DATA - De Amerikanen hebben heel wat minder monumenten dan de Europeanen, wellicht dat ze daarom nog zuiniger zijn met de korte historie die ze hebben. Dat ze ook overheidsdata zorgvuldig bewaren, had ik al eens geconstateerd bij onderzoek naar de familiegeschiedenis. Maar blijkbaar is ook allerlei beleidsinformatie goed terug te vinden.
In ieder geval ben ik onder de indruk van deze grafiek, die maar liefst veertig jaar teruggaat in de tijd. Het laat de prestaties zien van leerlingen op wiskunde en rekenen. De zogenaamde Nation’s Report Card zou iedere beleidsmaker bescheiden moeten maken. Er is wel enige progressie, maar dat duurt dus wel een generatie. Opvallend vind ik dat vooral de jongere groep (leeftijd negen jaar) sterke stijging laat zien. De verschillen op zeventienjarige leeftijd zijn veel minder groot.

NAEP 2012, Trends in Academic Progress, Reading 1971–2012 | Mathematics 1973–2012
In het rapport staat ook dat leerlingen nu gemiddeld in lagere klassen zitten dan in 1978. Toen zat 72 procent van de dertienjarigen in 8th grade, nu 60 procent. Het aandeel van dertienjarigen in de 7th grade is gestegen van 28 naar 39 procent.
Als ik dat goed interpreteer, dan hebben leerlingen dus meer onderwijsuren gehad dan veertig jaar geleden: een stijging in niveau zou dan helemaal niet zo gek zijn. Je kunt ook stellen dat men veertig jaar geleden met minder inspanning meer resultaat bereikte. Maar dat zijn allemaal suggestieve opmerkingen. De auteurs wijzer er expliciet op dat het rapport alleen trends weergeeft en geen oorzaken aanwijst.