De voortgezette olifant van bachelor/master

https://twitter.com/janosbetko/status/1543851353382035461 Voor het eerst sinds tijden heb ik weer eens een Twitter-draadje gemaakt. Aanleiding is dit artikel van Maurice Limmen, de voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De mensen die het in de oorspronkelijke vorm willen lezen kunnen hierboven klikken, hier volgt een wat meer prozaïsche versie. Het artikel van Limmen gaat in grote lijnen over het onderscheid wo/hbo, en dat hoewel gelijkwaardig (te) veel studenten kiezen voor wo en het hbo op sommige plekken krimpt, wat schadelijke gevolgen heeft. Waarom ik hier iets over wil zeggen, is omdat in dit artikel, hoeveel zinnigs er verder ook in staat, vakkundig een olifant wordt vermeden als het gaat over het onderscheid tussen uni en hbo. En ik wil het hebben over die olifant: het voortgezet onderwijs. We gaan terug naar voor de invoering van het bachelor/master-stelsel, net na de wisseling van het millennium. Het was toen vrij eenduidig. Een hbo-opleiding duurde 4 jaar, een wo-opleiding 4, 5 of 6 jaar. Het hbo daar kon je terecht na de havo, en de universiteit na het vwo. Dat vwo was (veel) moeilijker dan de havo én duurde een jaar langer. De universiteit was moeilijker (het niveau was 'hoger'). Al heb ik een hekel aan het normatieve ‘hoger/lager’ verhaal, ik gebruik de termen hier toch maar even voor de duidelijkheid. Toen kwam bachelor/master. Universiteit en hbo leidden sindsdien (deels) op voor hetzelfde niveau: het bachelorniveau. Op de universiteiten werden de opleidingen die (veelal) opleidden tot drs. in twee stukken gehakt: drie jaar voor een bachelor, en de resterende 1, 2 of 3 jaar (afhankelijk van de opleiding)  voor de master. Hbo-opleidingen werden allemaal bacheloropleidingen, en langzaamaan kwamen er ook (1-jarige) hbo-masters naast. Het verhaal daarbij: het niveau is hetzelfde, alleen de oriëntatie is anders. Wo-bachelors en masters zijn wetenschappelijk georiënteerd, en hbo-bachelors en masters professioneel georiënteerd. Nu is dat theoretisch op zich prima mogelijk, maar, ik heb de hint al gegeven, dat wordt natuurlijk erg lastig wanneer er niets verandert aan het voortgezet onderwijs. Want daar heb je nog steeds een vwo en een havo. Waarbij die eerste veel moeilijker is. Ik heb geen zicht op hoe het nu is, maar in mijn tijd oefende we op het eind van vwo 4 met de eindexamens van havo 5 van eerdere jaren (en waren dat ook de tentamens). Er van uitgaande dat dat sindsdien niet ontzettend veranderd is: dat laat een best groot verschil zien. Als op een aantal vakken het eindniveau van de havo al bereikt is na 4 jaar, en daarna volgt nog 2 jaar onderwijs wat nog een aantal slagen dieper gaat, dan zit er natuurlijk een enorm gat tussen wat een havist weet en wat een vwo’er weet aan het eind van de rit. En dat maak je ook niet goed in dat ene extra jaar dat een hbo heeft voor de bachelor, vergeleken met het wo. Dat trekt het gelijk in jaren onderwijs, maar doet niets voor het feit dat het vwo zoveel moeilijker/zwaarder was dan de havo. Tenzij iemand wil beweren dat het hbo-bacheloronderwijs veel moeilijker / zwaarder is dan het wo-bacheloronderwijs, en dat dit zo gelijk wordt getrokken. Ik geloof dat niet. Dus: prima als je hbo aantrekkelijker wil maken. Als je wil dat hele slimme mensen zonder wetenschappelijke ambitie kiezen voor een hbo-opleiding. Daar valt van alles voor te zeggen. Maar dat gaat volgens mij niet lukken met het huidige systeem voor middelbaar onderwijs. Maar: middelbare scholieren zijn ook niet achterlijk. Je kan ze 100 keer vertellen dat wo en hbo heus een even hoog niveau hebben, maar zolang je alleen maar naar de uni kan met je vwo- en niet met je havodiploma, en met zowel vwo als havo naar het hbo, gelooft niemand dat. En blijft de uni dus ‘het hoogste’. En willen ambitieuze leerlingen naar de uni, en waarschijnlijk nog veel belangrijker: de ouders van (al dan niet ambitieuze) leerlingen dat ze naar de uni gaan. De vraag is vervolgens of we dit met zijn allen zo belangrijk moeten vinden om het hele middelbaar onderwijs voor overhoop te gooien. Want stelselwijzigingen in het onderwijs, daar zijn we al een tijdje vrij kritisch op. En het kost natuurlijk bakken met tijd en geld. Maar de andere kant is: momenteel sluit het gewoon niet op elkaar aan: “het verhaal” dat we houden over het hoger onderwijs en hoe het op papier is geregeld (geen niveauverschil tussen hbo en wo) is als je heel eerlijk bent niet te verenigen met ons systeem van havo/vwo (wel niveauverschil). Los van of we daar wat mee moeten, en wat dan, zou het daar 20 jaar na de invoering van bachelor/master wel een keer over mogen gaan.  

Quote du jour | verantwoordelijk onderwijs

QUOTE - Doorgaan op deze weg is daarom geen optie; er is verandering nodig, en het onderwijs moet daarin het voortouw nemen, betoogt Aldo van Duivenboden. “Wat mij betreft is de tijd aangebroken dat het onderwijs het juk van de brave volger van economie en arbeidsmarkt afwerpt en het voortouw neemt als aanjager van de transitie naar een duurzame en inclusieve wereld”, schrijft hij.

Ok, het heeft misschien een beetje ’60’s vibes (Kritiese Universiteit iemand?), maar Aldo van Duivenboden van de OnderwijsInnovatie Hub van Hogeschool Saxion heeft hier natuurlijk wel 100% gelijk. Hadden ze in de jaren 60 trouwens ook wel, dat je een beetje systeemkritiek best mag verwachten vanuit het hoger onderwijs en dat het uitblijven daarvan gelijk staat aan het dienen van de status quo. Maar dat terzijde.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Maikel van den Bos (cc)

De Ware Opening van het Academisch Jaar: de (af)rekening

WOinActie organiseert ook dit jaar samen met de AOb en FNV de Ware Opening, een alternatieve opening van het academisch jaar in protest tegen de structurele onderfinanciering van de universiteiten. Met een knipoog naar de jaarlijkse ranking van ’topuniversiteiten’, is het thema van de protestbijeenkomst dit jaar ‘de (af)rekening’. Tijdens de bijeenkomst vanmiddag in Utrecht worden rankings van de slechtste universiteiten onthuld en prijzen uitgereikt aan de universiteiten met het duurste CVB, het meest massale onderwijs, de meeste wegwerpdocenten en de slechtste contracten.

Want het is zeker niet allemaal de schuld van drie Rutte-kabinetten: de universiteiten kiezen er zelf ook voor om een groot deel van hun werknemers in de kou te laten staan. “Ik vraag me al jaren af waarom sommige universiteitsbestuurders nog liever dood neervallen dan dat ze goed functionerende medewerkers een vast contract geven”, schreef wetenschapshistorica Hieke Huistra in haar column. De ‘flexibele schil’ van tijdelijk personeel aan universiteiten is groot: 40 procent van het wetenschappelijk personeel is in tijdelijke dienst, 60 procent als je promovendi meetelt. Zelfs als je een ‘prestigieuze’ NWO-onderzoekssubsidie meeneemt – waarmee je dus een deel van je salaris hebt gefinancierd – krijg je geen vast contract, zo ondervond ik zelf toen ik bij de Erasmus Universiteit ging werken. Ik moest mezelf eerst maar eens bewijzen.

Foto: jborsboom (cc)

Voortgezet onderwijs: te veel, onnuttig en achterhaald

COLUMN - Meermalen klinkt de laatste tijd de roep om onze toetsneiging in het onderwijs wat meer in te dammen. Niet alleen vanwege corona, maar ook omdat het inzicht dat al dit toetsen geeft beperkt is. Die oproep is terecht, maar onvolledig.

Hoewel inderdaad doorgeslagen, is met toetsen an sich niet zo veel mis. Meten is weten en toetsen geeft inzicht, zelfs al is het niet zaligmakend. Mij lijkt het daarom zinniger om niet zozeer te kijken naar hoe vaak we de stof toetsen, maar vooral wat de stof zelf is die er getoetst wordt. Daarbij focus ik op het VWO. Om de simpele reden dat ik daar het meest inzicht in heb. Zelf heb ik VWO gedaan, en nu heb ik een zoon in de VWO-eindexamenklas. In tijden van corona, waarin het onderwijs aan eindexamenkandidaten noodgedwongen tekort schiet, is het bij uitstek zaak te focussen op kernvaardigheden, en om nutteloze ballast uit het curriculum te schrappen.

Nutteloze bagage

Want het curriculum bevat nogal veel elementen waarvan je je af kunt vragen in hoeverre dat bijdraagt aan nuttige bagage op het carrièrepad van de examenkandidaat. Van sommige elementen is het nut zo ver te zoeken, dat je de indruk krijgt dat het in het curriculum geplaatst is enkel om te toetsen of een leerling snugger genoeg is om door te stromen naar het volgende toetsingsniveau, met als ultieme doel aan het eind van de rit een papiertje als “bewijs van snuggerheid”. De landelijke invoering van het fenomeen toetsweken versterkt deze indruk, want daardoor gaan leerlingen vooral leren voor de toetsen, en niet om kennis op te doen. Daarnaast is het curriculum zo overduidelijk opgesteld door alpha’s dat je je afvraagt of de afkorting VWO nog enige betekenis heeft.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Quote du Jour | Vergeten jongeren

Op de website van de ChristenUnie-jongeren, staat een mooi interview met GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld, over haar werk in de politiek met betrekking tot onder andere onderwijs en jeugdzorg. Overkoepelend thema is door de politiek vergeten jongeren. Of het nu gaat over de praktisch opgeleide jongeren, die vaak vergeten worden in discussies over de oneerlijkheid van het afschaffen van de stufi, jongeren in de gesloten jeugdzorg of over uit huis geplaatste jongeren.

Foto: Rasande Tyskar (cc)

Institutioneel racisme in Nederland

LONGREAD - Institutioneel racisme wordt wel gedefinieerd als een vorm van racisme die zichtbaar wordt in de praktijken van politieke en sociale instituties. Het is een vorm van onzichtbaar racisme die zich manifesteert naast openlijk of alledaags racisme. In deze empirische verkenning probeert Jan de Jonge institutioneel racisme zichtbaar te maken aan de hand van cijfers op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en inkomen.

In Nederland zijn recentelijk een aantal onderzoeken gepubliceerd (o.a. door het Sociaal Cultureel Planbureau en het Centraal Plan Bureau) die uitkomsten naar personen met en zonder migratie-achtergrond geven. Zo kunnen verschillen tussen Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders en Nederlanders zonder migratieachtergrond met elkaar vergeleken worden. Ik heb gekeken naar het onderwijs, de arbeidsmarkt en naar de relatieve inkomensverschillen.

Het is duidelijk dat daarmee geen beeld wordt gegeven over de omvang van institutioneel racisme in Nederland. Ik kijk niet naar de rechtspraak, het politie-optreden, het handelen van de belastingdienst of de praktijken in de horeca, de woningsector en dergelijke. In die zin pretendeer ik niet een alomvattend onderzoek te hebben gedaan naar het vóórkomen van institutioneel racisme in Nederland. Ik beschouw de uitkomsten van het onderwijs, de arbeidsmarkt en de inkomens-verschillen als relevante indicatoren, maar niet als doorslaggevend.

Foto: Frans Peeters (cc)

Mondeling in tijden van Corona

OPINIE - Eindelijk klapt iemand van de Trump-clan uit de school. Gisteren, 14 juli, publiceerde Simon & Schuster een boek over Donald Trump, geschreven door zijn nicht, Mary Trump. Een van haar onthullingen: Donald werd geaccepteerd op de prestigieuze Wharton Business School omdat iemand anders zijn schriftelijke toelatingsexamen heeft gemaakt – natuurlijk tegen betaling. Het verbaast mij niet. De huidige VS-president kreeg met de paplepel ingegoten dat voor geld alles te koop is. Bovendien kunnen schriftelijke toetsen nogal fraude-gevoelig zijn.

Tijd voor een herwaardering van het mondeling examen, juist in tijden van Corona. Een discussiebijdrage van Hein Vrolijk.

