ontstond een langwerpig kruikje. Later zou men ook mallen gaan gebruiken om glas in vorm te drukken. Fenicisch glazen kruikje (Kunsthistorisch museum, Boedapest) De eerste experimenten met kleur vonden ook plaats in Egypte. Het was niet ongebruikelijk om lijntjes in verschillende kleuren toe te voegen, om zo albast te imiteren. Zo’n kruikje heette nog eeuwenlang een alabastron. Een andere ontdekking was dat je glas reflecterend kon maken door loodoxide toe te voegen. Zo kon men spiegels maken. Over de vraag wat er is veranderd in het menselijk zelfbeeld sinds de uitvinding van de spiegel, kunnen we alleen speculeren, maar het Griekse verhaal over Narkissos, die verliefd was op zijn spiegelbeeld, is suggestief. Blank glas, in een mal gevormd (Musée Grand Curtius, Luik) Fenicië en Italië De volgende innovatie vond plaats in de Vroege IJzertijd, rond 1000 v.Chr., in Fenicië. In de havensteden Sidon en Tyrus ontdekten glasmakers dat ze glas transparanter konden maken door antimoon toe te voegen. Eeuwen lang bleef glas een luxeproduct, dat bij de IJzertijdelites extreem populair was. U kent het uit de musea, die meestal concentreren op hellenistisch Griekenland en Rome. Glazen armbanden zijn echter ook in Keltische graven gevonden. De hele antieke wereld was er verliefd op. Glazen armbanden (Keltenmuseum, Manching) Een massaproduct is het nooit geweest, maar het werd wel een gangbaarder product toen de Feniciërs in de eerste eeuw v.Chr. de blaaspijp uitvonden, waardoor de productie eenvoudiger werd. (Het oudst bekende atelier is in Jeruzalem.) Het was nu makkelijker glas te produceren in grote hoeveelheden. Dat maakte het wat goedkoper. Karhaags glazen hoofdje (Louvre, Parijs) Een derde fase in de glasproductie voltrok zich in Italië. In de loop van de Keizertijd verving glas, inmiddels een relatief goedkoop product, het traditionele luxeaardewerk terra sigillata. Romeins glas is overal gevonden tussen de Atlantische Oceaan tot Baktrië en via de Zijderoute tot in China en zelfs Japan. Millefioriglaswerk (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden) Nieuwe toepassingen De prijs van onversierd glaswerk was afhankelijk van het gewicht van het object. Versierd glaswerk was uiteraard duurder. Mooie voorbeelden zijn millefiori-glaswerk en het type beker dat bekend staat als vasa diatreta. Vasa diatreta (Museo Civico Archeologico, Milaan) Uiteraard bestaat er naast serviesgoed ook zoiets als vensterglas. Dit lijkt tijdens de regering van keizer Nero (r.54-68 na Chr.) aan populariteit te hebben gewonnen. Het bleef echter zeldzaam, want het is niet makkelijk grote ruiten te maken. Het halfdoorzichtige seleniet was een alternatief. Het is nog te zien in de kerk van Santa Sabina op de Aventijn in Rome. Vis van veelkleurig glas (Archeologisch museum, Zagreb) De Romeinen waardeerden vooral veelkleurig glas. Zoals ik al zei konden kleine toevoegingen het product, dat van zichzelf blauwgroen is, geler of blauwer maken. Glasmakers ontdekten echter nieuwe kleuren. Lichtbruin – zeg maar barnsteenkleurig – glas valt te maken door toevoeging van zwavel en ijzer. Blauw glas bevat kobalt. Kleine hoeveelheden lood en koper maken glas rood en mangaan maakt het paars. Groen glas is gemaakt door koper en lood of ijzer toe te voegen. Wat zwart glas wordt genoemd, is in feite mica of heel donkergroen, paars of bruin glas. Parthische rhyton (Nationaal museum, Teheran) Avaarse drinkhoorn (Nationaal museum, Boedapest) Glazen urn (Archeologisch museum, Cádiz) Glasportret van Agrippina (Museum Carlisle) Glazen portretje (Museum Hannover) Glazen schaal (RMO, Leiden) Vasa dietra (Landesmuseum, Trier) Boksers (Vaticaanse Musea, Rome) Sassanidische dromedaris (Institut du monde arabe, Parijs) Ik noem nog even dat glas bruikbaar is om mozaïeken mee te maken. Een wondermooi voorbeeld zag ik in het museum van Isthmia. Daarover schreef ik eerder hier. Ik rond af met de opmerking dat de beste museale collectie glas, antiek en recent, is te bewonderen in het Musée Grand Curtius in Luik. Glasmozaïek uit Kenchreai (museum van Isthmia)  

Door: Foto: Joan (cc)
Foto: (c) Livius.org

De eerste filosofen (2): Pythagoras

ACHTERGROND - Pythagoras. We kennen hem allemaal nog wel van zijn welbekende stelling, waarmee we de lengte van de zijden van een rechthoekige driehoek kunnen berekenen. Op basis van de lengte van twee zijden, berekent Pythagoras’ stelling de lengte van zijde nummer drie. Best handig in bijvoorbeeld de bouwkunde. Maar wie was deze man?

Wie was Pythagoras?

Pythagoras leefde net als Xenofanes in de zesde eeuw voor onze jaartelling. Over zijn leven doen de wildste verhalen de ronde. Hij is hoogstwaarschijnlijk geboren op Samos, en heeft vervolgens flink wat van de wereld gezien. Zo zou hij een flink deel van het Middellandse Zeegebied hebben verkend, en ook Perzië en Egypte hebben bezocht. Volgens sommige bronnen is hij zelfs tot in India gekomen. Maar hij zou ook geboren zijn met een gouden dijbeen, zijn tijd hebben verdreven met het verrichten van wonderen, en bovendien goddelijk zijn. We hoeven niet alles te geloven.

Wat we van Pythagoras weten is beperkt. De grap is dat we niet eens met zekerheid kunnen zeggen of Pythagoras zelf zijn bekende stelling wel heeft bedacht, of dat die op het conto van een van zijn volgelingen kan worden gezet. Binnen zijn beweging was het namelijk heel normaal dat iedere briljante vondst aan de meester zelf werd toegeschreven. Dus wellicht heeft Pythagoras zitten pronken met andermans veren.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

ISIS financiert z’n oorlog met geplunderde kunstschatten

REPORTAGE - Een korte reportage van de Wall Street Journal van drie weken geleden werpt het licht op een belangrijke inkomstenbron van ISIS: het plunderen van oudheidkundige kunstschatten. Via tussenpersonen worden deze verkocht aan westerse kopers. Geschatte opbrengst voor ISIS: 88 miljoen dollar per jaar.

Het vernietigen van kunstschatten door ISIS is breed uitgemeten in de media. Wellicht was dat meer een PR-stunt en wil ISIS toch vooral ook aan de kunstschatten kunnen verdienen.

Foto: Stadsgezicht op een olielamp (Römisch-Germanisches Museum, Keulen) copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Kunst op Zondag | Olielampen

ACHTERGROND - Het Römisch-Germanisches Museum in Keulen is momenteel wegens een langdurige verbouwing gesloten. Ik hoop dat als het weer open gaat, ook de studiecollectie olielampjes er weer is: ooit hingen er honderden lampjes, met allerlei afbeeldingen, zodat je een fantastisch beeld kreeg van wat de Romeinen leuke afbeeldingen vonden. Je had bloemen, mythen, erotiek, goden, dieren, voorwerpen, gladiatoren: alles wat een mens maar verzinnen kon stond wel eens op zo’n lamp.

Maar er valt met lampen meer te vertellen. Het bovenstaande plaatje is een stadsgezicht. Gevonden in Keulen (en in principe te zien in het Römisch-Germanisches Museum) maar vervaardigd in Noord-Afrika. Dat vertelt ook iets over de antieke netwerken. Blijkbaar is ooit iemand van Karthago naar Keulen gegaan – we hebben uit die laatste stad ook de grafsteen van een legionair uit Tunesië die overleden is aan de Rijn – en heeft deze lamp meegenomen.

Fenicische olielamp (Musée d’Utique) Foto - Jona Lendering

Fenicische olielamp (Musée d’Utique)

De oudste olielampen waren simpele schaaltjes zoals de bovenstaande uit Utica: een schaaltje waarin twee lonten konden branden, drijvend op een kraal. Later werden de bovenkanten bedekt, zodat een lampje kon worden meegenomen zonder dat je olie lekte (en per ongeluk je huis in brand stak), en al snel kwamen de mooiste plaatjes erop.

Foto: jiejun tan (cc)

De wereld vóór God

RECENSIE - In 1945 verscheen Bertrand Russells A History of Western Philosophy. Het boek was direct een geweldig succes. Dat had waarschijnlijk alles te maken met het feit dat het het levenslicht zag in het laatste oorlogsjaar. Na de waanzin van de Tweede Wereldoorlog bracht de beroemde filosoof een hoopvolle boodschap. A History was een hoopgevende samenvatting van de groei van het westerse filosofische denken, van de tijd van Socrates tot aan… Russell himself. Jazeker, er bestond vooruitgang. Russell schetste een lange keten van denkers die op elkaars inzichten hadden voortgebouwd, die ons denken hadden verdiept, en die leidde naar de moderne filosofen die door middel van linguïstische analyse de laatste filosofische vragen zouden kunnen oplossen. Voor dat stralende vooruitzicht (eigenlijk voor zijn hele oeuvre, maar de jury noemde expliciet A History) kreeg Bertrand Russell in 1950 de Nobelprijs voor de literatuur.

Russells boek maakte de geschiedenis van de filosofie tot een huiskameronderwerp. Maar het had uiteindelijk hetzelfde effect als Gibbons Decline and Fall of the Roman Empire.

Latere auteurs konden niet anders dan eer betonen aan deze voorganger, aan zijn fraaie stijl, zijn overzicht en rechtlijnige visie. Hier lag een niet te negeren monument van wijsheid. Elke geschiedenis van de filosofie werd daar voortaan ter controle langs gelegd. En het was een boek met een niet te negeren boodschap: filosofie is een uniek westers concept, en een ongehoord succesverhaal. Vrijwel alle latere auteurs moesten zich daarnaar gedragen. What more was there to tell?

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: mararie (cc)

De onzichtbare vertaler

RECENSIE - Een welkom eerbetoon aan Willem van Moerbeke, een van de grondleggers van de Europese wetenschappelijke traditie

In Oost-Vlaanderen zijn er twee dorpen met de naam Moerbeke. Het ene ligt in Waasland, ten westen van Antwerpen, het andere ligt ten westen van Brussel. Dat tweede Moerbeke beschouwt zichzelf als de geboorteplaats van Willem van Moerbeke. Vlakbij de kerk is er een straat naar hem vernoemd. Maar er is een derde, een betere kandidaat: Morbecque, in Noord-Frankrijk, niet ver van Saint-Omer. Als Willem daar naar is vernoemd, als hij die titel voer, dan zou dat veel verklaren, zo constateert Pieter Beullens. Dan weten we weer iets meer over deze man.

Willem van Moerbeke is iemand die je met recht kunt aanduiden als een ten onrechte vergeten intellectuele reus. Iedereen kent Thomas van Aquino (1225-1274), de geniale theoloog en geleerde die de Kerk (en de Parijse universiteit) wees op de waarde van de geschriften van Aristoteles, en die daarmee de basis legde voor een intellectuele revolutie. Maar deze reus stond op de schouders van een andere reus: Willem van Moerbeke. Willem is verantwoordelijk voor de bijna volledige vertaling van de (Griekse) werken van Aristoteles naar het Latijn. Hij opende daarmee de deur waar Thomas door kon lopen.

Foto: Stephen McParlin (cc)

De wereld vóór god

RECENSIE - Jona Lendering besprak op zijn blog het boek van Sargasso-redacteur Kees Alders (aka Klokwerk) over filosofie van de oudheid.

Bekentenis: ik was al ergens halverwege mijn vierde jaar aan de universiteit toen ik me realiseerde dat ik noch bij de colleges oude geschiedenis, noch bij de colleges antieke filosofie ooit had gehoord over het Organon, de verzameling van zes teksten waarmee Aristoteles de grondslagen legde voor de logica en daarmee, indirect, voor alle latere wetenschap. Op de middelbare school had ik er wel van gehoord, aan de universiteit werd het overgeslagen. Dat zal inmiddels wel zijn verbeterd, maar in de eerste jaren na de Deetman-kaalslag was het denkbaar dat je naar een universiteit ging om iets te leren over de Oudheid en dat je daar het belangrijkste niet meekreeg. Ik heb me er later in verdiept en mijn exemplaar van Aristoteles’ Analytica Priora vertoont inmiddels sporen van intensief gebruik, maar ik blijf me onhandig voelen als het gaat over antieke filosofie.

Toch ben ik niet helemaal onwetend. Ik heb de reguliere colleges antieke filosofie, incompleet of niet, natuurlijk wel gevolgd en ben later lid geweest van een discussiegroep. Daar viel me op dat een filosoof en een historicus niet dezelfde accenten leggen. Te kort door de bocht samengevat probeert de laatste een denkbeeld te plaatsen in een historische context terwijl de eerste reflecteert over het denkbeeld zelf. Een historicus kan zich bijvoorbeeld afvragen of een opvatting niet anachronistisch aan Pythagoras is toegeschreven terwijl een filosoof nadenkt over de pythagorese mathematisering van het wereldbeeld.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Een van de gestolen kleitabletten (© U.S. Attorney's Office for the Eastern District of New York) copyright ok. Gecheckt 06-09-2022

Een boete voor de Green Collection

Het is nieuws in de marge, een berichtje dat maar een enkeling iets zegt, maar dat daarom nog niet minder belangrijk is: de Green Collection gaat oudheden teruggeven en betaalt een boete. Wat is de Green Collection, wat is er gebeurd, wat was er verkeerd en wat betekent dit voor de toekomst?

Wat is de Green Collection?

De Green Collection is de oudheidkundige verzameling van de Amerikaanse familie Green, eigenaars van een groot winkelbedrijf én oprichters van een conservatief-christelijk bijbels museum in Washington. Het verbluffende is dat de verzameling er zo maar in een keer was en ook meteen buitengewoon groot was. Nog verbluffender was dat niemand had gemerkt dat de Greens op enorme schaal oudheden hadden aangekocht. Bona fide handelaren horen zoiets te merken en dat was niet het geval.

Dat riep de verdenking op dat de collectie was aangekocht op de zwarte markt en die verdachtmaking was na de Arabische Lente, toen enkele musea en niet-bewaakte grafvelden in Egypte werden geplunderd, bepaald niet ongeloofwaardig. (Overigens schrikken bewakers plunderaars niet af: de universiteit van Leuven heeft nog onlangs de pensioenen aangevuld van de bewakers die bij de Leuvense opgraving Dayr al-Barsha zijn vermoord.) Na de erfgoedcrisis in Egypte begrepen ook de zogenaamd Islamitische Staat en de Syrische regering dat je heel veel geld kon verdienen op de markt in illegale oudheden. De verdenkingen tegen het Mesopotamische deel van de Green Collection waren voor de FBI voldoende om een onderzoek te beginnen.

De gedragsbioloog en de Bijbel

ACHTERGROND - Vorige week zaterdag publiceerde De Volkskrant een interview met de gedragsbioloog Carel van Schaik en de Duitse wetenschapsjournalist en historicus Kai Michel, die het joodse deel van de Bijbel hebben gelezen vanuit het perspectief van biologisch antropologen. Dat kan de moeite waard zijn – ik heb het boek niet gelezen – maar van het interview wordt een mens niet vrolijk.

De Bijbel heeft niets te maken met het woord van God, maar alles met het woord van de mens.

Duh. Teksten worden geschreven door mensen en mensen scheppen zich – als we ons tot religie beperken – goden, gebeden, mythen, rituelen, verhalen, regels. Dat geldt voor het Egyptische Dodenboek, dat geldt voor de teksten uit het oude Babylonië, dat geldt voor de Perzische Avesta, en dat geldt voor joodse religieuze teksten. Ik denk dat er onder de lezers van De Volkskrant niet één is die de geciteerde platitude niet heeft herkend.

Van Schaik licht toe dat de Bijbel werd samengesteld omdat de joodse samenleving in het reine moest zien te komen met de maatschappelijke veranderingen die het gevolg waren van het ontstaan van de landbouw. Die had de wereld nogal op zijn kop gezet en dus waren er gedragsregels, rituelen en wetten nodig. Dat is waar; het is immers een logische tautologie. De menselijke cultuur (waarvan gedragsregels, rituelen en wetten een onderdeel zijn) is nu eenmaal – met excuus voor het jargon – de extra-somatische vorm van adaptatie waarmee mensen reageren op hun veranderende omgeving.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Glyn Nelson (cc)

Rome en wij

ACHTERGROND - U kent de scène uit Life of Brian. Een anti-Romeinse verzetsgroep, het Volksfront van Judea, is in vergadering en de voorzitter herinnert eraan dat de Romeinen de bevolking onderdrukken en niets goeds tot stand brengen. Dan volgt de beroemd geworden retorische vraag “What have the Romans ever done for us?” waarop meteen iemand antwoordt dat de bezetter een waterleiding heeft aangelegd. Nadat iedereen zaken heeft genoemd die de Romeinen wél hebben gedaan, herhaalt de voorzitter zijn vraag in iets aangepaste vorm:

All right… but apart from better sanitation and medicine and education and irrigation and public health and roads and a freshwater system and baths and public order… what have the Romans done for us?

Het toenmalige antwoord is bekend. “Better sanitation and medicine and education and irrigation and public health and roads and a freshwater system and baths and public order” vat het redelijk samen. Maar wat betekenen de Romeinen voor ons, anno 2014? Waarom bestuderen onderzoekers het Romeinse Rijk? Waarom was iedereen die ook maar een béétje in de Oudheid is geïnteresseerd, afgelopen weekend in Nijmegen om het Romeinenfestival mee te maken?

Er zijn twee manieren waarop een verleden cultuur voor ons actualiteit kan hebben. De ene manier is als wij ons gedrag aanpassen aan iets van vroeger. Het beste voorbeeld dat ik (met een slaapstoornis) ken is onze dagindeling. Hoewel we allemaal verschillende biologische klokken hebben, delen we hetzelfde vroege ritme en zijn we bereid daar een hoge prijs voor te betalen. Het staat vast dat de ochtendspits veiliger wordt als avondmensen latere kantoortijden krijgen. Ook weten we dat kinderen ’s middags beter leren dan ’s morgens. Desondanks houden we collectief vast aan een vroeg dagritme dat stamt uit een oude, agrarische samenleving.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende