Informatiestrijd tegen de overheid
Het is een zorgwekkende paradox van onze tijd. De burger staat ten opzichte van de overheid steeds meer in zijn blootje, terwijl de overheid zich steeds meer afschermt voor de kritische blik van de burger. Een nieuw kabinet zal serieus werk moeten maken van transparantie. Twee maatregelen liggen voor de hand: breng het aantal pr-functionarissen drastisch terug en verbeter de Wet openbaarheid van bestuur. Bericht over een experiment.
Vroeger (vroegûh) belde je als journalist gewoon een ambtenaar als je iets moest weten of een overheidsstuk wilde hebben. Met de toenemende vervlechting van media en politiek, werden daar professionele woordvoerders en voorlichters tussen geplaatst. Onlangs werd bekend dat er tien keer zoveel woordvoerders, voorlichter en pr-functionarissen (150.000) werkzaam zijn dan journalisten (15.000). De journalist van nu dient zich bij hen te verstaan. Tegenwoordig werkt het vrijwel overal zo dat je voor ieder wissewasje de perswoordvoerder belt.
Een goede woordvoerder is een gids. Die helpt je mee om in het woud van instellingen en ambtelijke afdelingen de juiste openbare informatie te vinden. Want let wel: informatie van de overheid is publiek bezit. Maar net zoals er slechte journalisten zijn, zijn er ook slechte woordvoerders. Die stellen zich op als censor. Niet alleen verlopen de contacten met ambtenaren via de woordvoerder, ook alle informatie wordt eerst beoordeeld, tegengehouden of voorzien van de gewenste spin. Niet het belang van openbaarheid staat voor hen voorop, maar de instantie of de bewindspersoon die ze vertegenwoordigen. De instantie of bewindspersoon is een merk dat gebrand wordt.