Al ruim vóór Corona uitbrak, was hier te lande het mondeling vrijwel uitgestorven in het hoger onderwijs. Dit geldt niet voor spreekbeurten en (online) presentaties met Powerpoint, die juist enorm in opkomst zijn. Daar wordt overwegend gelet op de vorm, zoals: staat er teveel tekst op de sheet, kijkt de spreker meer naar zijn sheets dan naar het publiek, en is de in- en uitleiding functioneel? Ik wil het hebben over het mondelinge examen waar de student wordt doorgezaagd over wat hij wel en niet weet en kan toepassen, dus getoetst op de inhoud en niet op de vorm (mag je hopen). Het is een fenomeen dat de ouderen onder u nog wel kennen – met slechte én goede herinneringen – maar de huidige studenten nauwelijks meer.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Quote du Jour | Ethiek

QUOTE - In februari van het eerste jaar begon het vak rechtsfilosofie. Het stond ingeroosterd op de donderdag aan het eind van de middag en op de vrijdagochtend daarna, de twee impopulairste momenten van de week. Vooraf hadden ouderejaars de geesten al rijp gemaakt voor het skippen van het hoorcollege. Waar het vak nog begon met een hoorcollege waarbij studenten op de trappen moesten zitten, was het aantal toehoorders in een week of drie gedecimeerd tot een man of tachtig. Als het mooi weer was en het terras lonkte, waren het er veertig.

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

Ongevraagd advies aan Sigrid Kaag

COLUMN - Ik ben zwevend kiezer, waarbij de uitersten zich bevinden tussen Groen Links en de VVD. Over het algemeen kan ik namelijk in elk standpunt wel een zekere rationaliteit ontwaren. Voor lijsttrekkers ben ik beducht omdat ze me te machtsgeil zijn, maar als je voorbij de waan van de dag en de hysterie van de week kijkt, zijn de meeste politici geen charlatans. Meestal breng ik een voorkeurstem uit.

Van Engelshoven

Maar nu zit ik toch met een probleem. Ik zou eigenlijk willen stemmen op Sigrid Kaag (dus toch een keer een stem op een lijsttrekker), maar aan haar kleeft een moeilijk overkomelijk bezwaar: ze is lid van D66. Dat is – ik leg het even uit voor lezers in Vlaanderen – de partij van de huidige minister Van Engelshoven, die werkelijk alles doet om onderwijs, cultuur, en wetenschap te vernietigen.

Wetenschap? Ze implementeerde het catastrofale advies van de Commissie van Rijn. Cultuur? Ze kwam in de coronacrisis nauwelijks op voor de sector. Onderwijs? De minister heeft een scenario laten uitdenken om er twee miljard op te bezuinigen. Erop vertrouwend dat de bewindsvrouw de waarheid spreekt en dat dit slechts een theoretische exercitie is, wil ik de resultaten lezen van de theoretische exercitie om twee miljard méér te investeren in de toekomst.

Foto: Wolfgang Greller (cc)

Coronacrisis: ICT omslag in onderwijs

OPINIE - een gastbijdrage van Hein Vrolijk.

Dat we op sommige terreinen veel te afhankelijk zijn geworden van het buitenland is nu wel duidelijk. Bij mondkapjes vooral van Chinese bedrijven, bij testmateriaal van het Zwitserse Roche. Vrijwel geen aandacht is er voor de omgekeerde situatie: op andere terreinen is er eveneens een te grote afhankelijkheid, juist omdat er te weinig wordt uitbesteed. Zoals in het onderwijs.

Verticale integratie is een belangrijk begrip in de economische wetenschap. Volledige integratie betekent dat vrijwel alle activiteiten die nodig zijn om het eindproduct te maken, binnen deze onderneming plaatsvinden. Een voorbeeld zijn olieconcerns zoals Shell: actief in alle schakels van de bedrijfskolom, van olieput naar benzinepomp.

Aan de andere kant van het spectrum heb je de ondernemer die vrijwel alle activiteiten heeft uitbesteed (verticale desintegratie).

Hij is eigenaar van het merk onder wiens vlag de verkoop valt, en hij regisseert en financiert soms alle overige activiteiten. Neem de supermarktonderneming AH. Geen van de producten die je daar koopt worden binnen het overkoepelende Ahold-concern gemaakt want AH beperkt zich tot inkoop en inschakeling van toeleveranciers. De meeste AH-winkels zijn bovendien eigendom van zelfstandige franchisenemers.

Dit businessmodel, vanouds dominant in de retail, heeft zich de laatste decennia over andere bedrijfstakken verspreid. Denk aan Philips dat steeds kleiner is geworden, zeker qua personeelsbestand. Deels door bepaalde onderdelen af te storen, deels door activiteiten die vroeger binnen Philips werden uitgevoerd, in de loop der tijd uit te besteden aan externe partijen. Vrijwel altijd in de vorm van lange-termijn contracten met een duidelijk hiërarchisch karakter – dus je kunt niet zeggen dat Philips ‘de vrije markt’ heeft ingeschakeld.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende